Gebladerte-reeks 12

Auteur: Eric Krebbers


Leiden, stad van razzia's

3. Leiden stad van vluchtelingen

3.1 De vuile was naar buiten

Op de fakkeltocht tegen uitzetting van 10 december 1996 las een medewerkster van de Fabel de volgende verklaring voor:

"Wie weet dat de politie Hollands Midden van de Nederlandse overheid elk jaar minstens 550 illegalen moet oppakken? Wie weet dat er regelmatig razzia's plaatsvinden? Wie weet dat de Leidse vreemdelingenpolitie bijna uitgeprocedeerde vluchtelingen intimideert om niet onder te duiken? Wie weet dat de Leidse politie opdracht krijgt om Zaïrezen op te pakken als Nederland samen met andere Europese landen weer een Eurocharter vol Zaïrezen wil deporteren? Wie weet dat er in Nederland alweer 11 gevangenissen zijn waar uitgeprocedeerde en tot illegaal gebrandmerkte migranten opgesloten worden in afwachting van deportatie? Wie weet dat Europa zo'n 200.000 mensen per jaar deporteert naar armoede, oorlog, vervolging en de dood?

De overheid wil liever niet dat jullie dat weten. Ze wil geen pottenkijkers, geen bezorgde burgers die zich ermee bemoeien. De overheid gebruikt daarom mooie woorden om de werkelijke praktijk te verhullen. Tot voor kort sprak Justitie over het "verwijderen" en "uitzetten" van vluchtelingen, maar pas geleden heeft staatssecretaris Schmitz al haar ambtenaren geïnstrueerd te spreken van "vertrekken". Mensen worden dus niet meer verwijderd en uitgezet, maar zij "vertrekken". Alsof de vluchtelingen dat vrijwillig doen, alsof ze niet worden platgespoten, in elkaar geslagen en gehandboeid als ze zich niet als makke schapen laten wegvoeren.

Het vreemdelingenbeleid van Nederland in de jaren '90 kenmerkt zich door een reeks nieuwe maatregelen. Verscherpte grenscontroles met mobiele brigades. Een verengde interpretatie van het begrip vluchteling. De bouw van gevangenissen waarin onwillige uitgeprocedeerden worden opgesloten en de vervaardiging van allerlei hulpmiddelen om hen letterlijk de mond te snoeren. De afschaffing van het gedoogdenbeleid. De Wet op de identificatieplicht. De veiligverklaring van landen. De invoering van de Koppelingswet en ga zo maar door!

Al deze maatregelen hebben tot doel vreemdelingen buiten te sluiten van de Nederlandse samenleving. Uitgeprocedeerde vluchtelingen en tot illegaal gemaakte migranten worden zo uitgerookt, opgepakt, opgesloten en weggevoerd. Is dat geen deportatie? Wij willen ons niet in de luren laten leggen door mooie woorden en spreken gewoon van "deportatie" in plaats van "uitzetting". Dat doen de vluchtelingen tenslotte zelf ook, zoals de Iraanse vluchtelingen, die hier op dezelfde plek een jaar geleden 3 dagen in hongerstaking gingen. En ook de overheidsdiensten van de verschillende Europese staten die de vluchtelingen uitzetten, spreken over deportaties.

De Fabel van de illegaal heeft in Leiden het initiatief genomen tot deze fakkeltocht. Ook landelijk behoren we tot de initiatiefnemers van de campagne tegen de deportatie van vluchtelingen. We wilden een scherp tegengeluid laten horen. Daarin zijn we tegengewerkt. De vele organisaties die mee gingen doen, zoals vluchtelingenondersteuningsorganisaties, kerkelijke organisaties, politieke partijen en anti-discriminatie-organisaties, eisten dat de toon van de campagne minder kritisch zou zijn.

