De Peueraar 41, januari 1994

Auteur: Petra Schultz en Jeroen van Schie


Discussie over de opkomst van extreem-rechts, deel 2.

In Leiden gaan de Centrum Democraten deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen die in maart 1994 zullen worden gehouden. Volgens een opiniepeiling die werd gepubliceerd in het Leidsch Dagblad heeft deze extreem-rechtse partij kans op één à twee zetels in de gemeenteraad. In diverse hoeken van Leiden worden mensen opgeschrikt. Dat mag niet gebeuren! Mensen gaan rond de tafel zitten, maken plannen om de verkiezing van extreem-rechts in Leiden te dwarsbomen. Gelukkig wel! Met de Peueraar willen we daar dan ook een bijdrage aan leveren. We willen dat gaan doen door een discussie te organiseren tussen de mensen en groeperingen die zich de komende maanden zullen gaan inzetten om een halt toe te roepen aan de opkomst van extreem-rechts.

Een broodnodige discussie

Want discussie lijkt ons broodnodig. De opkomst van extreem-rechts komt niet uit het niets en het zal niet eenvoudig zijn daar werkelijk wat tegenover te zetten. Met een discussiestuk, waarvan dit het tweede deel is, willen we een eerste aanzet geven voor die discussie.

We hopen dat het genoeg aanleiding geeft om de discussie, zowel binnen als buiten de Peueraar, te doen oplaaien. We hebben niet het idee 'de waarheid' in pacht te hebben. Wel willen we een aantal zaken naar voren schuiven die volgens ons van groot belang zijn voor het bepalen van een strategie tegen de opkomst van extreem-rechts. In deel 1, dat in de vorige Peueraar werd geplaatst, hebben we een aantal ontwikkelingen belicht. We schreven over de hetzes door 'met respect omgeven politici', over de afbraak van het sociale stelsel en sociale structuren. We schreven over het ontstaan van een vechtmaatschappij waarin ieder voor zichzelf een weg moet banen in de maatschappelijke jungle van flexibele baantjes, onbetaalbare woningen en bureaucratische rompslomp. En we benoemden deze ontwikkelingen als voedingsbodem voor het extreem-rechtse ideeëngoed, wat om zich heen kan grijpen omdat een linkse tegenkracht als reëel alternatief ontbreekt. In dit deel willen we daarop verder gaan. Centraal staat de vraag naar een werkbare strategie tegen de opkomst van extreem-rechts.

Januskop

We denken dat je inmiddels niet meer alleen kunt spreken van een van bovenaf gestimuleerd racisme. Het doorbreken van de zogenaamde 'taboes' door politici als Bolkestein, Rottenberg en Kosto, heeft zijn weerslag gevonden in de samenleving. Inmiddels kun je spreken van een stuwend spanningsveld tussen het structurele en wetgevende racisme van bovenaf en het gemobiliseerde racisme van onderop. Het één legitimeert het ander en andersom. En het einde lijkt nog niet in zicht. Verwijzend naar de groeiende weerstand in de samenleving tegen de komst van vluchtelingen worden steeds onmenselijker maatregelen doorgevoerd tegen vluchtelingen. Maatregelen die omgeven worden met hetzes die zelf de weerstand in de samenleving tegen de komst van vluchtelingen weer vergroten. De groeiende aanhang van extreem-rechtse partijen is een van de graadmeters die politici naar voren halen in dit proces. Extreem-rechts wordt gebruikt als januskop waartegen hun eigen maatregelen als 'humaan, noodzakelijk en correct' kunnen afsteken. De groei van extreem-rechts vergroot in dit proces de speelruimte van de partijen aan de macht en het beleid van de partijen aan de macht veroorzaken de groei van extreem-rechtse partijen.

We kunnen in deze ontwikkeling dus drie strijdpunten onderscheiden:

In beleid omgezet...

