De Peueraar 41, januari 1994

Auteur: Gerrit de Wit en Harry Westerink


Big brother ?!

Op 1 januari 1994 wordt de nieuwe Politiewet van kracht. De termen 'rijkspolitie' en 'gemeentepolitie' zijn dan definitief verleden tijd. Wat verandert er? Zal de reorganisatie van de politie leiden tot een toename van de repressie? We gaan in op drie nieuwe ontwikkelingen: de politieregio Hollands-Midden, de opkomst van politiebureau's in Leidse wijken en de uitbouw van de Leidse parkeerpolitie. Deze ontwikkelingen laten volgens ons zien dat de greep van de politie op de samenleving sterker wordt.

In plaats van 148 gemeentelijke politiekorpsen plus de Rijkspolitie zal er in 1994 en daarna nog maar één Nederlandse politie zijn. Nederland wordt onderverdeeld in 25 politieregio's, die weer zijn onderverdeeld in districten. Naast deze 25 politiekorpsen bestaat er nog een Korps Landelijke Politie Diensten, met een ondersteunende taak ten behoeve van alle regionale korpsen. Leiden valt binnen de politieregio Hollands-Midden, een gebied dat zich uitstrekt van Noordwijkerhout tot Schoonhoven en dat 35 gemeenten omvat. Holland-Midden valt samen met het "Groene Hart van Holland" (ongeveer 875 kmē). Er wonen zo'n 700.000 mensen. Het onlangs geopende hoofdkantoor staat in Leiderdorp aan de Elisabethhof. Daar 'zetelen' de korpschef (Van Hulst), de rest van de leiding en wat specialistische functies, zoals de verkeersdienst en de korpsrecherche. De regio Holland-Midden is opgedeeld in 8 districten, waarvan Leiden samen met Voorschoten het vierde district vormt. Chef van dit district is Molenaar. De burgemeester van de grootste gemeente in de politieregio, in dit geval Leiden, is korpsbeheerder. De reorganisatie van de politie is al in 1992 gestart. Op 1 januari 1994 moet een geheel vernieuwd politie-apparaat klaar staan om te gaan draaien.

Volgens La Rivière, account manager van het korps Holland-Midden, is het belangrijkste aspect van de reorganisatie het veranderen van de werkwijze van de politie. Er is gekozen voor een nieuwe preventieve aanpak, die inhoudt dat de politie vooraf meer contact gaat leggen met het 'publiek'. "In het kort komt het erop neer dat we niet meer alleen maar willen handelen nadat er iets is gebeurd, maar dat we vooruit willen gaan denken. Natuurlijk zal de politie nog steeds 'er op af gaan' als er bijvoorbeeld een overval wordt gemeld, maar veel meer willen we gaan proberen die overvallen te voorkomen", aldus La Rivière, die is belast met het opzetten en uitvoeren van de externe samenwerking tussen het korps aan de ene kant en het bedrijfsleven, de Kamer van Koophandel en de regionale arbeidsbureau's aan de andere kant. Hieruit volgt dat de politie vooral nauwer zal gaan samenwerken met winkels en bedrijven.

Binnen de nieuwe organisatie bekleedt de burgemeester van Leiden, Goekoop dus, een vreemde rol. Aan de ene kant is hij als burgemeester van de grootste gemeente in de regio korpsbeheerder. Gezamenlijk met de korpschef en de Officier van Justitie heeft hij de dagelijkse leiding over het regiopolitiekorps. Deze kerngroep stuurt het dagelijks bestuur aan. Dat betekent een aanzienlijke verzwaring voor 'onze' burgervader, die tot nu toe slechts aan het hoofd stond van de lokale politie. Aan de andere kant is hij lid van het Regionaal College, dat wordt gevormd door de 35 burgemeesters van alle gemeenten in de politieregio. Dit Regionaal College fungeert als bestuur op afstand. Met andere woorden: Goekoop beheert het korps en Goekoop controleert of Goekoop het korps goed beheert.

