Gebladerte-reeks 21, mei 2001

Auteur: Peter Zegers


(Eerder gepubliceerd in: Kleintje Muurkrant 353, februari 2001)

Het labyrint van Peter Edel, deel 2: LaRouche

In Kleintje Muurkrant 351 reageerde Peter Edel op mijn opmerkingen met "De oorlogsverklaring van Peter Zegers". Het is typerend dat Peter Edel mijn reactie opvat als een oorlogsverklaring, het kenmerkt zijn paranoïde kijk op de wereld. Alhoewel Edel verschillende keren heeft beweerd dat hij graag een discussie wil voeren over zijn standpunten, is zijn gebruikelijke reactie op kritiek dat hij zijn schouders ophaalt. Als Edel niet door Kleintje Muurkrant in staat werd gesteld om zijn dubieuze opvattingen te verkondigen, dan zou dat ook mijn reactie zijn geweest op de kritiek van Edel op mijn artikel "Het labyrint van Peter Edel, deel 1". Zoals ik al eerder schreef is er ontzettend veel aan te merken op de opvattingen van Edel. Dat ik slechts enkele aspecten van zijn 'theorie' besprak in mijn vorige artikel, betekent niet dat ik zou instemmen met de rest, zoals hij ten onrechte meent. Ook nu weer kan ik niet alle zaken bespreken die door Edel aangeroerd worden. In de komende nummers van Kleintje Muurkrant zal ik in drie artikelen uiteenzetten wat er mis is met Edel's 'theorie'. Behalve een beroerd schrijver, is hij ook nog een beroerd lezer. Alleen al het rechtzetten van de verdraaiingen van mijn kritiek zou een artikel of twee vergen. In tegenstelling tot wat hij meent, stond in mijn kritiek namelijk niet alleen zijn debuutartikel in Ravage centraal, maar de gehele lijn die daarin werd uitgezet en die een vervolg kreeg in Kleintje Muurkrant en in de teksten op zijn homepage. Ik vrees dat Edel niet te overtuigen valt, daarvoor zit hij te veel vast aan zijn idée fixe. Ik heb deze driedelige reactie dan ook niet voor hem geschreven, maar voor de lezers en de redactie van Kleintje Muurkrant.

In mijn vorige artikel bekritiseerde ik Peter Edel voornamelijk voor het feit dat hij slechts één onbetrouwbare bron had gebruikt voor zijn bewering over de contacten tussen de Anti Defamation League (ADL) en de Ku Klux Klan en neo-nazi's, namelijk het artikel van Scott Thompson uit Executive Intelligence Review (EIR). Nergens heb ik in mijn vorige artikel beweerd dat de ADL boven elke kritiek verheven zou zijn. In plaats van in te gaan op wat ik schreef, kiest Edel voor de aanval op mijn persoon. Omdat ik zijn verhaal niet ondersteun, moet ik volgens hem van mening zijn dat joden 'supermensen' zijn. Maar het is gewoonweg een feit dat behalve extreem-rechts in Amerika niemand beweerd heeft dat de ADL contacten heeft met de Ku Klux Klan en neonazi's. Behalve in Executive Intelligence Review heb ik een dergelijk verhaal alleen maar aangetroffen in Spotlight, een publicatie van de neo-nazistische Liberty Lobby. Zeker, er is veel terechte kritiek geleverd door linkse activisten (waaronder Dennis King en Chip Berlet) op de samenwerking van de ADL met de FBI en de Israëlische en Zuid-Afrikaanse inlichtingendiensten, maar behalve bepaalde kringen binnen Amerikaans extreem-rechts heeft niemand beweerd dat de ADL contacten onderhoudt met de Ku Klux Klan of de neo-nazi's. Bewijzen voor deze zogenaamde contacten blijven in het anekdotische, van het kaliber dat niet uitstijgt boven anonieme geruchten en toevallige verbindingen. Op deze manier valt natuurlijk van alles te 'bewijzen'. Hierbij een parodie op deze redeneerwijze: Peter Edel is een graag geziene gast bij het Katholiek Nederlands Persbureau (waar) en hij schrijft voor Kleintje Muurkrant (waar), dus is Kleintje Muurkrant in handen van christen-fundamentalisten (onwaar). Of: Peter Edel gaat op bezoek bij de EIR in Wiesbaden (waar) en bij de UFO-fascisten van Contact Network International (waar), dus bestaat de redactie van EIR uit ufologen (onwaar).