Wij maken al jaren mee dat veel organisaties meewerken aan de overheidspraktijk van het verhullen van de feiten, aan het geheimhouden van de wanpraktijken van het vreemdelingenbeleid. In 1993 mocht de Fabel van de illegaal bij de organisatie van de jaarlijkse anti-discriminatie fakkeltocht niet spreken over illegalen en razzia's. We mochten de Vreemdelingendienst niet bekritiseren, want dat zou de goede relatie verstoren die sommige deelnemende organisaties met de politie had. Deze zomer mochten we niet naar buiten brengen dat de vreemdelingenpolitie vluchtelingen intimideert om niet onder te duiken uit angst voor deportatie. En ook het oppakken van Leidse Zaïrezen om een Europese charter te vullen moest in de doofpot. De IND, de Justitie-afdeling die vluchtelingen deporteert, bedankt bijvoorbeeld Vluchtelingenwerk Nederland nadrukkelijk in haar jaarverslag. "Zonder hun hulp hadden we ons beleid niet zo goed kunnen uitvoeren", zo schrijft de IND. Dat geeft te denken.

Bij deze demonstratie mocht het woord deportatie niet in de leus opgenomen worden. Veel organisaties zijn bang dat dat woord mensen afschrikt. In Europa associëren we deportatie namelijk met het wegvoeren van joden naar de concentratiekampen. Wij vinden het juist van belang om de overeenkomsten te benadrukken. Veel van de dingen die hier voor de Tweede Wereldoorlog gebeurden, gebeuren nu ook. Toen weigerde de Nederlandse overheid joodse vluchtelingen die in Duitsland het leven onmogelijk gemaakt werd, die de concentratiekampen probeerden te ontvluchten. Ook toen werd er speciale grenspolitie ingezet, ook toen werden vluchtelingen voor economische vluchtelingen uitgemaakt. Toen werden joden tot illegaal bestempeld en uitgesloten van Nederlandse sociale voorzieningen, opgesloten in kampen zoals Westerbork of direct teruggestuurd naar nazi-Duitsland...

Wij zeggen: als je het kwaad niet hardop durft te benoemen, de daders niet aanwijst en bestrijdt, dan wijs je de vluchteling en de migrant af. Juist dan houd je het vluchtelingenbeleid, dit wanbeleid, in stand. Maar het gaat ons niet alleen om de Zaïrezen, de Iraniërs, de Somaliërs, niet alleen om de vluchtelingen en illegalen, maar om de hele samenleving. Om een samenleving die tolereert dat machtige mensen wetten uitvaardigen die andere mensen rechteloos maken. En waar één groep uitgesloten wordt, volgen er meer, dat heeft de geschiedenis ons wel geleerd. Er zijn veel te weinig mensen die werkelijk bereid zijn er wat aan te doen. Wij zeggen: tot hier en niet verder!"

3.2 De doofpotmaatschappij

Deze openhartigheid werd De Fabel vanzelfsprekend niet in dank afgenomen door de mede-organisatoren van de fakkeltocht. Een politieke samenwerking met organisaties in het Leidse maatschappelijke middenveld zit er sindsdien niet meer in. We leven immers in een doofpotmaatschappij. Als je eenmaal hogerop bent gekomen en je wilt je staande houden op de hogere treden van de maatschappelijke ladder, dan word je geacht je temidden van je collega's en superieuren koest te houden. Niet opvallen, muisstil zijn, beleefd blijven, dat is de strategie. En vooral geen vuile was buiten hangen, want dat kan je kop kosten. Banen kunnen op het spel komen te staan, posities kunnen onhoudbaar worden, subsidiekranen kunnen dicht gaan. Conflicten en confrontaties? Graag in achterkamertjes oplossen, met de mantel der betaalde liefde bedekken, mondje dicht, rust in de tent. Geen gedonder, geen geruchten, geen hijgende media op je nek.