Personeel en controle

De regio Hollands-Midden moet inkrimpen ten gunste van de politie'sterkte' van de grote steden. Het personeelsbestand moet dalen tot 1.340 politiemeneren en -mevrouwen. Ter vergelijking: bij de gemeentepolitie van Leiden bedroeg de feitelijke 'sterkte' in 1992 ongeveer 245 mensen. Als de Leidse politie het nodig vindt om 245 mensen personeel voor één gemeente in dienst te hebben, dan kun je wel begrijpen dat men 1.340 mensen voor 35 gemeenten als ontoelaatbare onderbezetting beschouwde. Alle gemeenteraden in de regio vonden het aantal van 1.340 dan ook te weinig om de taken van de politie naar behoren te kunnen uitvoeren. De protesten uit de regio Hollands-Midden, en uit andere krimp-regio's, hebben effect gehad: de Tweede Kamer eiste in mei van dit jaar dat er 600 agenten meer moesten worden ingezet, verdeeld over de regio's. Hollands-Midden is er 50 agenten op 'vooruit' gegaan. De korpsleiding van de regio Hollands-Midden is nog steeds niet tevreden en blijft ijveren voor uitbreiding van het aantal. Onlangs stuurde Goekoop een brandbrief naar de voorzitters van alle Tweede Kamer-fracties. Hierin zette hij uiteen dat het voor 1994 begrote bedrag van 126 miljoen gulden veel te weinig is voor 'zijn' Korps Holland-Midden. Ook andere burgemeesters in deze politieregio delen de opvatting van Goekoop dat er dringend politiepersoneel bij moet. Overigens streeft de regio Hollands-Midden ernaar om zoveel mogelijk agenten op te leiden via de politiescholen (die onlangs in opspraak raakten omdat ze een kweekvijver bleken te zijn van racisme en seksisme). De afgelopen 2 jaar is de instroom van nieuwe agenten minimaal geweest, omdat het korps in aantal terug moest. De inzet van politie-assistenten is een nadrukkelijke wens van de steden Leiden en Gouda (maar niet van ons). De politie-assistenten zullen worden ingezet voor de bewaking van arrestanten, voor taken aan de receptie en voor surveillance in winkelgebieden.

Je mag je afvragen wat er overblijft van de nu al geringe mogelijkheden tot democratische controle op de politie. De angst bestaat dat de gemeenteraden in de grotere gemeenten met tot nu toe een eigen gemeentepolitie, zoals Leiden, elke greep op het politiebeleid zullen verliezen. Die angst lijkt ons niet denkbeeldig. De kerngroep van korpsbeheerder, Officier van Justitie en korpschef zweeft weg van de plaatselijke politiek, en wordt slechts in de gaten gehouden door een Regionaal College met niet door het volk gekozen burgemeesters waarvan ook de korpsbeheerder lid is.

Beleidsplan

De afgelopen maanden is er gewerkt aan een beleidsplan voor het regiokorps Hollands-Midden. In de woorden van Goekoop laten de belangrijkste aandachtspunten van het plan zich als volgt omschrijven:

Het beleidsplan voor Hollands-Midden krijgt een lokale vertaling. Voor het district Leiden/Voorschoten willen Goekoop en zijn makkers nog de volgende speerpunten opnemen:

Zoals je ziet wordt er veel, te veel bevorderd en bestreden. Hoe meer taken en doelstellingen de (regio)politie zich toeëigent, hoe meer agenten in de auto, op de motor, te paard, op straat, bij de afluisterapparatuur, in burgerkleding, met een knuppel in de hand, in jouw slaapkamer, in jouw bovenkamer (en de onze). De politie die een milieubewuste mentaliteit bij de burger gaat kweken? De politie die tegelijkertijd racisme én overlast door coffeeshops gaat bestrijden? Gaat de politie zichzelf binnenkort tot doel stellen om ook het geestelijk welzijn van de Leidse bevolking te bevorderen? Zal een volgende uitbreiding van de doelstellingen (én bevoegdheden) ertoe leiden dat de politie zich echt overal mee mag gaan bemoeien? Of is dat al zo? Het gevaar van de totalitaire staat ligt levensgroot op de loer.