Edel weet duidelijk geen verschil te maken tussen linkse en rechtse kritiek. Verscheidene malen in het verleden is hij beticht van "links antisemitisme", maar ik ben niet zo zeker of de betiteling "links" wel op hem van toepassing is. Edel zelf laat zich erg kritisch uit over links. Hij schrijft cryptisch: "Mijn activiteiten manoeuvreren dan ook niet zonder reden tussen Kleintje Muurkrant (links) en het uit orthodoxe christenen bestaande Katholiek Nederlands Persbureau (extreem-rechts)." Over dat KNP en Edels contacten met deze club verderop meer. Zijn bronnenmateriaal is een bonte verzameling van linkse en extreem-rechtse auteurs en tijdschriften. Edel zegt dat de ADL "dubieus" is. Ook David Irving, David Icke, William Cooper, de Ku Klux Klan en talloze andere extreem rechtse individuen en groepen hebben kritiek op de ADL (en andere watchdog organisaties; groepen die extreem-rechts in de gaten houden). Maar geen enkele linkse criticus heeft de complottheorieën van LaRouche en soortgenoten voor zoete koek geslikt. Zonder blikken of blozen herhaalt Edel echter de onbewezen stellingen uit de koker van de LaRouche-propagandamachine. Serieuze onderzoekers als Chip Berlet en Dennis King worden door Edel gedesavoueerd als lakeien van Samuel Bronfman, een Canadees-joodse miljonair. Dennis King schreef het vuistdikke boek "Lyndon LaRouche and the New Fascism" en Chip Berlet van het gerenommeerde Political Research Associates (PRA) publiceerde onlangs een boek met veel informatie over LaRouche en zijn organisatie: "Too Close for Comfort". Maar naar het idee van Edel is beider onderzoek bij voorbaat niets waard, omdat zij bevriend zouden zijn met Bronfman. Edel neemt hier zelfs de manier van argumenteren van LaRouche over! Hij verwijt mij ten onrechte dat ik de 'informatie' van LaRouche discrediteer vanwege de bron, maar zelf besteedt hij geen enkele serieuze aandacht aan het werk van Berlet en King omdat zij zogenaamd vrienden van de familie Bronfman zouden zijn. Zelfs al zou dat het geval zijn, dan 'bewijst' dit natuurlijk helemaal niets. Mijn kritiek op het 'speurwerk' van LaRouche en Edel is dat het slechts gebaseerd is op een rammelende logica en geruchten, bewijzen voor hun wilde beschuldigingen ontbreken ten enenmale. Mijn suggestie om eens een kijkje te gaan nemen op de homepage van de Jewish Defence League wordt door Edel verontwaardigd van de hand gewezen en uitgelegd als een steunbetuiging aan het adres van deze organisatie. Het zijn terroristen wiens leider vergeleken is met Hitler, schreeuwt hij me toe. Blijkbaar zijn daarom alle geruchten over hen (hoe vergezocht ook) a priori geloofwaardig.

