Hoe de nazi’s de eerste homorechtenbeweging vernietigden

"Damenkneipe" of "Damescafé", geschilderd door Rudolf Schlichter in 1923. In 1937 werden veel van zijn schilderijen door de nazi's vernietigd als zijnde "ontaarde kunst".
“Damenkneipe” of “Damescafé”, geschilderd door Rudolf Schlichter in 1923. In 1937 werden veel van zijn schilderijen door de nazi’s vernietigd als zijnde “ontaarde kunst”.

Eind september doen de extreem-rechtse Gayservatives weer mee aan de Rotterdam Pride. Vorig jaar kaapten de leden van deze racistische actiegroep de optocht, met medewerking van de politie en de organisatie van de Pride, door pal voorop te gaan lopen. Olave Basabose, Manon la Décadence en Disco Foxx beschreven het geweld waarmee dat gepaard ging. Manon la Décadence eiste destijds in een open brief excuses van de organisatie, en twee maanden geleden riep Famke van der Braak de organisatoren nog op om stelling te nemen tegen haat. “De LHBTQIAP-activisten die tijdens de 2017 @RotterdamPride Walk een boodschap hadden van anti-racisme, anti-klassisme, anti-sekisme, anti-transfobie, pro-vluchtelingen, pro-inclusie, pro-gelijkwaardigheid”, schrijft Olave Talks in een draad op Twitter, “die komen niet terug in 2018”. In de jaren dertig wisten de voorgangers van de Gayservatives de toenmalige “homorechtenbeweging” te vernietigen, zo blijkt uit het onderstaande door ons vertaalde artikel. Het is belangrijk dat we de geschiedenis van hun haat kennen, en er met z’n allen pal voor staan dat die nooit meer kan zegevieren.

Eric Krebbers


Hoe de nazi’s de eerste homorechtenbeweging vernietigden

Onlangs keurde het Duitse kabinet een wetsvoorstel goed dat de veroordelingen van tienduizenden Duitse mannen wegens “homoseksuele handelingen” onder de voormalige anti-homoseksuele wet van dat land, bekend als “Paragraaf 175”, zal wegstrepen. Die wet dateerde van 1871, toen het eerste wetboek van het moderne Duitsland werd opgesteld.

De wet werd in 1994 ingetrokken. Maar al in 1929 werd er campagne gevoerd om hem af te schaffen, als onderdeel van een bredere LHBTQIA+-rechtenbeweging. Dat was vlak voordat de nazi’s aan de macht kwamen die de anti-homoseksuele wet juist uitbreidden, en daarna in heel Europa probeerden om homo’s en trans mensen te vernietigen.

Het verhaal over hoe dicht Duitsland – en een groot deel van Europa – bij de bevrijding van haar LHBTQIA+-bevolking kwam, voordat de beweging onder opkomende autoritaire regimes met geweld de kop werd ingedrukt, is een objectieve les die aantoont dat de geschiedenis van LHBTQIA+-rechten geen weg van voortdurende vooruitgang is.

Eerste LHBTQIA+-bevrijdingsbeweging

In de jaren twintig telde Berlijn bijna honderd homo- en lesbische bars of cafés. Wenen had ongeveer een dozijn homocafés, -clubs en -boekhandels. In Parijs stonden bepaalde wijken bekend om hun openlijke homo- en transnachtleven. Zelfs Florence kende een eigen homowijk, net als veel andere kleinere Europese steden.

Er begonnen films te verschijnen waarin sympathieke homoseksuele personages voorkwamen. Er werden protesten georganiseerd tegen aanstootgevende afbeeldingen van LHBTQIA+-mensen in gedrukte media of op het podium. En mediaondernemers realiseerden zich dat er een middenklasse homo- en trans-lezerspubliek was waarop ze zich konden richten.

Een deel van de drijvende kracht achter dit nieuwe tijdperk van tolerantie waren artsen en wetenschappers die homoseksualiteit en “travestie” (een woord uit dat tijdperk dat toen nog transgender personen omvatte) begonnen te zien als een natuurlijke eigenschap waarmee sommigen werden geboren, en dus niet als een “gestoordheid”. Het verhaal van Lili Elbe en de eerste moderne geslachtsverandering, beroemd gemaakt in de recente film “The Danish Girl”, weerspiegelde deze trend.

