Gebladerte-reeks 12

Auteur: Eric Krebbers


Leiden, stad van razzia's

7. Marokkaanse jongeren

Het is zomer 1996. Een overmacht aan politie valt buurthuis het Spoortje binnen. Alle aanwezige Marokkaanse jongens, zo'n 40 in totaal, moeten naar buiten. Daar pas krijgen ze het waarom van de razzia te horen. Een jongen en zijn vriendin zouden ergens in de stad van hun fiets zijn geslagen door 5 Marokkanen. De politie wil nu de daders identificeren. Geen van de Marokkaanse jongens blijkt bij het incident aanwezig geweest te zijn. Deze inval is duidelijk racistisch gemotiveerd. Zou de politie na een bankoverval door een net geklede persoon direct een willekeurige Rotaryclub binnenvallen? Later bleek het incident ook nog eens zwaar overdreven. Een aantal Marokkaanse jongens had na een wederzijdse scheldpartij een kaalgeschoren gabber met een Nederlands vlaggetje een vrij onbenullige duw gegeven.

De Leidse politie is niet alleen gespitst op illegalen, maar ook op andere allochtonen, met name Marokkaanse jongeren. Deze jongeren worden op allerlei manieren aangepakt, van keihard fysiek geweld tot speciale "interventieteams".

7.1 "Justitiële hulpverlening"

Op 21 maart 1992, de internationale anti-racismedag, organiseerde het Meldpunt Discriminatie een speciale raadsvergadering over anti-racisme. Alle politieke partijen erkenden dat de problemen van allochtonen veroorzaakt worden door racisme en al dan niet bewuste discriminatie op bijvoorbeeld scholen, de arbeidsmarkt en bij huisvesting. B&W beloofde op de vergadering om het lokale minderhedenbeleid te herzien. Enige tijd later kwam B&W op de proppen met de nota "Project randgroepjongeren", die merkwaardig genoeg uitsluitend betrekking had op "criminaliteit en allochtone jongeren". Niets anti-racisme. Integendeel, in plaats van de samenleving werden de allochtone jongeren tot probleem gemaakt. Onder druk van de gemeenteraad trok B&W het rapport weer in en kwam men in december 1992 met een nieuwe nota "Allemaal Leidenaars". Die bestond uit een verzameling vage richtlijnen voor een "nieuw minderhedenbeleid" en... een "Randgroepjongerenproject". De nota raakte al snel in de vergetelheid en alle energie werd gestoken in het Randgroepjongerenproject. Er kwam een "interventieteam" van onder meer politie, arbeidsbureau, jongerenhuisvesting en hulpverleners om Marokkaanse jongeren in het gareel te houden. De naam: Agadir.

Agadir begon in september 1993 met "justitiële hulpverlening" aan jongeren die door de politie worden opgepakt. De kans dat dat gebeurt is veel groter dan bij autochtone jongeren, juist omdat de politie zo op hen loert. De jongens worden ingedeeld in categorieën. Is het een "trendsetter", een "meeloper" of eentje uit de "harde kern"? In ieder geval maken ze volgens Agadir allemaal deel uit van een groep "die een eigen subcultuur heeft ontwikkeld die zich zowel afzet tegen de eigen cultuur als tegen de Nederlandse samenleving". En dat mag niet! De jongens moeten daarom projectmatig "een traject doorlopen van hulpverlening, scholing en werk". Ze moeten "een contract" afsluiten waarin ze zichzelf verplichten het uitgezette traject te volgen. Met een systeem van "belonen en bestraffen" probeert het team ze te beheersen en ze "te leren leven als Marokkaan in Nederland". Gehoorzaam en ijverig. Weigeren ze hun saaie opleiding of de rotbaantjes waarmee ze worden opgescheept, dan worden ze strafrechterlijk vervolgd.

7.2 Hassans dienders

In oktober 1995 gingen 15 Leidse hulpverleners en politiemensen naar Marokko om te praten met de politie van "absoluut monarch" Hassan. De reis werd georganiseerd door Johan van der Steen van Agadir. Over de repressie in Marokko maakte hij zich niet druk. "'s Lands wijs, 's lands eer", zo meende hij. Agadir wilde met de reis "inzicht verkrijgen in de organisatie en werkwijze van onder andere politie, justitie, gevangeniswezen, onderwijs en welzijn en overheidsinstellingen in Marokko." Men bezocht onder meer rechtbanken, gevangenissen, politiebureaus en een politieschool en sprak met politiemensen, een Officier van Justitie en een kinderrechter. Uit gegevens van Amnesty International blijkt dat de Marokkaanse politie wel raad weet met jongeren. Bij een hongeropstand in 1981 werden er tussen de 600 en 1.000 doodgeschoten. Velen waren tussen de 7 en 14 jaar oud. Er vielen duizenden gewonden. Er waren soortgelijke opstanden in 1965, 1981, 1984, 1990 en tijdens de Golfoorlog. Op Marokkaanse politiebureaus wordt veelvuldig gemarteld. Amnesty schrijft onder meer over elektroshocks en het zogenaamde "zevenstaps martelplan", dat eindigt met het afsnijden van oren, lippen en neus en het laten leegbloeden van het slachtoffer via de keel. Geconfronteerd met Amnesty's feiten zei Hassan eens laconiek: "Ach, ieder staatshoofd heeft zijn geheime tuin..." De politie is door de onbetrouwbaarheid van het leger nu zijn belangrijkste steunpilaar geworden. Van der Steen kende de feiten en zei: "Wij zijn Amnesty niet. Wij zijn er niet om ons te verzetten. Wij hebben andere doelen. Ik heb er geen moeite mee met deze mensen te praten. Ik weet wat er gebeurt en heb dat in mijn achterhoofd."