Hetzelfde schijnt te spelen bij de familie Bronfman. Omdat die ooit betrokken zou zijn geweest bij de illegale drankhandel tijdens de 'drooglegging' in de jaren 20 in de Verenigde Staten, is het waarschijnlijk dat ze ook betrokken zijn bij de drugshandel. Nadat hij dit gesuggereerd heeft, laat hij het volgen door de woorden: "Of dat werkelijk zo was doet eigenlijk niet zoveel ter zake". Maar waarom dan zo'n beschuldiging vermeld? Het moralisme druipt vervolgens van Edel af als hij Bronfman en Heineken uitmaakt voor 'criminelen' omdat zij in alcohol handelen. (Voor Edels informatie: ik ben geen anarchist en de uitspraak van Domela Nieuwenhuis: "Drinkende arbeiders denken niet, denkende arbeiders drinken niet" werd zelfs tijdens Domela's leven niet door alle anarchisten opgevolgd. Blijkbaar heeft Edel nog nooit kennis gemaakt met anarchisten. Vaak hoorde ik in die kringen eerder de parodie: "drinkende denkers arbeiden niet".) Al eerder heeft Edel de ADL in verband gebracht met de georganiseerde misdaad. Op zijn homepage 'onthult' hij in het artikel "Criminal Boogie Woogie, de criminele connecties van de familie Newhouse" dat de persmagnaat S. I. Newhouse, de eigenaar van het schilderij Victory Boogie Woogie van Piet Mondriaan dat door de Nederlandse regering op verzoek van koningin Beatrix gekocht werd, banden heeft met de georganiseerde misdaad. Althans er wordt in het artikel beweerd dat hij een vriend had, Roy Cohn, die contacten had met de Maffia. Deze Cohn is in de jaren 50 ook nog lid geweest van de McCarthy commissie ten tijde van de veroordeling van de Rosenbergs vanwege spionage. Verder suggereert Edel in dat artikel nog wat connecties met de moord op de Kennedy's. Op het eind vermeldt hij dan nog dat Newhouse geld heeft gegeven aan de ADL, waaruit 'dus' de betrokkenheid van de ADL met de georganiseerde misdaad moet blijken. Daarnaast noemt Edel nog een andere 'mobster', Moe Dalitz, die in 1983 de Torch of Liberty-prijs kreeg van de ADL. Enkele losstaande feiten worden door middel van een theorietje aan elkaar gelijmd. Hoe komt Edel toch aan deze wetenschap? Hij geeft weer eens geen enkele bron, maar gezien het feit dat Roy Cohn en Moe Dalitz doelwitten zijn geweest van LaRouche-campagnes ligt het voor de hand te veronderstellen dat ook hier LaRouche de bron is (alhoewel Dalitz volgens de schrijvers van "Dope Inc." deze prijs in 1985 kreeg). Het zou echter ook gebaseerd kunnen zijn op het 'onderzoek' van de extreem-rechtse Spotlight-journalist Michael Collins Piper (zie diens artikel "Drug Mob Enriched 'Civil Rights' Group", Spotlight, 27 januari 1997, p. 7).

