Doorbraak 1, april 2009

Auteur: Gerrit de Wit



Frontex jaagt vluchtelingen de dood in

Sinds 2005 jaagt het EU-agentschap Frontex aan de Europese buitengrenzen op vluchtelingen en migranten. Daarbij vallen veel doden, maar geen politicus die daar om maalt. Ook de Koninklijke Marechaussee werkt mee aan de operaties en de Nederlandse regering heeft zelfs een marinefregat ter beschikking gesteld. Dat schip moet in het Middellandse Zeegebied vluchtelingen gaan weren.


Om de Europese grensbewaking te harmoniseren besloot de Europese ministerraad in oktober 2004 tot de oprichting van Frontex, het Europese agentschap ter bewaking van de buitengrenzen. De naam is afgeleid van het Franse “frontière extérieures”. In 2005 werd Frontex operationeel. Het hoofdkwartier is gevestigd in het Poolse Warschau. Al snel groeide het aantal vaste medewerkers tot meer dan 200 en de begroting bedraagt ondertussen zo’n 100 miljoen euro, grotendeels bekostigd door de EU.

De belangrijkste taak van Frontex is het versterken van de Europese grenscontroles. Daartoe coördineert men gezamenlijke operaties ter land, ter zee en in de lucht, bovenop de grenscontroles die de afzonderlijke landen zelf al sinds jaar en dag ondernemen. Voor de operaties krijgt Frontex tegen betaling materiaal en personeel geleverd door de Europese lidstaten. Het agentschap kan daarbij putten uit een centraal register, CRATE geheten, met daarin meer dan 100 schepen, 20 vliegtuigen, 25 helikopters, mobiele radars, voertuigen, thermocamera’s en mobiele detectoren. Nederland stelde in 2008 een marinefregat en een helikopter aan Frontex ter beschikking.

Operaties

Het aantal Frontex-operaties aan de Europese buitengrenzen nam de laatste jaren sterk toe. Zo waren er in 2007 zes gezamenlijke missies aan de zeegrenzen, tien aan de landgrenzen en zes aan de luchtgrenzen. Alle lidstaten namen deel aan een of meerdere operaties die luisteren naar namen als “Minerva”, “Poseidon” en “Hera”. In 2007 werden door het agentschap maar liefst 35.260 vluchtelingen en migranten onderschept, aangehouden of teruggestuurd. De cijfers over 2008 zijn nog niet bekend gemaakt.

Een aantal Frontex-zeemissies was gericht op het weren van de duizenden vluchtelingen die jaarlijks in bootjes de Spaanse Canarische Eilanden probeerden te bereiken. Daarbij hadden volgens de regionale regering van de vakantie-eilanden al zo’n 6 duizend migranten de dood gevonden door honger, uitputting en het zinken van de overvolle gammele bootjes. Bij de missies werden patrouilleschepen, helikopters en vliegtuigen ingezet, zowel in Europese als in Afrikaanse wateren. Op de schepen voeren speciale teams van Frontex mee. Nederland leverde bij een van die missies leden van de Koninklijke Marechaussee. Die werden ingezet bij de screening van Afrikaanse migranten die ondanks alle controles toch de Canarische Eilanden wisten te bereiken. De marechaussee stelde de herkomst van de bootvluchtelingen vast en beoordeelde hun asielaanvraag. Volgens Frontex waren de operaties bij de Canarische Eilanden “succesvol”. De “migratiestroom” werd in vergelijking met 2006 beperkt met zo’n 70 procent. Tegelijkertijd, en mede vanwege de extra controles bij de Canarische Eilanden, steeg het aantal vluchtelingen dat over zee Griekenland en Italië probeerde te bereiken.

Mensenrechten

Er zijn legio verhalen bekend dat Europese landen zich schuldig maken aan het schenden van mensenrechten bij het weren van bootvluchtelingen. De boten worden door de patrouilleschepen beschoten en geramd, en de vluchtelingen worden mishandeld. Ook wordt met regelmaat brandstof en voedsel van bootvluchtelingen in beslag genomen om hen zo te dwingen weer terug te keren naar het Afrikaanse vasteland. Vooral Duitse Frontex-eenheden zouden zich daaraan schuldig maken. Volgens Amnesty International zijn de Frontex-operaties in strijd met het internationale vluchtelingenverdrag. Er blijft immers niets van de Europese asielprocedure over als opvarenden onderschept en collectief teruggestuurd worden, zonder individueel gehoord te zijn over hun vluchtrelaas. Ook hekelt Amnesty het terugzenden van vluchtelingen naar Afrikaanse landen. Daar worden ze veelal onder erbarmelijke omstandigheden opgesloten.