Agadir wil Marokkaanse jongeren inpassen in de hen slechtgezinde samenleving. Beheersing is daarbij een centraal begrip. Ligt daarin voor Agadir de aantrekkingskracht van de Marokkaanse justitie? In dat geval ziet het er slecht uit voor de Marokkaanse jongeren in Leiden. Agadir zou graag een uitwisselingsprogramma ontwikkelen met Marokkaanse smeris. Of die echt in Leiden actief gaan worden moet nog blijken. "De eerste contacten zijn gelegd", volgens Van der Steen.

7.3 "De juiste middelen hanteren"

In februari 1995 voltooide het Meldpunt Discriminatie een rapport met klachten van Marokkaanse jongeren over de politie. Het stond vol met racistische opmerkingen en bedreigingen door politiemensen. De politie gaat vaak met de auto naast de jongens meerijden op straat. Agenten schuwen ook fysiek geweld niet en duwen en slaan er flink op los. Ze provoceren en maken jongens zomaar verdacht. Willekeurig houden ze jongens staande en sturen ze zonder duidelijke redenen weg. In 1994 hing bijvoorbeeld een tijdje een groepje jongens rond bij de Burcht. De politie viel hen voortdurend lastig. Ze dreigden zelfs de jongens in de Burcht op te sluiten en dan de politiehond op hen los te laten. Bij een andere gelegenheid beweerde de politie dat er een bord "Verboden voor Marokkanen" zou komen te hangen. Een jongen die eens weigerde weg te gaan, werd in elkaar geslagen en afgevoerd in een politieauto. Daar werd hem toegevoegd dat hij de volgende keer een doek over zijn hoofd zou krijgen en dat dan zijn keel doorgesneden zou worden. De jongens worden sowieso vaak meegenomen naar het bureau en dagenlang vastgehouden zonder opgave van redenen. Klachten indienen mogen ze niet. De zelforganisaties van migranten, die in het bestuur van het Meldpunt zitten, wilden het rapport uit angst voor slechte betrekkingen met de politie niet vrijgeven.

Marokkaanse jongeren hadden zich rond die tijd georganiseerd in de Werkgroep Anderstaligen (WAT). Mohammed (21), een van de initiatiefnemers: "De politie houdt de jongeren zonder aanleiding aan en slaat hen. Ze wennen hieraan. Ze vinden het ondertussen zelfs normaal als ze geslagen worden, maar ze zijn verontwaardigd als ze getrapt worden. De politie zegt tegen hen: "Donder op naar je eigen land"." Als er ergens is ingebroken en er loopt een Marokkaanse jongen over straat, dan wordt hij zo maar aangehouden, is de ervaring van een maatschappelijk werkster uit de buurt Pancrat.

Een vervolgonderzoek door onderzoeker Meloen van het Leids Instituut voor Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek (LISWO) bevestigde de verhalen van de Marokkaanse jongens grotendeels. De politie zou echter niet racistisch gemotiveerd zijn, of in ieder geval de wijkagenten niet. Voor de surveillanten durfde de onderzoeker zijn hand niet in het vuur te steken. En gelijk heeft hij. De voorvallen in zijn rapport spreken boekdelen. Zoals de mishandeling van een 15-jarige Marokkaanse jongen door 4 agenten. Die sloten hem in bij een blinde muur, schopten hem in zijn kruis en sloegen met zaklantaarns op hem in. De jongen diende een klacht in, maar die werd niet in behandeling genomen. Commissaris Molenaar zei naar aanleiding van het onderzoek dat "agenten moeten worden getraind om in probleemsituaties de juiste middelen te hanteren. Wij zullen de jongeren meer voorlichting moeten geven over hoe de politie werkt. En dan vooral over de hulpverlenende taak. Voor Marokkaanse jongeren is die wat moeilijk te plaatsen in de wereld van de politie."

Alle Leidse allochtonen staan bloot aan politiegeweld en bedreigingen. Dat blijkt uit de rapporten van het onafhankelijke Justitieel Klachten Bureau (JKB). Daar worden veel opmerkingen gemeld, zoals "Alle Turken en Marokkanen moeten weg!" En: "Die lui weten toch niet wat hun rechten zijn." Of: "Ik heb zin om je in elkaar te rammen!", "Ga terug naar Spanje", "Zoiets hadden ze in Turkije anders aangepakt" en "Je profiteert van het Nederlandse voorzieningenstelsel." Volgens het JKB houdt de Leidse politie regelmatig personen aan "zonder dat het Wetboek van Strafvordering daar een basis voor biedt". Een buitenlandse automobilist werd bijvoorbeeld eens meegenomen naar het politiebureau "ter controle van zijn bescheiden". Daar werd de man echter als aangehoudene behandeld. Hij werd gefouilleerd en vervolgens in een cel geplaatst. Verreweg de meeste klachten worden door de politie afgedaan door de verantwoording voor de misstanden bij de klagers zelf te leggen. Klagers zou zich "opgewonden hebben opgesteld" of zelfs "discriminatie hebben uitgelokt". Over politieoptreden tegen illegalen blijkt nauwelijks te worden geklaagd. Die wagen zich vanzelfsprekend niet op het bureau. Dat blijkt ook uit het volgende bericht.

Terug