De Fabel van de illegaal 97/98, winter 2009

Auteur: Eric Krebbers


Vier crisissen en geen oplossing in zicht

Het is moeilijk om de omvang helemaal tot ons door te laten dringen. De mensheid wordt geconfronteerd met maar liefst vier crisissen tegelijkertijd. Naast de economische crisis spelen er een voedsel- en een energiecrisis, en dat allemaal tegen de achtergrond van de meest bedreigende ecologische crisis ooit: de klimaatsverandering. De economische herstructurering van de afgelopen decennia laat zien dat er vanuit de heersende kringen geen werkelijke oplossingen te verwachten zijn. Een links alternatief is daarom harder dan ooit nodig.


Arbeider in motorfietsenfabriek in India.
De aan het begin van de herfst van 2008 in volle hevigheid losgebarsten kredietcrisis begint langzamerhand ook invloed te krijgen op het dagelijks leven in Nederland. In de VS, waar de crisis het eerst op gang kwam, waren de gevolgen al langer merkbaar. De kredietcrisis begon daar toen groeiende aantallen huiseigenaren hun hypotheken niet meer konden betalen en op straat werden gezet. Inmiddels is ook de werkloosheid er enorm toegenomen. In Nederland verloren investeerders flinke bedragen op de beurzen en raakten spaarders een deel van hun geld kwijt dat ze geparkeerd hadden bij IJslandse banken. Daarnaast groeit ook hier het aantal werklozen. Met name flexwerkers vliegen er als eersten uit. Nederland kent een verhoudingsgewijs groot aantal flexwerkers. Daaronder bevinden zich weer relatief veel vrouwen en “niet-westerse allochtonen”. Die worden dus het eerst de dupe van de crisis.

Thatcherisme

De oorsprong van de huidige economische crisis ligt in de vorige, die van de jaren 70. Het kapitalisme is een agressief proces waarbij kapitaal voortdurend op zoek is naar de meest gunstige investeringsmogelijkheden om winst te kunnen maken en zo te groeien, om vervolgens weer nieuwe groeimogelijkheden te zoeken. In de jaren 70 liepen die winstmogelijkheden flink terug. De manier waarop staten elk hun eigen economie reguleerden via oplopende begrotingstekorten - het keynesianisme - stuitte op zijn grenzen. Ook werd links wereldwijd wat sterker, waardoor arbeiders hogere lonen konden eisen en zich minder makkelijk lieten uitwringen. Dat leidde uiteindelijk tot een eveneens wereldwijde herstructurering van de economie, toen bekend onder namen als thatcherisme en reaganomics, en tegenwoordig eerder neo-liberalisme genoemd.

Onderdeel van dat gigantische veranderingsproces om de winsten te herstellen was het verplaatsen van hele industrietakken naar Derde Wereld-landen waar de lonen lager zijn. Er heerste destijds ook een kredietcrisis. Veel arme landen waren goedkope leningen aangegaan om hun economie na het kolonialisme weer op te bouwen. Maar toen de rente steeg, konden ze niet meer voldoen aan de vereiste terugbetalingen en belandden ze in een crisis. Ze moesten aankloppen bij het IMF en de Wereldbank die hen onderwierpen aan neo-liberale “structural adjustment”-maatregelen, zoals loonbevriezingen en bezuinigingen op sociale uitgaven als zorg, scholing, en huisvesting. Honderden miljoenen mensen werden daar keihard door getroffen.

