Gebladerte-reeks 18, november 2000

Auteur: Eric Zwitser


Daklozenkranten en de illegalenjacht

Onrust in tweedehands speelgoedland! Erkende rommelmarkthandelaren maken zich hoogst ongerust over steeds meer kinderen die, gewapend met kleedjes en centenblikjes, in winkelcentra hun eigen speelgoed aan de mens proberen te brengen.

Piet Pleemobiel, woordvoerder namens de rommelmarkthandelaren, is boos: "Het is gewoon niet eerlijk! Ze pikken nu al zeker 5 procent van onze omzet in, maar dat is niet het enige. Tweedehands speelgoed krijgt op deze manier een hele slechte naam. Mensen denken iets goeds te kopen en dan komen ze thuis en ontdekken ze dat er aan hun gekochte autootje maar 3 wielen zitten of dat meer dan de helft van de plaatjes in het kleurboek al ìs ingekleurd. Verder hebben we gehoord dat het merendeel van hun verdiensten rechtstreeks bij snoepwinkel of snackbar belandt."

De handelaren probeerden de politie in te schakelen, maar die kan niet meer doen dan de kinderen met zachte hand van hun verkoopplaatsen verwijderen. Immers, ze zijn minderjarig en maken zich slechts schuldig aan verkoop zonder vergunning. Pleemobiel: "Maar dat helpt niet. Als ze van het ene plein worden weggestuurd, gaan ze gewoon op een ander zitten of om de hoek. Bovendien moeten we daar een beetje mee uitkijken, want we zitten zelf ook niet allemaal even goed in de papieren en vergunningen. Die rompslomp, he... En eigenlijk vinden we het ook wel zielig voor die gastjes. Er schijnt een bende volwassenen achter te zitten die ze dwingt op elke vrije middag in weer en wind speelgoed te verkopen. Ik heb zélfs gehoord dat die zich er niet voor schamen speelgoed waar hun eigen kinderen nog mee spelen, door die verkopertjes te laten aanbieden. En ze krijgen sowieso niet meer dan 10 procent van wat ze verkopen. De rest moeten ze afdragen, anders kunnen ze ook nog een pak slaag krijgen!"

Oplossing met succes

Pleemobiel probeerde met de verkopertjes in gesprek te komen, maar die waren veel te bang om te praten. Gelukkig voor Pleemobiel en zijn collega's schijnt er nu toch een oplossing te zijn: "We hebben contact gezocht met de Raad voor de Kinderbescherming. Op grond van het feit dat hier kinderarbeid wordt verricht kunnen zij stappen ondernemen. Ja, je hebt ondernemen en ondernemen, he, en als we elkaar helpen, dan komen we er wel! In 3 gevallen heeft dat al succes gehad: in Delft werden 2 broertjes van 6 en 8 jaar inmiddels aan de ouderlijke macht onttrokken en in een gesloten tehuis geplaatst. Reken maar dat ze dáár de kans niet meer krijgen! En in Den Haag gebeurde hetzelfde met een meisje van 9 en 2 zusjes van 8 en 12 jaar. Die laatste schijnt overigens alweer weggelopen te zijn en nu langs de straat te zwerven. Een van mijn collega's heeft van de week nog gezien dat ze een of ander daklozen-krantje stond te verkopen. Nou ja, dat is tenminste reguliere handel, he."

Op de vraag of hij deze maatregelen niet wat erg drastisch vindt, antwoordt Pleemobiel: "Hoezo? Ik heb helemaal niets tegen kinderen, hoor! Ik heb er zelf 4 en reken maar dat daar goed voor gezorgd wordt. Maar die verkopertjes komen aan mijn handel. Dan mag ik daar toch iets aan doen, of niet soms?"

Tenslotte wil Pleemobiel nog één ding kwijt: "Ik heb een dringende oproep voor het publiek: als u ergens kinderen oud speelgoed te koop ziet aanbieden, koop alstublieft niets, maar neem contact met mij op. Ik heb een goede relatie met de Kinderbescherming en die zorgen dan voor een snelle afwikkeling. U kunt mij bereiken via de Zwarte Markt in Beverwijk."

Het doel heiligt de middelen

Bij ieder weldenkend mens zal het bovenstaande hevige verontwaardiging oproepen. Maar lees voor "speelgoed" "daklozenkrant" en voor "Kinderbescherming" "Vreemdelingendienst" en het merendeel van diezelfde mensen schaart zich helaas klakkeloos achter Pleemobiel en de zijnen.

Haags Straatnieuws (HS) is een van de vele lokale straatkranten die dak- en thuislozen in de grotere steden in Nederland op straat te koop aanbieden om zo wat geld te verdienen. De dak- en thuislozen mogen van de politie HS zonder ventvergunning verkopen. Er zullen niet veel mensen zijn die vinden dat op venten zonder vergunning zware sancties moeten staan. Al helemaal niet wanneer het gaat om de verkoop van zoiets onschuldigs als kinderspeelgoed of straatkranten. Het algemeen gevoel van tolerantie vertaalt zich hierbij, terecht, in het gedogen van de verkoop van dak- en thuislozenkranten als bijvoorbeeld HS.

Volgens "sociaal bevlogen" types als de Haagse HS-hoofdredacteuren Therese Flemminks en Robert-Jan Rueb ligt dat kennelijk ineens anders wanneer het gaat om geïllegaliseerde mensen, mensen zonder verblijfsvergunning, die een andere straatkrant verkopen dan de officiële HS-straatkrant. De HS-redactie riep het publiek in maart 1999 op om deze mensen zonder papieren te verlinken en aan te geven bij de politie: "Komt u lieden tegen met een 'fout' ogende krant, neemt u dan - mede op verzoek van de politie Haaglanden - s.v.p. meteen contact op met de politie in uw district." Het resultaat was dat in Den Haag tenminste 8 geïllegaliseerden werden opgepakt en uitgezet. Hun 'misdaad': zij boden zonder vergunning een straatkrant te koop aan. Zo probeerde de HS-redactie een concurrerende straatkrant uit te schakelen.

De StraatmediaGroep Nederland (SGN) is de koepelorganisatie van een aantal dak- en thuislozenkranten (straatkranten). Het bestuur van de Stichting Haags Straatnieuws is waarschijnlijk nog steeds direct in de SGN vertegenwoordigd en was dat zeker ten tijde van de onderhavige affaire: HS-zakelijk leider en penningmeester Huub Donken was waarnemend secretaris van de SGN. Het is de SGN die de zaak van de "illegale straatkranten" heeft aangezwengeld.

"Overal uit het land komen berichten binnen over illegale straatkrantverkopers die worden aangehouden", aldus HS van maart 1999. Het HS-hoofdredactioneel van die maand: "Ook de Nederlandse politie liet zich niet onbetuigd en ging op enkele plaatsen in het land tot aanhouding over." Cijfers over het "succes" hiervan zijn mij niet bekend, maar te vrezen valt dat het landelijk om tientallen mensen gaat.

Criminaliserend

Zoals elke maand kocht ik ook in februari 1999 Haags Straatnieuws. Het artikel "Roemeense maffia ook in Nederland actief" trof mij als criminaliserend ten opzichte van buitenlandse mensen. In maart 1999 deed men er nog een flinke schep bovenop met het artikel "Illegale straatkrantverkopers opgepakt". Tijd voor onderzoek!

Om te beginnen bracht het naslaan van HS aan het licht dat de affaire al minstens een jaar speelde voordat de vlam echt in de pan sloeg. Wat ik aantrof was voldoende om een rel in de pers te kunnen veroorzaken. Echter, omdat de achterliggende gedachte van straatkranten mij zeer sympathiek is (inmiddels: was?) en ik mij nauwelijks kon voorstellen dat uit die hoek bewust zou worden aangezet tot het verlinken van geïllegaliseerden, besloot ik in eerste instantie de publiciteit te mijden en rechtstreeks contact met HS te leggen.

Waarom dan toch dit verhaal? Omdat ik me rot geschrokken ben van wat er vervolgens gebeurde. Geen enkele meer of minder direct betrokkene bleek met mij van mening dat dit niet kán. Men zoekt excuses, probeert zich te verschonen door zich te beroepen op andere (ongetwijfeld heel nobele) activiteiten, gooit met modder naar mij, vindt het sop de kool niet waard of reageert helemaal niet.

Globaal genomen komt hun opstelling ongeveer hierop neer. HS wordt gerund door geweldig betrokken mensen die enorm goed bezig zijn. Niet alleen zijn ze daardoor bij voorbaat geëxcuseerd als ze een keer grof de fout ingaan, nee, ze kúnnen gewoonweg geen fouten maken. Dus is het volkomen terecht wat er is gebeurd, ook al moet men zich in de idiootste bochten en vergelijkingen wringen om het te rechtvaardigen. En ik, ik ben in het beste geval een zeurpiet, in het ergste geval het gevaarlijk gestoorde element dat al die goede werken dreigt te ondermijnen. Waar maak ik me eigenlijk druk over? En waar bemoei ik me mee?

Omdat het niet de eerste keer is dat er binnen als "sociaal bevlogen" bekend staande kringen zo op kritiek wordt gereageerd en omdat deze HS-zaak helaas zelfs een schoolvoorbeeld is van hoe het doorgaans gaat, heb ik de openbaarheid gezocht. Als men gaat inzien niet onfeilbaar te zijn, dan wordt er in het vervolg misschien wat meer nagedacht en kunnen dit soort blunders hopelijk voorkomen worden.

Voorspel

HS van april 1998 bevat het artikel "SGN waarschuwt voor illegaal gekopieerde straatkranten". Gesignaleerd worden de geruchten dat in steden in Nederland en België "illegale straatkranten worden verspreid. Het betreft hier illegaal 'gekopieerde' versies van legale straatkranten, die door niet bij de bestaande straatkranten aangesloten verkopers worden verspreid in steden die nog geen eigen straatkrant hebben." Voor de SGN "reden om een algemene waarschuwing rond te sturen".

In het artikel staan 2 opmerkingen die nog van belang zullen blijken: "De kranten onderscheiden zich van legale exemplaren door de duidelijk mindere drukkwaliteit." En: "De SGN doet een oproep geen straatkranten te kopen die duidelijk gekopieerd zijn, maar alleen echte kranten te kopen die van normale drukkwaliteit zijn."

De toon van het niet ondertekende stuk is naar de straatkranten van eigen makelij toe beschermend, naar de "illegaal 'gekopieerde'" kranten waarschuwend aanvallend. "Het is zeer twijfelachtig of de verkopers ook werkelijk dak- en thuislozen zijn en of de organisaties die hier achter zitten bonafide zijn. De werkwijze doet in ieder geval vermoeden dat de opbrengsten niet aan dak- en thuislozen ten goede komen."

Volgens mij heeft de SGN groot gelijk met een dergelijke waarschuwing. Aangenomen mag worden dat de mensen die mogelijk uitgebuit worden door die concurrerende en wellicht niet bonafide organisaties, zullen worden opgevangen en geholpen door de SGN-aangeslotenen. Daarvan mag men uitgaan na lezing van het stukje "Van de hoofdredactie" in HS van april 1998: "We zullen onverkort vasthouden aan onze vaste formule, (...) met een warm hart voor die mensen die zich in de marge van onze samenleving staande proberen te houden." En: "De relatie tussen mens en maatschappij, dat is waar het ons om gaat. Want de enige manier om de maatschappij menselijk te houden is door als mens maatschappelijk betrokken te zijn." Prima, denk je dan toch?

Interessant in dit stuk is overigens dat de SGN-straatkranten over zichzelf schrijven als "versies van legale straatkranten". Kan iemand mij even uitleggen wat dat is, een "legale" krant? Let goed op waar dit non-begrip naderhand toe leidt!

Franssprekenden

HS van december 1998. In "Van de hoofdredactie" worden, voorzover mij bekend voor de eerste maal in HS, concurrentie en buitenlanders aan elkaar gekoppeld: "Verder is er in Den Haag en de rest van Nederland een aantal Franssprekende mensen actief, die een Belgische straatkrant aanbieden. Deze krant - getiteld "Het Daklozen Woord/Les SDF vous parlent" - is duidelijk herkenbaar doordat hij vanaf de ene kant in het Nederlands is, terwijl wanneer u hem omdraait plots Frans de voertaal is."

Vermoedens en feiten spreken elkaar tegen, waarmee de criminalisering een aanvang neemt: "Alles wijst erop dat het met deze daklozenkrant geen zuivere koffie is; we vermoeden dan ook dat er een criminele organisatie achter zit die over de ruggen van daklozen bezig is zichzelf te verrijken", gevolgd door: "Helaas laat de wet het niet toe in te grijpen." Hoezo niet, als het tenminste inderdaad om een criminele organisatie gaat? Het gaat nu niet meer over "illegaal gekopieerde kranten", maar om concurrentie van een net zo "legale" of "illegale" straatkrant als HS zelf of welke andere straatkrant dan ook. En over dat "helaas" mag HS de handen dichtknijpen, want HS zelf wordt, in ieder geval op dat ogenblik, ook maar door gemeente en politie gedoogd. Straks meer daarover. Overigens, de opmerking over het "duidelijk herkenbaar" zijn van de concurrerende krant zal nog van belang blijken.

Roemeense "criminele organisatie"

HS van februari 1999. "Van de hoofdredactie" jammert moord en brand over een in België wonende "heuse 'daklozenkrantvervalser', die aan het hoofd staat van een georganiseerde criminele bende. (...) De vervalste Belgische krant "Het Daklozenwoord" wordt al geruime tijd ook op diverse plaatsen in Nederland aangeboden. De redactie ontvangt regelmatig klachten over de opdringerigheid van de verkopers. De verwarring bij de kopers is groot. Het enige dat de redactie kan melden, is: koop deze krant niet! Het geld komt niet ten goede aan de daklozen, maar verdwijnt in de zakken van een duister gezelschap. De Belgische justitie heeft begin december de vervalsers en verkopers (geld)straffen in het vooruitzicht gesteld. Nu is het de taak aan de Nederlandse rechtspraak iets te doen aan deze criminele bende voordat de straatkranten én daarmee de daklozen de dupe worden."

Het hoofdredactioneel verwijst naar het door Therese Flemminks en Robert-Jan Rueb geschreven artikel "Roemeense maffia ook in Nederland actief". Het stuk is een schoolvoorbeeld op het gebied van criminalisering (van buitenlanders). "Deze half Nederlandstalige en half Franstalige krant (...) vormt een bedreiging voor de goede naam van de erkende Nederlandse straatkranten. Inmiddels is duidelijk dat de opbrengsten van "Het Daklozenwoord" allerminst ten goede komen aan dak- en thuislozen, maar belanden in de zakken van een Roemeense maffiabende."

In het begin van het artikel wordt uit de doeken gedaan dat de "erkende Brusselse "Daklozenkrant"" door een "vanuit België opererende criminele organisatie" op grote schaal "met moderne grafische middelen gekopieerd zou zijn" en in 3 landen zou worden verkocht. VZW Mayday, uitgever van de "Daklozenkrant", stapt daarom naar de Belgische justitie. Onderzoek in februari 1998 door de Rijkswachtbrigades van Kortrijk, Menen en Gent richt zich in eerste instantie op inbreuken op auteursrecht, maar: "Gaandeweg werd echter duidelijk dat er meer niet in de haak was. Zo bleken de 'venters' van de valse "Daklozenkrant" illegaal in België verblijvende Roemenen te zijn met vervalste verkopersbadges."

De Brusselse rechtbank besluit op 10 maart 1998 in kort geding "dat elke te koop aangeboden illegale daklozen-krant in beslag moet worden genomen". Kordaat optreden van de Belgische politie doet "het aanbod van vervalste daklozenkranten in België aanvankelijk teruglopen. Maar inmiddels beperkt de verkoop zich niet langer tot Belgisch grondgebied; ook in Nederland wordt de krant steeds vaker aangeboden."

Niet in het telefoonboek

HS vervolgt: "Dezelfde duistere organisatie bedenkt hierop een andere, niet minder illegale variant van "De Daklozenkrant": "Het Daklozenwoord". Deze krant is niet langer een rechtstreekse kopie van de erkende Brusselse straatkrant, maar een eigenhandig in elkaar gedraaid blaadje. Nog altijd is de krant aan de ene kant Nederlandstalig en aan de andere kant in het Frans." Flemminks en Rueb beklagen zich vervolgens over de kwaliteit van de nieuwe concurrent en zijn slechte telefonische bereikbaarheid: "De heer Aulx is al meer dan een maand 'op vakantie' en staat - net zo min als de andere in het rijtje medewerkers genoemde namen - niet in het Brussels telefoonboek." Dat kan wel zo zijn, maar "Het Daklozenwoord" vermeldt in tegenstelling tot HS wél het eigen adres (Handelsstraat 28, Brussel), van de 5 bestuursleden van de Stichting Haags Straatnieuws (die ik overigens zelden of nog nooit als zodanig in HS vermeld zag staan) komen er 3 niet in het telefoonboek voor en van de 23 in het colofon bij persoonsnaam genoemde medewerkers zijn er 19 geheel niet via het telefoonboek traceerbaar, 2 via hun kantoor en 2 (vermoedelijk) wel omdat die met de voornaam voluit in het telefoonboek staan vermeld. Maar moet ik daaraan dan conclusies verbinden over de betrouwbaarheid van HS?! Dat beweren zou toch stemmingmakerij zijn? En dat is dan ook precies de weg die HS in dit en volgende artikelen steeds verder opgaat.