Het aantal bootvluchtelingen is de laatste jaren sterk toegenomen doordat de Spaanse overheid een IJzeren Gordijn met hekken en camera’s oprichtte rond de Spaanse enclaves Ceuta en Melilla in het noorden van Marokko. Daarmee werd een belangrijke landroute voor vluchtelingen afgesneden. Na de extra controles in het Middellandse zeegebied en voor de Noord-Afrikaanse kust vangen veel bootvluchtelingen hun reis nu aan in zuidelijker gelegen West-Afrikaanse landen als Mauritanië en Senegal. Nadat Frontex ook in die kustgebieden ging patrouilleren, begonnen bootvluchtelingen zelfs te vertrekken vanuit landen als Liberia, Sierra Leone en Ghana, op duizenden kilometers afstand van Europa. Een overtocht kan daardoor wel tot 20 dagen duren, met alle risico’s en doden van dien.

Europa verstrekt aan Afrikaanse landen ook militaire middelen voor grenscontroles en financiering voor vluchtelingendetentiecentra. Ook zetten sommige Afrikaanse landen onder druk van de EU de eigen kustbewaking in om bootvluchtelingen tegen te houden en sluit men overeenkomsten over de terugname van afgewezen migranten. De landen fungeren hiermee als vooruitgeschoven grensposten van Fort Europa. In ruil daarvoor krijgen ze politieke en economische voordelen.

RABITS

Naast het bewaken van de zee organiseert Frontex ook missies bij de EU-landgrenzen. Zo werden in landen als Roemenië en Polen in 2007 operaties gestart om Moldavische burgers te weren. Deskundigen uit allerlei lidstaten werden hierbij ingezet om paspoortcontroles te houden. Verder voert Frontex controles uit bij Europese lucht- en zeehavens. Ook richtte het agentschap in 2007 zogeheten “Rapid Border Intervention Teams” (RABITS) op. Die snelle interventieteams kunnen lidstaten steun verlenen “in uitzonderlijke en dringende situaties”, zoals een toename van het aantal vluchtelingen. Frontex kan voor die RABITS een beroep doen op zo’n 600 Europese grenswachten die op het grondgebied van elke lidstaat mogen opereren. Leden van RABITS zijn gewapend en herkenbaar aan een armband met het symbool van de EU erop. Nederlandse marechaussees deden in november 2007 op het vliegveld van het Portugese Porto mee aan de eerste oefening van de interventieteams. In de naaste toekomst moeten de RABITS daadwerkelijk ingezet gaan worden.

Frontex biedt lidstaten ook ondersteuning bij gezamenlijke deportatieoperaties. Zo coördineerde het agentschap in november 2007 de uitzetting van 71 migranten uit 11 lidstaten, inclusief Nederland, via een EU-charter naar Nigeria en Gambia. Vanuit de verschillende landen waren er 185 agenten aanwezig op de vlucht van een Airbus 330-300. De migranten werden geboeid het vliegtuig ingeleid. De operatie werd uit angst voor protesten in het geheim uitgevoerd. Frontex vergoedde de kosten van de deportatie, zo’n 570 duizend euro, en gaf lidstaten advies over het verkrijgen van reisdocumenten voor deportees. In 2007 coördineerde Frontex in totaal 9 Europese groepsuitzettingen. Twee daarvan vertrokken uit Nederland.

Onderzoek

Frontex doet verder onderzoek naar allerlei moderne technologieën, zoals onbemande vliegtuigjes die ingezet kunnen worden bij de grensbewaking. Die kennis deelt men met de lidstaten. Frontex maakt ook “risicoanalyses” in samenwerking met Interpol, de internationale politieorganisatie. Daarin staan “de zwakke plekken” in de Europese buitengrenzen beschreven. Het agentschap biedt alle lidstaten voorts een gestandaardiseerde basisopleiding voor grenswachten aan en een training voor hun honden.

Vluchtelingen en migranten laten zich niet weerhouden door zeeblokkades en prikkeldraadversperringen, maar wel vinden er steeds meer de dood bij het omzeilen ervan. In veel Afrikaanse landen zijn armoede, uitzichtloosheid en gewapende conflicten aan de orde van de dag. Democratie is er ver te zoeken. Klimaatveranderingen zullen de kwetsbare ecosystemen in Afrika verder verzwakken. Liberalisering van de wereldhandel, wurgverdragen met de Wereldbank en de schuldproblematiek staan economische ontwikkeling in de weg. De EU heeft een belangrijk aandeel in al die problemen. Zolang die situatie niet verandert, zullen migranten en vluchtelingen hun leven blijven wagen om in Europa te komen.

Terug