De getroffen landen moesten zich ook openstellen voor westers kapitaal. Multinationals roofden grondstoffen, lieten bossen kappen, en vervuilden het water. Ook kochten ze voor een habbekrats land voor plantages, waar sommige van de oorspronkelijke bewoners tegen hongerlonen op mochten komen werken. Al deze ontwikkelingen leverden wereldwijd veel vluchtelingen op. Later werden ook dienstverlenende bedrijven als callcentra massaal verplaatst naar lage lonen-landen. Meestal ontstond er na enkele jaren al protest van de werknemers tegen de slechte arbeidsomstandigheden en lage lonen. Dat werd opgelost met een verdere race naar beneden, waarbij industrieën, maar vooral it-bedrijven, steeds doorverhuisden naar nog goedkopere landen. Dat proces loopt inmiddels zowat ten einde nu er nauwelijks geschikte landen over zijn met nog lagere lonen dan bijvoorbeeld Birma of Nepal. Daarbij wordt het transport van de geproduceerde waar naar de rijke landen steeds duurder door de stijgende energieprijzen. Kortom, de groei van de winstgevendheid van de Derde Wereld neemt snel af. Het kapitaal kan zich daar minder makkelijk vermeerderen en dat is een van de diepere oorzaken van de crisis.

Privatisering

Herstructurering betekende ook de creatie van nieuwe investeringsmogelijkheden in het rijke Westen, onder meer via de privatisering van de collectieve sector. Aan onder meer zorg, huisvesting, post en openbaar vervoer kon voortaan ook goed verdiend kon worden. De flexibilisering van de arbeid hielp daarbij om de loonkosten te drukken. Ook technologische vernieuwing bood het kapitaal extra investeringsmogelijkheden. De informatietechnologie stimuleerde de economie, zoals de autoproductie dat bij eerdere crisissen had gedaan. En genetische manipulatie en andere biotechnologieën schiepen eveneens ruimte voor nieuwe investeringen. Het kapitaal mocht dan overal op aarde zijn doorgedrongen, op het microscopische niveau lag nog een wereld te winnen. De technologische revolutie kan op zich nog wel even vooruit, zo lijkt het, maar de it en biotech zijn als groeisectoren niet groot genoeg om een verdere crisis te kunnen voorkomen.

Arbeidster in auto-industrie.
Het al maar groeiende kapitaal heeft dus steeds meer investeringsgebieden nodig. Maar als er teveel geïnvesteerd wordt in allerlei productiemiddelen, dan ontstaat er overcapaciteit en overproductie. En als de lonen van het grootste deel van de bevolking dan niet meestijgen, houdt de vraag het aanbod niet bij, wordt er minder verkocht en kan er minder winst gemaakt worden. Een van de manieren waarop staten proberen die vraag in stand te houden, is via de wapenindustrie, via het continu bestellen van meer en nieuwe wapensystemen. Dat is een beproefde methode. Maar de tegenwoordig misschien wel meest gebruikte methode om de vraag hoog te houden, is die van de kredieten. De neo-liberale herstructurering maakt het steeds meer mogelijk om heel makkelijk kredieten te geven, zonder dat er veel garanties tegenover hoeven te staan. Maar het via krediet vooruitschuiven van betaling kan uiteindelijk niet meer dan een uitstel van executie zijn. Zeker als de omvang van de schulden steeds verder toeneemt. Het mislopen van dat systeem is dan ook de concrete aanleiding voor het uitbreken van de huidige crisis.

Het kapitalisme probeert zich ook aan de eigen haren uit het moeras te trekken door geld te verdienen aan geldhandel, bijvoorbeeld via internationale beursactiviteiten. Dat heeft inmiddels een zeer slechte naam gekregen, alsof uitsluitend daarin het kwaad van het kapitalisme schuilt.(1) Maar beurzen en investeringen vormen een onlosmakelijk en essentieel onderdeel van het kapitalisme. Het zogenaamde casinokapitalisme heeft de huidige kapitalistische orde hooguit weer enige tijd langer overeind weten te houden. Want meer geld in omloop betekende deels ook meer vraag.