Terug naar HS: "Naar aanleiding van de onderzoeken doet de Rijkswacht medio mei 1998 een inval in het pand aan de Handelsstraat 28, waarbij valse rijbewijzen, blanco "leurderskaarten" (verkopersbadges), 800 valse daklozenkranten en een geldbedrag ter waarde van ongeveer 50.000 gulden, vermoedelijk afkomstig van de verkoop van illegale straatkranten, worden aangetroffen. De huurder van het pand, de Roemeen Anghel Vasil, bekent dat de kranten het eigendom zijn van een VZW (Vereniging Zonder Winstoogmerk = stichting) in oprichting. Vasil wordt samen met zijn echtgenote Coca Rostas en een derde Roemeen, die eerder bij verstek voor vervalsing veroordeeld was, aangehouden en bij de rechtbank voorgeleid. Al snel blijkt dat Vasil opereert vanuit een criminele organisatie, die zich onder meer bezig houdt met het (waarschijnlijk tegen betaling) smokkelen van Roemenen naar België en Nederland. Met behulp van deze illegalen bouwt Vasil een netwerk van helpers en aanhangers op, die hij vervolgens met een stapel vervalste Daklozenkranten in België, Nederland en vermoedelijk ook Noord-Frankrijk uitzet om daar de krant te verkopen. Begin december komt de zaak van Vasil voor de rechter. De verkopers van de vervalste daklozenkrant worden daarbij veroordeeld tot forse boetes (vermoedelijk wordt een dwangsom bedoeld - EZ) van 1.000 tot 5.000 gulden per illegaal te koop aangeboden krant. Ook mag er op geen enkele wijze meer gerefereerd worden aan "De Daklozen", "De Daklozenkrant" of andere kenmerken die verband houden met daklozenkranten."

Ondanks al deze bijzonder gedetailleerde informatie krijgt de lezer geen antwoord op de voor de hand liggende vraag of de rechtbank zich ook heeft uitgesproken over de betrokkenheid van de heer Vasil bij de overige genoemde zaken, zoals valse rijbewijzen en zelfs mensensmokkel. Het feit dat hierop niet wordt ingegaan wekt op z'n minst de indruk dat het op die punten bij onbewijsbare vermoedens blijft, die echter als harde feiten gebracht worden.

Kelderlijken en asielzoekers

Om de lezer eens goed te laten griezelen mag "redactiemedewerker Paul Huylebroeck van de échte Brusselse Daklozenkrant" vervolgens in HS opmerken: "Het pand van Vasil ligt trouwens vlakbij 't Klein Kasteelke, waar de asielzoekers binnen komen. En daar weer vlak naast is het pand van de heer Pandi gelegen, waar verleden jaar 5 lijken in de kelder werden gevonden. Dus vul zelf maar in. Die Roemeen, die Vasil, dat is een zware crimineel. Die houdt echt niet op. Dat is maffia." Wát word ik nu eigenlijk geacht "zelf maar in te vullen"? Maakt het ampele feit dat binnen een bepaalde afstand van het pand van Vasil, in een huis waarmee hij kennelijk geen enkele connectie had, 5 lijken in de kelder zijn gevonden, Vasil dan meteen óók tot een massamoordenaar? En wat hebben die tussenliggende asielzoekers eigenlijk met hetzij het een, hetzij het ander te maken? Breng je dat als blad op deze suggestieve wijze naar buiten, dan ben je dus gewoon bruut aan het criminaliseren.

Elders in het artikel in het nummer van februari 1999 beklaagt HS zich erover dat de handel in de "illegale Bel-gisch/Roemeense straatkrant" (waarvan even eerder wordt opgemerkt dat het inmiddels "een eigenhandig in elkaar gedraaid blaadje" betreft en waaraan dus geheel niets "vals", laat staan "illegaal" is) zich "evenwel verplaatst lijkt te hebben naar Nederland, waar de reguliere straatkranten er de laatste maanden in toenemende mate last van ondervinden". Mij lijkt allerminst sprake te zijn van een schokkend misdrijf, je mág in Nederland namelijk concurreren. De Bijenkorf, Vroom & Dreesmann en Blokker zijn net zo vaak in hetzelfde winkelgebied gelegen als Intertoys, Bart Smit en De Speelboom. Over de onderlinge concurrentie tussen die bedrijven zal geen mens zich opwinden. Als de redacties van straatkranten op eigen terrein concurrentie gaan ondervinden, dan is dat sneu voor hen, maar dat is nog geen reden om de andere partij dan maar onvervaard te gaan criminaliseren. Dat is Piet Pleemobiel-optreden en zéker een sociaal voelende organisatie past dat niet. Ik maak als koper zélf wel uit of en van wie ik welke straatkrant koop. Objectieve achtergrondinformatie kan daarbij nuttig zijn, subjectieve ver-dachtmakingen en zielig geweeklaag zeker niet!

Bijna aan het eind merkt HS bitter op: "Maar of de verkopers van die krant zich daadwerkelijk (in juridische zin) schuldig maken aan een strafbaar feit is op dit moment onduidelijk." Criminaliseren ten voeten uit, want kun je je dan ook in andere dan juridische zin schuldig maken aan een strafbaar feit? "Tot nu toe heeft de politie derhalve weinig kunnen ondernemen." Waaruit naar mijn idee vooral voortvloeit dat er dus kennelijk ook weinig te ondernemen ís. Geen overtreding, zeker geen misdrijf, laat staan politionele of justitiële actie. En terecht!

De uitsmijter is voor waarnemend SGN-secretaris Donken die "slechts kan mededelen dat de SGN zich nadrukkelijk distantieert van de illegale Belgisch/Roemeense straatkrant. "We kunnen niet meer doen dan de mensen waarschuwen. We zijn geen politieagenten. We hebben geen enkele bevoegdheid. Er was tot dusver ook nog weinig concreets bekend over wat er precies aan de hand is. De verwarring is groot."" Op zich een uitspraak waar ik achter kan staan, maar wel met de kanttekening dat HS die verwarring ten eigen voordele alleen maar groter probeerde te maken en vervolgens nog een flinke stap verder ging...

Gedoogbeleid

HS van maart 1999. Twee stukken zijn gewijd aan de "illegale straatkranten". Daarnaast opent "Van de hoofdredactie" met: "Het verhaal dat wij verleden maand publiceerden over de door een Roemeense bende illegaal in omloop gebrachte valse daklozenkranten zorgde voor de nodige rimpels in de mediavijver. Gelukkig bleken collega-journalisten geïnteresseerd om onze waarschuwing door te geven. Ook de Nederlandse politie liet zich niet onbetuigd en ging op enkele plaatsen in het land tot aanhouding over."

De juridische rubriek "Rech en OnRech" wordt als volgt aangekondigd: "In deze rubriek van Haags Straatnieuws informeren Joost Maassen, Annet Laeyendecker en Vincent van der Bom van het Haagse advocatenkantoor Maassen u maandelijks over allerlei juridische problemen en aanverwante zaken in de rechtspraktijk. Deze keer haken de advocaten in op de golf van illegale straatkranten die Nederland momenteel overspoelt."

"Golf"? "Overspoelt"? Zowel mijn vriendin als ikzelf komen zeer regelmatig in de Haagse binnenstad. Beiden troffen wij daar welgeteld één keer een "illegale" straatkrantverkoper, tegen toch al gauw zo'n 10 HS-verkopers per bezoek.

Geschreven door "rechtsgeleerden" of niet, deze maand voert de rubriek als kop een geheel niet juridisch begrip met de criminaliserende woorden "illegale straatkranten". "Volgens de Haagse Straathandelsverordening moet men een vergunning hebben voor het op de weg aanbieden van goederen. Die vergunning hebben de Haags Straatnieuws-verkopers niet. De gemeente en de politie van Den Haag maken hier echter geen probleem van en hanteren dan ook een gedoogbeleid ten opzichte van de straatkrantverkopers: Haagse dak- en thuislozen kunnen ongestoord hun krantjes verkopen. Op zich lijkt er dus geen vuiltje aan de lucht. Helaas is niets minder waar. Zoals u in het vorige nummer van Haags Straatnieuws heeft kunnen lezen, wordt ons land momenteel overspoeld met vervalste daklozenkranten afkomstig van een criminele organisatie uit België, die door vaak agressieve en opdringerige verkopers aan de man worden gebracht. U zult begrijpen dat dit de Nederlandse daklozenkranten een flinke doorn in het oog is. Niet alleen lopen de daklozen zo inkomsten mis, maar tevens wordt de goede naam van de officiële straatkranten hierdoor aan-getast. Hier moet dus tegen worden opgetreden, maar hoe? Want hoe kun je iemand verbieden iets op de weg te verkopen, wanneer men zelf ook maar onder een gedoogbeleid valt?"

Volgt weer het verhaal over de gerechtelijke uitspraak in België, en dan: "Dit lijkt een mooie uitspraak, ware het niet dat deze vrij eenvoudig te omzeilen is: men maakt gewoon een geheel andere krant en verzint een andere naam. (...) De illegale kranten die nu in Nederland verschijnen, lijken dan ook niet op de ons vertrouwde daklozenkranten, dus het eventueel laten vastleggen van een merk lijkt weinig zinvol." Noteer in het geheugen dit "niet lijken op de ons vertrouwde daklozenkranten".

Na het tussenkopje "Juridische mogelijkheden" gaat het advocatenkantoor Maassen voort: "Een mooiere oplossing zou zijn het hebben van een vergunning om Haags Straatnieuws te verkopen. Wanneer men zo'n vergunning heeft, kan men deze namelijk inroepen tegen de illegale verkopers, die een dergelijke vergunning niet hebben. Probleem is echter dat een ventvergunning alleen kan worden verstrekt aan natuurlijke personen die een vaste woon- of verblijfplaats hebben, en dat is nou juist wat de meeste daklozen niet hebben. Ook het eventueel verlenen van een dergelijke vergunning door de gemeente aan de overkoepelende stichting Haags Straatnieuws zou uitkomst bieden. Doch ook dit lijkt niet mogelijk, omdat een vergunning, volgens voornoemde Straathandelsverordening, slechts aan een natuurlijke persoon kan worden verleend. Het lijkt er zo op het eerste gezicht dus op dat er vooralsnog geen juridische mogelijkheden zijn om de illegale krant tegen te gaan. Eén lichtpuntje valt er wellicht toch te bespeuren en dat is het feit dat in de gemeente Bilthoven een ventvergunning is verstrekt aan het Utrechts Straatnieuws. Misschien dat dit een reden kan zijn voor de gemeente Den Haag om een soortgelijke vergunning aan het Haags Straatnieuws te verstrekken?"

Samengevat: de makers en verkopers van de "illegale straatkranten" doen niets anders dan de makers en verkopers van de SGN-bladen, namelijk een eigen krant maken en die zonder vergunning uitventen. Op zich is het niet vreemd dat "dit de Nederlandse daklozenkranten een flinke doorn in het oog is", maar er is geen enkele grond voor juridische actie. Even slikken en vervolgens een goed product neerzetten waarmee je de concurrentie aankunt, zou je zeggen. Maar nee, HS heeft een andere "oplossing" bedacht.

De pot verwijt de ketel...

Het overige deel van de pagina met de "juridische" rubriek wordt gevuld door het artikel "Roemeense bende vervalst Belgische daklozenkrant (deel 2); Illegale straatkrantverkopers opgepakt." Het intro plus het eerste deel van dit artikel in HS maart van 1999: "In het vorige nummer besteedde Haags Straatnieuws aandacht aan vervalste daklozenkranten, die door een Roemeense bende vanuit België ook in Nederland worden verspreid. Het geplaatste artikel werd door andere media opgepikt, met als gevolg dat het nieuws bij een breed publiek onder de aandacht kwam. En met gevolgen gelukkig, want uit de vele reacties die wij ontvingen, blijkt dat de trouwe kopers van Haags Straatnieuws een stuk oplettender zijn geworden bij de aanschaf van hun straatkrant. Ook de verkopers zijn 'blij' met de aandacht voor dit uiterst dubieuze fenomeen. Zij ondervinden namelijk grote hinder van de oplichters, die het imago van de 'goede' verkopers ernstig schaden. Eén Haags Straatnieuws-verkoper wist zelfs de politie te alarmeren waardoor 4 illegaal in Nederland verblijvende Roemenen konden worden gearresteerd.

Vier in Frankrijk wonende Roemenen, een man van 32, een vrouw van 33 en 2 kinderen van 10 en 14 jaar oud zijn 25 februari in Leidschendam aangehouden. Het viertal verkocht "Thuislozen", een Belgische straatkrant, aan voorbijgangers. Er is proces-verbaal opgemaakt en de 4 zijn overgedragen aan de Vreemdelingendienst. In Delft is op dezelfde dag een 41-jarige Roemeense vrouw aangehouden terwijl zij de illegale krant probeerde te verkopen. Haar 3 kinderen waren aan het wachten in een auto. Ook tegen haar is proces-verbaal opgemaakt voor het venten zonder vergunning. En ook dit viertal is overgedragen aan de Vreemdelingendienst. "De dienst constateerde na 2 dagen onderzoek dat zij geen verblijfsvergunning voor Nederland bezitten. Wel bleek de moeder in het bezit van verblijfspapieren voor België. Zij werd dan ook verzocht om zich binnen 24 uur uit ons land te verwijderen", aldus woordvoerder Nubé van de politie Haaglanden. Hetzelfde traject heeft het viertal dat in Leidschendam is aangehouden doorlopen." Tot zover het citaat.

Zwart op wit staat het er: "En met gevolgen gelukkig". Acht mensen, waarbij 5 kinderen, (na verlinking) aangehouden en als direct gevolg daarvan opgesloten en aansluitend uit het land verwijderd. Weg concurrentie, leve HS!

Overigens, en dat is nogal een understatement, speelt de politie wel een héle merkwaardige rol: een HS-verkoper is in overtreding wegens venten zonder vergunning, ziet andere mensen een andere krant verkopen en belt de politie, die andere mensen blijken geen ventvergunning te hebben en tegen hen wordt proces-verbaal opgemaakt, terwijl de HS-verkoper zijn overtreding mag voortzetten, na vermoedelijk eerst nog hartelijk bedankt te zijn. De politie hanteert voor hetzelfde vergrijp 2 verschillende maatstaven. Kennelijk gaat het niet om het feit dát er gevent wordt, maar om de vraag door wie dit gebeurt. Als regels in vergelijkbare gevallen wél voor de ene, maar niet voor de andere partij gelden, dan is dat rechtsongelijkheid. En al helemáál wanneer wellicht ook niet alle verkopers van HS een verblijfsvergunning hebben, zoals Rueb suggereert in De Fabel van de illegaal (nummer 35, juli/augustus 1999) en zoals Flemminks stelt in de Haagsche Courant van 23 september 1999. De gelegenheidssamenwerking tussen HS-verkopers en politie heeft echter voor beiden voordelen. HS raakt de concurrentie kwijt en de politie kan scoren wat betreft aanhouding en uitzetting van geïllegaliseerden. Iedereen blij, toch? Nou ja, bijna iedereen...

Matennaaierij

Ik besef dat mijn zojuist gemaakte opmerkingen scherp zijn. Maar wie ze té scherp vindt, zou zich eens, al is het maar uit eigenbelang, moeten afvragen waar de grenzen liggen als politie en justitie op deze wijze aan rechtsverkrachting doen. Zelf heb ik geen auto en van foutparkeren ben ik al helemáál geen voorstander. Desondanks had ik er stevige twijfels bij toen ik hoorde dat er een HS-verkoper zou zijn die niet alleen aan "zijn" klanten de service verleent de parkeermeterstand in de peiling te houden, maar tevens de politie alarmeert als hij een foutparkeerder op "zijn" terrein signaleert. Over een andere HS-verkoper, J. v. L., schrijft het Haagse huis-aan-huisblad De Posthoorn van 25 augustus 1999: "En als het voorkomt, tipt Jaap zelfs de bedrijfsleider (van een C1000-supermarkt - EZ) wanneer een van zijn voormalige 'vrienden' met snode plannen de winkel betreedt." Dus al voordat van een eventuele overtreding sprake is. Van deze vorm van matennaaierij krijg ik een hele vieze smaak in mijn mond. Ik vind het prettig voor J. v. L. dat hij zijn draai in de maatschappij weer wat meer weet te vinden, maar ik zou het minstens even prettig vinden als dat bijdraaien op het juiste punt stopt en niet doorslaat naar wat op z'n vriendelijkst genoemd kan worden een overdaad aan sociale plichtsbetrachting.