Steeds meer ideële organisaties bevinden zich op het hellende vlak van medeplichtigheid aan een keihard "vreemdelingenbeleid". Steeds meer mensen die werken voor vluchtelingen en migranten, krijgen een zwijgplicht opgelegd. Ervaringen over gesol met illegalen en getouwtrek met de machtige vangarmen van politie en justitie worden het liefst binnenskamers gehouden. "Omdat die ene vluchteling heel misschien nog erkend zal worden." "Omdat we het goede contact met de Vreemdelingendienst niet willen verstoren." "Omdat die of die sleutelfiguur lid is van dezelfde politieke partij als ik." "Omdat ik me dan helemaal onmogelijk maak." Als illegalenondersteuners, als Fabel van de Illegaal horen we wel eens wat. We horen meer dan menig ander lief is. We leggen ons oor te luisteren bij mensen die een spreekverbod hebben. Die omhoog zitten met de schrijnende ellende van vluchtelingen en hun ei kwijt willen. De Fabel wordt dan een soort zielszorg, een soort wereldlijke biechtvader met een biechtgeheim.

We kampen met een levensgrote tegenstrijdigheid. Aan de ene kant willen we zoveel mogelijk verhalen openbaar maken. Aan de andere kant willen we ons werk werkbaar houden. Hoeveel deuren gaan er nog meer op slot, als wij naar buiten brengen wat zich erachter afspeelt? Hoe dan ook, we zijn het zat om handen boven hoofden te houden.

3.3 GroenLinkse middenvelders

Gemeenten voeren beleid uit dat landelijk vastgesteld is. Er is een beetje beleidsruimte, maar in grote lijnen ligt alles vast. De lokale overheid is verantwoordelijk voor het creëren van een infrastructuur opdat het bedrijfsleven de winstmogelijkheden kan maximaliseren. Daarbij gaat het niet alleen om energievoorziening of goede wegen voor het transport, maar ook om een zo bruikbaar mogelijk arbeidsleger door bijvoorbeeld onderwijs en gezondheidszorg te regelen. Onder deze bevolkingspolitiek vallen natuurlijk ook de beheersingstaken van de politie.

In Leiden hebben de grote politieke partijen, zoals de PvdA, CDA en later ook D66, in het College van burgemeester en wethouders taken op zich genomen die direct met het bedrijfsleven van doen hebben. GroenLinks kijkt liever naar beneden en levert al sinds jaar en dag de wethouder die gaat over de werklozen en vluchtelingen.

De gemeentelijke instellingen die op deze doelgroepen gericht zijn, worden gedomineerd door GroenLinksers en linksere PvdA'ers. Velen kennen elkaar nog uit de progressieve kringen van de jaren '70 en '80 en zo is er een ons-kent-ons-sfeer ontstaan van ambtenaren, hulpverleners en progressief kerkelijken. Deze mensen doen goed werk voor de erkende vluchtelingen en voor hen die nog in de procedure zitten. Dat mag van de rechtse partijen, zolang ze zich niet teveel bemoeien met de andere beleidsterreinen. De "progressieve" deel van het maatschappelijke middenveld probeert een positieve sfeer in de stad neer te zetten rond vluchtelingen. Maar dat functioneert tegelijkertijd, in veel gevallen tegen wil en dank, objectief als eerste linie tegen critici die zich vanuit een radikaal-linkse maatschappijvisie verzetten tegen het keiharde landelijke ontmoedigings- en afschrikkingsbeleid.

Overheidsracisme bestaat volgens dergelijke "progressieve" mensen niet. Hun werkgever vinden ze per definitie neutraal, al was het alleen maar uit behoud van een positief zelfbeeld. Misstanden worden volgens hen niet doelbewust gecreëerd, maar zijn het gevolg van een gebrek aan goede informatie bij de overheid. Als het om racisme gaat, wijzen alle Leidse partijen wijzen liever naar de extreem-rechtse raadsleden. Vooraf aan de verkiezingen van 1994 namen alle partijen samen deel aan de uitgebreide anti-CD campagne "Leiden voor iedereen" die mede door De Invalshoek gedragen werd.

