Gebladerte-reeks 8

Auteur: Harry Westerink


(Dwarsligger)

Mensenjacht

Ze komen de illegalen halen,
's morgens vroeg, in het holst van de nacht.
Met het geblindeerde machtsvertoon van een ME-bus
komen ze de anders zo vredige laan of straat binnenrijden
en stoppen ze piepend en gierend
of zo stil als de kat die een argeloze muis gaat bespringen.

Ze komen de illegalen halen
die in dit dorp of deze stad niet mogen zijn,
die nergens mogen zijn,
nergens in het schijnbaar vriendelijke laagland
vol beleefde mensen.
Met z'n tienen durven ze wel.
Met z'n twintigen kunnen ze wel wat
officieel niet bestaande mensen
van hun bed lichten en meevoeren.

Ze bellen aan en bonken op de deur.
De blanke buren schrikken wel even wakker,
maar sukkelen daarna weer in slaap
en dromen veilig verder over tulpen, molens en kikkers
die kwaken over Ajax en Feyenoord
en skivakanties en hypotheekaflossingen.

Ze komen de illegalen halen
en zeggen: "Wij vallen niet binnen.
Dit is geen razzia. Dit is een onderzoek",
terwijl ze het hele huis overhoop gooien
en op muren kloppen om na te gaan
of daarachter soms een illegaal verborgen zit.
Als ze in het huis een onderduikruimte vinden,
bijvoorbeeld een kelder of een kast,
dan noemen ze dat "een Anne Frank-achtige-situatie".

Maar het zijn geen klootzakken
en zeker geen racisten en al helemaal geen fascisten.
Want het fascisme is in de loop van 1945 gestorven en begraven.
En het zal nooit meer wederkeren.
Dat kunnen ze u verzekeren,
met de hand op het hart.

Terug