De Fabel van de illegaal 93/94, zomer 2008

Auteur: Eric Krebbers


De Tweede Wereldoorlog sleepte ook de koloniën mee

De Tweede Wereldoorlog wordt niet voor niets wereld-oorlog genoemd. Mannen en vrouwen van over de hele wereld werden in het conflict meegesleept. De rol van zwarte mannen en vrouwen wordt echter stelselmatig genegeerd. Een aantal speelfilms brengt daar nu enigszins verandering in.


Marokkaanse militairen tijdens de Tweede Wereldoorlog
Door het opkomende nationalisme wordt er steeds vaker alleen naar Nederland gekeken als het gaat om de Tweede Wereldoorlog. Alsof Nederland een klein eilandje was dat los van alle wereldwijde ontwikkelingen in 1940 plots bezet werd en 5 jaar daarop weer de vrijheid herkreeg. Deze Nederlandse oogkleppen-visie op de geschiedenis vinden we in het groot terug in de hele westerse wereld. In vrijwel alle berichtgeving, films, boeken, onderzoeken en publieke discussies over de Tweede Wereldoorlog viert eurocentrisme hoogtij en wordt de deelname van de Derde Wereld aan het conflict vrijwel volledig genegeerd. De meeste Europeanen en Amerikanen denken bij de Tweede Wereldoorlog vooral aan westerse en Oost-Aziatische landschappen, soldaten en slachtoffers. En als er in een oorlogsfilm al iemand voorkomt met een niet-Europees uiterlijk, dan betreft het meestal een barman in de soldatenmess of een schoonmaker, zoals in de Britse comedy-serie “O moeder, wat is het heet”. Zelfs het algemeen geaccepteerde aanvangsjaar 1939 van de oorlog is eurocentrisch vastgesteld, want in 1935 viel Italië Ethiopië al binnen.

Oorlogsmachine

De werkelijkheid is dat er overal in de Derde Wereld gevochten is, en dat tientallen miljoenen bewoners van Azië, Afrika en Latijns-Amerika direct of indirect hebben deelgenomen aan de oorlog.(1) Mannen en vrouwen werden vaak gedwongen gerecruteerd als kanonnenvoer en lastdieren. Ze streden aan het front, sjouwden munitie, bouwden bunkers en groeven loopgraven. Aan de kant van de geallieerden vochten zo Arabieren, Indiërs, Maori’s, Noord-Amerikaanse Indianen, Laotianen, Cambodjanen, Afrikanen uit alle mogelijke landen, en ga zo maar door. De tegenstanders, de As-mogendheden, hadden eveneens Indiërs en Arabieren in dienst, maar ook legereenheden met bijvoorbeeld soldaten uit het zuiden van de Sovjet-Unie. Vrouwen werden daar bovenop door alle partijen massaal gedwongen seksuele diensten te leveren, bijvoorbeeld als “troostmeisjes”.

Voor een deel ging de Tweede Wereldoorlog om het bezit van de koloniën in Azië en Afrika. Veel oorlogsgeweld vond dan ook daar plaats, en de plaatselijke bevolking werd daarbij vaak het hardst aangepakt, geminacht door beide partijen. Verder werden miljoenen arbeiders in de Derde Wereld uitgebuit en onderdrukt in onder meer mijnen en fabrieken om de grondstoffen voor de oorlogsmachines te leveren. De gebruikelijke koloniale wreedheid werd tot ongekende hoogte opgevoerd. Daarnaast werden de koloniën nog eens extra uitgeperst met speciale oorlogsbelastingen, waardoor de plaatselijke bevolking vaak met moeite wist te overleven.

Inboorlingen

Recent zijn er enkele films gemaakt die het eenzijdig witte beeld van de Tweede Wereldoorlog enigszins doorbreken. Mondjesmaat begint de racistische realiteit van die oorlog tot de mainstream publieke opinie door te dringen. In Frankrijk, de VS en Groot-Brittannië kwam schoorvoetend enige discussie op gang. In Frankrijk zorgde in 2006 de speelfilm “Indigènes” voor opschudding. Die film gaat over de belevenissen van drie Algerijnen die in 1943 bij het Franse leger gaan. Ze vechten in Italië en Zuid-Frankrijk, en belanden begin 1945 in de Elzas, waar uiteindelijk twee van de drie sneuvelen. Onderweg worden ze door de Franse bevolking steeds als bevrijders onthaald, maar verder worden ze voortdurend geconfronteerd met racisme en achterstelling ten opzichte van de witte soldaten. Ze krijgen slechter eten, mogen nooit op verlof en krijgen geen promotie. “Onze overgrootvaders bevrijdden Frankrijk. Onze grootvaders bouwden Frankrijk weer op. Onze vaders en moeders maakten Frankrijk schoon. Het wordt tijd dat onze generatie het hele verhaal vertelt”, zei hoofdrolspeler Jamel Debbouze, op voetballer Zinedine Zidane na de bekendste Fransman van Noord-Afrikaanse origine.