In de strijd tegen de opkomst van extreem-rechtse partijen kunnen we het niet nalaten de hetzes en het gevoerde beleid ten aanzien van migranten en vluchtelingen te bestrijden. Dat zijn immers belangrijke veroorzakers van de huidige racistische stemming in de samenleving. Aan de ene kant zal het elke keer weer nodig zijn een krachtig weerwoord te laten horen op het moment dat politici het weer eens nodig achten één van hun racistische uitspraken te berde te brengen. En er zal moeten worden geprobeert om de mobilisatie tegenover het steeds wrangere beleid uit te bouwen tot een politieke kracht.

Aan de andere kant zal moeten worden nagegaan , zoals we ook al in deel 1 schreven, welke doelen er door de desbetreffende politici worden nagestreefd. Immers; de verhalen en het beleid van de regerende partijen verschillen in een aantal punten niet zo vreselijk veel van die van bijvoorbeeld de Centrum Democraten. De leus 'Nederland is vol' wordt niet alleen gepropageerd door extreem-rechtse partijen maar ook in beleid omgezet door de regerende partijen.

De heersende tendens binnen bijna alle ontwikkelingen die de laatste jaren in gang zijn gezet wijzen richting een Verenigd Europa dat zijn concurrentiepositie ten opzichte van de rest van de wereld probeert te verstevigen. In dat concurrerende Europa is geen plaats meer voor een dure sociale zekerheid. De geldstromen moeten richting bedrijfsleven. "We gaan zeven sobere jaren tegemoet" wist CDA-voorzitter de Vries het in christelijke retoriek te verwoorden. De lonen moeten omlaag, de kosten van de 'factor arbeid' moeten worden teruggedrongen. De 'dure' werklozen moeten aan het werk, zonodig met dwang in de laagstbetaalde banen die tot nog toe voor een groot gedeelte worden vervult door het allochtone bevolkingsdeel dat, ofwel legaal ofwel illegaal, decennia lang het klotewerk in Nederland heeft uitgevoerd. Binnen zo'n Europa is voor nieuwkomers al helemaal geen plaats en is een bepaalde mate van polarisatie tussen het autochtone en het allochtone bevolkingsdeel op z'n minst handig om bepaalde maatregelen te kunnen doorvoeren. We denken dat binnen dit kader de ontwikkelingen van de laatste jaren aardig op hun plek vallen. Een politiek tegen de opkomst van extreem- rechts zal zich wat ons betreft ook op het kader zelf moeten richten en niet alleen tegen de uitvloeisels ervan.

Van onderop

Het groeiende racisme en de sympathie voor extreem-rechts van onderop lijkt vaak een ongrijpbaar proces. Al jaren wordt de 'verrechtsing' alleen maar geconstateerd zonder dat links in staat is geweest dat te doorbreken. Om op dit moment dan maar de wijk in te trekken om te zeggen dat het fout is om CD te stemmen, lijkt ons in ieder geval niet het meest efficiënt. Voor veel mensen lijkt het afgeven op buitenlanders en het stemmen op CD vooral voort te komen uit onvrede over hun eigen situatie, een algeheel gevoel van onzekerheid en onveiligheid en het ontbreken van een duidelijke politieke oppositie die voor hun belangen opkomt. Dat is natuurlijk geen rechtlijnig proces. Dat kun je niet stoppen door een soort morele grens te trekken tegen stemmen op de Centrum Democraten.