Het GroenLinkse ideaal van een positieve sfeer rond vluchtelingen wordt bepaald niet gedeeld door de Leidse politie. Die voert het landelijke beleid rücksichlos uit en trekt zich van de GroenLinksers niets aan. De GroenLinksers willen dat niet onder ogen zien: ze zeggen voortdurend een goede relatie te hebben met de politie. De Vreemdelingendienst van de politie doet zelfs nog een schepje bovenop het landelijke beleid. Met de zegen van boven, mogen we aannemen. Ten aanzien van Marokkaanse jongeren krijgt het politieoptreden zelfs fascistoïde trekjes.

De migranten en vluchtelingengemeenschappen in Leiden houden zich liever stil en proberen er het beste van te maken. Ze verwachten dat ieder openlijk protest zich tegen hen zal keren, gezien het racistische klimaat van de jaren '90. Ze voelen zich vaak niet serieus genomen door de "progressieve" hulpverleners- en ambtenarenwereld, die de alledaagse racistische realiteit waarin zij leven niet onder ogen willen zien.

3.4 Een gevluchte CIA-chef

Het is in dit politieke krachtenveld dat GroenLinksers en anderen in 1989 de campagne "Leiden, stad van vluchtelingen" gestart zijn. Men wilde boven op de 200 door de landelijke overheid verplichte ROA-woningen voor vluchtelingen nog 100 extra plekken realiseren. Zover is het helaas nooit gekomen.

Het begin van de campagne viel samen met een bezoek van de toenmalige Amerikaanse president Bush aan Leiden. De gemeente zei trots te zijn dat Bushs voorouders, de fundamentalistische Pilgrim Fathers, in de zeventiende eeuw een aantal jaren in Leiden gewoond hebben. De Pilgrim Fathers waren om godsdienstige redenen Engeland ontvlucht en reisden later door naar Amerika om er, in hun eigen woorden, "een republiek onder God" te stichten, "en niet een democratie". Bushs voorouders eigenden zich daar het land van de Wampanoag-Indianen toe. "Nog geen vier dagen na aankomst hadden ze de graven van mijn voorouders al leeggeroofd, hun bonen, graan en maïs gestolen", aldus een Wampanoag. De Pilgrims trokken van dorp naar dorp en staken alle wigwams in brand en roeiden iedereen uit. Een verslag uit die tijd: "Diegenen die aan het vuur ontsnapten werden met het zwaard vermoord; sommigen werden aan stukken gehouwen, anderen vielen onder de dolk, dat ging sneller. Slechts weinigen ontsnapten. Naar onze schatting hadden we er 400 te pakken. Het was een beangstigend gezicht om ze zo te zien bakken in het vuur, het bloed stroomde de greppels in en de stank was verschrikkelijk. Maar de overwinning maakte dit alles een zoete opoffering en we baden tot God." Eens vermoordden ze maar liefst 3000 Indianen. Het handjevol overlevenden werd als slaven verkocht.

Niet echt lieden om mee te pronken. Toch wel, beweerde de heer Trap. Hij stamt af van de Pilgrims en was voorzitter van de Stichting Pilgrim Memorial Leiden, waaraan ook de gemeente meedeed. "De Pilgrims staan voor tolerantie en vrijheid. Ze stonden aan de wortel van de Amerikaanse democratie en bijbehorende idealen." De Pilgrim-ideeën sluiten inderdaad nauw aan bij de huidige Amerikaanse praktijk. In 1630 zei de gouverneur van de kersverse kolonie bijvoorbeeld: "In alle tijden moeten sommigen rijk zijn en anderen arm; sommigen veel macht en waardigheid hebben en anderen minderwaardig zijn en eronder gehouden." En een Pilgrim-wet luidde: "De wet van het privé-eigendom staat zodanig voorop dat hij op geen enkele wijze geschonden mag worden; nee, zelfs niet in het gezamenlijk belang van de gehele gemeenschap."