Wijkbureau's

Terwijl de reorganisatie in de richting van regiopolitiekorpsen een versterking van de regionale samenwerking binnen het politie-apparaat zal inhouden, werkt het district Leiden/Voorschoten ook toe naar wijkgerichte repressie. Zowel op hoger niveau (regio, provincie) als op lager niveau (buurt, straat) wil de politie haar controle intensiveren. In plaats van een centrale werkwijze vanuit één politiebureau met enige surveillance in de wijken, wordt er in Leiden al sinds enige tijd gewerkt aan de instelling van wijkgebonden groepen, die ook meewerken op centraal niveau. Op 1 mei 1992 is het zogeheten Wijkagentennetwerk ingevoerd. Het district Leiden/Voorschoten is opgedeeld in 6 wijken/gebieden: 2 centrumwijken, Merenwijk, Zuid/Zuid-West, Stevenshof en Voorschoten. Per wijk wordt er een wijkbureau opgezet. Op dit moment functioneren er al 3 van die bureau's in de Merenwijk/Slaaghwijk (Stellingmolen 1), Leiden-Zuid (Pioenhof 11) en Stevenshof en de Mors (Top Naeffstraat 1). Volgens Goekoop is het uitgangspunt bij de wijkbureau's "dat burgers niet nodeloos naar het hoofdbureau aan de Langegracht hoeven te komen wanneer hun klachten ook op het wijkbureau kunnen worden afgehandeld: wat decentraal kan worden afgehandeld, moet niet aan de Langegracht worden afgehandeld." Dat klinkt op z'n zachtst gezegd ongeloofwaardig. Onze ervaring is dat klachten weliswaar (na lange tijd) worden afgehandeld, maar in elk geval niet serieus worden genomen. Wij moeten de in het citaat beschreven vriendelijke en tegemoetkomende politie nog leren kennen. De wijkbureau's zijn niet opgezet omdat de burger liever niet nodeloos naar het hoofdbureau komt, maar omdat de politie graag zo diep mogelijk in de wijken wil doordringen. Goekoop zegt dat de wijkbureau's "moeten uitgroeien tot volwaardige politiebureau's op wijkniveau, van waaruit de agenten een goed contact hebben met buurtbewoners. Juist zij moeten het gevoel hebben dat de politie weer dicht bij hen staat." Dat gevoel hebben wij al lang, het is het bekende "Big brother is watching you"-gevoel dat wij liever kwijt dan rijk zijn.

Parkeerpolitie

Een andere stap in de richting van totalitaire controle van de burger door de staat wordt gevormd door de aanstelling van parkeerpolitie. In de Leidse binnenstad loop je hen overal tegen het lijf; er valt bijna niet aan te ontkomen. Bij de parkeerpolitie wordt 1 medewerker op 150 te controleren parkeerplaatsen aangesteld. Een drukke boel dus. Op het eerste gezicht lijkt hun werk onschuldig en misschien zelfs wel nuttig: bekeuringen uitdelen aan auwtomobilisten die hun blik ergens achteloos hebben gedumpt. Maar de parkeerpolitie doet meer en mág meer doen. De randvoorwaarden van de politieregio Hollands-Midden bepalen dat de parkeerpolitie een politie-uniform aan moet trekken, als zij ook als (strafrechtelijk) opsporingsambtenaar wil funioneren. En dat wil de parkeerpolitie wel. Liever gezegd, dat wil de gemeente Leiden wel. Aan de afzonderlijke gemeenten in de regio was de keuze gelaten om de parkeerpolitie al dan niet in een politie(mantel)pak te hijsen. Leiden (maar wij niet) heeft in 1992 voor dit 'blauwe' model gekozen. Dat betekent dat de parkeerpolitie onder politietoezicht staat, bewapend is en direct portofooncontact heeft met de meldkamer van het bureau. Door onder politietoezicht te staan mogen de bevoegdheden van de parkeerpolitie behoorlijk worden verruimd. Vorig jaar is hiermee in Leiden een begin gemaakt. In het jaarverslag 1992 van de Leidse politie noemt men de volgende reden voor deze uitbreiding: "De bevoegdheden zijn uitgebreid omdat het publiek niet in een eerste blik onderscheid kan maken tussen een - reguliere - politieman en een parkeercontroleur." Ja, krijg nou wat! Eerst hebben ze de keuze tussen wel of geen uniform voor de parkeerpolitie. Dan kiezen ze voor wel een uniform. En dan breiden ze de bevoegdheden van de parkeerpolitie maar uit, omdat het volk toch geen verschillen ziet in de blauwe muur om hen heen.

In 1992 heeft de parkeerpolitie haar taak meteen al grondig aangepakt. "Naast de eerste en belangrijkste taak: handhaving van de naleving van parkeerovertredingen, zijn er op de Haarlemmerstraat meer dan 100 processen-verbaal uitgedeeld en op de Breestraat ongeveer 95", aldus het politiejaarverslag, dat niet vermeldt waarvoor die processen-verbaal zijn uitgedeeld. Maar het volgende citaat uit het jaarverslag 1992 geeft wel een duwtje in de richting die de (parkeer)politie wil inslaan: "Ondanks het feit dat deze processen-verbaal door de DPb (Dienst Parkeerbeheer, redactie Peueraar) zijn uitgeschreven ontstaat bij het publiek het beeld dat de politie optreedt tegen overlast in de binnenstad. Er is immers geen verschil in uniform en dat is onze opzet." O, zit dat zo? Laat zoveel mogelijk mensen een blauw pakkie aantrekken en bonnen uitdelen, dat geeft de burger een veilig gevoel! In 1994 wil de parkeerpolitie ook in de avonduren gaan controleren. Dat zal hen de gelegenheid geven om niet alleen fout geparkeerde auto's te beboeten, maar ook bijvoorbeeld 'wilde' plakkers op te sporen.