Voedsel

Veel staten lijken de oplossing van de crisis in eerste instantie te zoeken in een toename van krediet en leningen om de vraag te stimuleren. Meer van hetzelfde dus. Maar uiteindelijk zal de crisis waarschijnlijk leiden tot het ineenstorten van de vraag, en daardoor tot werkloosheid, lagere lonen en slechtere arbeidsomstandigheden, in het rijke Westen, maar vooral in de Derde Wereld-landen. In veel van die landen heerste eind 2007, begin 2008 al een voedselcrisis die relatief weinig aandacht kreeg in de westerse wereld. De prijzen van rijst en ander basisvoedsel rezen de pan uit, waardoor de vele honderden miljoenen mensen die toch al ternauwernood wisten te overleven over het randje gedrukt dreigden te worden. Gelukkig daalden de prijzen enkele maanden later weer wat als gevolg van de kredietcrisis. Maar de voedselopstanden die ondertussen plaats hadden gevonden vormen wel een voorproefje van wat de wereld te wachten staat als de huidige crisis flink zou doorzetten. De voedselprijzen mogen dan enigszins gedaald zijn, maar als de inkomens straks meedalen zijn de problemen snel weer terug. Geopolitieke strategen in de rijke landen wijzen al jaren op de groeiende noodzaak van het uitbreiden van de militaire mogelijkheden om in te grijpen in met name de megasteden in de Derde Wereld als daar in toekomst massale hongeropstanden zouden uitbreken.(2) Ook migratiebeheersing zou nog verder geïntensiveerd en gemilitariseerd moeten worden om de verwachte extra stromen migranten en vluchtelingen ver van de Noord-Amerikaanse en Europese grenzen tegen te kunnen houden.

De voedselcrisis hangt ook nauw samen met de wereldwijd snel toenemende vraag naar dierlijk voedsel. Bij de productie van een kilo vlees gaat namelijk 10 tot 20 kilo plantaardig voedsel verloren. Toenemende welvaart maakt het de Chinese en Indiase middenklassen mogelijk om steeds meer het absurd hoge consumptieniveau van westerse landen te kopiëren. Met als gevolg een groeiend tekort aan voedsel. Ook de sluipende energiecrisis speelt daarbij een grote rol. Hoge olieprijzen maakten tot voor kort zeer aanlokkelijk voor boeren om zich te richten op biobrandstoffen in plaats van gewassen voor menselijke consumptie.

De energiecrisis is sowieso een fundamenteel probleem dat het kapitalisme in de wortels aanvreet. Zonder fossiele grondstoffen was de gigantische economische expansie van de afgelopen twee eeuwen niet eens mogelijk geweest. Maar de voorraden zijn eindig en raken onvermijdelijk een keer op. De wereldwijde olieproductie is waarschijnlijk inmiddels al op zijn hoogtepunt aanbeland en zal straks langzaam, en vervolgens steeds sneller, gaan afnemen. Strategen van alle grootmachten verwachten in de toekomst enorme economische en mogelijk militaire conflicten om de resterende energiebronnen.

Arbeider in olie-industrie.
Klimaat

De economische crisis, de voedselcrisis en de energiecrisis spelen zich allemaal af tegen de achtergrond van de nog veel ernstiger ecologische crisis. De snel voortschrijdende opwarming van de aarde dreigt miljarden mensen het leven onmogelijk te maken, en zou op den duur zelfs de complete mensheid en vrijwel alle leven op aarde kunnen vernietigen.(3) In juli 2008 rekenden ecologen voor dat de mensheid nog slechts zo’n 100 maanden heeft om te voorkomen dat het klimaat een kantelpunt bereikt, waarna verdere opwarming niet meer te stoppen is en de ene ramp na de andere de mensheid zal treffen. In november kwamen sommigen tot de conclusie dat dat kantelpunt eigenlijk al zo goed als bereikt is. De ecologische ondergang wordt aangedreven door de kapitalistische groeidwang, in samenhang met het veel oudere en fundamentelere patriarchale dualisme dat de mensheid los van en boven de natuur ziet staan, zoals de man los van en boven de vrouw zou staan. Dat leidt tot de overtuiging dat vernietigend kan worden ingegrepen in de natuur zonder dat het ooit terugslaat op de mensheid zelf. Zelfs de opheffing van de kapitalistische productiewijze zou de ecologische vernietiging niet automatisch tot staan brengen zolang dat patriarchale waanbeeld niet verdwenen is.

