Aksi, 15 november 2005

Auteur: Aksi


Verklaring AKSI over de Franse Opstand
Links moet het jongerenverzet een politieke stem geven

De opstand van de jonge bewoners van de Franse verpauperde voorsteden gaat zijn derde week in, hoewel de omvang en intensiteit van de revolte aan het afnemen is. Wat beweegt deze jongeren? Kan zoiets ook in Nederland gebeuren? AKSI roept op tot een politieke discussie over de Franse Opstand en de taken die er voor links liggen. In onderstaande verklaring wil AKSI een eerste aanzet tot deze discussie geven.


De dood van twee tieners van Noord-Afrikaanse afkomst op 27 oktober 2005 door elektrocutie in een transformatorhuisje waarin zij zich hadden verschanst voor de politie, vormde de aanleiding voor een opstand die Frankrijk op zijn grondvesten doet schudden. Vanuit de Parijse voorstad Clichy-sous-Bois verspreidde de rebellie van vooral 'allochtone' jongeren zich via de rest van Parijs over heel Frankrijk. Ook in België en Duitsland zijn jongeren geïnspireerd geraakt door de opstand en imiteren op kleinere schaal de verzetsdaden van de Franse rebellen.

Woede

AKSI vindt de woede van de jongeren volkomen gerechtvaardigd, maar is van mening dat de manier waarop zij uiting geven aan hun verzet niet verdedigbaar en tactisch verkeerd is. De daden die als verzetsuitingen zijn bedoeld treffen namelijk vooral de gewone mensen, vaak buurtgenoten van de jongeren, in plaats van het systeem dat verantwoordelijk is voor hun misère. Duizenden auto's en tientallen stadsbussen zijn in de fik gezet, scholen zijn afgebrand. En nog ernstiger: er is een man vermoord omdat hij een brandje wilde blussen en honderden mensen zijn blootgesteld aan levensgevaarlijke situaties. Hele flatgebouwen moesten ontruimd worden omdat er levensbedreigende branden waren gesticht in, rondom of onder deze gebouwen.

Dat de Franse minister van Binnenlandse Zaken Nicolas Sarkozy met zijn provocerende en beledigende uitspraken over de jongeren olie op het vuur heeft gegooid en daarmee medeverantwoordelijk is voor het excessieve geweld staat natuurlijk buiten kijf. De Franse Groenen en communisten hebben daarom zijn aftreden geëist. Met massale arrestaties, de instelling van een avondklok en de afkondiging van samenscholingsverboden probeert het Franse establishment de opstand te stoppen.

Sociaal-economische uitsluiting

Frankrijk zat op een vulkaan die nu is uitgebarsten. Al jaren heerst er grote onvrede onder de jeugd van de banlieues. Sociaal-economische uitsluiting vormt de basis van deze onvrede die nu is omgeslagen in openlijke woede en rebellie. Ondanks het feit dat de meeste opstandige jongeren de Franse nationaliteit hebben worden zij behandeld als tweederangsburgers. Zij worden gediscrimineerd op de arbeidsmarkt, in de uitgaanswereld, maar vooral ook door de politie, bijvoorbeeld via vernederende identiteitscontroles. Deze discriminatie wordt onder meer gevoed door de islamofobie die in heel Europa om zich heen grijpt. De werkloosheid onder migranten bedraagt in Frankrijk 14%, in de banlieues zijn percentages van 30% en hoger eerder regel dan uitzondering. De voorsteden zijn zwaar verpauperd, de huisvesting is er ronduit slecht. Dat de voedingsbodem van de Franse Opstand zowel door racisme als door klassefactoren wordt gevormd wordt zelfs door Sarkozy erkend. De minister gaf aan te weten dat de migrantenjongeren veelvuldig te maken hebben met armoede, werkloosheid en racisme.

Belangrijk is om te constateren dat de opstand door geen enkele politieke stroming - dus ook niet door de politieke islam - wordt aangestuurd. Jammer voor conservatief-Europa, maar islamitische en christelijke jongeren staan schouder aan schouder op de barricades en zijn vaak gekleed in de hiphopstijl en niet in djellaba's. Ze zijn relatief goed georganiseerd omdat zij gebruik maken van moderne communicatiemiddelen als internet en mobiele telefonie, maar hebben geen coherent politiek programma waardoor hun gewelddadige acties ook weinig doelgericht zijn. Dit wil niet zeggen dat de opstandelingen zomaar te reduceren of degraderen zijn tot ordinaire relschoppers, wat sommige commentatoren in Nederland trachten te doen als zouden de jongeren gewoon hooligans zijn die zaten te wachten op een aanleiding om eens flink te rellen. Er is wel degelijk sprake van een politieke lading. De door de media geïnterviewde jongeren stelden voor de camera's vrijwel zonder uitzondering seculiere, emancipatoire politieke eisen zoals gelijke kansen en burgerrechten. Een rebellerende jongere verklaarde op een typische wijze: "Onze ouders hebben keihard meegewerkt aan de opbouw van Frankrijk. Wij hebben een Frans paspoort, maar die stelt in de praktijk niets voor. Wij willen behandeld worden zoals iedere Franse staatsburger."