“Indigènes” betekent “inboorlingen”. Zo werden de naar schatting 250 duizend Noord-Afrikaanse soldaten die in het Franse leger vochten officieel genoemd. Eind 1944 maakten ze bijna de helft uit van alle manschappen. In totaal kende het Franse leger toen 23 nationaliteiten. Veel Noord-Afrikanen gingen uit armoede in dienst, anderen werden gedwongen. Door samen met de Fransen te vechten voor de bevrijding van “het moederland” en voor “vrijheid, gelijkheid en broederschap” hoopten velen dat Algerije na de oorlog de onafhankelijkheid zou krijgen. Maar toen de overlevende “inboorlingen” na de oorlog thuis kwamen, bleek het Franse leger zojuist maar liefst 45 duizend Algerijnen te hebben omgebracht. Want toen begin mei 1945 bij het bevrijdingsfeest in Algiers ook Algerijnse vlaggen werden gehesen, had het Franse leger een bloedbad aangericht om iedere hoop op onafhankelijkheid direct de kop in te drukken. Na de oorlog ontvingen de veteranen uit de Derde Wereld pensioenen die 70 tot maar liefst 97 procent lager waren dan die van hun witte collega’s. In 1959 werden de pensioenen helemaal stopgezet. Na jarenlange strijd werden ze in 2002 weer hervat, en naar aanleiding van de film in 2006 gelijk getrokken met die van de andere soldaten, alleen niet met terugwerkende kracht. Maar 61 jaar na afloop van de oorlog waren de meesten natuurlijk al overleden.

Verkrachting

Naar aanleiding van de film kwamen er meer schandalige feiten naar boven, en werd het Europese racisme jegens de Noord-Afrikanen pas goed duidelijk. Na de val van Frankrijk in juni 1940 bleken de nazi’s 1.500 tot 3.000 Franse krijgsgevangenen uit de koloniën te hebben geëxecuteerd, terwijl hun witte collega’s allemaal afgevoerd waren naar gevangenkampen. Ook bleek dat de koloniale soldaten vaak voorop moesten in de strijd, waardoor ze een veel kleinere overlevingskans hadden. Maar op momenten met een grote symbolische waarde voor de media, werden de Noord-Afrikaanse troepen juist snel weer teruggetrokken. Zo mochten ze bijvoorbeeld Rome niet intrekken omdat niet het geen pas gaf als moslims de katholieke hoofdstad zouden bevrijden. Ze moesten wachten op witte Amerikaanse eenheden. De Franse legerleiding gaf tegen het einde van de oorlog ook opdracht tot operatie “Wit de Vrije Franse Strijdkrachten”. Zoveel mogelijk ervaren koloniale soldaten moesten snel vervangen worden door verse witte recruten. Die konden dan in de grote steden langs komen paraderen op bevrijdingsdag. De koloniale soldaten werden zo van hun witte collega’s geïsoleerd, in kampen gestopt en daarop direct huiswaarts gedeporteerd.

De Noord-Afrikanen waren niet anders dan andere soldaten, en ze begingen ook hetzelfde soort wandaden. Toen de geallieerden in Italië maandenlang niet verder kwamen bij Monte Casino, werd de hulp ingeroepen van Marokkaanse bergtroepen. Die klommen langs schijnbaar onbegaanbare hellingen en wisten een doorbraak te forceren. Daarna hebben ze naar schatting zo’n 2.000 Italiaanse vrouwen verkracht. Deze zwarte bladzijde staat in Italië bekend als “Marocchinate”. Het inmiddels opgeheven weekblad Opinio kwam met deze schandalige gebeurtenissen op de proppen tijdens de discussie over de bijdrage van Marokkanen aan de bevrijding van Nederland.(2) De conservatieven willen liever dat we Marokkanen zien als verkrachters en criminelen. Zoals bekend wordt er in elke oorlog naar hartelust en ongestraft verkracht en gemoord, en dat moet inderdaad scherp bekritiseerd worden. Maar het is door en door racistisch om juist de verkrachtingen door deze groep eruit te pikken, en niets te schrijven over vergelijkbare wandaden door bijvoorbeeld westerse militairen.

Vlaggestok

In de VS kwam onlangs ook een felle discussie op gang over de bijdrage en behandeling van zwarte soldaten in de Tweede Wereldoorlog. In 2006 had regisseur Clint Eastwood twee films gemaakt over de strijd begin 1945 op het eiland Iwo Jima, waar de bekende foto gemaakt is van een groepje soldaten dat een Amerikaanse vlag plant op een bergtop. De ene film, “Letters from Iwo Jima”, baarde veel opzien omdat hij de oorlog laat zien uit het oogpunt van vroegere vijanden, de Japanners. De andere, “Flags of our fathers”, behandelt onder meer de lotgevallen van een militair van Indiaanse afkomst, iets dat overigens eerder al eens vertoond was in “Windtalkers” van 2002. “Flags of our fathers” gaat voornamelijk over het cynisme van de oorlogspropaganda-industrie, en kreeg daarom flink wat handen op elkaar van progressief Amerika. Maar zwarte veteranen reageerden boos. Er is namelijk in de hele film geen zwart gezicht te zien, terwijl er bij de gevechten op het kleine eiland ook 900 zwarte mariniers betrokken waren. De zwarte soldaat die destijds de vlaggestok had aangegeven, en die door Eastwood uit de geschiedenis is geschreven, meldde zich ook bij de media. In 1945 richtten de journalisten hun filmcamera’s ook al ergens anders heen als er een zwart gezicht in beeld dreigde te komen, herinnerde de veteraan zich. Anti-racisten hadden Eastwood voor hij begon te filmen al boeken gestuurd over de rol van de zwarte soldaten, maar hij negeerde die informatie simpelweg. Zelfs een paar zwarte figuranten bleken al teveel gevraagd.