De milieumaatregelen die regeringen aankondigen, schieten zonder uitzondering allemaal tekort om de ecologische teneergang werkelijk te kunnen stoppen, voorzover dat dus überhaupt nog mogelijk is. Aan die opstelling ligt hetzelfde korte termijn-denken ten grondslag dat ook te zien valt bij de ‘oplossingen’ voor de economische crisis. Het kapitalisme laat eenvoudigweg geen uitstel van het winstmaken toe. In sommige media werd het tijdelijk nationaliseren van enkele banken en een paar duizend werknemers - die in de WW worden opgevangen - aangezien voor socialisme. Maar er gebeurt feitelijk niets anders dan dat de overheid zich tijdelijk als bankeigenaar en uitzendbureau op de markt waagt, een noodsprong waarmee bedrijfsverliezen afgewenteld worden op de staat en daarmee de belastingbetalers.

Arbeid

De kredietcrisis is een crisis van het kapitalisme als geheel, en daar hoort natuurlijk ook de arbeid bij. De essentie van het kapitalisme is immers de machtsverhouding tussen kapitaal en arbeid.(1) Het huidige kapitaal is de afgelopen, zeg, 500 jaar opgebouwd via de wereldwijde onderdrukking en uitbuiting van slaven en arbeiders, zwarte en witte, en mannen en vrouwen. Ook van de ‘gratis’ reproductieve arbeid van vrouwen en mannen heeft het kapitaal altijd flink meegeprofiteerd. En niet te vergeten van de ‘arbeid’ die geleverd wordt door de levende natuur: dieren en planten. Al honderden jaren zet het kapitalisme met geweld menselijke arbeid en levende en dode natuur om in verhandelbare waar en uiteindelijk kapitaal. Aan de mogelijkheden om dat proces voort te zetten en te intensiveren zijn altijd grenzen gesteld door menselijk verzet. Maar nu dode “hulpbronnen” als de fossiele brandstoffen opraken, en de levende natuur - inclusief de mensheid - langzamerhand op een ondergang lijkt af te stevenen, stuit het kapitalisme ook op objectieve grenzen.

‘Gewone’ crisissen vormen voor het kapitalisme overigens op zich geen fundamenteel probleem. Integendeel, het kapitalisme benut crisissen als een soort shocktherapie om blokkades op te ruimen die een verdere uitpersing van de bevolking tegenhouden. Zo vormen de verworvenheden van eerder verzet flinke blokkades, en ook allerlei sociale verbanden en ideeën van solidariteit die voorkomen dat mensen tegen elkaar uitgespeeld kunnen worden op de arbeidsmarkt. Telkens als het kapitalisme na een crisis, zoals die van de jaren 70, weer nieuwe manieren ontwikkelt om de vermeerdering van het kapitaal met hernieuwde energie te kunnen voortzetten, moet het verzet van onderop ook op zoek naar nieuwe strijdmethoden. In wezen is het kapitalisme niets anders dan een uiterst complexe voortdurende machtsstrijd tussen kapitaal en arbeid. Waarmee niet gezegd is dat “de arbeidersklasse” zich voortdurend bewust collectief aan het verzetten is. Maar wel is er altijd een tegensputteren op individueel en collectief niveau, en een creativiteit om individueel of meer collectief aan de knellende kapitalistische banden te ontsnappen. Om herstructureringen effectief door te kunnen drukken sluit het kapitalisme juist daar vaak weer bij aan. Zo volgde de opkomst van de flexibele banen op het groeiende westerse levensgevoel van de jaren 60 en 70 om niet meer levenslang in een saaie baan te willen vastzitten.