Dit alles kon niet belemmeren dat de gemeente Leiden ex-CIA chef Bush tot ereburger maakte. Tevens bombardeerde men hem in het kader van de Vluchtelingenstad tot vluchteling. Een ietwat ongelukkige keuze. Bush bombardeerde enige maanden later zelf tienduizenden mensen uit de Panamese sloppenwijken tot vluchteling. Om over de duizenden doden maar te zwijgen. Vanuit Amerika werd de gemeente fors beloond voor het gastvrije onthaal van de president. Men kreeg een "vredesprijs" van 40.000 gulden van de Amerikaanse Carnegie Stichting, genoemd naar de gelijknamige Amerikaanse "robber baron" en staalmagnaat. Die richtte dat fonds ooit op om zijn imago wat op te kalefateren, en omdat het een belastingtechnisch voordelige wijze van invloed uitoefenen opleverde.

Met het Carnegie-geld zetten de GroenLinksers de campagne wat groter op. Mei 1993 werd een maand vol activiteiten rond vluchtelingen. Men wilde autochtone Leidenaren meer begrip bijbrengen voor vluchtelingen door hen te laten zien dat veel Leidenaren voorouders hebben die ook vluchtelingen waren. Toen ging het om onder meer Portugese joden, Franse Hugenoten, Vlaamse textielarbeiders en de al genoemde Engelse Pilgrimfathers.

3.5 Stadskrant Special

Bij de opening van de campagne op 4 mei 1993 presenteerde De Invalshoek een Stadskrant Special, die precies leek op de officiële stadskrant van de gemeente zelf. De inhoud van de krant was volledig verzonnen en gaf op ludieke wijze weer wat de opvattingen van De Invalshoek waren met betrekking tot het vluchtelingenbeleid. Die opvattingen werden als grap verwoord door Leidse notabelen.

"Burgemeester Goekoop: "Leiden nu echt stad van vluchtelingen."", kopte de actiekrant, "Waarom een extra editie van de Stadskrant? Het college van Burgemeester en wethouders heeft een nieuwe serie maatregelen genomen met betrekking tot het vreemdelingenbeleid. De achtergronden en inhoud daarvan worden in deze krant uitgelegd. Tijdens een extra vergadering heeft het College gisteren besloten het roer krachtig om te gooien. Met onmiddellijke ingang weigert het College het in Den Haag uitgestippelde vreemdelingenbeleid nog te volgen. Leiden staat bekend als Vluchtelingenstad, maar voerde tot nu toe automatisch het keiharde landelijke beleid uit. De nieuwe Leidse maatregelen betekenen onder meer dat de gemeente zal trachten een veilige plek te bieden aan iedere vluchteling die onze stad nog weet te bereiken. 'Legaal' of 'illegaal', politiek of economisch, migrant of vluchteling; het onderscheid dat Den Haag maakt is onzin. Wij weigeren in Leiden dan ook om nog te spreken van 'illegalen'. Mensen zijn niet 'illegaal', mensen worden illegaal genoemd en gemaakt. Wij doen daar niet langer aan mee", aldus burgemeester Goekoop. Hij sprak zogenaamd op een inderhaast uitgeroepen persconferentie.

Hij maakte verder excuses voor de huidige campagne "Leiden, stad van vluchtelingen". Goekoop: "Wij hebben het recht niet ons als vluchtelingenstad te presenteren terwijl de razzia's tegen 'illegalen' in Leiden gewoon doorgaan. Aan de ene klant organiseren we een maand lang culturele activiteiten. Muziek, toneel, exotisch eten, en ga zo maar door. Aan de andere kant werd tot nu toe de jacht op 'illegalen' uitgebreid. Daar brengen we nu dus verandering in. Op zich is er natuurlijk niets mis met culturele activiteiten. Maar je kunt je afvragen of het bijvoorbeeld de Vietnamese vluchtelingen ten goede komt, als ze altijd in verband worden gebracht met loempia's. En het zou ook niet zo moeten zijn dat Somalische vluchtelingen hier mogen wonen alleen maar omdat ze zo mooi muziek zouden kunnen maken. Het gaat om een stuk verantwoordelijkheid of solidariteit, zo u wilt." De festiviteiten van vandaag waren niet meer stop te zetten, aldus het college.