Scène uit de film "Miracle at St. Anna"
“Er zijn veel zwarte Amerikanen die de oorlog overleefd hebben en die boos waren op Clint omdat er niet een van hen te zien was in zijn film. Dat was zijn versie van de geschiedenis: de zwarte soldaat bestond niet. Ik heb een andere versie”, zei de bekende zwarte regisseur Spike Lee, doelend op zijn eind 2008 te verschijnen film “Miracle at St. Anna” over de ervaringen van vier zwarte Amerikaanse soldaten in Italië. “Het was paradoxaal”, zei Lee. “De zwarte Amerikanen wilden vechten tegen het facisme in naam van de democratie. Maar tegelijkertijd waren ze zelf tweederangs burgers.” Lee’s film zal ongetwijfeld weer veel losmaken.

Beestachtig

Ook in Groot-Brittannië wordt tegenwoordig flink gediscussieerd over zwarte en koloniale soldaten, onder meer naar aanleiding van de documentaire “The forgotten volunteers” uit 1999. In totaal vochten er 11 miljoen soldaten onder de Britse vlag, waarvan er maar liefst 5 miljoen uit de koloniën kwamen, de helft daarvan uit India, Pakistan en Bangladesh. “Ik haat Indiërs, want het is een beestachtig volk met een beestachtige religie”, zei de Britse oorlogsleider Winston Churchill. Maar toen alle eigen Britse soldaten nodig waren om een mogelijke Duitse invasie tegen te houden, blokkeerden in Egypte honderdduizenden Indiase soldaten Hitlers opmars richting de olievelden van het Midden-Oosten. Hadden de nazi’s die slag gewonnen, dan was de oorlog mogelijk heel anders verlopen. Net als hun Franse collega’s hadden ook de Britse koloniale soldaten veel minder loon en slechtere omstandigheden. Voor hen was er na de oorlog zelfs helemaal geen pensioen, en wie gewond was geraakt kreeg eenmalig 10 pond. Tijdens de oorlog probeerde de Britse regering overigens steeds de komst van zwarte Amerikaanse soldaten naar Groot-Brittannië te voorkomen. Toen dat niet lukte, adviseerde de regering de bevolking om “niet te vriendschappelijk met hen om te gaan”.

Vaderland

Dat de veteranen in Frankrijk zolang zijn genegeerd, kwam ook doordat anti-koloniaal links niet veel van hen moest hebben. Veel van de Noord-Afrikaanse militairen hebben na de oorlog namelijk bijgetekend, en zijn tussen 1947 en 1953 in Vietnam ingezet tegen de onafhankelijksbeweging. Dat “Indigènes” het grote stilzwijgen in 2006 eindelijk wist te doorbreken, kwam doordat het in essentie een pro-Franse patriottische film is. Op één na geloven alle karakters in de film in de nationalistische ideologie van de Franse staat, namelijk dat iedereen voor “het moederland” in principe gelijk is, van welke herkomst men ook is. Het probleem zou slechts zijn dat de praktijk nog niet zover is. Met een anti-nationalistische boodschap had regisseur Rachid Bouchareb nooit voldoende geld bijeen kunnen schrapen voor zo’n dure film. Nu kreeg hij steun van links tot rechts, met uitzondering natuurlijk van extreem-rechts. Daar hangt men een racistisch nationalisme aan waarbij slechts plaats is voor witte Fransen.

Overigens gaat het Nederlandse debat rond de Marokkaanse bevrijders ook slechts tussen twee typen nationalisten. De neo-liberale nationalisten willen “de allochtonen” via deze weg deelgenoot maken van het nationalistische project van de herdenking van de rechtvaardige oorlog voor God, Vaderland en de Koningin, een project dat “ons” allemaal bij elkaar moet brengen als brave hardwerkende burgers. De conservatieve nationalisten echter willen “de allochtonen” juist buitensluiten van dat project. Links zou de historische gebeurtenissen daarentegen moeten aangrijpen om te laten zien dat racisme toen - net als nu - hoogtij vierde en dat zwarten zowel door de geallieerden als de fascisten onderdrukt en uitgebuit werden. Met als conclusie dat het hoog tijd wordt om daar structureel eens iets aan te doen.

Noten

Terug