Spelregels

Het kapitalisme is absoluut geen natuurlijk verschijnsel. Het is een product van menselijk handelen. Staten en internationale instituties leggen in overleg met het kapitaal voortdurend ‘spelregels’ vast, dwingen af dat mensen zich daaraan houden, en garanderen bovendien het recht op privé-eigendom en de waarde van het geld. Voor de bevolking liggen die ‘spelregels’ streng vast. Maar voor individuele kapitaalbezitters is dat al veel minder het geval. Uiteindelijk bestaat er geen kapitalistische economische grondlogica waar iedereen sowieso aan gehouden is. De huidige crisis laat al zien hoe makkelijk veranderbaar ‘vaste’ neo-liberale ‘spelregels’ eigenlijk zijn, zoals Europese verboden op overheidstekorten en staatssubsidies aan bedrijven.

In het licht van onder meer de fundamentele ecologische problemen achter de huidige crisis is het best denkbaar dat de kapitalistische ‘spelregels’ op den duur zo zullen veranderen dat het systeem nauwelijks meer als kapitalisme herkenbaar is. Er zou na verloop van tijd bijvoorbeeld een vorm van autoritair staatskapitalisme kunnen ontstaan, vergelijkbaar met het economische systeem van de Sovjet-Unie destijds waar speculatie en beurzen niet bestonden. Een nieuw systeem dat in tijden van zeer beperkte hulpbronnen de bevoorrechte klasse zou kunnen blijven voorzien van welvaart, en tegelijk een groot deel van de wereldwijde onderklasse afschrijft en tracht onder controle te houden. Slechts de essentiële machtsrelatie van het kapitalisme, die tussen de bevoorrechte klasse en de onderklasse, zou dan voor ons herkenbaar zijn. Voor zo’n meer dictatoriaal economisch systeem liggen in veel westerse landen al een flink aantal bouwblokken klaar, zoals een groeiend rechts-populisme om de massa’s effectief te bespelen, een enorm assortiment aan repressieve wetten die sinds 9/11 zijn ingevoerd, en de zeer breed gedeelde overtuiging dat er geen levensvatbare alternatieven voor het kapitalisme zouden bestaan.

December 2008: Griekse jongeren in opstand vanwege gebrek aan toekomst.
Mensenwerk

De enige werkelijke oplossing voor de gigantische crisissen die voor ons liggen, moet gezocht worden in het fundamenteel opheffen van het kapitalisme, het patriarchaat en het racisme. Revolutionaire veranderingen zijn in principe mogelijk. Samenlevingen en economieën zijn immers mensenwerk en kunnen dus radicaal veranderd worden. Maar daar kan in deze rechtse tijden geen sprake van zijn, ook al omdat er zoals gezegd geen uitgewerkte alternatieve economische en sociale systemen beschikbaar zijn. Het is duidelijk dat er wereldwijd democratie moet komen, waarbij ook democratisch wordt gepland wat er nog geproduceerd gaat worden en voor wie. Een systeem waar de menselijke behoeften voorop staan, en niet die van het kapitaal. Een systeem waarbij menselijke relaties niet meer bepaald worden door geld en structurele machtsverschillen. Een systeem dat ook rekening houdt met de volgende generaties en de natuur.

Om daar te komen is macht nodig, en die moet van onderop worden opgebouwd dwars door traditionele scheidslijnen heen van zwart en wit, en vrouw en man. Nodig is een brede strijdbare beweging die de confrontatie aangaat, gaandeweg plannen ontwikkelt voor een vrij-socialistische samenleving en tegelijk alternatieve bestuurs-, productie- en zorgstructuren opbouwt waarin alvast ervaring kan worden opgedaan voor die toekomstige samenleving. Op korte termijn zouden een aantal reformistische eisen centraal kunnen staan, zoals de ombouw van de wereldwijde militaire productiecapaciteit richting de ontwikkeling van groene technologiën, en de eerlijke distributie van de resterende hulpbronnen. In Nederland zou in dat kader ook geïnvesteerd moeten worden in onder meer gratis toegankelijke zorg voor iedereen, sociale woningbouw, onderwijs en openbaar vervoer. Zo zou een opstapje gemaakt kunnen worden richting fundamentelere hervormingen.

Noten

Terug