Zo opende Berlijn in 1919 bijvoorbeeld het Institut für Sexualwissenschaft, de plek waar het woord “transseksueel” (nu “transgender”) werd bedacht en waar mensen advies en andere hulp konden krijgen. De hoofdarts, Magnus Hirschfeld, werd ook geraadpleegd over de geslachtsbevestiging van Lili Elbe.

Aan dit instituut was een organisatie verbonden die het Wetenschappelijk-Humanitair Comité werd genoemd. Onder het motto “gerechtigheid door wetenschap” promootte deze groep wetenschappers en LHBTQIA+-mensen gelijke rechten, met als argument dat LHBTQIA+-mensen geen aberraties van de natuur waren.

In de meeste Europese hoofdsteden was wel een tak van deze groep die bijeenkomsten organiseerde en de afschaffing van Paragraaf 175 nastreefde. In combinatie met andere liberale groeperingen en politici slaagde men er in 1929 in om een Duitse parlementaire commissie te beïnvloeden, waardoor die de regering de aanbeveling deed om de wet af te schaffen.

De reactie

Deze ontwikkelingen betekenden zeker niet het einde van eeuwen van onverdraagzaamheid, maar toch leken de jaren twintig en begin jaren dertig zeker op het begin van dat einde. Aan de andere kant activeerde de groeiende openbare zichtbaarheid van homo’s en trans mensen ook hun tegenstanders.

Een Franse verslaggever klaagde over de aanblik van openlijke LHBTQIA+-mensen in de publieke sfeer: “de besmetting […] corrumpeert elk milieu”. De Berlijnse politie klaagde dat het aantal tijdschriften gericht op homoseksuele mannen – ze spraken van “obscene persmaterialen” – zich uitbreidde. In Wenen mochten de lezingen van het Wetenschappelijk-Humanitair Comité dan wel druk bezocht worden door voorstanders, toch werd er ook een aangevallen door jongemannen die stinkbommen gooiden. Een Parijs gemeenteraadslid noemde het in 1933 “een morele crisis” dat homoseksuele mensen, die in die tijd bekend stonden als “omgekeerden”, in het openbaar te zien waren.

“Ik werp het fascisme verre van me”, verklaarde het raadslid, “maar toch moeten we het erover eens zijn dat die regimes sommige zaken soms goed hebben gedaan… Op een dag werden Hitler en Mussolini wakker en zeiden: ‘Eerlijk gezegd heeft het schandaal lang genoeg geduurd… En de volgende dag werden… de ‘omgekeerden’… uit Duitsland en Italië verdreven.”

Opkomst van het fascisme

Het is deze bereidheid om minderheden op te offeren in ruil voor “normaliteit” of welvaart die ongemakkelijk veel doet denken aan de huidige tijd.

In de jaren dertig van de vorige eeuw veroorzaakte de toenmalige economische depressie veel onrust, en de politieke strijd in de Europese parlementen mondde uit in daadwerkelijke straatgevechten tussen links en rechts. Fascistische partijen boden de Europeanen een keuze voor stabiliteit die echter wel ten koste ging van de democratie. Tolerantie tegenover minderheden was destabiliserend, zeiden ze. Het uitbreiden van de vrijheden gaf “ongewenste” mensen de vrijheid om de veiligheid te ondermijnen en de traditionele “morele” cultuur te bedreigen. Homo’s en trans mensen waren overduidelijk het doelwit.

Wat er daarna gebeurde, laat zien dat de vooruitgang van een generatie in een flits terug kan worden gedraaid.

De nachtmerrie

Op een meidag in 1933 demonstreerden studenten in keurige witte overhemden voor het Berlijnse Institut für Sexualwissenschaft – dat veilige toevluchtsoord voor LHBTQIA+-mensen – en noemden het “on-Duits”. Later haalde een menigte de bibliotheek leeg en verbrandde al het materiaal. En weer later werd het waarnemend hoofd van het instituut gearresteerd.

