De Peueraar 44, april 1994

Auteur: Gerard van Hees


(ingezonden)

Massawerk tegen racisme

De afgelopen maanden stonden er in De Peueraar een aantal stukken over de opkomst van extreem-rechts. Met de onderstaande reactie doet Gerard van Hees een poging deze discussie verder te voeren.

In de Peueraar 42 van februari stond een artikel onder de kop "Wij/zij denken niet alleen bij extreem rechts". Het artikel bevatte een interview met Jamal Tchiche. Voor mij bevatte dit interview enerzijds stof tot nadenken en anderzijds stof tot een zekere irritatie. Daarom dat ik besloot de pen te pakken en wat eigen gedachten over het bestrijden van racisme en extreem-rechts op papier te zetten. Ik hecht eraan te benadrukken dat voor zo'n universeel probleem geen blauwdruk voor een oplossing klaarligt en heb dus ook de nodige vraagtekens bij mijn eigen ideeën daarover.

De ramen open

Zonder meer het sterkste wat Jamal zegt is dat we in discussie moeten gaan met mensen. Als we dat niet doen, dan deugen onze argumenten blijkbaar niet. Een advies dat een veel verdere draagwijdte heeft dan we in eerste instantie vermoeden. Hoe is het mogelijk dat meer dan 20% van de bewoners van de Zeeheldenbuurt op extreem-rechts stemt en dat voor iedereen (mijzelf inclusief) een verrassing is. Dat kan alleen maar komen omdat daar krachten aanwezig zijn en ook denkbeelden die niet weersproken worden. Omdat links in zichzelf is gekeerd en het daarmee te druk heeft, omdat we wellicht niet buiten onze scene komen, spreken we de mensen daar niet meer en hebben anderen vrij spel. Laten we de ramen weer open doen en de signalen vanuit de samenleving serieus nemen. Mijn moeder klaagt over buitenlanders en ik neem er onvoldoende de tijd voor. De samenleving klaagt over onveiligheid en links laat het liggen als een 'rechts' item. Hele buurten zijn ontevreden over hun woonsituatie en wij weten van niets.

Goede oude tijd

In de goede oude tijd waren we nog bezig met 'massawerk'. Werd het als een taak beschouwd van links om contact te hebben met de mensen in de buurten en daar propaganda te bedrijven. Die tijd is niet meer en dat hebben we geweten. In het kader van 'Leiden voor iedereen' heb ik samen met iemand van De Invalshoek een paar buurtcomité's bezocht. Duidelijk was dat we vanuit een totaal andere wereld kwamen en er geen aansluiting was. Dat we ook niets te bieden hadden, we onvoldoende kennis en dus argumenten hadden om de comité's voor ons doel te interesseren. We moesten tevens konstateren dat de comité's zich slechts aarzelend uitspraken tegen de CD en CP'86. In mijn eigen wijk Groenoord maakte het comité geen onderscheid tussen de twee genoemde partijen en de rest. Uiteindelijk lukte het dan toch nog om een spreker te hebben die sprak met instemming van de comité's van Plan-Noord en de Kooi, maar een aansluiting met 'Leiden voor iedereen', ondanks zijn breedte, kwam niet tot stand. Het bovenstaande is slechts een illustratie van de werkelijkheid en schetst de armoede die is opgetreden. Voor contacten moet je bij de S.P. zijn, zo werd mij verzekerd, iets wat ik nu juist niet wilde.

Media

Racisme is iets wat moeilijk tastbaar is. Het is er en komt slechts zelden naar buiten. De verleiding is groot om dan naar 'een zondebok' te zoeken. Voor extreem-rechts is dat een beproefde methode, maar ook 'links' kan er wat van. Ik bedoel hiermee dat 'links' een schuldige aanwijst, een schuldige voor het opkomend racisme. Jamal doet dat ook en wijst op de media. Los van het idee dat de opvoedende rol die hij de media toebedeelt geënd is op de achterhaalde visie dat media spreekbuizen zijn van organisaties of stromingen, is het ook het verleggen van het probleem. De media registreren de maatschappelijke werkelijkheid, en de belangrijkste doen dat volgens de normen die overheersen. Daarmee beïnvloeden ze de ideeën die er leven, echter nimmer op een niveau dat het niet meer aansluit bij de subjectieve beleving van de lezer. Veel sterker daarom is de rol van politici in dat kader. Bekend is dat in de polls extreem-rechts vooral heeft geprofiteerd van uitspraken van Bolkestein (zijn 'minderheden-debat' leverde 1% stemmenwinst in de peilingen op) en Rottenberg en Kosto ('het laten verdwijnen van illegalen', ook 1% stemmenwinst in de peilingen). Een uitspraak van Nordholt, hoofdcommisaris van politie in Amsterdam (in de praktijk ook opererend als een politicus), dat in de Bijlmer tienduizend illegale Ghanezen verblijven had geen enkel effect omdat iedereen wel aanvoelde dat dat totaal onmogelijk is. Het is dus op het politieke niveau dat er angst wordt gecreëerd. Opvang van asielzoekers is een probleem, wordt door de overheid verkondigd. Niemand herkent het omdat je er niet mee wordt geconfronteerd, maar het blijft wel hangen. Zou dat in een commentaar van De Volkskrant staan als eigen waarneming, dan wordt het niet opgepikt en wordt in die krant morgen de vis weer verpakt.