Opstand in Nederland?

De Franse Opstand wordt in Nederland aandachtig, en door sommige kringen natuurlijk angstvallig, gevolgd. Het is interessant om te zien dat er meteen commentatoren klaarstonden om te verkondigen dat zoiets in Nederland niet kan plaatsvinden. Socioloog Godfried Engberse noemde de situatie in Frankrijk onvergelijkbaar met Nederland, bijvoorbeeld omdat hier geen achterstandswijken zouden zijn (!). Ook de Tilburgse hoogleraar Ruben Gowricharn uitte zich in die richting.

Zou het een karakteristieke neiging van de Nederlandse intellectuele en politieke elite zijn om al het negatieve vooral als iets buitenlands te zien? Jarenlang werden in Nederland België en Italië uitgelachen omdat daar de ene corruptiezaak na de andere de politieke agenda domineerde. Maar fraude en corruptie in Nederland? Nee, dat bestond niet. Totdat de beerput van de bouwfraude open werd gegooid. Geweld tegen buitenlanders, zoals de brandstichtingen met dodelijke afloop in Mölln en Solingen? Zoiets kon alleen in Duitsland gebeuren, niet in Nederland. 'Want wij hebben een historische traditie van tolerantie', verkondigde de intellectuele voorhoede. Totdat door heel Nederland moskeeën en scholen in de as werden gelegd omdat een bebaarde fanaticus 'onze Theo' had vermoord.

Ook nu staan commentatoren als Engberse en Gowricharn ver van de realiteit af. Natuurlijk kan een opstand zoals in Frankrijk ook in Nederland plaatsvinden. In Nederland bestaat wel degelijk een vergelijkbare voedingsbodem voor een gewelddadige revolte. Ook hier worden jongeren met een buitenlandse afkomst gediscrimineerd op de arbeidsmarkt, in het nachtleven en worden zij lastig gevallen door de politie die maar al te vaak puur op basis van uiterlijke kenmerken identiteitscontroles uitvoert. Ook hier beseffen jongeren dat ze in een weinig perspectiefvolle situatie verkeren. Het werkloosheidspercentage onder niet-westerse 'allochtonen' in Nederland - 16% in 2004 - ligt zelfs hoger dan in Frankrijk. Ook in Nederland rukken de getto's op, hoewel ze qua fysieke omvang misschien niet vergelijkbaar zijn met die in Frankrijk. Hier bovenop komt nog dat in Nederland in rap tempo rechten en verworvenheden van migranten worden afgebroken en hun plichten worden verzwaard, zoals de geplande invoering van een discriminerende inburgeringsplicht voor oudkomers. Aan islamofobie en vernederende en provocerende uitspraken aan het adres van moslims is ook hier geen gebrek. Politici als Verdonk die daarmee, net als Sarkozy, eventueel olie op het vuur willen gooien zijn ook ruim voorhanden.

Overigens zijn geweldsuitbarstingen van sociaal gemarginaliseerden geen unicum in dit land. Wie herinnert zich niet de Bossche oorlogstaferelen van december 2000 nadat FC Den Bosch-supporter P. Bouleij was doodgeschoten door een politieagent? Pas na enkele dagen kon de politie de rust in de roerige wijken van Den Bosch herstellen.

Politieke stem

Moet links de Franse Opstand en eventueel een vergelijkbare revolte in Nederland toejuichen? Nee, niet in deze vorm. De onvrede en woede van migrantenjongeren is volkomen begrijpelijk en legitiem, dat voorop. Hun ongerichte gewelddadige acties kunnen echter niet rekenen op brede sympathie, zij treffen vooral de gewone mensen en zijn bovendien koren op de molen van conservatieve en extreem-rechtse krachten die nu al pleiten voor een hardere, repressieve aanpak. De beweging van de opstandige jongeren moet een politieke stem krijgen wil zij op de lange termijn overleven en effectief zijn. Links moet niet nalaten om een aantrekkelijk politiek alternatief te vormen voor de radicaliserende jongeren. Links heeft de taak hen te politiseren: jongeren laten inzien dat de problemen waarmee zij worstelen inherent zijn aan de neoliberale inrichting en organisatie van de maatschappij. Daar moet de strijd zich tegen richten, niet tegen de bezittingen van normale burgers en de publieke sector.

Terug