"Een klein vergrijp"

Voorts uit het hoofdredactioneel HS-artikel van maart 1999, onder de tussenkop "Valse voorwendselen": "Kopers zijn zich vaak niet bewust welke straatkrant zij kopen. In het verspreidingsgebied van Haags Straatnieuws mag de koper ervan uitgaan de Haagse daklozenkrant te kopen. Met collega-straatkranten verenigd in de StraatmediaGroep Nederland (SGN) is afgesproken niet in elkaars regio te 'zitten'. De bende vervalsers lapt deze afspraak aan de laars en brengt her en der niet-plaatsnaam gebonden straatkranten aan de man op een manier waarvoor verkopers van 'erkende' daklozenkranten geschorst zouden worden. "Mensen voelen zich in de maling genomen. Zij zijn in de veronderstelling dat zij Haags Straatnieuws kopen", aldus politiewoordvoerder Van Rijnswou. De vraag wat er precies met verkopers van illegale daklozenkranten moet gebeuren blijft een hele lastige. Waar zij zich aan schuldig maken, is in feite niet meer dan het venten zonder vergunning, een klein vergrijp waar je gemakkelijk met een proces-verbaal van af komt. Wanneer de verkopers geen (tijdelijke) verblijfsvergunning kunnen laten zien, worden zij overgedragen aan de Vreemdelingendienst. De politie wil de illegale verkopers "verkoop onder valse voorwendselen" ten laste leggen, maar heeft daarvoor getuigenverklaringen nodig. Van Rijnswou: "Wanneer een koper de indruk heeft Haags Straatnieuws te kopen en er later achter komt een andere krant in handen te hebben, verzoeken wij deze persoon direct contact op te nemen met de politie. Deze kan dan een verklaring opnemen en daarmee "verkoop onder valse voorwendselen" ten laste leggen, hetgeen zwaarder weegt dan het venten zonder vergunning.""

Inderdaad, want venten zonder vergunning wordt door HS zelf omschreven als "een klein vergrijp", terwijl "verkoop onder valse voorwendselen" zelfs zoveel "zwaarder weegt" dat het een mìsdrijf is. Echter: het fenomeen "verkoop onder valse voorwendselen" bestaat geheel niet volgens het Wetboek van Strafrecht (WvS). Vermoedelijk wordt gedoeld op art. 329 WvS (bedrog door de verkoper) of art. 337 WvS (bedrog met handelsnaam of merk), wat allebei misdrijven zijn.

Het geheel riekt naar een opzetje om de concurrerende straatkrant koste wat het kost aan te kunnen pakken. Zowel mijn vriendin als ikzelf hebben een keer zo'n "illegale", "valse" straatkrant gekocht. De sfeer daarbij was niet anders dan wanneer wij een HS-exemplaar aanschaffen, sterker nog, in sommige gevallen verliep dat laatste minder relaxed. Dat mag ik toch wel zo stellen wanneer de concurrerende krant door een rustige vrouw wordt aangeboden (en beslist niet opgedrongen!), terwijl de "officiële" krant die wij even daarna elders in de binnenstad kochten weliswaar ook op niet opdringerige wijze werd uitgevent, maar waarbij de verkoper wél een alcoholkegel had van hier tot Tokio. Enkele van zijn maten zaten, met bij hen liggend een voorraadje HS-kranten, zo'n 2 3 meter naast hem flink aan de wijn, het bier en zelfs de jajem en niet heel weinig luidruchtig ook. Maakt mij verder niet uit, ik bel echt niet de HS-redactie om ze te verlinken, maar wat is dan relaxter? En zo zal er overal weleens wat gebeuren, maar laat de HS-hoofdredactie zolang er zulke balken in eigen oog te verwijderen zijn (overigens kennelijk ook gebeurd, want enige tijd na dit soort taferelen wordt HS op de door mij bedoelde plek nu alweer langere tijd rustig te koop aangeboden) niet, en zéker niet op zo'n ononderbouwd criminaliserende wijze, uitsluitend de concurrentie daarop zwart maken. Dat riekt mij te zeer naar pure broodnijd.

Gut, wat zullen de kopers van de "illegale" krant "zich in de maling genomen voelen" en "in de veronderstelling zijn dat zij Haags Straatnieuws kopen'", zoals politiewoordvoerder Van Rijnswou het uitdrukt, niet te beroerd aan de criminalisering een stevige duit bij te dragen. Nou, mijn vriendin en ik die zo'n krant daadwerkelijk gekocht hebben, kunnen garanderen dat die geheel niet lijkt op HS. En weet u het nog?! Enkele eigen SGN/HS-citaten:

HS van april 1998: "De kranten onderscheiden zich van legale exemplaren door de duidelijk mindere drukkwaliteit."

HS van december 1998: "Deze krant - getiteld "Het Daklozen Woord/Les SDF vous parlent" - is duidelijk herkenbaar doordat hij vanaf de ene kant in het Nederlands is, terwijl wanneer u hem omdraait plots Frans de voertaal is."

HS van maart 1999: "De illegale kranten die nu in Nederland verschijnen lijken dan ook niet op de ons vertrouwde daklozenkranten."

Iemand die HS wil kopen en thuis ontdekt "Het Daklozenwoord/Les SDF vous parlent" te hebben aangeschaft is óf zo slechtziend dat zij of hij de krant toch niet kan lezen en dan maakt het niets uit, óf, en dat lijkt mij veel waarschijnlijker, koopt niet bewust HS vanwege diens geweldige journalistieke kwaliteit (zoals Flemminks en Rueb schijnen te denken), maar is gewoon niet te beroerd om een dakloze een paar centen te laten verdienen, ongeacht of die uit Den Haag, Tietjerksteradeel of Boekarest komt. En daarom moet politiewoordvoerder Van Rijnswou het publiek vragen om "alstublieft" contact op te nemen. Als dat publiek zich zo geweldig opgelicht voelde, deed het dat toch wel uit zichzelf?

Politie en Vreemdelingendienst zouden overigens al eerder zo selectief zijn opgetreden. Er is sprake van een aantal Polen die in 1998 hun eigen, dus niet de "officiële", daklozenkrant verkochten en ook door de politie werden aangehouden en uitgezet.

"In het belang van het onderzoek"

HS van maart 1999 vervolgt met gemopper op de "Roemeense bende", maar waar het feitelijk op neerkomt is dat die niet aangepakt kunnen worden, simpelweg omdat zij niets strafbaars (meer) doen.

Het slot van het HS-artikel citeer ik integraal, zodat de lezers zelf hun conclusies kunnen trekken. Onder het tussenkopje "Strafbaarheid": "Overal uit het land komen berichten binnen over illegale straatkrantverkopers die worden aangehouden. Met het oppakken van deze mensen lijkt de politie een adequaat antwoord te hebben op deze hinderlijke en zeer unfaire ontwikkeling. Niet dat hiermee de criminele organisatie nu werkelijk een hak wordt gezet, maar het zal toch zeker verkopers ontmoedigen hun geluk te beproeven in Nederland. Maar let op: onkruid vergaat niet en de opbrengsten van een valse daklozenkrant zijn nog altijd zeer interessant voor kwaadwillende personen. Wij willen u als lezer dan ook graag oproepen tot oplettendheid."

Het is allemaal ook zo eenzijdig: "een valse daklozenkrant levert zeer interessante opbrengsten voor kwaadwillende personen", maar in "Van de hoofdredactie" van juli 1998 klaagt HS over een stuk in De Volkskrant waarin gesuggereerd zou worden dat men flink kan verdienen aan de verkoop van straatkranten, waaronder HS: "Zelfs het oeroude Broodje Aap-verhaal van de man die duizenden kranten in zijn peperdure Mercedes laadt kwam weer om het hoekje kijken. Het is om hopeloos van te worden."

Als een concurrerende straatkrant opduikt, dan gaat de HS-redactie er meteen, zonder enig bewijs, vanuit dat die een hoge opbrengst heeft. Als het om de eigen krant gaat, ligt dat voor die redactie ineens geheel anders. De opbrengsten van een straatkrant (bijvoorbeeld de 50.000 gulden die in het pand van de heer Vasil in België werd aangetroffen, weet u nog?) zijn kennelijk alleen maar interessant voor de concurrentie en niet voor HS zelf. Ik zal beide hoofdredacteuren op hun woord moeten geloven, want in HS heb ik nooit ook maar één letter of cijfer financiële verantwoording gezien. En die hoofdredactie huist toch echt in mijn eigen Den Haag en bestaat allerminst uit zogenaamde enge supercriminele buitenlandse Roemenen.

Terzijde: wat die Mercedessen als "oeroud Broodje Aap-verhaal" betreft, ach, daarvan kunnen de "legale" straatkranten zelf ook wel wat. Hoofdredacteur en straat(krant)vechter Frans Hummelman van "De Zelfk(r)ant" schrijft onder een scala aan pseudoniemen zelf een goed deel van die Bossche straatkrant vol. In het nummer van juli/augustus 1999 schrijft hij als drs. A.J.M. Kalmthout in een woedende tirade tegen niet alleen buitenlanders, maar ook tegen het linkse blad Kleintje Muurkrant dat het waagde vraagtekens te plaatsen bij de actie van de SGN- en aanverwante bladen tegen hun concurrenten: "Volgens onze bronnen gaat het om Roemeense criminelen die in waarschijnlijk gestolen Mercedessen met hele pakken papier de grens overkomen." Broodje Aap van Herr Hummelmann, want "onze bronnen" worden weer niet vermeld.

Na het "oproepen tot oplettendheid" wordt het artikel in HS van maart 1999 afgesloten met, vet gedrukt: "Koop in de Haagse regio alleen Haags Straatnieuws van verkopers met een donkergele verkoperspas met pasfoto. Komt u lieden tegen met een 'fout' ogende krant, neemt u dan - mede op verzoek van de politie Haaglanden - s.v.p. meteen contact op met de politie in uw district." Volgt nog een naschrift: "De Centraal Recherche Informatiedienst (CRI) is bezig met een onderzoek naar de mogelijke betrokkenheid van de vervalsers met mensensmokkel. In het belang van het onderzoek worden hierover geen mededelingen verstrekt." Inmiddels zijn we veel meer dan een vol jaar verder en die mededelingen zijn nog altijd niet gedaan en zullen wel nooit meer komen ook. Maar in nauwe samenwerking met de politie heeft het gif van de criminalisering haar werk gedaan en "komen er overal uit het land berichten binnen over illegale straatkrantverkopers die worden aangehouden" na tips aan de politie door lieden met een, mijns inziens, NSB-mentaliteit.

Eigen dakloze eerst

HS van april 1999, "Van de hoofdredactie": "Soms helpt het beter dan je denkt: aan de bel trekken. In de afgelopen 2 nummers heeft Haags Straatnieuws nadrukkelijk het probleem van de illegale Belgische daklozenkrant aan de kaak gesteld, hetgeen een ware mediahausse tot gevolg had. Talloze media besteedden naar aanleiding van ons alarm aandacht aan deze bedenkelijke praktijken, waardoor niet alleen het koperspubliek van de straatkrant oplettender werd, maar ook de politie de waakzaamheid verhoogde. Dit had weer tot gevolg dat een aantal illegale verkopers werd opgepakt en een aantal nachten in de cel van de Vreemdelingendienst werd opgesloten. Deze aanpak werkte blijkbaar dermate afschrikwekkend dat de illegale verkopers zich de afgelopen maand niet meer in de Haagse regio hebben laten zien. Het is te hopen dat hiermee de overlast voorgoed voorbij is."

Nog steeds juichend over het vunzig resultaat, maar over uitzettingen deze maand geen woord meer. Men blijft nu steken bij: "Een aantal illegale verkopers werd opgepakt en een paar nachten in de cel van de Vreemdelingenpolitie opgesloten." Nadat zij vervolgens het land zijn uitgedonderd, hebben "de illegale verkopers zich de afgelopen maand niet meer in de Haagse regio laten zien", inderdaad. Dat gìng door die uitzetting ook moeilijk meer, h, meneer Rueb en mevrouw Flemminks?

In hetzelfde nummer van april 1998 waarin HS en SGN de aanval op de concurrerende straatkrant openden, ronkt "Van de hoofdredactie" over zichzelf: "We zullen onverkort vasthouden aan onze vaste formule, die voorziet in een mix van nieuws en artikelen met een duidelijke relatie tot de straat en met een warm hart voor die mensen die zich in de marge van onze samenleving staande proberen te houden. Daarnaast houdt Haags Straatnieuws een kritische vinger aan de pols van de ontwikkelingen in het sociaal-maatschappelijk veld, de Haagse culturele wereld en andere opvallende en/of opmerkelijke gebeurtenissen die zich in en om Den Haag afspelen. De relatie tussen Mens en Maatschappij, dat is waar het ons om gaat. Want de enige manier om de maatschappij menselijk te houden is door als mens maatschappelijk betrokken te zijn."

Die "duidelijke relatie tot de straat" is er inderdaad in de vorm van het journalistiek straatvechten door de HS-hoofdredactie. En de warme "relatie tussen mens en maatschappij waar het ons om gaat" wordt helaas vooral gekenmerkt door het principe eigen dakloze eerst!

Flemminks in de Koorenhuiskrant

Mijn vriendin en ik zijn samen de ouders van een negenjarig Haags prachtschoffie. Dit klein geluk doet op zeer eigen wijze aan toneel in cultureel centrum Het Koorenhuis. De door dit centrum uitgegeven Koorenhuiskrant heeft een oplage van 35.000. Onontkoombaar dus dat wij de uitgave van mei 1999 onder ogen kregen met daarin het 3 pagina's lange artikel "Als de straten spreken. Achter het stuur van Haags Straatnieuws: een interview met Therese M. Flemminks".

Ik zal maar weer citeren: "Om de haverklap rinkelt de telefoon op de redactie van Haags Straatnieuws. Therese Flemminks, die samen met Robert Jan Rueb de hoofd- en eindredactie van de krant verzorgt, legt uit dat er nogal wat problemen zijn met een Belgische publicatie die moet doorgaan voor daklozenkrant. "Pure nepperij. De verkopers zien er waarschijnlijk geen cent van terug en de inhoud is rechtstreeks van het internet en uit VVV-brochures afkomstig." De tweetalige krant bezorgt de legitieme daklozenkranten in Nederland behoorlijk wat kopzorgen. "Het is niet alleen lastig te besluiten wát we er tegen kunnen doen, maar vooral ook óf we weerstand kunnen bieden. Momenteel is het nog de vraag of de verkopers strafbaar zijn. Hebben we eigenlijk wel een juridisch wapen? Bovendien zit er een bende criminelen achter deze verlakkerij en die zal niet snel opgeven.""

Na het intro gaat het interview verder: "Wie had ooit gedacht dat het zover zou komen. De daklozenkrant, een niet op commercie geschoeid initiatief, als doelwit van maffiose praktijken. Over de ruggen van mensen die toch al heel weinig hebben. Hapklaar voer voor cultuurpessimisten en moraalfilosofen is het in ieder geval. Therese Flemminks bewaart de somberheid liever voor later: "We moeten de schade zoveel mogelijk zien te beperken, maar Haags Straatnieuws staat zijn mannetje voorlopig wel. De politie onderneemt in ieder geval al actie. We hebben de afgelopen jaren een forse groei doorgemaakt en een goede reputatie opgebouwd. Dat kan ons niet zomaar worden afgenomen.""

Het toontje is werkelijk niet te gelóven, je zou bijna vergeten wat er nu écht "aan de hand" is: er is op bescheiden schaal concurrentie opgestaan op het gebied van straatkranten. Zoals HS meermalen knarsetandend moet toegeven, is dat niet verboden, laat staan strafbaar. Of gaat het om oprechte bezorgdheid voor de concurrerende verkopers die, zoals Flemminks zelf stelt, "er waarschijnlijk geen cent van terugzien"? Lijkt me toch niet erg waarschijnlijk, want in dat geval probeer je die mensen toch gewoon te helpen in plaats van ze te laten deporteren!

Als ik de directie van het Koorenhuis bij brief van 25 mei 1999 op de hoogte stel van mijn mening over het interview met Flemminks en om commentaar vraag, duurt het maar liefst tot 25 augustus 1999 voordat ik een schriftelijke reactie ontvang. Van de klantenservice, wel te verstaan, zij het "namens directeur en bestuur van het Koorenhuis". Het is "denkbaar dat het artikel niet of anders geplaatst zou zijn" als men vooraf van mijn bezwaren op de hoogte zou zijn geweest. Overigens heb ik dan al een op 19 augustus 1999 met mevrouw Conemans van de klantenservice gevoerd telefoongesprek achter de rug, waarin deze vooral laat merken de gehele affaire nogal een "ver-van-mijn-bed-show" te vinden. Dit, samen met wat administratieve foutjes en het feit dat "er toch niets meer aan te veranderen is", blijkt ook de reden dat mijn brief tot op dat moment niet is beantwoord. Omdat ik daar sterk op aandring, ontvang ik enkele dagen later toch nog een - nietszeggende - reactie. Kennelijk is het ook in dit geval onmogelijk een duidelijke onzorgvuldigheid ronduit toe te geven.