Scott Thompson & Spotlight

Edel geeft hoog op van de journalistieke kwaliteiten van EIR. De door hem aangehaalde journalist Scott Thompson schrijft trouwens niet alleen voor EIR, maar ook voor Spotlight. Enige tijd was er zelfs sprake van een alliantie tussen LaRouche en Willis Carto's Liberty Lobby1. Ook vandaag de dag nog verspreidt Liberty Lobby de boeken van LaRouche. Liberty Lobby was ook verantwoordelijk voor de oprichting van het Institute for Historical Review, een organisatie van holocaust-ontkenners. LaRouche deed wat dat aangaat een duit in het zakje door te beweren dat er hooguit anderhalf miljoen joden door de nazi's werden vermoord. Thompson is een goede politieke bekende van Willis Carto. Eén van de genoemde bronnen van Scott Thompson in zijn artikel "ADL creates Ku Klux Klan and nazi Chaos in Germany" is Laird Wilcox, die volgens Thompson beweert dat veel mensen geloven (sic) dat de neonazi Gary Lauck gerund wordt door de ADL. De ADL zou er volgens Thompson bovendien voor gezorgd hebben dat Lauck niet vervolgd werd voor de moord op zijn broer en voor belastingontduiking. Wilcox is een rechtse onderzoeker die vaak wordt aangehaald door extreem-rechts omdat hij in 1998 een brochure schreef tegen de 'linkse dictatuur' van de watchdog groepen. Volgens hem draait het allemaal om geld en overdrijven de watchdogs de dreiging van extreem-rechts om meer geld en aandacht te krijgen. Al eerder had hij in een rapport beweerd dat de meeste klachten over discriminatie ongegrond zijn. In een interview met het tijdschrift New American (8 november 1999) van de extreem conservatieve en antisemitische John Birch Society zei hij dat de meeste anti-discriminatie groepen gedomineerd worden door voormalige marxisten en op deze manier proberen eerbare 'conservatieven' te belasteren. Naar zijn idee bestaat er helemaal geen dreiging van extreem-rechts en ensceneren groepen als de ADL aanslagen en dergelijke om zichzelf belangrijk te maken (hetzelfde waanidee als Piper, LaRouche, Thompson en Edel dus). In een interview met Freek Kallenberg in Ravage zei Edel: "Ik doelde (in "Kanttekeningen bij herdenking") op infiltratiepogingen van agenten van ADL's Fact Finding Unit in de KKK. Zij zetten de KKK aan tot het plegen van aanslagen op zwarte en joodse groeperingen en organisaties." Op de vraag van Kallenberg waarom de ADL dit zou doen, antwoordt Edel: "Om de ogen te richten op antisemitisme en racisme. ADL is een organisatie die wil blijven bestaan; ze heeft personeel in dienst dat moet worden uitbetaald. Er moet gescoord worden. Als er niet op het bestaan van antisemitisme gewezen kan worden, kan ADL veel moeilijker donateurs werven."2 Omdat het antisemitisme volgens Edel "een uitstervend fenomeen is" (Kleintje Muurkrant 350), moeten ook in Nederland groepen als het CIDI (en waarschijnlijk ook de Anne Frank stichting en andere anti-racisme groepen) volgens hem het antisemitisme kunstmatig in leven houden. Allereerst om geld binnen te halen en vervolgens ook om sympathie voor Israël te winnen. Het werven van infiltranten om extreem- rechts tot aanslagen en dergelijke aan te zetten acht hij in de Nederlandse situatie echter (nog?) niet waarschijnlijk. Daarentegen blaast het CIDI naar zijn idee vrij onschuldige incidenten op tot gigantische proporties. In het interview met Kallenberg zegt hij daarover: "Als er weer eens een hakenkruis op een grafzerk staat heeft de CIDI-directeur het direct over antisemitisme. Terwijl het vaak om 13-jarige jochies gaat die weten dat je met een hakenkruis geheid de pers haalt. Hij zoekt van alles." Hoofdoorzaak voor antisemitische incidenten is volgens Edel daarentegen het zionisme en Israël.

Edel heeft een obsessie met samenzweringen rondom de moordaanslag op de Amerikaanse president John F. Kennedy. Hij leest talloze boeken over deze aanslag en de vermeende achtergronden ervan. Een journalist van Spotlight, Michael Collins Piper, schreef zo'n boek: "Final Judgement: The Missing Link in the Kennedy Assassination", waarin hij probeert aan te tonen dat joodse figuren in de Maffia (Meyer Lansky) en de Israëlische veiligheidsdienst Mossad betrokken zouden zijn geweest bij de moord. Het boek is verboden in Duitsland en Groot-Brittannië vanwege het antisemitische gehalte ervan. Het is interessant om te zien dat Edel op dit punt wederom geen standpunt wenst in te nemen. Quasi-objectief schrijft hij hierover: "Piper [gaat] er vanuit dat de Israëlische inlichtingendienst Mossad nauw betrokken was bij de moord op JFK. Tezamen met zijn betrokkenheid bij 'Spotlight', is dit Piper links en rechts op de beschuldiging van antisemitisme komen te staan."3 Let wel, beschuldigingen, voor Edel zelf is het blijkbaar niet zo'n uitgemaakte zaak. Het is trouwens opvallend dat Edel geen enkele aandacht besteedt aan de andere beweringen van Scott Thompson in "ADL creates Ku Klux Klan and Nazi Chaos in Germany". Zo beweert Thompson onder andere dat de Frankfurter Schule (Horkheimer, Adorno, Marcuse) verantwoordelijk is voor het ontstaan van de Skinheads-beweging, net als voor de Beatles een aantal jaren daarvoor trouwens. De LaRouchianen zijn er van overtuigd dat rock, jazz en andere moderne muziekstijlen 'satanisch' zijn, een moderne variant van de oud-Egyptische Isis-verering. Bovendien schenkt Edel in het geheel geen aandacht aan de rol van de Stasi en de KGB in het verhaal van Thompson. Deze zouden namelijk samen met de ADL, de FBI, het Amerikaanse Bureau of Alcohol, Tobacco and Firearms (BATF), het Center for Democratic Renewal, Searchlight, de Jewish Defence League, de White Aryan Resistance, de Christian Defence League, de Ku Klux Klan, de NSDAP-AO en de National Socialist Party of America betrokken zijn in een campagne tegen Duitsland. Edel pikt er alleen de ADL uit, maar het complot is veel groter.