Voedingsbodem

Sterker nog dan de politici echter is ons kapitalistisch systeem verantwoordelijk voor het opkomend racisme en extreem-rechts. Hoe dit te verklaren is geen eenvoudige opgave, maar laat ik eens een poging doen. Racisme speelt zich af op verschillende niveaus. Ten eerste is daar de eeuwenoude tegenstelling tussen oud en nieuw. Het oude is bekend en het nieuwe maakt angstig. Daaruit is ook te verklaren dat xenofobie een zeer breed gedragen verschijnsel is. En dan gaat het niet eens alleen om de scheidslijn tussen wit en zwart, het is ook de tegenstelling tussen stad en platteland, tussen gestudeerd en ongeschoold. In een dorp hoor je praten over 'stadse' mensen en over alledaagse grote stadsproblemen: "Bij ons komt dat niet voor". Bescherming van de eigen groep, hoewel die vreemde 'stadse' figuur oorspronkelijk ook uit een dorp komt. Nu is zo'n verschijnsel op zichzelf niet zo gevaarlijk als daar niet bij komt dat er schaarse economische goederen te verdelen zijn. Het wordt al anders als een 'stadse' figuur om een woning komt in het dorp als er tegelijkertijd woningnood is. Dit effect wordt versterkt op het moment dat er sprake is van mensen met een andere cultuur. Vanuit de eeuwenoude koloniale tegenstelling waarbij we geleerd hebben dat wit superieur is aan zwart vertaalt zich dat niet alleen in termen van wij en zij, maar ook in termen van eigenlanders en buitenlanders. Nationalistische gevoelens worden dan opgeroepen. 'Eigen volk eerst' is daar de meest extreme vorm van.

Egoïsme

Het succes van 'eigen volk eerst' vindt haar oorsprong in de bestaansonzekerheid die het kapitalisme in zich draagt. Grote groepen mensen moeten vechten om hun bestaan en zekerheid omtrent werk, inkomen en huisvesting. In het onbeheersbare proces van kapitaalsvlucht, het verdwijnen van de Nederlandse industrie, concurrentieverhoudingen en maximale flexibilisering van de arbeid ontstaat een steeds grotere schaarste, die eenzijdig wordt afgewenteld op de onderlaag van de bevolking. Door een steeds grotere economische differentiatie 'ontmoeten' migranten en die onderlaag elkaar op dezelfde markt en lijkt het, vanuit de subjectieve beleving van de betrokkenen, te gaan om een verhouding van concurrentie. De eventuele wil tot solidarisering wordt de kop ingedrukt door het eigenbelang, het vechten om een eigen plaatsje op die schaarse markt. De oplossing die extreem- rechts propageert, het eenvoudige recept van het wegsturen van een deel van die markt, is voor de korte termijn aanlokkelijk. Daar komt nog bij dat het kapitalisme een systeem van winnaars is, het falen wordt naar het individu gericht en tot zijn of haar probleem gemaakt. Teruggang in welvaart, en daar gaat het hard naar toe, heeft vervolgens een enorme reflexie op de eigenwaarde. Een zondebok opvoeren legitimeert het eigen falen. De overheid treedt in dat proces steeds minder op, ze organiseert de solidariteit tussen de burgers niet meer en predikt privatisering, hetgeen niets minder inhoudt dan het in toenemende mate toepassen van de wetten van de jungle. Problemen worden niet meer gedefinieerd in een onderlinge samenhang, maar als een budgettaire kwestie. "Geeft u dan maar aan waar we het geld wel vandaan kunnen halen". Verdeel en heers is het gevolg.

Doorspitten

De rol van de media in dit proces kan niet in positieve termen worden geduid. Het oppervlakkige nieuws overheerst. Asielzoekers in het maïsveld. Dat er in Nederland heel veel huizen gewoon leeg staan die uitstekend geschikt zijn voor bewoning wordt maar verzwegen. In de bureaucratische rompslomp is het ook niet meer eenvoudig om woningen en woningzoekers bijeen te brengen. De gemeente Rotterdam vordert woningen voor asielzoekers en komt er dan achter dat ze leeg blijven staan omdat de overheid geen asielzoekers kan leveren. Dat nieuws vinden we niet terug. Zo is ook De Telegraaf gespecialiseerd in het verslaan van problemen met de opvang van asielzoekers in plaats van de problemen van asielzoekers. Toch gaat het te ver om bij de media, zoals reeds hiervoor vermeld, het probleem te leggen.

Taken van links

Het is een natuurlijke taak van links om op te komen voor de belangen van de meest verdrukten. Het organiseren van solidariteit. Terug naar de mensen, het bieden van perspectief en het organiseren van solidariteit. Eigenwaarde vertalen in termen van menselijkheid in plaats van welvaart. Het is mijn stellige overtuiging dat daarin het begin ligt van een tegenstrategie. De migrantenorganisaties kunnen daarin een belangrijke rol spelen. Juist het ontwikkelen van contacten is een vereiste om tot solidarisering te komen. Aanpakken van de problemen die er in de achterstandswijken zijn bijvoorbeeld, in plaats van afwenteling van de crisis op de schouders van de minst weerbaren. De discussie aangaan en de problemen serieus nemen. Heel wat anders dus dan de geluiden die we na 2 maart van sommigen mochten vernemen. "Het zijn echt niet allemaal racisten in Noord, het zijn proteststemmers". Dat maakt het je gemakkelijk om de ernst van de situatie te bagatelliseren. Zoals bekend is de CD een oneissue partij, en blijkbaar vonden al die mensen het toch voor zichzelf te rechtvaardigen om op zo'n partij te stemmen. Het gif is al veel verder ingevreten dan we denken. Maar we kunnen het ook niet weten, want 'wij', links, hebben ons gezicht afgewend van de realiteit en koesteren ons nog teveel in de eigen sfeer in het eigen gelijk. De reikwijdte van dat gelijk is bijzonder smal gebleken.

Terug