Niemand opgevallen

De visie van HS werd in de Haagse regio verspreid (volgens HS zelf ook daarbuiten, getuige het eerder geciteerde uit "Van de hoofdredactie" van april 1999 over "een ware mediahausse") via de Koorenhuiskrant en vooral ook via de eigen straatkrant, met een oplage rond de 50.000. Dat behalve ik kennelijk verder niemand aan de bel trok, doet het ergste vrezen over wat blijkbaar tegenwoordig als acceptabele journalistiek en moreel toegestaan handelen vanuit een organisatie met een sociale instelling als HS wordt beschouwd. Dat de wijze van aanbrengen van geïllegaliseerden door HS en de hele aanpak daaromheen zo volkomen stilzwijgend wordt geaccepteerd, terwijl dit toch leidde tot de uitzetting van tenminste 8 en zeer waarschijnlijk meer mensen, doet het ergste vrezen, temeer daar men er vanuit mag gaan dat degenen die HS kopen niet tot het minst sociaal betrokken deel van de samenleving behoren. Zelfs de eigen redactieleden van HS is niets onoirbaars opgevallen. Ik geef 3 voorbeelden.

Anneke Verbraeken

Sinds jaar en dag is Anneke Verbraeken prominent HS-medewerkster. Vrijwel maandelijks verschijnen er 1 of 2 hoofdartikelen van haar hand en regelmatig een column. Naast een diversiteit aan artikelen met een maatschappelijke context doet zij regelmatig interviews met beleidsmakers en politici. In de periode rond deze affaire schrijft Verbraeken ook regelmatig paginagrote stukken over geïllegaliseerden: over ama's, alleenstaande minderjarige asielzoekers (in HS van april 1999, warempel het nummer waarin "Van de hoofdredactie" jubelt over de resultaten van het verraderswerk), over de witte illegalen (in de extra HS-editie van half 1999), over illegale prostituees (in HS van juli 1999). Betròkken stukken, Verbraeken draagt het sociale hart op de juiste plaats.

Het eerste gesprek met haar is vrij kort. Ik loop op haar werk binnen en zij is nogal ontdaan over het onderwerp waarop ik haar aanspreek. Het blijkt haar geheel niet te zijn opgevallen: "Goh, ja, ik lees eigenlijk altijd alleen maar mijn eigen artikelen."

Nadat ik op 25 mei 1999 een brief met bijlagen aan de HS-redactie stuur en daarop niets verneem, bel ik haar op 23 juni thuis. De duidelijk aan de gehele redactie geadresseerde brief "is alleen bij de hoofdredactie blijven hangen. Ik heb de brief niet gezien, nee." Zij vindt het "wel een beetje zwak" dat, zoals ik via via vernam, de hoofdredactie heeft besloten niet op mijn brief te reageren. Ook krijg ik een aai over mijn bol: "Ik denk dat het gewoon heel erg belangrijk is dat mensen zoals jij dat soort signalen afgeven." Zelf vind ik het nóg veel belangrijker dat zoiets overbodig wordt, niet meer nodig is. Verbraeken is met mij eens dat als er, zoals HS stelt, inderdaad sprake is van een "Roemeense bende", men de eventuele slachtoffers daarvan niet moet aangeven, maar helpen.

Ik zeg dat er als gevolg van het niet reageren een brief naar het HS-stichtingsbestuur zal uitgaan. Op haar verzoek stuur ik haar een afschrift van mijn op 25 mei aan de HS-redactie gerichte brief plus bijlagen.

Verbraeken: "Ja, die wil ik graag lezen en dan ga ik er zelf ook even mee naar de diverse kanalen." Tot besluit zegt Verbraeken in augustus, na haar vakantie, met mij verder te willen praten: "Ik bel je zeker op." Prima reactie dus. Hoewel?

Want ondanks dat ik meteen na het gesprek, dus nog diezelfde 23 juni, de stukken naar haar op de bus gooide, heb ik begin september nog altijd niets van Verbraeken gehoord. Dus zelf maar weer gebeld: "Ik dacht dat ik nog iets van je zou horen, nadat ik je op 23 juni alle stukken toestuurde?"

Verbraeken: "Ja, klopt. Ik ben bezig een prachtige brief aan je te componeren, want ik heb je brieven toch wel met stijgende belangstelling gelezen, moet ik zeggen. Heb jij nog een reactie van het bestuur gehad op jouw brief?" (Het bestuur had ik inmiddels, op 23 juni 1999, aangeschreven).

Ik: "Nee, die hebben ook niet gereageerd."

Verbraeken: "Dat vroeg ik me af, want het lijkt me heel voor de hand liggend dat ze wél een reactie geven."

Ik: "Wat vind je zelf van de affaire? Vind jij inderdaad ook dat het niet kan, nu je de stukken bekeken hebt?"

Verbraeken: "Ja. Ik moet eerlijk zeggen, op de manier zoals jij dat stelt, dan denk ik ja god, zo zit het natuurlijk. Je kan niet als Haags Straatnieuws wel de ene en niet de andere wat gunnen, zeg maar."

Ik: "Plus dat er duidelijk een oproep is gedaan om mensen te verlinken en dat is gebeurd en dan houden ze juichend de score bij."

Verbraeken: "Ja. Nou moet ik wel zeggen, ik denk dat het uit pure naïveteit is gebeurd."

Herr Hummelmann, Herr Hummelmann...

Ik noem tegenover Verbraeken een persoonlijke aanval op mij in de Bossche straatkrant "De Zelfk(r)ant" van september 1999. Over de eveneens verlinkte, in de cel belande en uitgewezen kinderen presteert hoofdredacteur Herr Franz Hummelmann het de schofterige opmerking te maken: "Erbarmelijk verhaal. Jammer eigenlijk voor Eric dat die kinderen geen zuigelingen waren."

Verbraeken reageert: "Jézus!!"

Ik citeer verder: "Maar hoe zouden Brusselse straatkrantkopers en -verkopers reageren als wij daar onze Bossche krant zouden proberen te slijten?" Dit valt toch niet anders te lezen dan als een onverhuld toegeven dat het de straatkranten puur om hun commercieel eigenbelang te doen is?

Een ander stijlbloempje van Hummelmann: "Waar wij een krant voor hebben" is "zeker niet om er door een grondig onderzoek achter te komen hoe het zit met de Roemeense of misschien Russische maffia en de arme mensen die daarvan misschien afhankelijk zijn." Houd dan je kop, vent, als je ronduit toegeeft niet te weten waar je het over hebt omdat je te onderbezet, stom of belazerd bent om iets na te trekken voordat je het in je blaadje zet. Even later laat deze Bossche weldoener enkele "eigen" straatkrantverkopers aan het woord: "Wij proberen een centje bij te verdienen en dan komt er godvergeme iemand die krantjes verkoopt waar de mensen niks aan hebben." En: "Ik vind dat gewoon kut! Ik gun iedereen het zijne, maar laten ze dan verdomme onze eigen Zelfk(r)ant verkopen. Dat kan toch!" En ook: "Pas kwam er iemand naar me toe, die zei: "Heb jij me even belazerd met dat vod uit België." Ja, dan krijgen wij ook nog de schuld." En: "Die klerelui doen net of het onze eigen krant is. Laat ze oplazeren en dat ding in België verkopen."

De Bossche straat(krant)vechter windt zich overigens minstens zo hevig op over Kleintje Muurkrant. Dat heeft het ongenoegen van Herr Hummelmann gewekt door in nr. 335 van 27 augustus 1999 de aanwezigheid van buitenlandse straatkrantverkopers te relativeren en de hetze tegen hen aan de kaak te stellen met opmerkingen als: "En hoezo blijkt uit jullie informatie dat het om Roemeense criminelen gaat!? Die gaan zeker voor twee guldens een krantje lopen te verkopen om 's avonds twintig liter benzine in hun gestolen Mercedes te stoppen? U zult bedoelen dat de organisatie van deze straatverkoop wellicht in handen is van de maffia? Maar het gaat ons nu juist om de mensen die die krantjes op straat verkopen. Die hebben geen cent te makken en worden uitgebuit en dan ook nog eens door dak- en thuislozen, opgehitst door redacteuren van Haags Straatnieuws, bij de politie aangegeven omdat ze geen geldige verblijfsdocumenten zouden hebben. Dan hebben we het wel degelijk over een schandelijke vertoning waarbij de ene aan haar lot overgelaten en onderdrukte bevolkingsgroep de andere uitsluit. Redacteuren van de betreffende straatkranten zouden zich juist keihard moeten maken voor de mensen die die krantjes staan te verkopen en zich moeten verzetten tegen die eventuele uitbuit-maffia. Ik vind het stukje van Kalmthout (pseudoniem Franz Hummelmann - EZ) dus een behoorlijke misser van de Zelfk(r)ant en ik daag de dak- en thuislozenkrant uit de boel eigenhandig uit te zoeken en naar buiten te komen met de werkelijke achtergronden, per slot van rekening heb je daar een krantje voor..."

Goh, alweer mensen die het met mij eens zijn. Zou ik mij dan misschien toch niet vergissen? En zou mijn tot zekerheid uitgegroeide en, mede dankzij Herr Hummelmanns tirades, door keiharde feiten gestaafde vermoeden dat het wel degelijk om een landelijke en goed gecoördineerde actie van de "officiële" straatkranten tegen hun concurrenten gaat, dan niet ook de werkelijkheid weergeven? Ik denk het wel en het lijkt mij ook de enig redelijke verklaring voor Hummelmanns bovenmatig in een koliek schieten, want waarom zou de man zich anders zo ongelooflijk opwinden? Fijn volk, al die zo sociaal bevlogenen! Terug naar Verbraeken.

"Wel 'n beetje zwak..."

Verbraeken over de "reactie" in de Bossche Zelfk(r)ant: "Ja, dat is heel, heel grof."

Ik zeg haar dat voor mij de maat vol is en vandaag een aantal stukken door mij naar redacteuren van enkele bladen zijn verstuurd en licht mijn belangrijkste reden daarvoor toe: "Op deze manier staat er volgende keer misschien weer een oproep in."

Verbraeken: "Ja. Ik moet er eens even heel erg hard over nadenken hoe ik dat zelf binnen HS ga aanpakken", en kort daarna: "Ik had inderdaad zoiets van, nou, ik moet eigenlijk nog even weten of het bestuur gereageerd heeft voordat ik mijn brief naar jou toe eruit gooi." En even later: "Het is niet goed als uiteindelijk, hoe goed de centen ook terechtkomen, het geldelijk gewin de normen en waarden gaat aantasten. Dat vind ik een enge zaak. Dat vind ik niet goed."

We beëindigen het telefoongesprek met Verbraekens afsluitende opmerking: "Ik bel of ik schrijf je zeker nog."

Het is dik 7½ maand later als ik de opzet voor dit verhaal maak en nog altijd heb ik niets van Verbraeken vernomen. Zij zal het te druk hebben met haar schrijverij voor HS en misschien léést zij het blad tegenwoordig wel, wat natuurlijk ook een hoop tijd kost. En alles speelt alweer meer dan een jaar terug en dan is het blijkbaar moeilijk je toezeggingen te herinneren, zoals "Ik ben bezig een prachtige brief aan je te componeren", "Ik bel je zeker op" en "Ik bel of ik schrijf je zeker nog." En om nou weer zelf te gaan bellen, nee. Fijn dat zij het met mij eens is, maar, om haar eigen woorden over Flemminks en Rueb te gebruiken, "wel een beetje zwak" dat zij dat uiteindelijk toch niet hard blijkt te maken...

De mores van een Haagse moralist

Julius Pasgeld heeft regelmatig een column in HS. Verder voert hij in het Haagse huis-aan-huisblad De Posthoorn een vrijwel wekelijkse kruistocht tegen de ambtenarij en het gemeentebestuur van Den Haag. Vanuit een ogenschijnlijk hoogstaande politieke en maatschappelijke moraal geselt Pasgeld zijn slachtoffers. Over de onderhavige affaire sprak ik hem tweemaal, vrij uitgebreid, telefonisch. Geen ogenblik betreurt Pasgeld wat de uitgewezen geïllegaliseerden overkwam. Dan moet je als "illegaal" maar niet in Nederland komen en als je zo vermetel bent dat wel te doen, moet je zeker geen met HS concurrerende straatkrant gaan verkopen.

Een verslag met citaten uit het eerste gesprek op 1 september 1999, als ik het gesprek op HS breng, door Julius Pasgeld geopend met "Ik doe wel eens bijdragen aan HS, maar ik heb nauwelijks met de redactie zelf te maken". Hij luistert terwijl ik vertel over mijn brief van 25 mei 1999 aan de HS-redactie en de daarin verschenen oproep en stukken met betrekking tot "illegalen".

Pasgeld: "Ik ben daar absoluut niet van op de hoogte. Ik moet zeggen dat ik het niet iedere maand zorgvuldig lees. Ik heb ontzettend veel te lezen en er valt wel eens wat uit." Pasgeld kan zich niet voorstellen dat Rueb achter een dergelijke actie zou kunnen staan. Voordat ik eventueel de media inlicht, raadt hij mij nadrukkelijk aan eerst nog Rueb te benaderen. "Voordat u een uitglijder maakt." Uiteindelijk zegt Pasgeld: "Meneer Zwitser, het wordt nu wel wat erg ingewikkeld, hoor, in de zin van al die lijntjes en die verdachtmakingen en dit en dat. Ik zal zelf Robert-Jan daar ook nog eens over aanspreken, want ik kan me dat nauwelijks voorstellen, maar ik wil wel weten hoe dat zit natuurlijk." Even later beëindigen wij het gesprek.

Het tweede gesprek voeren wij op 16 mei 2000, wanneer ik Pasgeld bel om te vragen of hij inderdaad Rueb op het door mij gesignaleerde aansprak.

Pasgeld: "Ik heb het er met hem over gehad, ja."

Ik: "Want ik ben nu bezig met het werken aan een serie artikelen, het kan ook dat het zelfs een iets structureler uitgave gaat worden en ik vroeg me dus af, wat uw zienswijze er momenteel op is."

Pasgeld: "Ja. Nou, ik kan kort zijn: wie Robert-Jan een beetje beter kent, kan zich niet voorstellen dat hij erop uit is om de discriminatie zoals dat gesuggereerd is geworden, om die discriminatie bewust aan de orde te stellen. Dat is absoluut niet het geval."

Ik: "Maar hoezo gesuggereerd is geworden?"

Pasgeld: "Nou, het HS is toch beschuldigd geweest of geworden, onder andere door u, vanwege die discriminatie?"

Ik: "Nou, niet van discriminatie. Ik vind dat die oproep niet kon en de gevòlgen daarvan. Ik vind ook niet, als er dan op een gegeven ogenblik 7 of 8 mensen in de cel belanden en uitgewezen worden, dat je daar juichend over kan schrijven en ik vind de manier waarop criminaliserend geschreven is in een aantal artikelen, die vind ik alle perken te buiten gaan. Maar dat is beslist geen discriminatie in het algemeen en ik neem bijvoorbeeld zonder meer aan wat Robert-Jan Rueb gezegd heeft tegen een redacteur van een blad, dat er bijvoorbeeld ook buitenlanders en waarschijnlijk zelfs illegále buitenlanders het blad HS verkopen. Dus discriminatie in het wilde weg, dat is beslist niet iets wat ik heb beweerd of ga beweren. (...) Ik ga er voor een groot deel vanuit dat dat een kwestie is van dat men niet erg blij was dat er concurrentie vanuit een andere hoek plaatsvond en daarbij kunnen mensen weleens wat doordraven en dat heeft naar mijn idee hele ellendige gevolgen gehad voor een aantal buitenlandse mensen."

Pasgeld: "Maar laat die mensen nou toch hun goeie werk gewoon doen. Juist aan de onderkant van de samenleving, die dat zo hard nodig heeft. Als daar dan weer in gespleten wordt en gedaan wordt, dan zijn we toch veel verder van huis."

Ik: "Dat wil niet zeggen dat als er op een gegeven ogenblik fouten gemaakt worden, dat dat niet aan de kaak zou mogen worden gesteld, lijkt me."

Pasgeld: "Ja, nou ja...ik vind niet dat Robert-Jan fouten gemaakt heeft hier in deze. En ik vind de verhouding, de middelen die je aanwendt in verhouding met het delict zal ik maar even zeggen, vind ik nogal... ehh... ja... eh... onevenwichtig." Die "onevenwichtigheid" geldt blijkbaar niet voor het verlinken van verkopers van een concurrerende straatkrant met als gevolg deportatie!

Ik: "Maar er zijn een aantal mensen aangehouden en uitgewezen, dat weet u toch?"

Pasgeld: "Ja, maar dat is toch niet de schuld van Robert-Jan Rueb? (...) Die straatkranten hebben die mensen toch niet uitgewezen?"

Ik: "Maar die hebben ze wel aangegeven. Er is een oproep gedaan door HS om die mensen aan te geven in plaats van ze de helpende hand te bieden. Mìjn stelling is dat als er een moeder met 3 kindertjes in de regen kranten voor 2 of 3 gulden staat te verkopen en slachtoffer is van een verschrikkelijke criminele Roemeense bende, dan moet je die mensen naar een of ander vrouwenopvanghuis of iets dergelijks brengen. Maar dan lever je ze toch niet terug uit aan de bende middels een uitwijzing? Dat vind ik een hele rare gang van zaken bij een club met een dergelijke sociale achtergrond."

Pasgeld: "Nou ja, ik vind dat ze het volste recht hebben om hun eigen nering te beschermen en ik vind dat je wel heel erg streng bent en de conclusies toch wel heel erg ver doortrekt."

