De Peueraar 35/36, juli/augustus 1993

Auteur:


Vakantie-syndroom

"Heb jij dat nou ook?" "Wat?" "Nou, het einde-van-het-seizoen-gevoel?" "Nee hoor, geen last van." "Heb jij dan geen enorme zin om op vakantie te gaan?" "Oh, dat, jawel, daar kijk ik wel naar uit, maar wat bedoel je nou precies met dat einde-van-het-seizoen-gevoel?"

De meeste symptomen van dat gevoel mogen bekend worden verondersteld: uitgerekte nek- en halsspieren vanwege het uitkijken naar het begin van de vakantie; de dromerige blik vanwege de veelal tot absurde hoogten opgeklopte verwachtingen; de chagrijnige koppen in de weken voorafgaand aan die magische datum; ontstoken monden vanwege het feit dat men in diezelfde weken op het tandvlees loopt, etcetera, etcetera.

Maar er zijn ook minder bekende, subtielere ziekteverschijnselen. Er zijn gevallen bekend waarbij lijders aan dat syndroom overal vakantiebrochures laten slingeren; ook komt het voor dat zo'n persoon ongeacht het onderwerp van het gesprek altijd - via een u-bocht of een jij-bak - het gesprek op de vakantiebestemming van dat jaar brengt of schijnbaar eindeloze verslagen geeft van de voorbereiding van de trip. Maar dat zijn de vrij onschuldige ziekteverschijnselen.

Er zijn zorgwekkender gevallen bekend. Vrienden en bekenden van zo'n lijder aan het evhsg-syndroom kunnen geconfronteerd worden met afspraken die plotseling afgezegd worden. Bij navraag blijkt dan vaak dat zo'n persoon dat met al zijn/haar afspraken heeft gedaan. Op zo'n moment heeft het evhsg-syndroom iemand definitief in zijn/haar wurgende greep.

Helaas is er voor dit ziektebeeld nog geen afdoend middel bekend om los te komen van het evhsg-syndroom. Maar er zijn wel een aantal hulpmiddelen die kunnen helpen te voorkomen dat dit syndroom je in je macht krijgt en deze middelen helpen ook bij het bestrijden van de symptomen. Voor zover bekend is dit ziektebeeld ongeneeslijk: ben je eenmaal slachtoffer, dan zal het alleen maar verder bergafwaarts gaan.

Maar verslechtering van de algehele toestand van een lijder kan tegengegaan worden. Men kan natuurlijk besluiten tot een algehele afkickpoging. Dit zal betekenen dat vakanties in z'n totaliteit afgezworen dienen te worden. Dat zal ook met zich meebrengen dat men meer voldoening in het dagelijkse werk en leven moet zien te vinden. En dat is gemakkelijker dan tot nu toe wordt aangenomen.

Zoals al eerder in dit blad is betoogd, is het onjuist om alle heil in de vakantie te zoeken. Feitelijk is het niet meer dan vluchten voor al datgene dat je achterlaat. Als je dan zo baalt van alles waar je mee bezig bent, neem dan de stap om iets anders te gaan doen; iets dat je meer interesseert. Door bij jezelf te blijven en er regelmatig bij stil te staan of datgene waar je mee bezig bent datgene is dat je ook wilt, kun je het evhsg-syndroom voorkomen of tegengaan. Want hoe vaak zie je niet dat personen zo hard hebben gewerkt in de periode vóór hun zo lang verwachte vakantie in de eerste week van de vakantie ziek worden. Juist op het moment dat je niet meer hoeft te werken, ben je extra kwetsbaar voor ziektes.

Maar er zijn ook andere - minder drastische - mogelijkheden ter bestrijding van het syndroom. Vakanties hoeven niet onmiddellijk afgeschaft te worden, maar wel de bijzonder onrealistische heilsverwachtingen die daar vaak mee gepaard gaan. Hoe vaak hoor je niet: "Tjonge, jonge, wat ben ik aan vakantie toe." Het is niet zozeer de behoefte om op vakantie te gaan die maakt dat dit gezegd wordt, alswel de totale tegenzin om met datgene waar men mee bezig is door te gaan of het onvermogen om de hoeveelheid bezigheden tot een hoeveelheid te beperken die te overzien is. Want juist het te hard moeten werken (tegen je grenzen aan zitten, zo je wilt) zorgt voor die verwachtingen dat problemen als sneeuw voor de zon verdwijnen als men eenmaal op vakanties is. Terwijl de problemen juist vaak in jezelf zitten, en wat in jezelf zit neem je overal mee naar toe, ook op vakantie...

Maar er is ook nog een andere afdeling van heilsverwachtingen. In die afdeling passen de vakantie-romances, de avontuurlijke survival-tochten (onder begeleiding, natuurlijk) en de overdreven vrolijke, gespannen gezichten van mensen die binnenkort op vakantie gaan en alvast fantaseren over wat er allemaal kan gaan gebeuren.

Bij zulke symptomen ligt de genezing op een iets ander vlak. Lijders aan dit ziektebeeld zullen moeten erkennen dat ze zichzelf een spiegel met een wazig roze randje voorhouden. Dit zijn ook de personen die jaren tegen zichzelf en anderen zeggen dat ze erover denken om hun vaste baan op te geven om daarna een wereldreis of iets dergelijks te maken. Ze blijven dromen, maar de dromen worden nooit omgezet in werkelijkheid, omdat ze die stap niet kunnen/willen maken.

De remedie bestaat er dan ook uit dat ze voor zichzelf en anderen moeten toegeven dat het een droom is en blijft. Of ze maken hun droom werkelijkheid, maar dat gebeurt slechts in enkele gevallen. Begrijp me goed, schrijfster dezes is niet tegen reizen, maar ze heeft wel een hekel aan de mythes die zich rond vakanties en reizen zo stevig hebben postgevat. Door een ontmythologisering van vakanties en reizen zal het evhsg-syndroom van zelf verdwijnen. Niet dat dat ook zo snel zal gebeuren. De vermeende behoefte aan reizen en vakanties wordt over het algemeen reeds met de paplepel ingegoten en je moet er dus al zelf krities over nadenken om los te komen van die mythe.

Terug