Vanuit Den Haag is nog geen commentaar ontvangen op het besluit van de gemeente Leiden. B&W vraagt haar burgers om steun voor de maatregelen. Bij deze krant is een briefkaart gevoegd die ingevuld kan worden en verstuurd of afgegeven op het Stadhuis. Bij wijze van steunbetuiging. Een postzegel is niet nodig." Op de briefkaart stond "Leiden, stad van razzia's en racisme" en het vluchtelingenstad-logo was flink aangepast: de vluchtelingen werden nu uit het bekende Geuzenbootje gegooid dat ook nog eens vol- gestouwd zat met rijkdommen.

In een ander artikel legde De Invalshoek gemeentesecretaris De Vries in de mond: "Je bent als gemeente volstrekt ongeloofwaardig als je in het kader van de campagne in de ene straat een multicultureel festijn houdt, terwijl in een steegje om de hoek een 'illegale' schoonmaakster wordt opgepakt door de vreemdelingenpolitie. Een vrouw die bij wijze van spreken de avond ervoor de vloer en de wc's van de feestzaal heeft geschrobd." Volgens de schertskrant zou de gemeente verder vinden dat "ook de politie, en met name de vreemdelingenpolitie, in Leiden niet zal ontkomen aan de nieuwe maatregelen. Op korte termijn zullen gedwongen ontslagen voor openlijk racistische agenten onvermijdelijk zijn. Op de lange termijn zal het hele politieapparaat binnenstebuiten worden gekeerd."

In de 6 pagina's dikke krant beloofde de gemeente verder ook voortaan bedrijven te weren die mensen in de Derde Wereld uitbuiten en zo de vluchtelingenstroom vergroten. Er werden in totaal gedurende de campagnemaand 4.000 exemplaren van de krant verspreid.

3.6 Che Guevara en Hannie Schaft

CDA-wethouder Walenkamp reageerde het eerst. Met dit soort "desinformatie" zou De Invalshoek de weg openen voor "ultrarechts" om hetzelfde te doen. In een officiële brief schreef de burgemeester dat dit soort acties in de toekomst niet getolereerd zou worden. De VVD eiste daarop in de gemeenteraad dat de subsidie aan De Invalshoek stop gezet zou worden. De subsidie voor dat jaar was echter net toegekend. Het ging om 2.000 gulden voor het organiseren van themabijeenkomsten over internationale solidariteit. Het jaar daarop probeerde de VVD het opnieuw. De Invalshoek zou volgens een VVD-motie "autonoom" zijn en er zou "gerede twijfel" bestaan aan "de democratische representativiteit en politieke legitimiteit" van het centrum. De GroenLinks-wethouder nam De Invalshoek toen in bescherming en dwong de VVD de motie in te trekken.

De VVD eiste van De Invalshoek excuses voor het veranderen van het vluchtelingenstad-logo en het gebruik van de term "razzia's". De Invalshoek noemde dat "politieke chantage en censuur". Het begrip razzia mocht volgens de VVD niet "in deze context" gebruikt worden. Dat zou geen recht doen aan de ervaringen van de mensen in de Tweede Wereldoorlog. "Je moet eens gaan praten met oudere mensen", voegde het VVD-raadslid er paternalistisch aan toe. Een oudere man die op een informatiemarkt tijdens de campagne toevalligerwijs passeerde, antwoordde daarop: "Goed dat jullie dit doen. Wat nu gebeurt lijkt op de jaren '30. En toen gebeurde er ook te weinig tegen." "Ach", zei de VVD'er later, "zeg toch even dat je er afstand van neemt, wat maakt het uit?"