Toen de nazi-leider Adolf Hitler in 1934 de arrestatie en de moord op voormalige politieke bondgenoten moest rechtvaardigen, zei hij dat ze homo waren. Dat wakkerde bij de Gestapo een anti-homo gedrevenheid aan en men opende een speciale anti-homo tak. Alleen al in het jaar daarop arresteerde de dienst meer dan 8.500 homoseksuele mannen, mogelijk met behulp van een lijst van namen en adressen die in beslag waren genomen bij het instituut. Paragraaf 175 werd niet alleen niet afgeschaft, zoals de parlementaire commissie een paar jaar eerder nog had aanbevolen, maar juist uitgebreid en aangevuld met zwaardere straffen.

Naarmate de Gestapo zich over heel Europa vertakte, werd de jacht verder uitgebreid. In Wenen werden alle homoseksuele mannen opgepakt die op politielijsten stonden. Ze werden ondervraagd om hen andere namen te laten noemen. Wie geluk had, ging naar de gevangenis. De minder gelukkigen werden naar de concentratiekampen Buchenwald en Dachau gestuurd. In het veroverde Frankrijk werkte de Elzasser politie samen met de Gestapo en arresteerde minstens tweehonderd mannen die naar concentratiekampen werden gedeporteerd. Italië, met een fascistisch regime dat was geobsedeerd door viriliteit, stuurde tijdens de oorlog minstens driehonderd homoseksuele mannen naar repressieve kampen en verklaarde hen “gevaarlijk voor de integriteit van het ras”.

Het totaal aantal Europeanen dat onder het fascisme werd gearresteerd omdat ze LHBTQIA+ waren, is onmogelijk te achterhalen vanwege het gebrek aan betrouwbare gegevens. Maar een conservatieve schatting is dat er alleen al in de oorlogsperiode vele tienduizenden tot honderdduizend arrestaties hebben plaatsgevonden.

In deze nachtmerrie hielden veel meer LHBTQIA+-ers in Europa hun echte seksualiteit zorgvuldig verborgen om verdenking te voorkomen, bijvoorbeeld door te trouwen met iemand van het “juiste” geslacht. Maar als ze prominente leden van de homo- en transgemeenschap waren geweest voordat de fascisten aan de macht kwamen, zoals de Berlijnse lesbische clubeigenaar Lotte Hahm, dan was het te laat om zich zo te verstoppen. Hahm werd naar een concentratiekamp gedeporteerd.

In die kampen droegen homoseksuele mannen verplicht een roze driehoek. In die hel op aarde werden de mannen met roze driehoeken slachtoffer van allerlei vormen van misbruik. Ze werden mechanisch verkracht, gecastreerd, aangewezen voor medische experimenten en vermoord puur voor het sadistische plezier van bewakers, zelfs als ze niet waren veroordeeld tot “liquidatie”. Een homoseksuele man schreef zijn overleving toe aan het ruilen van zijn roze driehoek voor een rode – wat aangaf dat hij ‘slechts’ een communist was. Maar ook die werden uitgesloten en gekweld door hun medegevangenen.

Dreigende regressie

We leven nu niet in het Europa van de jaren dertig. En het maken van oppervlakkige vergelijkingen tussen toen en nu kan alleen maar oppervlakkige conclusies opleveren.

Maar met de nieuwe vormen van autoritarisme die zich in Europa en daarbuiten hebben verankerd en zich proberen uit te breiden, is het de moeite waard om na te denken over het lot van de Europese LHBTQIA+-gemeenschap in de jaren dertig en veertig. Dat is juist op dit moment belangrijk omdat Duitsland het homohuwelijk zojuist heeft toegestaan, en het in de VS een jaar geleden tot een recht is verklaard in het hele land.

In 1929 kwam Duitsland in de buurt van het afschaffen van de anti-homoseksuele wet, om die daarop juist uit te breiden. Pas na een onderbreking van 89 jaar worden de veroordelingen onder die wet nu nietig verklaard.

John Broich
(Dit is een vertaling van zijn artikel How the Nazis destroyed the first gay rights movement dat op 5 juli 2017 verscheen op de website The Conversation. De vertaler heeft nog enkele links toegevoegd.)