Ik: "Ik vind het aangeven van mensen die vervolgens worden uitgewezen heel ver gaan. Maar goed, daar kunnen we over van mening verschillen."

Pasgeld: "Ja, maar zij hebben toch niet uitgewezen?! Dat is toch de Nederlandse staat geweest!"

(...)

Pasgeld: "Wijst Straatnieuws uit of de Nederlandse staat?!"

Ik: "De Nederlandse staat..."

Pasgeld: "Aahhh, nou precies!! Dan moet je niet zeggen dat Straatnieuws dat doet!"

Ik wil Pasgeld er hier even aan herinneren dat het tijdens de Tweede Wereldoorlog doorgaans ook niet de NSB-ers waren die de executies uitvoerden. Dat deden de Duitsers zelf wel. Maar waren het, door mensen aan te geven, niet de NSB-ers die de executies mogelijk maakten?

Ik: "Maar die zijn naar mijn idee wel de aanleiding."

Pasgeld: "Op die manier is iedereen overal aanleiding voor. Wat zei Sartre daar ook alweer over? "De mens is en blijft schuldig.""

Ik: Ja, maar dat is natuurlijk een aardige dooddoener in dit verband. Want nogmaals, als HS die oproep niet op die manier gedaan had, dan waren die straatkrantverkopers die mensen niet gaan verlinken."

JP: "Ja. Nee, het punt is duidelijk, maar het Straatnieuws is niet verantwoordelijk voor het uitwijzingsbeleid."

Ik: "Niet voor het beleid, maar wel voor de uitwijzing in dit geval."

JP: "Nee, ook niet voor deze uitwijzing, nee."

Ik stel dat uitwijzing wellicht een onevenredig zwaar middel is om de eigen nering te beschermen.

JP: "Ja maar jee, ik bedoel, als ik op een gegeven moment iemand mijn auto zie stelen, doe ik daar ook aangifte van."

Dit soort nergens op slaande zwaar overtrokken vergelijkingen die als eindeffect uitsluitend een ononderbouwd criminaliserend effect hebben, leeft sterk binnen HS-kringen, en niet alleen daar. Naast deze opmerking van Pasgeld zijn er natuurlijk ook de voorbeelden uit de andere straatkranten.

Tot slot merkt Pasgeld nog op: "Ja, nou ja, goed, ik hoop dat ik nooit in jouw handen val wat dat betreft, want ik ben nog niet van je af, merk ik dan wel."

Ik: "Nou, ik ben niet van plan om Julius Pasgeld aan te pakken, hoor."

Pasgeld: "Nee. God helpe me over de brug als dat wel gebeurt, zeg. (...) En die mensen die daar toch ook hard bezig zijn aan die onderkant van de maatschappij, gesteld dat het allemaal lukt wat je doet en ik hoop het niet, maar dan bewerkstellig je daar toch een schisma ook weer in en een verdeeldheid, terwijl we juist saamhorig zouden moeten zijn."

Ik leg uit niet op een schisma uit te zijn, maar: "Aan de andere kant, als er een aantal mensen inderdaad, en dat is mijn zienswijze dan, als gevolg van actie van HS zijn uitgewezen geraakt, door de staat natuurlijk, dat zie ik ook wel, dan vind ik dat dat wel gesignaleerd dient te worden."

Pasgeld: "Ja, nou, ik wens je veel succes."

Ik: "Fijn."

Paul is (het) zat...

Paul Waayers maakt, evenals Pasgeld en Rueb, deel uit van het in 1997 opgerichte columnistencollectief "Groeten uit De Haag". Hij en ik mogen elkaar wel. Paul is een sympathieke vent die niets liever doet dan het bedrijven van journalistiek. Half jaren 90 ontmoette ik hem voor de eerste maal. Hij had net zijn journalistieke aanstelling gekregen als redacteur bij het blad Tribune van de Socialistische Partij (SP). Daarbij vertelde Waayers mij dat hij 2 sollicitaties had laten uitgaan, gelijktijdig naar Tribune en Panorama. Panorama had afgewezen, Tribune toegehapt. Wat scheelt het, nietwaar?

Mocht dit wellicht nog getuigen van politieke naïveteit, in de jaren daarna raakte Paul Waayers politiek gepokt en gemazeld. Gedurende een aantal jaren publiceerde hij elke maand een of meer hoofdartikelen in Tribune. De laatste tijd verschijnen her en der columns van zijn hand. Enkele citaten, om een indruk te geven:

- Nr. 1, jaargang 1, van Via Vestia (augustus 1999), het blad van de Vestia Groep (voorheen Woningbedrijf Den Haag), de openingscolumn: "Dus dat woninkje in de Schilderswijk waar ik terecht kwam zag ik aanvankelijk helemaal zitten. In mijn directe woonomgeving ontmoette ik ruim 84 nationaliteiten en dat alles zonder één flintertje jetlag. En toen was daar een nieuwe liefde plus na negen maanden een nieuw geluid. Dat laatste vanuit een wieg inclusief Pampergevulde ruftlucht. Een kind opvoeden in een maatschappelijk mijnenveld kwam mij stresserig voor en zo zochten wij een huis elders." Hoezo, "maatschappelijk mijnenveld"? Vanwege die even tevoren zo gewaardeerde 84 nationaliteiten? Een typisch voorbeeld van de naar mijn idee wat kort-door-de-bocht-stijl van Waayers, net als het volgende:

- HS van juli 1999: "Karin is iemand die dwars door Afrika is getrokken, onderwijl zich allerlei natuurvolkeren van het mooie lijf houdend." Over een mogelijke vakantie naar Israël: "Godallejezus. Israël! Uitgerekend wil ze naar het gevaarlijkste land op de wereld. Een land waar maffe Palestijnen stiekem wat Semtex onder je schoenzolen plakken als je iets ouds staat te bezichtigen. Waar je door de vuurlinies van allerlei hesbolla's en intifada's moet rennen om het laatste vliegtuig te halen. Dat op zijn beurt natuurlijk weer gekaapt is."

Waayers is ook de man van de rel rond de column in het toenmalige uitgaansblad "Circuit". In augustus 1998 vergelijkt hij in zijn column "Minimaal zes overeenkomsten tussen nazi-Duitsland toen en de Haagse gemeenteraad nu" het Haagse stadhuis met de Reichstag in fascistisch Duitsland, de Haags stadswapenlijke "reigâh" met een nazi-adelaar, burgemeester Deetman met Hitler (citaat: "Hitler annexeerde zo'n beetje alle landen in Europa. Uitbreiding van het als wat krapjes ervaren Lebensraum te Heimat. Den Haag annexeert er anno nu eveneens lustig op los. Stukken Voorburg, Leidschendam en Rijswijk verdwijnen in de fascistische graaiklauwen van Deetman en de zijnen.") en wethouder Noordanus met Goebbels. Citaat, onder "Overeenkomst 2. De deportatie": "De huizen en winkels van de Joden werden leeggeplunderd en vernietigd, terwijl deze bevolkingsgroep zelf de laatste fysieke adem werd benomen in de gaskamers. De Joden van anno nu zijn de laagstbetaalden en uitkeringstrekkers. Ook zij worden uit hun goede en betaalbare huizen gejaagd die op hun beurt direct daarop met de grond gelijk worden gemaakt. Zo zijn duizenden goede en goedkope woningen de afgelopen jaren reeds gesloopt (Moerwijk, Morgenstond) en duizenden woningen zullen na verdrijving van de huidige 'joden' nog gesloopt gaan worden." Enzovoorts.

Ik ben een verklaard tegenstander van het Haags gemeentelijk beleid en word, woonachtig in de Haagse wijk Morgenstond, zelf door stadsbestuur en verdere megalomanen danig in mijn woongenot bedreigd. Toch vind ik, hoewel ik zelf graag zeer polemiserend mag schrijven, zelfs voor een column de onzindelijke vergelijkingen van Paul Waayers veel te ver gaan. Niet alleen overtrekt hij op onaanvaardbare wijze wat er zich in de Haagse regio afspeelt, minstens evenzeer bagatelliseert Waayers daarmee hetgeen zich afspeelde tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Konden de Haagse ooievaar en het stadhuisgebouw (architect Meijer werd en passant gelijkgeschakeld aan nazi-bouwmeester Speer) zich niet verdedigen, Deetman en Noordanus beten des te feller van zich af. Terecht ontstond er een enorme rel. Een geschrokken Waayers beloofde de 100 gulden honorarium voor zijn column over te maken aan de Anne Frank Stichting, waarop ik ter kennisname en standpuntbepaling fotokopieën daarheen zond. Vervolgens meldde de Anne Frank Stichting: "Wij hebben de heer Waayers laten weten dat wij het spijtig vinden een en ander uit de krant te moeten vernemen en denken dat hij niet om de juiste redenen geld heeft overgemaakt aan de Anne Frank Stichting. Het bedrag van ƒ 100,- is teruggestort op zijn rekening."

Op 14 december 1999 praten Waayers en ik over deze column. Hij ziet inmiddels ook wel dat het niet kón: "Die vergelijking toendertijd in dat blad "Circuit", nou, dat was natuurlijk gewoon...ehh...gewoon ontzettend stom. (...) Ik heb het later gewoon toegegeven. Ook taaltechnisch en stijlkundig was het gewoon bagger. Ik was gewoon bezopen en ik dacht: nou gaan we 'ns effe hard rauzen."

Ik: "Je was dronken?!"

Waayers: "Ik was dronken. Natuurlijk was ik dronken! Het was hardstikke laat en...nou, daar kan ik je nog wel een leuke achtergrondroddel bij vertellen: het was laat, ik las dat wethouder Noordanus hier in mijn vertrouwde Harderwijkstraatje ook zomaar wat huizen wilde slopen, bleek dus ook later dat er maar wat ambtenaren hadden zitten te associëren, dat bewoners uit de krànt moesten vernemen dat hun huis gesloopt zou worden, nou ja, dat soort verhalen zijn jou natuurlijk bekend als onderzoeksjournalist. Dus, op zeker moment, had ik zoiets van: en nou is de boot aan. Nou, het was laat, ik moest mijn deadline halen en het blad "Circuit", daarvan wist ik dat de eindredactie, ja, eigenlijk ongelezen alles erin donderde, want het blad was financieel op sterven na dood. Dus ze wilden niet teveel uren eraan maken en daarbij had ik ook nog een achterstallig honorarium van een half jaar. Dus..."

Samengevat: bij iemand met een dronken kop loopt de gal over. Vervolgens is er in het zichzelf kruisbestuivend circuit waarin je steeds weer dezelfde mensen tegenkomt in geen enkele situatie ook maar iemand die signaleert dat allerlei losjes neergeschreven dingen gewoon niet kúnnen. Integendeel, de redenering is als volgt: die-en-die heeft het geschreven, die-en-die deugt, dus deugt ook het geschrevene. Dat men de eigen kring op die manier welhaast pauselijke onfeilbaarheid toedicht is niet alleen levensgevaarlijk, maar ook heel gemakkelijk: je hoeft er niet bij na te denken. Persoonlijk beoordeel ik toch liever de mensen op hun uitspraken dan andersom. Wanneer zelfs op iemand met een dronken kop geen enkele controle wordt uitgeoefend, kan je erop wachten dat de zaken uit de hand lopen.

Jammer, want ik schreef al dat Waayers in wezen een aardige vent is en hij kán het wel. Zo schreef hij het juweeltje "Markante en merkwaardige middenstanders" over "De verborgen passie in het Haagse kleinbedrijf" en, bijvoorbeeld, neemt hij het in zijn column "Vloedgolven" (HS van december 1997) op voor "een meisje (dat) met de schrikachtigheid van iemand die zich geen veilig toevluchtsoord weet op mij af (kwam)" en hem om een gulden vroeg. Waayers gaf haar een tientje en weet daarover te schrijven zonder zichzelf in de hoogte te steken: "Dat meisje in Maastricht, ongeacht wie haar ouders zijn, is mijn dochter. Omdat het mijn dochter had kúnnen zijn."

Als iemand die zo kan schrijven en zich zo kan opstellen af en toe op uitglijders gewezen wordt, dan leert hij deze zelf wel vermijden. Maar in het Haagse circuit is zulke kritiek uit den boze. Dat blijkt eens te meer als 2 weken nadat de beruchte "nazi-column" in "Circuit" verschijnt, Pasgeld daar op 19 augustus 1998 in zijn Posthoorn-column op "lollige" wijze op terugkomt onder de titel "Zes overeenkomsten tussen zwangere kangoeroes en het Haagse gemeentebestuur". Dat vanuit de gemeente de door Waayers gemaakte vergelijkingen niet werden gepikt, vindt Pasgeld kennelijk maar raar: "Iedere vergelijking met het Haagse gemeentebestuur gaat mank. Dat weet ik ook wel. Toch wil ik op volstrekt persoonlijke titel eens een poging doen de leden van het Haagse gemeentebestuur te vergelijken met zwangere kangoeroes. Uiteraard met het risico door de gemeente te worden aangeklaagd wegens belediging". En: "Zwangere kangoeroes hebben ontzettend lange tenen. (...) De leden van het Haagse college van burgemeester en wethouders zijn eveneens in het bezit van lange tenen. De uiteinden van de onderste extremiteiten van vooral de wethouders Noordeinde (Noordanus - EZ), Meijer en Engerling (Engering - EZ) zijn zelfs zo lang dat je vreselijk veel moeite moet doen om er niet op te gaan staan. Dat is jammer. Want met een meer open levenshouding zouden deze overheidsdienaren wellicht iets begrijpen van de al dan niet terechte kritiek die de inwoners in Den Haag en omstreken hebben op hun vermeende ondemocratisch functioneren."

Wie zwijgt stemt toe

Toegegeven, Waayers is de enige HS-medewerker die zelf reageert op mijn brief aan de redactie van 25 mei 1999, zij het in eerste instantie niet op de hoofdzaken daarin. Op 17 september 1999 (4 maanden na verzending van mijn brief dus) belt hij op. Hij beklaagt zich bitter over het feit dat ik in mijn brief twijfels heb bij zijn wijze van schrijven. Dat moet toch echt aan mij liggen, want: "Als ik werkelijk zo'n racistische figuur zou zijn geweest, dan zou ik uit veel meer hoeken van de samenleving kritiek hebben en ik heb het alleen maar van jou." Lijkt mij niet echt een inhoudelijk argument, bovendien vergeet Paul gemakshalve even dat naar aanleiding van zijn "nazi-column" in "Circuit" ongeveer heel Nederland tot en met de tv over hem heen buitelde, maar goed...

Van de hoofdmoot van mijn brief is Paul zacht gezegd niet erg op de hoogte: hij las de brief "vluchtig" en "alweer enige tijd geleden" en checkte geen door mij aangehaalde feiten. Ik fris zijn geheugen op, waarna hij verschrikt reageert: "Als het zo is als jij dat beschrijft, dat mensen opgeroepen worden om illegalen te verlinken, dan constateer jij een NSB-mentaliteit. Een oproep tot een rol van NSB-verraad, zeg maar." En ja hoor, daar is-ie weer: "Ja, maar waarom komen er dan buiten jou van geen andere richting reacties? Waarom worden wij niet opgebeld door het Anti Discriminatie Team, waarom hebben wij geen proces aan onze broek van weet ik wat voor allochtone organisatie?"

Op een gegeven ogenblik komt in het gesprek met Waayers onder meer een opmerking van Herr Hummelmann in de Bossche Zelfk(r)ant ter sprake ("Jammer eigenlijk voor Eric dat die kinderen geen zuigelingen waren."). Paul schiet hartelijk in de lach: "Ja, god joh, dat is gewoon hoekige Haagse humor, zo moet je dat inschatten. Dat moet je toch niet serieus nemen, ben je gek, man." Even daargelaten dat ik Haagse humor niet zo goed kan plaatsen in Den Bosch: moet ik via een dergelijke mate van inlevingsvermogen voor de "grappen" makende partij dan ook gaskamermoppen maar gaan waarderen?

Misverstand

Later op de dag belt Waayers opgelucht terug: het berust allemaal op een misverstand. "Het waren geen illegalen, waar wij een hetze op voerden, nee, het waren mensen en of het nou Roemenen, Joegoslaven of Nederlanders of Zweden zijn of wat dan ook, die dus illegaal, zonder ventvergunning, straatkranten aan de man gingen brengen. Straatkranten die journalistiek niks om het lijf hadden en daarmee een onterechte concurrentie vormden voor de andere straatbladen. (...) Dat is het verhaal!" De informatie komt van Rueb en Flemminks die door Waayers, het moet hem nagegeven, ter verantwoording geroepen zijn. Helaas nam hij, ondanks mijn eerder daarop hevig aandringen, nog altijd niet de moeite een en ander zelf in HS na te lezen, waardoor hij slechts kan fungeren als roeptoeter van de hoofdredactie in plaats van een eigen mening te verdedigen. Dat praat wat moeizaam, dus werd het gesprek uiteindelijk maar beëindigd.

Wat mij beangstigt is het gemak waarmee ook Waayers, die toch oprecht geschokt leek door wat ik hem even eerder vertelde, zich door Rueb en Flemminks gerust laat stellen zonder zelf ook maar iets te onderzoeken. Misschien een overblijfsel uit zijn SP-tijd. Toen ik over die club eens een kritische brochure publiceerde, werd het de SP-afdelingen rechtstreeks vanuit het hoofdbestuur verboden die te lezen. En "natuurlijk" hield men zich daar keurig aan.