De 'slechte' joden

Wederom verdedigt Edel in zijn reactie op mijn kritiek LaRouche tegen diegenen die menen dat LaRouche een antisemiet is. LaRouche schreef over de "Protocollen van de wijzen van Zion": "De misvatting van de "Protocollen van Zion" is dat het ten onrechte de samenzwering toeschrijft aan de joden in het algemeen, aan het judaïsme. Een gecorrigeerde versie van de "Protocollen" zou stipuleren dat de aangevoerde kwaadaardige plannen in werkelijkheid de praktijk zijn van ... B'nai B'rith." (New Solidarity, 8 december 1978). Toch ontkent LaRouche dat hij een antisemiet is. Hij bekritiseert immers alleen de zionisten, de 'slechte' joden die in dienst staan van de snode Brits-joodse 'oligarchie'. De theorie dat het Britse koninkrijk in handen zou zijn van een joodse elite of dat de Britse elite volledig 'verjoodst' is, is een vrij gangbare voorstelling van zaken in antisemitische en nationaal-socialistische kringen in Europa en de Verenigde Staten.4 LaRouche hanteert een Orwelliaanse semantiek, waarbij woorden het tegenovergestelde gaan betekenen van wat er doorgaans onder verstaan wordt. Als alle 'slechte' joden in het wereldbeeld van LaRouche bij elkaar opgeteld worden, blijven als enige 'goede' joden de weinige joodse volgelingen van LaRouche over. Onderzoekster Annelies Borsboom van Buro Jansen & Janssen betitelt de Amerikaanse multimiljonair Lyndon H. LaRouche Jr. terecht als een "ultra-rechtse Amerikaanse sekteleider" en in een voetnoot geeft zij een korte schets van de activiteiten van zijn concern: "De inlichtingendienst van het wereldwijde LaRouche-imperium werkte onder andere voor de regeringen van Iran, Saoedi-Arabië en Irak, voor Japanse multinationals en Franse en Italiaanse inlichtingendiensten. Zuid-Afrikaanse oppositiekranten onthulden in 1978 het 'Muldergate'-schandaal, waarbij bleek dat de inlichtingendienst BOSS LaRouche had ingehuurd voor een inlichtingen- en propagandacampagne in de VS en Europa met een budget van 78 miljoen dollar. Het Europese centrum van LaRouche's inlichtingen-activiteiten bevindt zich in Wiesbaden. Vanaf 1973 hebben de LaRouchies contacten opgebouwd met hoge West-Duitse militaire- en inlichtingenfunctionarissen. De leiding van de Duitse tak van de LaRouche-inlichtingendienst is in handen van Anno Hellenbroich, broer van Herbert Hellenbroich die van 1981 tot 1985 het Bundesamt für Verfassungsschutz leidde. LaRouche houdt er de meest bizarre complottheorieën op na. Om een voorbeeld te noemen: "De gezagsstructuur van de Zionistische Lobby start bij de Orde van Sint Johannes en de gedegenereerde oligarchieën rond de Britse, Nederlandse en Belgische koningshuizen". Vooral het Verenigd Koninkrijk en joden moeten het ontgelden. Zo is er sprake van "verbindingen tussen de krachten van het kwaad van de Brits/Joods/Maltezer Orde en de oude oligarchische elite, die in het Nieuwe Testament al is geïdentificeerd als de Hoer van Babylon"."5 De journalist Marcel Hulspas schrijft over LaRouche: "Hij onderhoudt goede relaties met Duitse rechts-extremen (LaRouche's huidige vrouw, Helga Zepp-LaRouche, woont in Duitsland en leidt verscheidene extreem-rechtse splintertjes) en bestuurt zijn miljoenenbedrijf met strakke hand."6 Ook de door Edel aangehaalde Amerikaanse journaliste Abdeen Jabara heeft er geen twijfel over dat de LaRouche organisatie een "belangrijke rechtse particuliere inlichtingendienst" is.7 Ook in Duitsland is LaRouche onderwerp geweest van onderzoek. Kritische onderzoekers en journalisten worden door de organisatie op een afstand gehouden en soms zelfs fysiek bedreigd. Sekten-deskundingen (Sektenberater) in Duitsland werden ook al snel ontmaskerd als een onderdeel van de samenzwering tegen LaRouche. De journalisten Helmut Lorscheid en Leo A. Müller deden een boekje open in "Deckname Schiller: Die deutschen Patriotten des Lyndon LaRouche".

