Leidse SP dringt bij wethouder aan op beperking van dwangarbeid

Louk Rademaker.
Louk Rademaker.

Het Leidse SP-raadslid Louk Rademaker trekt aan de bel omdat hij van werklozen heeft gehoord dat ze langer dan zes weken in het Leidse dwangarbeidcentrum moeten werken. Maar zes weken is het maximum, zo is twee jaar geleden in de gemeenteraad afgesproken. De SP-er heeft met spoed opheldering gevraagd aan CDA-wethouder Jan-Jaap de Haan. Doorbraak bracht Rademaker onlangs in contact met dwangarbeider Achmed. Die raakte van zijn maandenlange dwangarbeid zo gestresst dat hij zich ziek moest melden.

Volgens Rademaker is de SP geen voorstander van een dwangarbeidcentrum voor alle Leidse bijstandsgerechtigden, “ongeacht achtergronden zoals opleiding en arbeidsverleden. Daardoor hechten wij er veel belang aan dat niemand daar langer dan nodig werkt. De wethouder heeft wat uit te leggen.” Hij verwacht voor de gemeenteraadsvergadering van 11 juli een antwoord van de wethouder. Doorbraak wijst er inmiddels al anderhalf jaar op dat bijstandsgerechtigden op de Startwerklocatie, het dwangarbeidcentrum in het gebouw van de DZB, vaak maandenlang dwangarbeid moeten verrichten, zonder einddatum en zonder enig perspectief op een betaalde baan.

“Om hoeveel mensen gaat het die langer dan zes weken werken op de Startwerklocatie, en wat is de reden dat zij daar langer dan zes weken werken?”, vraag Rademaker in zijn brief aan de wethouder. “Wanneer wist u van deze overschrijding? Wanneer wilde u de raad hierover informeren?” Rademaker zegt zich vooral zorgen te maken over de gevolgen voor de werklozen. Het is niet de bedoeling, zo geeft hij aan, dat werklozen regulier productiewerk verrichten zonder minimumloon, en zeker niet als dat langer duurt dan de afgesproken maximumtermijn van zes weken. Het dwangarbeidcentrum mag volgens de SP “geen eindstation” worden waar werklozen worden weggestopt om eindeloos en rechteloos gratis te werken. De SP verlangt van de wethouder dat hij belooft dat niemand, “ook niet impliciet, gedwongen of verplicht wordt om langer dan zes weken op de Startwerklocatie te werken” en dat werklozen “expliciet te horen krijgen” dat de dwangarbeid maar zes weken mag duren. Ook wil de SP dat overschrijdingen van de zes weken-limiet worden opgenomen in de kwartaalrapportages van de DZB.

Doorbraak en de dwangarbeiders weten het gratis werken voor Leidse werklozen meer en meer te problematiseren. Het doel is momenteel onder meer om het dwangarbeidcentrum steeds verder onbeheersbaar te maken. Nu staat ook de wethouder onder druk om eindelijk eens serieus grenzen te gaan stellen aan verplicht onbetaald werken zonder arbeidscontract en zonder minimumloon. Als hij de dwangarbeid daadwerkelijk zou beperken tot zes weken, dan zou dat voor veel werklozen al een flinke stap in de goede richting zijn, de richting van de algehele afschaffing van het gedwongen gratis werken. En elke stap vergroot het vertrouwen dat de volgende ook mogelijk is.

Harry Westerink