Brief aan HS-redactie

Op 25 mei 1999 stuur ik een van enkele bijlagen voorziene brief aan de "redactie Haags Straatnieuws". Ik stel daarin de onderhavige affaire op niet mis te verstane wijze aan de kaak. Mij dunkt, na verlinken, laten opsluiten en uitwijzen van 8 geïllegaliseerden en het juichend verhalen over dit "succes", is er ook wel "enige" reden voor een boze brief. In de hoop dat niet ten hele gedwaald, maar alsnog ten halve gekeerd zou worden, houd ik ondanks mijn woede tegenover de grotere media de zaak nog altijd stil. In mijn brief schrijf ik letterlijk: "...omdat ik, gezien de op zich sympathieke doelstelling van het blad, er niet om zat te springen Haags Straatnieuws meteen grootschalig aan de schandpaal te nagelen heb ik erover nagedacht hoe jullie een waarschuwing te doen toekomen zonder meteen een, op z'n Haags gezegd, pleurisrel te laten ontstaan. Uiteindelijk leek het mij een goed idee enkele (fotokopieën van) exemplaren van Haags Straatnieuws toe te sturen aan het Bossche blad Kleintje Muurkrant. Van dat blad weet ik dat de medewerkers ervan al eerder over hetzelfde onderwerp als wat mij niet lekker zit aan Haags Straatnieuws, van gedachten wisselden met straatkrant-betrokkenen elders in het land. Bijkomend voordeel van deze door mij gevolgde handelwijze was dat ik ook niet zelf een stukje hoefde te produceren en er nog een extra check op zat of ik het allemaal niet wat te zwaar opneem."

Desondanks werd mijn brief en het karig versturen van slechts enkele afschriften mij niet in dank afgenomen. Toen Gerrit de Wit, medewerker van De Fabel van de illegaal, een Leidse organisatie die illegalen ondersteunt, naar de HS-redactie belde, bestond een niet gering deel van het gesprek met Rueb uit het door Rueb briesen van, om het heel voorzichtig uit te drukken, negatieve kwalificaties over mij: ze "kenden mij wel", het was een kwestie van "oud zeer" en vooral ook was het allemaal overtrokken, en dergelijke. Wat de aanval op mijn persoon betreft, zoiets is moeilijk te weerleggen en eigenlijk hoef ik ook niet zo nodig. Behalve Waayers, tegen wiens stijl van schrijven ik inderdaad soms mijn bedenkingen heb, kan ik slechts opmerken geen van de in het colofon vermelde HS-medewerkers te kennen. Op een inhoudelijke beantwoording van mijn brief had ik in kunnen gaan, op een telefonisch voor zot uitgemaakt worden is dat onmogelijk.

Zouden Rueb en Flemminks c.s. soms abusievelijk denken dat ik een enge Roemeen ben? Of verschijnt er binnenkort in HS een artikel met de onthulling dat ik de godfather ben van een Zwitsers bende-conglomeraat? Ik zie het verhaal al voor me: "Regelmatig rijden bij Zwitser surveillancewagens door de straat. Soms worden door baldadige jongeren ruiten ingegooid in het winkelcentrum waar hij woont. Enkele jaren terug heeft op een oudejaarsnacht zelfs de hondenbrigade moeten ingrijpen..." De toon voor Ruebs verdere uitlatingen over mij ook tegenover andere derden was gezet. Het zij zo, van tientallen jaren kritisch schrijven krijg je een dikke huid.

Ellendiger was dat, naar ik van meerdere redactieleden begreep, zij mijn brief (in eerste instantie) niet te zien kregen. Denk nog even terug aan wat Verbraeken hierover zei. En Waayers belt mij pas 's ochtends 17 september (1999, dat nog wel, bijna 4 maanden na verzending!) over mijn kennelijk (inmiddels) op de redactie rondslingerende brief. Waayers: "Je brief bereikte niet alleen mij, maar ook anderen. Tuurlijk, joh. Die brief ligt daar gewoon op een bureau en de verslaggevers lopen binnen en die bladeren eens wat, die lezen een stuk en dan gaan ze weer weg." En vinden het allemaal dus wel best, kennelijk, want niemand reageerde.

Brief aan HS-bestuur

Na 4 weken had ik, behalve de wilde uitlatingen van HS-hoofdredacteur Rueb aan mijn adres die ik via via vernam, nog geen enkele reactie van de HS-redactie ontvangen. Nu staat in het HS-colofon: "Haags Straatnieuws is een uitgave van Stichting Haags Straatnieuws". Je zou dan ook even een vermelding van de bestuursleden verwachten en zo al niet een kantoor-, dan toch tenminste een pòstadres, maar nee, zulke gegevens kwam ik in een HS-colofon nog nooit tegen. Gelukkig brengt het telefoonboek uitkomst en bij het adres Groot Hertoginnelaan 45 in Den Haag geef ik aan een vriendelijke dame een per 23 juni 1999 gedagtekende, aan het HS-bestuur gerichte en van vijf bijlagen voorziene brief af. In de brief breng ik mijn standpunt inzake de affaire naar voren en stel zeer expliciet een negental vragen. Onder de bijlagen een afschrift van mijn brief, 4 weken eerder gericht aan de redactie van HS. Afschriften gingen evenals toen naar Kleintje Muurkrant, De Fabel van de illegaal, Stadsdeelkantoor Escamp, Bureau Discriminatiezaken en ditmaal ook naar enkele geïnteresseerde derden.

Ook op deze brief komt geen enkele reactie. Inmiddels ontdekte ik dat in die tijd ook de HS-redactie zelf gehuisvest was aan de Groot Hertoginnelaan 45. Ik zal het niet hardop zeggen, maar mag ik wel dénken dat daardoor mijn brief pas na een belletje naar de voorzitter van het bestuur ter bestemder plekke kwam? Toen ik namelijk richting 2 maanden later nog altijd niets van het bestuur vernomen had, vond ik het welletjes. Op 18 augustus 1999 belde ik de Kamer van Koophandel en kreeg de bestuursgegevens:

Eind mei 2000 vormt dit vijftal in ongewijzigde functiebezetting nog altijd het bestuur, vanaf 23 november 1999 uitgebreid met het lid de heer M.J. Potman.

Pas anderhalve maand later slaag ik er op 3 oktober eindelijk in voorzitter Ad Engelvaart telefonisch te bereiken. Ik vraag: "Wat is de reden dat het bestuur van HS mijn brief van 23 juni niet heeft beantwoord?"

Engelvaart: "Ik heb geen idee wat de reden daarvan is, ik heb ook geen brief gezien van u."

Bankrovers?!

Inwendig zuchtend leg ik voor de zoveelste keer uit waarover het gaat. Ondertussen vraag ik me wel af waarom ik eigenlijk nog dingen op papier zet als de ene helft van de geadresseerden ze niet eens te zien krijgt en de andere helft ze niet leest. Maar goed, ik heb Engelvaart eindelijk aan de lijn en vertel hem over het hoe en wat. Hij blijkt weliswaar de artikelen in HS niet te kennen, maar wel een idee te hebben van de achtergronden. "Ik ben ervan op de hoogte dat er een hele Roemeense club mensen in België is geweest die zich na verloop van tijd naar Nederland hebben verplaatst en die daar gewoon een zogenaamd Straatnieuws uitbrachten wat bestond uit allerlei kopieën van bestaande Straatnieuwsen en dat gewoon ook gingen verkopen."

Ik probeer Engelvaart twee zaken duidelijk te maken:

- ten eerste, dat ik geen voorstander ben van criminele organisaties van welke nationaliteit dan ook, maar dat ik wél vind dat je het bestaan daarvan eerst hard moet kunnen maken voor je ze aanpakt;

- ten tweede, dat in dit geval niet alleen de (eventuele) criminelen zijn aangepakt, maar dat vooral de door hen misbruikte geïllegaliseerden het slachtoffer zijn geworden, en dat onder luid gejuich van HS.

Engelvaart is zich van geen kwaad bewust: "Maar zou u er dan ook bezwaar tegen hebben als in een krant gepubliceerd werd: "Bankrover aangehouden en overgedragen aan de politie"? (...) Ik snap uw punt niet helemaal, moet ik u eerlijk zeggen. Er zijn een aantal mensen, die doen dus kennelijk handelingen die hier in Nederland niet mogen (niets anders dan zijn eigen HS-verkopers ook doen, namelijk venten zonder vergunning! - EZ), dat wordt geconstateerd, er is een bepaalde groep mensen die daardoor gedupeerd worden, namelijk de verkopers van de diverse Straatnieuws-kranten, ja, doordat er mensen op een illegale manier bezig zijn met het verkopen van Straatnieuws. Op een gegeven ogenblik wordt dat aangekaart, dat kan ik me heel goed voorstellen dat dat gebeurt en dan blijkt het dat die mensen illegaal zijn. (...) Wat is nou uw ethische bezwaar hiertegen, dat begrijp ik niet helemaal."

Ik doe nog enkele pogingen om het uit te leggen, maar stuit op een muur van onbegrip. Ook Engelvaart is overigens, ook al heeft hij noch mijn brieven aan redactie en bestuur, noch de betreffende artikelen in HS gezien, bij voorbaat van de goede bedoelingen van HS overtuigd: "Ik weet bijna wel zeker, daar durf ik mijn hand wel voor in het vuur te steken, degene die dat artikel heeft geschreven, dat is nou typisch niet iemand die gewoon probeert moeders met kinderen over te leveren in een crimineel circuit. (...) De manier waarop iemand iets schrijft, is bijna altijd multi-interpretabel. Het hangt er ook heel erg vanaf gewoon wat degene die het leest ermee doet." En ook hier weer: "Als het inderdaad zo schokkend is als u het voor doet komen, denk ik dat er wel meer mensen aan de bel hadden getrokken."

In Enschede was er ook maar één persoon die zich verzette tegen het verlenen van een vergunning aan SE Fireworks, maar of-ie daarom nou helemaal ongelijk had...?

Over slechts één ding zijn Engelvaart en ik het eens: ik had antwoord op mijn brieven moeten hebben. Hij belooft dan ook er achteraan te gaan, een en ander te bekijken en alsnog met een schriftelijke reactie te zullen komen.

Die valt, gedagtekend 15 oktober, op 23 oktober 1999 in mijn bus. Wat betreft de 9 door mij gestelde vragen, daarop wordt in het korte briefje in het geheel niet ingegaan. En wat de door HS veroorzaakte en toegejuichte uitzettingen betreft: hoera hoera, het is allemaal een kwestie van "verkeerde interpretatie" die heeft geleid tot "een hoop overbodige commotie", hetgeen het bestuur zeer betreurt. Het staat er letterlijk: "Het betreft hier dus geen illegalen in de zin zoals door u bedoeld." Zou iemand dan zo vriendelijk willen zijn de Vreemdelingendienst even uit te leggen dat ze kennelijk een foutje hebben gemaakt?

Onvoldoende actueel en opzienbarend

Mijn coulance met de straatkranten waardoor ik niet meteen naar "de" pers holde, had een vervelend gevolg. Door mijn maandenlange aarzeling (nog verlengd door het uitblijven van antwoord op mijn brieven aan HS-redactie en -bestuur) kreeg "de actualiteit" een flinke knauw. Zelf zou ik zeggen dat er, gezien de ernst van de situatie, ook enkele maanden later nog voldoende reden tot publicatie is (zeker ook gezien de wijze waarop het bestuur op 15 oktober 1999 alsnog schriftelijk deed weten geen problemen met het voorgevallene te hebben). Helaas, de pers dacht daar anders over. Met één uitzondering: in de Haagsche Courant van 23 september 1999 besteedde Herman Rosenberg wel aandacht aan de affaire. Ook Rosenberg signaleert het voldane gevoel van HS over het "succes" van het verlinken en de uitzetting als gevolg daarvan. Ik citeer: "Haags Straatnieuws begeleidde deze gebeurtenissen in zijn kolommen. Niet zonder tevredenheid constateerde de redactie in het maartnummer: "Eén Haags Straatnieuwsverkoper wist zelfs de politie te alarmeren waardoor vier illegaal in Nederland verblijvende Roemenen konden worden gearresteerd"." Gerrit de Wit, die ik afschriften van mijn brieven aan redactie en bestuur van HS zond, verklaart namens De Fabel van de illegaal in het artikel: "Ik vind de juichtoon die het Haags Straatnieuws aanslaat heel ongepast. Zo van: hoera, weer een illegaal de grens over."

Het is dit artikel in de Haagsche Courant waarin Therese Flemminks de ongegeneerde brutaliteit heeft te jammeren dat ze het vooraf allemaal niet kon weten en dat het onmogelijk was met de concurrerende straatkrantverkopers in contact te komen: "Toen hebben we de politie gewaarschuwd, maar niet met het doel om deze mensen te laten uitzetten." Als ik in de tram mijn benen in het gangpad leg terwijl er een blinde aankomt, dan kan het wel niet mijn bedoeling zijn die persoon te laten struikelen, maar wat denk je, Therese, zou het toch niet een ietsiepietsie te voorzien zijn? En áls dat dan gebeurde, dan zou ik toch heel hartgrondig "sorry" zeggen, iets wat ik al helemaal mis in de reacties van alle betrokkenen. Wat ik trouwens ook wel eens zou willen weten is hoe men heeft geprobeerd contact te leggen en waarom dat niet is gelukt. Zeker voor HS-medewerkers, gewend om met uiteenlopende types om te gaan, moet dat toch niet al te moeilijk zijn geweest.

Het Parool: ooit een illegale krant

Een wel heel vreemde rol speelde verslaggeefster Mareille Vlaskamp van Het Parool, een krant waarmee ik de afgelopen jaren enkele malen leuke ervaringen had. Uitgerekend bij dit uit het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog voortgekomen dagblad werd door Vlaskamp de deur op wel zeer grove wijze gesloten gehouden. Vlaskamp vormt een schoolvoorbeeld van de mate waarin criminalisering mensen en dus ook dagbladredacteuren kan beïnvloeden.

Nadat ik begin september 1999 na telefonisch overleg de stukken aan Het Parool heb opgestuurd, bel ik op 28 september om naar de stand van zaken te informeren. Het blijkt ondergebracht bij Vlaskamp, waarmee ik dan ook word doorverbonden. Voor de goede orde: zij beschikt over alle stukken, waaronder mijn brieven en de HS-artikelen inclusief dat met de oproep: "En komt u lieden tegen met een 'fout' ogende krant, neemt u dan - mede op verzoek van de politie Haaglanden - s.v.p. meteen contact op met de politie in uw district."

Vlaskamp: "Ha, u bent de meneer van de straatkrant in Den Haag. Ik heb uw pakketje doorgelezen. Ik kan er nog even niks mee, eerlijk gezegd. Ik zie toch niet echt een heel concreet bewijs of zo. Kijk, u zegt die straatkranten die deugen niet, de mensen die moeten illegalen aangeven, nou, ik heb het pakketje doorgenomen maar, ja, ik zie wel allerlei stukjes en zo, maar ik zie nou niet echt ergens in staan dat straatkrantverkopers op illegalen jágen. Zo meen ik althans begrepen te hebben dat uw beschuldiging luidt."

Ik wijs haar op mijn twee bezwaren: criminalisering enerzijds, oproep tot verlinken anderzijds.

Vlaskamp: "Ja, maar, die oproep, waar zie ik die dan? Dat zie ik daar toch niet zo bij die stukken zitten."

Volgt enige verwarring. Uiteindelijk citeer ik het juichende verhaal over de uitzettingen uit HS van maart 1999.

Vlaskamp: "Ja, maar dat is nou net iets wat u voorleest wat u mij dan...ehh...of ik heb het niet goed gelezen, hoor, dat kan ook."

Ik: "Sorry, maar het staat in mijn brief van 25..."

Vlaskamp: "Ja, u kunt mij wel brieven sturen, maar het gaat mij niet om uw brieven, het gaat mij om wat er concreet in die straatkrant gepubliceerd is, want anders kan ik er niks mee."

Ik: "Ja, maar die stukken heb ik meegestuurd."

Vlaskamp: "Dan is, anders is het... Nee, dat citaat dat u nu voorleest, dat komt me volkomen onbekend voor."

Ik: "Nou, maart 1999, HS, daar staat het echt in."

Vlaskamp: "O, dat is dat grote ding, ja. Wacht eventjes, hoor, even kijken. Ja, maar dat gaat dus toch...dat ging dus toch...ehh...toch weer over die mensen die met straatkranten lopen die niet straatkranten waren, maar illegale...ehh...straatkranten, zullen we maar zeggen."

Ik doe nogmaals een poging om het uit te leggen.