Ook Cor Smit, assistent van de GroenLinks-wethouder en een van de leidende figuren binnen de Vluchtelingenstad-campagne, reageerde op het gebruik van de term "razzia". Hij vond dat De Invalshoek "met het gebruik van termen, waarmee je het een en ander vergelijkt met 40-45 (razzia, Anne Frank-achtige wijze), wel erg ver doorschiet. Je vraagt je af of jullie wel weten waar jullie het over hebben, of vinden jullie het jammer dat jullie die tijd gemist hebben, of dat je niet in Latijns-Amerika woont, zodat je nooit de kans zult krijgen uit te groeien tot een Hannie Schaft of Che Guevara?"

In de loop der jaren heeft De Invalshoek heel wat officials zelf het woord "razzia" in de mond horen nemen, zoals een van de directeuren van de Alphense illegalenbajes De Geniepoort, een Haagse politiecommissaris en een Leidse politiewoordvoerder. Die laatste zei in 1992: "Het woord razzia gebruiken we liever niet, dat is zo'n beladen term, vanwege de Tweede Wereldoorlog. We noemen het liever een onderzoek. Bij zo'n onderzoek, in een bedrijf, komt het voor dat illegalen verstopt zitten achter een dubbele deur. Soms ontdekken we ze dan, omdat ze moeten hoesten." Een "Anne Frank-achtige situatie" dus. Het benoemen van een inval door de vreemdelingenpolitie als "razzia" of "onderzoek" is puur een kwestie van taalgebruik. De politie hanteert woorden die mensen in slaap wiegen, De Invalshoek gebruikt liever termen die mensen wakker schudden.

Op een bijeenkomst tijdens de campagnemaand confronteerde De Invalshoek de vreemdelingenpolitie met de illegalenjacht. De politie zei toen een "niet-actief opsporingsbeleid" te voeren. De politie pakte namelijk "slechts" gemiddeld 150 illegalen per jaar op, waaronder "maar" een stuk of 3 uitgeprocedeerde asielzoekers. En daar ging het de GroenLinksers om. De illegale arbeidsmigranten werden vergeten. Smit schreef dat er maar 3 mensen waren opgepakt en dat het verhaal van de Vreemdelingendienst "niet echt leek te getuigen van de bloedhondenmentaliteit die jullie aan de politie toeschrijven." De Invalshoek reageerde boos: "Had Smit verwacht dat de vreemdelingenpolitie een ander, minder 'positief' verhaal over zichzelf zou vertellen? Waarom zet hij er geen ervaringen van 'illegalen' tegenover? En, vooral, waarom is hij niet onder de indruk van het door hem niet, maar door de vreemdelingenpolitie wél genoemde aantal van 150 opgepakte illegalen per jaar? Is dat een niet-actief opsporingsbeleid, alleen maar omdat de politie dat zelf zo noemt? Hoeveel illegalen moeten nog worden uitgesloten, opgepakt en uitgezet, voordat Smit ongerust wordt?"

3.7 Pluche of marge?

De GroenLinksers en de radicaal-linksers van De Invalshoek verschillen fundamenteel van mening. Dat bleek ook op de forumdiscussie "Pluche of Marge" op 9 september 1994, waarin 2 Invalshoekers het opnamen tegen de toenmalige GroenLinkse wethouder Hans De la Mar en het GroenLinkse raadslid Mieke Hoogervorst. De Invalshoek meent dat links zich in een crisis bevindt en helaas nauwelijks invloed kan uitoefenen. Links heeft gefaald en de mensen niet blijvend weten te winnen voor een project van fundamentele maatschappelijke veranderingen. De GroenLinksers vinden daarentegen dat het allemaal zo slecht nog niet gaat. Soms win je, soms verlies je. Het werken op lokaal niveau heeft als voordeel dat je dicht bij de mensen staat en alledaagse problemen kunt proberen op te lossen. Kleine stapjes op lokaal niveau zijn volgens de GroenLinksers noodzakelijk. Dat vindt ook De Invalshoek, maar het gaat er wel om welke stapjes, en in welke richting. Als het over het "vreemdelingenbeleid" gaat, heeft GroenLinks het dan over stapjes tegen de deportatiemachine? Of wil men binnen de door de centrale overheid gestelde grenzen blijven en feitelijk meewerken aan het systeem? De keuze voor het Leidse pluche, deelname aan het College van B&W, lijkt te wijzen op het laatste.