Zouden al deze mensen dan net als schrijver dezes het slachtoffer zijn van de desinformatie die door de ADL, King en Berlet in opdracht van Bronfman verspreid wordt, zoals Edel beweert? Hoe dan ook, LaRouche heeft nog meer vijanden, waaronder de anti-sekten groepen Cult Awareness Network* en de American Family Foundation. Ook deze groepen waagden het het sektarische en totalitaire karakter van de LaRouche organisaties te bekritiseren en ex-leden bij te staan in hun morele en juridische strijd tegen LaRouche. Veel mensen zijn door LaRouche financieel benadeeld en sommigen zelfs geruïneerd. LaRouche en zijn sekte gebruiken alle vuile trucs die er bestaan in de informatie-oorlog. Slachtoffers worden achtervolgd, krijgen dreigbrieven en nachtelijke telefoontjes en in sommige gevallen is er het gegronde vermoeden dat aanhangers van LaRouche voor brandstichtingen, mishandelingen en inbraken verantwoordelijk zijn. Maar ook met moordaanslagen is het netwerk van LaRouche in verband gebracht. De meest bekende zaak betreft de moord op de Zweedse premier Olof Palme in 1986. Zoals zo veel andere prominenten (onder anderen George Soros, Henry Kissinger, Petra Kelly, de families Bronfman, Kennedy en Rockefeller) was Palme een doelwit geworden van een campagne van LaRouche. De gebruikelijke tactiek om een persoon in diskrediet te brengen is het verspreiden van allerlei geruchten (zwarte propaganda) zoals bijvoorbeeld dat de persoon een geheim agent is van de KGB, Stasi, Mossad of een willekeurige andere buitenlandse inlichtingendienst (die in het wereldbeeld van LaRouche toch allemaal gecontroleerd worden door de Britse geheime dienst), en/of er afwijkende seksuele gewoontes op na houdt, en/of verstrikt is in de drugshandel of zwart geld, en/of lid is van de vrijmetselarij of een ander geheim genootschap et cetera, et cetera. Ook de door Edel genoemde Noam Chomsky werd ooit slachtoffer van zo'n lastercampagne, nadat hij zich kritisch had uitgelaten over LaRouche. Het is trouwens ironisch en tekenend voor de hypocrisie van LaRouche dat hijzelf jarenlang contact heeft gehad met de Ku Klux Klan. De voornaamste liaison was Roy E. Frankhouser. Deze Frankhouser was ook een informant bij/van de FBI. Frankhouser is een schimmig figuur, een typisch product van de onderwereld van spionnen, dubbelspionnen en verraders. De discussie over de precieze gang van zaken is nog steeds gaande en uit de aard der zaak zal het ook wel nooit helemaal vast komen te staan voor wie Frankhouser deed wat hij deed. Edel neemt alleen de versie dat Frankhouser een overheidsinformant was serieus. Ook met voormalige hoge nazi's kon LaRouche het uitstekend vinden. Toen het Amerikaanse bureau voor opsporing van oorlogsmisdadigers, het Office of Special Investigations, na het einde van de Koude Oorlog eindelijk werk begon te maken met het opsporen van gevluchte nazi's in de VS, betichtte LaRouche de speurders te handelen in opdracht van de KGB en de Mossad om het Westen te ondermijnen.