Vlaskamp: "Ja, ik begrìjp uw punt wel. Het probleem is alleen dat...kijk, ik wil best aannemen dat het verhaal is zoals u dat vertelt, alleen, je moet het dus tussen de regels door lezen uit de stukken die u hebt meegestuurd. (...) Nou, bel ik de mensen op, zeggen ze: "Nou, daar is helemaal niks van waar. Het enige wat wij niet willen is dat mensen zich voordoen als verkoper van het HS en eigenlijk gewoon een vervalst krantje verkopen, want dat is slecht voor de naam van onze verkopers en daar doen we het voor." Nou is het zo dat in Rotterdam, waar ik vaak kom, daar is een soortgelijke affaire, daar hebben we dus ook een straatkrant en daar heb je dus ook op een gegeven moment gehad dat je daar dus een aantal verslaafden had die die straatkrant verkochten die dat dus gewoon keurig en netjes helemaal deden zoals dat hoorde, maar dat er ook een aantal waren die dat dus zonder toestemming deden van diegene die die straatkrant maakte en dat waren dus van die jongens dat als je dan je portemonnee pakte om een gulden te pakken of 2,50 voor de straatkrant, dat ze dan met een andere gozer achter je de portemonnee uit je handen gristen."

Ik: "Ja, maar dat doet die moeder met 3 kinderen niet."

Vlaskamp: "Ja, dat kan allemaal wel zo zijn, maar kijk, het is natuurlijk het principe van iemand verkoopt dat ding, krijgt daar toestemming voor, die heeft een pasje, die zit in, zal ik maar zeggen, de straatkrantenverkopersclub, als dan iemand van buiten de straatkrantenverkopersclub ook straatkranten gaat verkopen, of het nou iemand is die dat doet omdat-ie anders niet te vreten heeft zoals die zielige moeder of omdat het een verslaafde is die denkt: zo kan ik mooi iemand rollen, het blijft en het is tegen de regels."

Ik: "Het is toch niet verboden om een krant uit te brengen?"

Mevrouw Vlaskamp, kennelijk niet geheel wakker toen zij de stukken doornam (als zij dat al deed), verkeert in de veronderstelling dat de verkopers zich voordoen als HS-verkopers. Ik leg uit dat dat absoluut niet het geval is, dat ze gewoon met hun eigen duidelijk herkenbare krant colporteren.

Vlaskamp: "Nou, dan zullen ze daar wel geen toestemming voor hebben, denk ik."

Ik: "Maar hoezó geen toestemming, om te venten daar? Dat heeft HS ook niet. Die worden ook alleen maar gedoogd, dat schrijven hun juristen ook in een van de artikelen die ik u heb toegestuurd, dat dat een probleem is om ze aan te pakken. En dan kan je dus kiezen voor op een enorme manier criminaliseren en dat verder niet onderbouwen, want anders zou ik dus het woord criminaliseren niet gebruiken en als dat dan ook niet voldoende werkt, dan kan je dus nog kiezen voor een oproep en die is wel degelijk gedaan dus, die hebt u zelf ook gezien, h.."

Vlaskamp: "Ja."

Vlaskamp heeft er duidelijk genoeg van en begint oeverloos te mieren over het feit dat zij mij niet kon bellen omdat zij mijn nummer niet had (staat, nota bene, én op mijn brief aan Het Parool én met voor- en achternaam voluit in het telefoonboek én is bekend bij Inlichtingen) en besluit dan: "Oké. Goed. Ik ben er dus nog mee bezig. Als ik er wat meer over wil weten, bel ik u eventjes op en ik neem het heus wel serieus, alleen, dit zijn dingen, juist omdat ze tussen de regels door zijn, die moeilijk om naar boven te halen zijn, dat weet u zelf net zo goed als ik."

Van Vlaskamp heb ik niets meer vernomen. Als ik in het tweede kwartaal van 1999 dit stuk aan het schrijven ben, besluit ik voor alle zekerheid even te bellen of zij toch niet alsnog over deze affaire heeft gepubliceerd.

Ik: "Dat is waarschijnlijk niets geworden qua publicatie?"

Vlaskamp: "Nee. Nee, kijk, het worden verhalen van uw woord tegen het hunne en dan krijg je zo'n verhaal van: hij zegt dit, maar die ander zegt dat en dan zegt hij weer dit en die ander zegt weer dat en ze vinden allebei dat ze gelijk hebben, nou, en dan houdt het op. En wat moet mijn lezer dan, dan moet mijn lezer zelf gaan kijken: nou, wie vind ik nou dat er gelijk heeft?"

"En wat moet mijn lezer dan...?"

En ik altijd maar denken dat Parool-lezers tot het dénkend deel der natie behoren. Vlaskamp maakt mij duidelijk dat (een deel van) de Parool-redactie daarover blijkbaar een andere mening heeft. Waar komt toch die rare weerzin vandaan tegen het schrijven van een artikel, op basis van zwart op wit staande citaten en hoor en wederhoor, aan de hand waarvan inderdaad de lezer zelf een standpunt kan bepalen?

Je zou toch zeggen dat wanneer Vlaskamp de HS-hoofdredactie belt en confronteert met de citaten uit eigen bladen en die redactie ontkent, zij als verslaggeefster toch in staat moet zijn dat in artikelvorm weer te geven. Maar nee, Vlaskamp is niet objectief meer, HS kan tevreden zijn, de criminalisering heeft haar werk gedaan en zelfs zodanig dat Vlaskamp er zelf nog een stevige schep bovenop doet met de onzindelijke vergelijking tussen enerzijds mensen die wat proberen te verdienen met de verkoop van straatkrantjes, ook al zijn ze dan niet "netjes" bij een organisatie aangesloten, en die absoluut niemand overvallen of wat dan ook, en anderzijds lieden die straatkranten verkopen als middel voor een beroving.

"Stadskrant"

Op 6 september 1999 informeerde ik per brief met bijlagen de Haagse burgemeester Wim Deetman (overigens ook lid van de commissie van burgemeesters van de 4 grote steden die zich buigt over de legalisering van de witte illegalen) en de wethouder van Sociale Zaken en Integratiebeleid Pierre Heijnen, want die hadden er blijkbaar ook overheen gelezen. In beide brieven luidde de afsluitende alinea:

"Het is nadrukkelijk niet mijn bedoeling middels deze brief met u een discussie aan te gaan over het beleid ten aanzien van geïllegaliseerden. Daarvoor is mijn persoontje ook te onbeduidend. Ik zal hier dan ook niet vragen of de gemeente Den Haag op welke wijze dan ook subsidie en/of faciliteiten aan Haags Straatnieuws verleent. In deze brief beperk ik mij met mijn vraag aan u als mens en als burgemeester (resp. wethouder - EZ) uitsluitend tot het volgende:

zijn wij het erover eens dat het maatschappelijk hoogst ongewenst is dat een blad als Haags Straatnieuws en in feite welk blad dan ook, teneinde te komen tot uitschakeling van kennelijk niet op andere wijze terug te dringen concurrentie, in het blad op een dergelijke wijze mensen zonder enige werkelijke onderbouwing criminaliseert alsook oproept hen aan de politie te verlinken met als gevolgen de voor een lichte overtreding als venten zonder vergunning oneigenlijk zware middelen als insluiting van mede kinderen en uiteindelijk zelfs uitzetting?

Het tijdperk dat verbanning een gebruikelijke straf was, ligt gelukkig ruim achter ons. Gelukkig óók voor de Haags Straatnieuws-verkopenden zélf, die zich immers aan hetzelfde "vergrijp" schuldig maken en zélf zich wél wentelen in de ten aanzien van hen betrachte coulance van overheidswege.

Ik neem aan dat de bijgesloten stukken voldoende zijn om het u mogelijk te maken mij uw antwoord op deze vraag te doen toekomen.

Hoogachtend, Eric Zwitser"

De "reacties" op deze brief getuigen opnieuw van een enorme betrokkenheid. Wethouder Heijnen verspilt er helemaal geen briefpapier aan, die laat "gewoon" niets horen. Burgemeester Deetman komt aanzienlijk verder met een brief van één (héle!) regel. Met als vermelding "Onderwerp Stadskrant" (de Stadskrant is een tweewekelijkse officiële uitgave van de gemeente Den Haag, sic!) deelt hij op 5 oktober (1999, dat wel!) mee:

"Geachte heer Zwitser,

Naar aanleiding van uw brief van 6 september bericht ik u, dat ik er geen behoefte aan heb een uitspraak te doen over de door u geformuleerde stelling.

Met vriendelijke groet, Drs. W.J. Deetman"

Het enige dat ten voordele van deze reactie valt te zeggen, is dat zij zich keurig houdt aan het voorgeschreven Haags-topambtelijke tempo van één regel, per burger, per maand. De burgemeester geeft het goede voorbeeld. Deed hij dat nou ook maar op het punt van maatschappelijk fatsoen en betrokkenheid bij geïllegaliseerden! Maar wellicht speelt mee dat wethouder Jetta Klijnsma (Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie) volgens HS van januari 1999 het blad het predikaat "de beste daklozenkrant van Nederland" heeft gegeven?

Hoe kan dit allemaal?

Het lijkt heel verrassend dat een verlinkingsactie wordt opgezet en uitgevoerd vanuit een sociaal actieve en sociaal voelende hoek, zoals een groep mensen die een straatkrant draaiende houden. Je vraagt je af hoe het mogelijk is dat men zo, op z'n minst kortzichtig, te werk gaat. En waarom niemand binnen de kringen van HS zich realiseert wat er gebeurt en er een stokje voor probeert te steken. Maar als je je wat meer in de achtergronden verdiept is dat misschien ook weer niet zo heel verbazingwekkend.

Om te beginnen is HS in een stichtingsvorm gegoten. Een vereniging heeft, doordat leden via bijvoorbeeld jaarverslag en jaarvergadering inspraak kunnen uitoefenen en een controlerende en, indien gewenst, corrigerende invloed op het bestuur hebben, een meer democratisch karakter. Gezien echter de bonte verscheidenheid aan personen en te verwachten meningen bij een doelgroep als die van HS, dient er begrip voor te zijn dat om redenen van werkzaamheid is gekozen voor het oprichten van een stichting. Maar ook binnen een stichting is het mogelijk meer democratische waarborgen in te bouwen via bijvoorbeeld een Huishoudelijk Reglement. Áls iets dergelijks al bestaat, heb ik er binnen HS nooit enige verwijzing naar kunnen vinden. En wat een redactiestatuut betreft heb ik evenmin de indruk dat zoiets voorhanden is, onder meer gezien Verbraekens opmerking "Het is min of meer een los zand-verband met alleen twee hoofd- c.q. eindredacteuren en dat zijn Therese en Robert-Jan."

Dick Koole is degene die midden jaren 90 met HS begint en zich ten koste van veel tijd en energie ervoor inzet. Na geruime tijd krijgt hij als hoofdredacteur versterking van Flemminks in de functie van eindredacteur. Na zich enkele jaren met hart en ziel aan HS gewijd te hebben en het blad te hebben opgestoten naar een oplage van 40.000 verkochte exemplaren, ontstaat er een conflict. Het nummer van december 1997 meldt onder het kopje "Dick Koole treedt terug als hoofdredacteur Haags Straatnieuws":

"Het bestuur van Haags Straatnieuws heeft ingestemd met het verzoek van Dick Koole om zijn werkzaamheden voor Haags Straatnieuws met onmiddellijke ingang te mogen beëindigen. Als reden van zijn verzoek heeft hij een verminderde motivatie aangegeven en het feit dat zijn werk voor Haags Straatnieuws niet langer te combineren is met zijn overige werkzaamheden. Dick is vanaf het begin betrokken geweest bij Haags Straatnieuws. In afwachting van de aanstelling van een nieuwe hoofdredacteur zullen zijn taken tijdelijk onder verantwoordelijkheid van het bestuur worden waargenomen. Het bestuur wenst Dick veel succes in zijn verdere carrire. Namens het bestuur, Ad Engelvaart, voorzitter."

Waarmee Dick het dan mag doen. Na de krant te hebben opgezet en enkele jaren dag en nacht ervoor in touw te zijn geweest ("Op z'n Dick Kooles", zoals zijn vrouw de inzet van haar man bij zulke projecten uitdrukt), is dit afscheidswoord wel wat erg magertjes. En de lezer wordt ook niet verder geïnformeerd, terwijl ik me toch zou kunnen voorstellen dat ik niet de enige ben die zich afvraagt wat de reden is van die "verminderde motivatie".

Sinterklaas

Op dezelfde pagina wordt ook gemeld: "Om een interessante krant te blijven garanderen, heeft het bestuur besloten nog een eindredacteur aan te stellen: Robert-Jan Rueb. Hij heeft zijn voetsporen in de journalistiek onder andere verdiend tijdens zijn tienjarig hoofdredacteurschap van de DOEN Agenda. Ook is hij mede-oprichter van het Haagse columnistenkollektief "Groeten uit De Haag". Robert-Jan is al enige tijd als redacteur aan Haags Straatnieuws verbonden en levert maandelijks een bijdrage met de rubriek "De favoriete straat van ...", waarin hij iedere maand een bekende Hagenaar meeneemt naar zijn of haar favoriete straat in de Residentie. Deze maand heeft hij niemand minder dan Sinterklaas kunnen strikken voor een interview." Wauwie!! Ik ben onmiddellijk gerustgesteld, dat blijft inderdaad een interessante krant! Vol verwachting kijk ik uit naar reportages over de Kerstman en de Paashaas. Begrijp me goed, ik heb niets tegen wat luchtigheid in een blad als HS, maar breng het dan niet alsof je Elseviers Weekblad aan het voorbijstreven bent.

Overigens: laatstgeciteerd stukje is geplaatst onder het kopje "Van de eindredactie" die dan voor het eerst als bestaande uit Therese Flemminks en Robert-Jan Rueb in het colofon vermeld staat. Flemminks en Rueb zien de in het colofon vermelde "medewerkers" dus ook als "redacteuren" (immers, in verband met zijn maandelijkse bijdrage als medewerker wordt Rueb in het in de vorige alinea weergegeven citaat "redacteur" genoemd) en des te kwalijker is het dat mijn aan de redactie als geheel gerichte brief niet (duidelijk) bij de leden van die redactie onder de aandacht is gebracht.

Naadloos en opnieuw zonder enige info richting de lezer gaat het gedeelde eindredacteurschap van Flemminks en Rueb in het colofon over in een gedeelde hoofd- en eindredactie. Waar bij HS volgens medewerkers al geheel geen sprake is van enige structuur in de redactie, laat staan van een redactiestatuut of iets dergelijks, worden zonder enige nadere mededeling de, als het goed werkt, elkaar controlerende functies van hoofdredacteur en eindredacteur gelijkgeschakeld in een gedeelde hoofd- en eindredactie. Kennelijk worden de taken van de hoofdredacteur niet meer onder verantwoordelijkheid van het bestuur waargenomen. Maar mogen we dat dan ook even horen?

Het is duidelijk dat er geen grote onderlinge controle binnen de redactie bestaat. Die hangt immers als los zand aan elkaar, inhoudelijk valt er geen enkele redactionele lijn te ontdekken, men levert min of meer regelmatig haar of zijn stuk of stukje in en enige betrokkenheid bij het blad is er verder geheel niet. Ik sprak 3 redacteuren, daarvan bleek er een alleen de eigen artikelen te lezen, een tweede leest het volgens eigen woorden "niet elke maand zorgvuldig" en "er valt wel eens wat uit", terwijl ook de derde niet uitblonk in kennis van de inhoud. Van deze 3 behoren er 2 tot de meest prominente medewerkers! Gecombineerd met een houding van "wat zijn wij met z'n allen toch goed bezig" (denk aan wat bijvoorbeeld Julius Pasgeld in deze stijl zei) is dit geen omgeving waarin enige zelfkritiek kan worden verwacht. Als dan ook nog het bestuur het blijkbaar allemaal wel best vindt zolang er maar niet massaal door lezers aan de bel wordt getrokken, kunnen de dingen uit de klauw gieren.

Het bestuur

Over de samenstelling van het HS-bestuur wordt de lezer volstrekt in het ongewisse gelaten. Alleen Huub Donken wordt regelmatig in artikelen genoemd als zakelijk leider van HS of in functies c.q. betrokkenheden elders. Bij het "afscheid" van Dick Koole tekende Ad Engelvaart als voorzitter, maar naast zulke uiterst summiere "informatie" tussen de regels door heb ik verder nooit andere HS-bestuursleden als zodanig in de kolommen van het blad aangetroffen. Dat hoeft van mij niet voluit elke keer in het colofon, maar het afdrukken van bijvoorbeeld een postadres van het bestuur lijkt mij toch een tamelijk normale zaak. Zoals het mij evenzeer normaal toeschijnt dat bij wisseling van bestuursleden of uitbreiding van het bestuur, daarvan kort melding wordt gemaakt, inclusief mededeling van functies en betrokkenheden elders. Daar wordt bij HS anders over gedacht. Op 23 november 1999 wordt bijvoorbeeld M.J. Potman lid van het bestuur en daaraan besteedt HS geen enkele aandacht. Zo je al niet een achtergrondverhaaltje zou verwachten, dan toch tenminste even een mededeling. Maar niets dus, geen letter!

Volgens informatie van de Kamer van Koophandel maakten tot 23 november 1999 5 mensen deel uit van het bestuur, daarna 6, waaronder Tom Hessing en Huub Donken.

Tom Hessing

Het is nogal verbazingwekkend dat Tom Hessing naast zijn functie als algemeen directeur van de Kessler Stichting ook bestuurslid is bij de Stichting Haags Straatnieuws. Is het immers niet de Kessler Stichting die, naast ook positievere geluiden die kant uit, in HS regelmatig te kijk wordt gezet?