Tot op heden zijn de GroenLinksers niet in staat gebleken een consequente kritiek te formuleren op de keiharde deportatiepraktijken. Dat zal ook niet lukken zolang men zich niet losmaakt van de politieke consensus en kiest voor een radicale politiek van open grenzen, dat wil zeggen: geen deportatie zolang de fundamentele economische en politieke ongelijkheid tussen het Noorden en het Zuiden van de wereld niet is rechtgetrokken. Maar net als alle andere partijen staat GroenLinks in principe achter het huidige beleid van selectie, opsporing en deportatie van vluchtelingen. Men heeft alleen grote moeite met de praktijk van het actieve opsporings- en deportatiebeleid. Het gaat GroenLinks allemaal niet humaan genoeg. Nu is een uitzetting per definitie geen vrijwillig vertrek, dus kan dat ook nooit humaan gebeuren. Daar is dwang en geweld bij nodig. VVD-Tweede Kamerlid Rijpstra speelt handig in op deze dubbelzinnige houding. En hij heeft de logica aan zijn kant. Wie A zegt, moet niet zeuren en ook B zeggen. Selecteren wie een "echte vluchteling" is, betekent ook deporteren wie uitgeselecteerd wordt. Bovendien beweert ook Rijpstra doodleuk dat het hem "erom gaat op een humane manier tot uitzetting te komen" en neemt zo GroenLinks alle wapens uit handen. Humaan, humaner, humaanst.

GroenLinks onderscheidt zich van de andere partijen door haar pleidooi voor minder deportatie en meer verblijfsvergunningen. Het beleid moet er volgens de partij "op gericht zijn de grens van de opnamecapaciteit tot een maximum op te rekken". Maar inmiddels is de uitzettingsmachine flink op gang gekomen. Het is "de landelijke overheid meer en meer ernst is om - onterecht - uitgeprocedeerde asielzoekers uit te wijzen", schrijft GroenLinks Leiden in 1996 zelf. De afdeling richtte daarom een werkgroep vluchtelingen op. Die zou zich gaan inzetten voor Iraniërs en Somaliërs die na de veiligverklaring van hun landen gedeporteerd dreigen te worden. Van de werkgroep is nooit meer iets vernomen.

De Leidse GroenLinkse politici en ambtenaren blijven in de praktijk netjes binnen de wettelijke marges opereren. Illegalenondersteuners zoals De Fabel en de kerken worden ondersteund als het om individuele hulp gaat. Maar een fel protest tegen het quotum van 550 illegalen dat de politie Hollands Midden jaarlijks moet oppakken? "Dat valt buiten de politieke discussie in Leiden", aldus de GroenLinkse wethouder Laurier, "alleen in een concreet geval wordt er wel over gesproken." De vreemdelingenpolitie wordt volgens Laurier "landelijk aangestuurd". "Maar", zo beweert hij stellig, "de gemeente zal geen actief opsporingsbeleid voeren, ook niet naar illegale arbeidsmigranten."

Leiden is een stad voor vluchtelingen, volgens de GroenLinksers. In de praktijk blijkt dat zwaar tegen te vallen. Het Leidse opvangcentrum is daarvan een berucht voorbeeld. Daarover gaat het volgende hoofdstuk.

Terug