12 maart 2002

Auteur: Bob Wester


Revolutionaire Studiegroepen; het Geweten van een Communalistische Beweging

Een bevrijdend revolutionair proces vindt niet uit zichzelf plaats en zal een flinke tijd in beslag nemen. Er zullen vele acties ondernomen moeten worden, niet door de mysterieuze massa, maar door vele individuele mensen, zoals jij en ik, samen. Ook zullen revolutionaire ideeën wortel moeten schieten, die mensen kunnen inspireren om zich in te zetten voor een vrije samenleving.

We hoeven mensen niet bewust te maken van de problemen in de wereld, die ervaren ze al elke dag, bovenal ten tijde van economische, politieke, sociale en ecologische crises. Wat wij wel kunnen doen, is de wereld zelf proberen te begrijpen en onszelf meer en meer bewust maken van het feit, dat er een alternatief voor deze wereld mogelijk is. Wat we ook moeten doen is andere mensen helpen bij dat proces van bewustwording. Zo kunnen we bewerkstelligen, dat mensen niet alleen maar ontevreden zijn, zoals nu het geval is, maar dat ze revolutionair worden, oftewel: bewust de bestaande orde gaan verwerpen.

Tussen het begin van de anarchistische beweging in Spanje, met de komst van de Italiaan Fanelli in 1870 die de collectivistische ideeën van Bakunin uitdroeg, en de sociale revolutie in 1936 zat meer dan 60 jaar van hard werk. In die tussentijd is er een enorme beweging ontstaan vol directe actie, maar vooral ook vol onderwijs. Libertaire scholen werden opgericht, anarchistische klassiekers werden gezamenlijk (voor)gelezen, een levendige discussiecultuur kwam van de grond. De spontane revolutie, die een reactie was op de staatsgreep van de Nationalisten onder leiding van Franco, was dus enorm geïnformeerd door de jarenlange rijping van ideeën.

Van deze historische ervaring kunnen we leren, dat we niet alleen moeten weten dát we de wereld willen veranderen, maar ook wát we willen veranderen en hoe we dat willen doen. Het is van vitaal belang dat we weten waar we naar toe willen. Zowel omdat indien we nu al kleine stapjes willen zetten in de goede richting, we wel moeten weten welke richting dat is, als omdat dit de enige remedie is om tijdens reactionaire tijden (en we leven nu in zo’n tijd van enorme verrechtsing) nog steeds te kunnen streven naar een goede oplossing, in plaats van naar de minst slechte. Als we fundamentele veranderingen nastreven, moeten we meer zijn dan sociaal-democratische bloedhonden, die Groenlinks niet helemaal naar rechts willen laten afglijden. Daarvoor zal onze utopie als richtsnoer moeten dienen.

Juist omdat het communalisme staat voor het herleven van een werkelijk democratische politiek en dito cultuur, is het van groot belang om goed voorbereid deze politieke sfeer te betreden. We willen met mensen in discussie gaan en op basis van argumenten mensen warm maken voor een vrije samenleving. Dan moeten we ons daarop voorbereiden.

Om een communalistische beweging nu in gang te zetten is het belangrijk dat deze ideeën zich verder verspreiden en zich dieper wortelen. Zoals destijds in Spanje zal dit met een klein groepje mensen beginnen, maar als de ideeën actueel zijn zal er een vruchtbare bodem blijken te zijn en zal de beweging tot bloei kunnen komen.

We hebben niet de illusie dat, tijdens deze reactionaire tijden, grote groepen mensen ineens geïnteresseerd zullen zijn in revolutionaire ideeën, laat staan dat ze er ook achter zullen staan. Maar wel kunnen we met een klein groepje mensen beginnen met het bestuderen van deze ideeën en ze in de kleine linkse beweging wortel laten schieten, zodat ze niet verloren gaan. Bovendien moeten we de communalistische ideeën aan de lokale omstandigheden aanpassen, daarbij inspelend op lokale tradities van democratie en verzet.

De uitgelezen manier om dit te doen is door middel van revolutionaire studiegroepen. Al eeuwenlang zijn revolutionairen regelmatig bijeengekomen om de meest prangende maatschappelijke vragen te bestuderen en te beantwoorden. In zo’n revolutionaire studiegroep wordt er regelmatig literatuur bestudeerd met een bepaald thema. Op alle vragen die opkomen zou in moeten worden gegaan en er zou geprobeerd moeten worden om het beste antwoord te vinden op die vragen.

Deze studiegroepen zouden niet alleen bij het begin van een beweging een rol moeten spelen, maar juist een essentieel deel moeten worden ervan. Door continu zelfonderwijs kunnen de leden van de studiegroep(en) hun visie steeds uitbreiden, bijvoorbeeld met andere sociale theorie en filosofie, zodat hun overtuiging steeds vaster en nog meer onderbouwd wordt. Kortom, studiegroepen vormen het geweten van een beweging.

Goed voorbereid en zelfbewust kunnen we de strijd in de praktijk gaan voeren. Want het verwezenlijken van een vrije, ecologische en democratische samenleving is uiteindelijk ons doel. Dus, laten we ons bewapenen met ideeën om de strijd voor een vrije samenleving vol aan te gaan!

Terug