Prima bewijs voor de onafhankelijkheid van de redactie, zou je geneigd zijn te denken. Helaas valt dat tegen, want in HS van april 2000 staat in "Van de hoofdredactie": "Toen wij Tom Hessing, de algemeen directeur van de Kessler Stichting, om een reactie vroegen op ons artikel over de perikelen rond 'zijn' Soepbus, was het eerste wat hij ons vroeg: "Waarom plaatsen jullie dit artikel eigenlijk?" Met enige verbazing antwoordden wij: "Omdat we de afgelopen jaren al drie keer eerder een artikel plaatsten, waarin we de verslechterende situatie signaleerden en er sedertdien niets veranderd is. De situatie lijkt de laatste tijd zelfs nog verder te verslechteren. En omdat we dit keer eindelijk mensen 'on the record' mochten interviewen." "O, dan is het goed", zei Hessing."

Je zou in dit stukje toch minstens ook even de informatie verwachten dat Hessing bestuurslid bij Haags Straatnieuws is. Maar kennelijk is dat nog niet "O, dan is het goed" vrijgegeven voor publicatie?

Huub Donken

Volgens een insider in kerkelijke kring is Donken "gewezen dominee, met pensioen". Officieel zou Donken "afscheid genomen hebben, maar nog wel adviseur zijn in de hoek van het Kerkelijk Maatschappelijk Werk". Wat betreft de controlerende en corrigerende functie die hij binnen het HS-bestuur zou kunnen hebben in een affaire als de onderhavige, wordt gereageerd met: "Ja, een figuur van druk, druk, druk, h, dus voor een heleboel dingen geen tijd om dat goed te checken." Maar: "Donken heeft geen problemen met illegale buitenlanders, integendeel, hij bemiddelt zelfs bij de witte illegalen als het gaat om ondersteuning van mensen die financieel in moeilijkheden zitten."

Door iemand die zich vanuit een ondersteunende organisatie uiterst actief met de witte illegalen bezighoudt, wordt dit zonder terughoudendheid bevestigd: "Ja, dat klopt. Dat klopt, jazeker. Donken heeft zich heel erg ingespannen om bij de gemeente geld los te krijgen om mensen en dan met name de witte illegalen die in die regeling zitten en die door de Koppelingswet getroffen... of laat ik het zo zeggen, hij is bezig geweest voor mensen die door de Koppelingswet uitgesloten zijn van alle voorzieningen, om daar geld voor los te krijgen en dat is hem ook gelukt, natuurlijk in samenwerking met anderen, maar hij heeft daar heel veel in gedaan, en hij zit inderdaad denk ik het laatste halfjaar helemaal vol met het verdelen daarvan. Dat is een helse klus, zal ik maar zeggen, want dat is natuurlijk ook nog wat, alle aanvragen en dingen." Mijn gesprekspartner heeft zelf weinig direct contact met Donken, het loopt via "iemand anders die hierbij betrokken is, maar dit is wat ik steeds meekrijg. Wat ik ook wel meekrijg is dat-ie inderdaad ongelooflijk druk is steeds en dat het ook altijd heel kort is. Maar ik kan ook in noodsituaties...ik heb dus nauwelijks dat ik hem persoonlijk ontmoet, maar als ik hem een briefje schrijf wat ik weleens doe voor mensen die helemaal omhoog zitten..." Volgen enkele voorbeelden waarin Donken snel en adequaat financieel hulp verleende.

In HS-artikelen kom je Donken tegen in vele hoedanigheden. In HS van januari 1999 wordt hij in Verbraekens stuk "We wilden dat Hou-Vast een beweging zou worden en die is er gekomen" genoemd als voorzitter van "het Comité Hou-Vast, dat aan de basis stond van het Maatschappelijk Herstel in Den Haag" (en dat zichzelf eind 1998 tot "enige droefheid" van Welzijns-wethouder Jetta Klijnsma ophief omdat, "zo vindt het Comité, de taak erop zit"). Ik citeer: "Donken heeft een imposante staat van dienst: naast zijn baan als directeur van het Gereformeerd Instituut voor Kerk en Samenleving, was hij zes jaar voorzitter van de Cliënt Advies Commissie van de Dienst Sociale Zaken. Donken was ook initiatiefnemer van het Sterhuis (een dag- en activiteitencentrum voor ex-psychiatrische patiënten), van het jaarlijks Kerstcafé voor alleenstaanden en daklozen, hij was lid van het Haags Sociaal Beraad en hij is mede-initiatiefnemer van Haags Straatnieuws."

In het "Gesprek van de dag" van Radio West-presentator Hans Pars is Huub Donken op 13 januari 2000 te gast. Hij wordt geïntroduceerd als zakelijk leider van Haags Straatnieuws, "sinds een jaar of 4". Hij is erbij betrokken sinds eind 1996 de eerste 10.000 kranten verschenen. In 1999 blijken er 570.000 kranten verkocht te zijn, maandelijks zo'n 47.500. Donken is ten tijde van de uitzenddatum werkzaam bij het Gereformeerd Instituut voor Kerk en Samenleving (GKS) en tot voor kort directeur bij Stichting Exodus, die ondersteuning geeft aan ex-gedetineerden. In het programma wordt gemeld dat er vanuit het straatkrantproject gelden gaan naar andere projecten als bijvoorbeeld het dagactiviteitencentrum Dactief.

Enquête

Vanuit "Parkstraat 32", waar onder meer ook 'zijn' GKS kantoor houdt, zendt Donken als zakelijk leider van HS in maart 2000 een enquêteformulier naar de privé-adressen van HS-lezers. Uit de begeleidende brief: "U bent bij ons bekend door de inzending van de maandelijkse cryptoville (een puzzel in HS - EZ). Vandaar dat wij uw adres weten en waar wij, naar wij hopen met uw instemming, nu gebruik van maken. Ter uwer geruststelling wellicht alleen voor het onderstaande doel!"

Het woord "wellicht" stelt allerminst gerust, temeer niet daar de vragen van de enquête betrekking hebben op geslacht, leeftijd, schoolopleiding, beroep, inkomen, de mening over HS, tientallen week-, maand- en dagbladen, de gezinssamenstelling, hoeveel men bij welke winkels aan boodschappen besteedt tot en met wat men allemaal in de vrije tijd doet en - nogal vreemd - of men HS eventueel ook zou kopen in de kiosk of er een abonnement op zou nemen.

Nadat van deze schending van de privacy melding was gemaakt bij de Registratiekamer, leverde de wijze waarop het adressenbestand was verkregen en vervolgens gebruikt Donken een stevige reprimande op. Uit een aan Donken gerichte brief van 28 maart 2000 van M.J.T. Artz, senior beleidsmedewerker van de Registratiekamer: "Dit betekent dat een kennisgeving van eerste opname slechts achterwege kan blijven indien de geregistreerde kan weten dat zijn gegevens in de registratie zijn opgenomen en voor welk doel dit is geschied. Met name wat dit laatste aspect betreft, is de Registratiekamer van oordeel dat de betrokkene in casu niet redelijkerwijs kon weten dat de gegevens die werden vastgelegd in het kader van een ingezonden oplossing van een puzzel, tevens gebruikt zouden worden voor het toezenden van andersoortige mailings op een later moment. Hiermee is gehandeld in strijd met de WPR."

Ondanks deze duidelijke draai om de oren meldt HS maanden later bij de rubriek Cryptoville nog altijd niet dat gegevens in een (eventueel ook voor andere doeleinden te benutten) adressenbestand worden vastgelegd. Dat is des te ernstiger omdat op een eerdere brief van de Registratiekamer Donken namens HS onder meer meedeelde: "Voor wat betreft de relatie Haags Straatnieuws en het Gereformeerd Instituut voor Kerk & Samenleving (GKS) is het wellicht voor de duidelijkheid goed om te melden dat ik, vanuit mijn functie als directeur van het GKS, al vanaf het begin betrokken ben bij Haags Straatnieuws en er mede-oprichter van ben." Te vrezen valt dat uit deze mededeling afgeleid kan worden dat allerlei mensen die argeloos de oplossing van een HS-puzzeltje opsturen, met hun gegevens belanden in de computers van het GKS.

Over deze privacy-schending en de daaropvolgende terechtwijzing wordt in HS in alle talen gezwegen. Het zou naar de geregistreerden toe toch niet meer dan correct zijn geweest om van een en ander melding te maken en misschien ook even sorry te zeggen.

Dactief

Dagactiviteitencentrum Dactief deelt sinds 29 oktober 1999 een ruimte aan de Laan van Meerdervoort met de HS-redactie en met de nieuwe 25 beds-nachtopvang Het Slaaphuis van de Kessler Stichting. De opening van het gerenoveerde pand wordt verricht door wethouder Jetta Klijnsma in aanwezigheid van haar collega Peter Noordanus. Werd deze in augustus 1998 door Paul Waayers nog voor Goebbels uitgemaakt, was hij met dit "compliment" niet onverdeeld gelukkig en kreeg ook Klijnsma haar deel in deze, het belet beide wethouders niet om in HS van december 1999 samen met Waayers op de foto te staan tijdens de opening van het pand. Men onthult daarbij een paar op een plank gespijkerde afgedragen klompen.

Uit een artikel over het Fonds Daklozen voor Daklozen, geschreven door Rueb in HS van augustus 1998: "Het grappige is dat, omdat het alleen maar leningen betreft, het fonds nooit slinkt. Er komt alleen maar geld bij. Om dat geld nuttig te kunnen besteden zijn we op het idee gekomen voor een Dagactiviteitencentrum, dat we in samenwerking met Haags Straatnieuws van de grond willen krijgen," aldus diaconaal werker Wil van Rosmalen. Als één van de 2 instellingen waar het fonds "een vast bedrag gestald" heeft wordt de Kessler Stichting genoemd. Wat de diaconaal werkers betreft: de Diakonie der Haagse Hervormde Gemeente is net als het GKS gehuisvest in de Parkstraat 32. Er zijn dus enerzijds verbindingslijnen met Donken, anderzijds lopen er lijnen tussen Donken en HS. "Ons kent ons", maar weer die langzamerhand intrigerende geheimzinnigheid. Het GKS is bij Dactief betrokken, maar dat blijkt in HS precies één keer in het nummer van mei 1999 en dan nog maar uiterst terloops uit een afsluitend zinnetje in een oproep voor vrijwilligers "Voor het nieuw te openen Dagactiviteitencentrum": "Heeft u interesse, dan kunt u dat schriftelijk laten weten aan de coördinator van het Dagactiviteitencentrum. GKS t.a.v. Mia Gores, Postbus 371 (de postbus van Huub Donkens "Parkstraat 32" - EZ), 2501 CJ Den Haag".

HS van april 1999: "Het dagactiviteitencentrum wordt gefinancierd vanuit de opbrengsten van Haags Straatnieuws, vanuit het Fonds Daklozen voor Daklozen en met gelden van de gemeente." Voor mij hoeft er echt niet bij elk stuk uitgebreid financieel inzicht gegeven te worden. Maar het gaat wel om geld dat door derden bij elkaar gesprokkeld of vanuit de burgerij bijgedragen wordt en om gemeenschapsgeld. Dus waarom dan niet één keer een duidelijk financieel plaatje?

Extra HS-editie nr. 7/1999, in het stukje "Financiën loopt 6.000 gulden bij elkaar voor Dagactiviteitencentrum": "Hoewel het Dagactiviteitencentrum voor een groot deel gefinancierd wordt vanuit de 'spaarpot' van Haags Straatnieuws, levert dit bedrag een aanzienlijke bijdrage aan de faciliteiten." Nobel en wellicht nodig, maar misschien ook niet en nuttiger besteed aan een ander goed doel. Voor de lezer blijft dat duister.

Hetzelfde geldt voor de 45.000 gulden die volgens HS van november 1999 door het VSB Fonds aan Dactief beschikbaar is gesteld voor inrichting van een timmer- en herstelwerkplaats. Namens de Stuurgroep Dactief verklaart Huub Donken: "De Stuurgroep Dactief is bijzonder blij met deze steun en wil het bestuur en medewerkers van het VSB Fonds van harte bedanken voor haar support!"

Verantwoording

Voor het wat dieper ingaan op Dactief en het puzzel-adressenbestand heb ik redenen. Wat Donkens veelheid aan functies betreft, het valt toe te juichen dat iemand keer op keer initiatieven neemt en functies gaat bekleden waar anderen kennelijk geen trek in hebben. Echter, wanneer het erg veel functies worden kleven daaraan ook bezwaren. Zoiets kan leiden tot zeer veel invloed c.q. macht in handen van één of slechts enkele personen, zeker wanneer je daarbij niet heel open bent over wie wat waar doet. Bovendien komen zulke drukbezette mensen ook niet meer toe aan een voldoende goed uitoefenen van hun bestuurstaken. Dat blijkt bijvoorbeeld bij HS.

Wanneer iemand met de instelling en betrokkenheid van Donken de tijd zou nemen om eens even rustig en eerlijk te bekijken wat er zich afspeelde rond de geïllegaliseerde straatkrantverkopers, dan zou hij toch moeten toegeven dat dat niet kan? Het is de combinatie van druk-druk-druk aan de ene kant en "we doen toch zoveel goeie dingen" aan de andere kant, die dat blokkeert. Een en ander leidt, wellicht onbewust, tot een dusdanig arrogante opstelling dat men zelfs voor het goede doel de privacy gaat schenden. En ook tot een rücksichtslos "het doel heiligt de middelen" (uitzetting van geïllegaliseerden ten behoeve van de verkoop van HS), waarbij het feit dat helaas weinigen zich daarover opwinden, vervolgens tot rechtvaardigingsgrond wordt verdraaid.

Hartelijk lachen

Dactief is een voorbeeld van een zaak waarover zodanig weinig openheid van zaken wordt gegeven dat het zelfs geheimzinnig overkomt wie nu precies welke inbreng heeft. Over geldstromen wordt nauwelijks gesproken. Wat is toch de reden dat dit alles voor de HS-lezers zo in het vage en verborgene wordt gehouden? In ieder geval niet dat de redactie ervan uitgaat dat de lezers niet in cijferwerk zouden zijn geïnteresseerd. Immers, in HS van maart 2000 staat een 2 pagina's lang artikel waarbij wethouder Klijnsma uitgebreid aan het woord wordt gelaten over de financiële achtergronden van Haagse hulp aan dak- en thuislozen. Het gaat om groot geld: in 2000 bijna 9 miljoen gulden voor 3 instellingen, waarbij de Kessler Stichting goed is voor ruim 4 miljoen. Bij dit artikel is ook een financieel overzicht opgenomen. Als zoiets voor de lezers interessant wordt gevonden, waarom neemt de HS-redactie dan ook niet een financieel verslag over de uitgaven en inkomsten van HS in het blad op. Gewoon een verantwoording ter grootte van bijvoorbeeld één pagina.

Nadrukkelijk merk ik hier op dat er geen aanwijzingen zijn dat er met gelden ten eigen voordele gesjoemeld zou worden. Misschien dat er hier en daar wat creatief geschoven wordt en zaken elkaar soms wat ruimhartig overlappen, maar op zich kan dat zeer werkzaam zijn. Daarvan ben ik beslist geen al te verklaard tegenstander. Maar wel zou regelmatig financiële verantwoording afgelegd dienen te worden. Dat zou wellicht ook bij de redactie en het bestuur van HS het besef doen doorbreken dat zij wel degelijk verantwoording schuldig zijn over hun doen en laten, of dat nu is op financieel terrein of anderszins. In "Van de hoofdredactie" in HS van maart 2000 juichen Flemminks en Rueb weliswaar hoe benaderbaar zij wel niet zijn: "Wij stellen het erg op prijs wanneer u uw medewerking aan ons lezersonderzoek wilt verlenen. Op- en aanmerkingen kunt u altijd bij de redactie kwijt." Maar mag ik enigszins cynisch opmerken dat het woord "kwijt" treffend juist gekozen is? Verwacht op inhoudelijke kritiek vooral geen antwoord, want dat is getuige mijn ervaring een heel ander gegeven.

Neem mij dan ook niet kwalijk dat ik heel hartelijk in de lach schiet wanneer ik bij het resultatenverslag van de "Cryptoville-enquête" in HS nr. 7/2000 afsluitend het volgende aantref: "Is er dan echt niets slecht aan de krant? Met het schaamrood op de kaken moeten we bekennen, dat dit getuige dit onderzoek inderdaad het geval is. Gelukkig denkt de redactie daar zelf anders over. Wij kennen onze tekortkomingen en blijven er aan werken deze iedere keer weer bij te schaven. Want op je lauweren rusten is dodelijk.

Wij vragen u dan ook met drang ons op de hoogte te brengen van uw persoonlijke en kritische waardering van en voor Haags Straatnieuws, de verkopers en de redactie, het maatschappelijk functioneren en de uitstraling van het fenomeen straatkrant. U kunt ons daartoe te allen tijde benaderen via Postbus 63498, 2502 JL Den Haag, of per fax (070) 3615469, of per e-mail: hsnieuws@euronet.nl".

Terug