Eén ding staat voor ons in ieder geval als een paal boven water. Tegenover een (extreem-) rechtse politiek zal een duidelijke linkse politiek moeten staan. Een voorstelbare linkse politiek die de problemen en de onvrede van mensen serieus neemt. Een linkse politiek die probeert de onvrede op de oorzaken van problemen te richten en die solidariteit centraal stelt. Als voorbeeld willen we huisvesting geven. Eén van de vele verhalen die sterk de ronde doen is dat "die buitenlanders de huizen afpikken, voorrang krijgen bij de woonruimteverdeling, enzovoorts". Mensen moeten jaren op een huis wachten. Dan kun je de wijk in trekken en gaan vertellen dat buitenlanders helemaal geen voorrang krijgen, dat Nederland niet vol is enzovoorts. Beter lijkt het ons echter om te stellen dat er meer sociale woningbouw moet komen voor iedereen, en daar een strijdpunt van te maken. Het is immers reëel dat er steeds minder geld is voor sociale woningbouw en steeds meer voor allerlei prestige projecten, luxe appartementen en koopwoningen. Bij het ontwikkelen van zo'n strijd zal het inzet moeten zijn niet alleen in woorden maar ook in praktijk een solidaire samenwerking tussen autochtone en allochtone bevolking tot stand te brengen. Dus wijkkommitees, migrantenorganisaties en actiegroepen zullen gezamenlijk achter bepaalde strijdpunten moeten gaan staan die leven onder de bevolking, en daarmee aan de slag moeten gaan om het solidaire idee weer gestalte te geven in de samenleving. Alleen daarin lijkt ons een tegenwicht op te bouwen tegen het groeiende racisme en de groeiende sympathie voor extreem-rechts.

Extreem-rechtse organisatie

Extreem-rechtse partijen en groeperingen vormen een derde strijdpunt. Het lijkt ons dat er tegenover het georganiseerde extreem-rechts geen enkele tolerantie te rechtvaardigen is. Hoe verder zij zich organiseren hoe meer het rechtstreekse geweld zal toenemen tegen migranten, maar ook tegen links. Nu al wordt er brand gesticht bij moskeeën en winkels, nu al worden mensen in elkaar geslagen, nu al zijn er pogingen ondernomen door CP'86 om multiculturele en anti-racistische manifestaties en demonstraties aan te vallen. Ook in Leiden wordt er door extreem-rechts gefolderd, stikkers geplakt, en ramen ingegooid bij migrantenorganisaties. Het op alle manieren onmogelijk maken van hun pogingen tot organisatie en propaganda zal moeten voorkomen dat het dagelijkse geweld verder zal toenemen en hun ideeën via officiele partijorganisaties een legale uitstraling krijgen. Het steeds verder vervagende taboe op extreem-rechtse organisatie moet een halt worden toegeroepen. In de strijd tegen extreem-rechts zullen netwerken opgebouwd moeten worden: in buurten en in steden, zowel landelijk als Europees. Er zal gereageerd moeten worden, zowel op folderacties en partijkongressen, als op rechtstreeks geweld.

Racisme op zich bestrijden

Zoals we ook in deel 1 schreven geloven we niet dat mensen zomaar naar racistische 'oplossingen' grijpen. Er is sprake van structurele racistische verhoudingen en een latent aanwezig racisme in de samenleving dat maakt dat mensen daar überhaupt op aangesproken kunnen worden. Een citaat uit deel 1: "De politieke en economische machtsverhoudingen die zijn voortgekomen uit (neo)koloniale verhoudingen zijn racistische machtsverhoudingen die zich zowel op wereldschaal in de Noord-Zuidverhoudingen, als op nationaal en lokaal niveau, manifesteren in een structurele machtsongelijkheid tussen het witte en het zwarte bevolkingsdeel. Deze racistische verhoudingen uiten zich niet alleen in maatschappelijke posities, maar ook in het heersende mensbeeld waarin meer of minder racisme schuilt."

Strijd voor gelijke rechten en het opheffen van machtsverschillen, nationaal en internationaal, zal dus de basis moeten zijn van een linkse politiek tegen extreem-rechts.

Een open eind?

We hopen op een breed gedragen inspanning en mobilisatie tegen het extreem-rechtse gedachtengoed en extreem-rechtse organisatie in de aanloop van de komende verkiezingen. En we hopen dat dat een basis legt waar we in de toekomst op kunnen voortborduren. Een open discussie over uitgangspunten, analyses en strategie lijkt ons daarvoor wel noodzakelijk. We hopen dan ook op veel reacties.

Terug