Ook op een ander terrein slaat de parkeerpolitie haar vleugels uit. De Leidse politie wil dat de Dienst Parkeerbeheer de parkeergarages onder haar hoede neemt: "De garage-exploitanten zullen echter maatregelen moeten nemen om het voor hun klanten ook zo klantvriendelijk te maken dat men in de garages wil parkeren. Dit is echter nog niet zover. De DPb heeft er belang bij de exploitatie van de garages in handen te krijgen. Op deze manier kan naar onze mening de auto van de straat in de parkeergarage onder de slogan: "het blik uit het blikveld". Een evenwichtig beleid en sturing moeten er voor zorgen dat de garageruimte optimaal wordt benut, iets waar het thans ten enen male aan ontbreekt." Aan de wens van de politie is gehoor gegeven. Onlangs heeft de gemeente Leiden de parkeergarage aan de Ir. Driessenlaan aangekocht, voor het lieve sommetje van 3,6 miljoen. Die garage gaat onder de verantwoordelijkheid van de Dienst Parkeerbeheer vallen. De garage leverde de eigenaar tot nu toe alleen maar verlies op. De huidige bezettingsgraad is slechts 12%! Maar wethouder Walenkamp (economische zaken en verkeer) is optimistisch gestemd, zonder daarvoor argumenten aan te dragen. Hij moet wat doen om over parkeernood klagende Leidse ondernemers in toom te houden. Zelf doen die ondernemers niets aan de parkeerproblemen. Liever laten ze Walenkamp het vuile werk opknappen. En lukt het niet om de onrendabele garage winstgevend te maken, dan zal de belastingbetaler moeten bijspringen.

Er is nog een andere 'mooie' taak weggelegd voor de parkeerpolitie. De gemeente Leiden en, vooral, wethouder Walenkamp zijn druk in de weer om de autovrije/autoluwe binnenstad van de grond te krijgen. Het autovrije deel (het deel tussen Breestraat en Haarlemmerstraat) moet afgeschermd worden met slagbomen. Die slagbomen worden bediend door... de parkeerpolitie. Trekt de parkeerpolitie als een koene ridder ten strijde tegen in blik geharnaste burgers? Mogen we erop vertrouwen dat de politie haar best doet om het milieu te beschermen, of moeten we vrezen dat de politie een nieuwe kans krijgt om de bevoegdheden en machtsmiddelen uit te breiden?

Tot slot

Door de voortdurende toename van overheidsbevoegdheden doemt zo langzamerhand het spookbeeld op van totalitaire staatscontrole over de hele samenleving. Uitbreiding van de politiebevoegdheden levert een griezelig toekomstbeeld op, zeker als dat gepaard gaat met toenemende controle van instellingen als de Sociale Dienst, het arbeidsbureau, het GAK, en allerlei particuliere en bedrijfsbewakingsdiensten. De politie speelt als sluitstuk van de repressie een belangrijke rol. Het Vreemdelingen Administratie Systeem, de Gemeentelijke Basis Administratie, de oprichting van wijkbureau's, de nieuwe Politiewet, en de uitbreiding van de bevoegdheden van de parkeerpolitie vormen belangrijke hulpmiddelen voor de politie om de greep op de samenleving te vergroten.

Dat betekent niet dat de politie morgen volkomen fascistisch is. Dat betekent wel dat er tendenzen gaande zijn in de richting van een totalitaire machtsuitoefening over de burger. De democratische controle op de nieuwe regiopolitie is gering. De gemeenteraden in de regio ondersteunen in het algemeen juist de uitbreiding van bevoegdheden en middelen. Klagen over de politie heeft weinig zin, zo bleek uit een rapport van de Leidse Rechtswinkel (zie Peueraar nr. 40). Het gebrek aan macht van de kant van de burger om de politie te beteugelen stemt somber. Want de geschiedenis heeft geleerd dat de politie zonder voldoende tegenwicht meer dan eens is doorgeslagen naar fascisme in zijn zuiverste vorm.

Bronnen:

Terug