Zoals ik al eerder aangaf valt er nog een heleboel recht te zetten in de artikelenreeks van Edel. In de twee volgende delen van deze reeks zal ik aandacht besteden aan Edels opvattingen over de vrijmetselarij (deel 3) en tenslotte zijn opvattingen over judaïsme en zionisme (deel 4). Dit is lang geen uitputtende bespreking van alle punten die om een bespreking vragen. Er is nog de wetenschappelijk omstreden theorie over de Khazaren van Arthur Koestler en de implicaties daarvan voor het bestaansrecht van de staat Israël (waar ondanks Koestlers oppositie door tegenstanders van de staat Israël mee geschermd wordt), zijn vreemde inschatting van de Engelse antisemiet en UFO-fascist David Icke, zijn eenzijdige nadruk op dubieuze aspecten in de veelbewogen geschiedenis van het zionisme en nog zo een en ander.

Edel daagde me uit om aan te geven welke auteurs (behalve LaRouche) extreem-rechts zijn bij zijn artikelen voor "Kanttekeningen deel 2". Heel handig ontwijkt Edel daarmee de vraag welke auteurs bij deel 1 verder nog extreem-rechts zijn. Bij deel 1 kan behalve LaRouche en William Cooper (in wiens boek "Beyond a Pale Horse" de "Protocollen van de wijzen van Zion" werden afgedrukt en waar Edel al afstand van heeft genomen en die ik dus ook niet zal tellen), dan nog genoemd worden: Anthony C. Sutton, schrijver van een aantal boeken die moeten aantonen dat de Russische revolutie en de machtsovername van de nazi's door Wall Street werden gefinanceerd en dat de VS worden geregeerd door een geheime elite (The Order). Alhoewel Sutton zorgvuldig vermijdt de joden in dit Wall Street complot te noemen, blijkt uit het bronnenmateriaal dat hij zich grotendeels op bronnen uit een Amerikaanse antisemitische traditie baseert.8 Wat deel 2 betreft kan ik, zoals ik eerder in dit artikel al aangaf, wijzen op Michael Collins Piper, een journalist van het neo-nazi-blad Spotlight (Kleintje Muurkrant 332). Maar het is waar, het gros van zijn bronnenmateriaal is ontleend aan Israël Shahak (waarover meer in deel 4) en Lenni Brenner. Daarnaast gebruikt hij de fantastische samenzweringstheorieën van onder andere John Coleman (die LaRouche materiaal plagieert) en Jim Keith.

Naschrift

Het laatste product van Edels fantasie: "Definities van antisemitisme" in Kleinje Muurkrant 352, bereikte me toen ik de laatste hand legde aan dit artikel. Een vluchtige lezing heeft me niet tot andere inzichten gebracht. Vanwege andere verplichtingen zie ik er voorlopig vanaf nader op zijn laatste artikel in te gaan. Te zijner tijd zal ik echter terugkomen op Edels inschatting van de Britse UFO-fascist en antisemiet David Icke.

Noten:

Terug