De Peueraar 49, september 1994

Auteur: Lidie Bossen en Margje Vlasveld


(ingezonden)

De auto-discussie

In de vorige Peueraar schreven Frans en Maarten over het terugdringen van de auto. Zij schetsten alternatieven die aan moeten sluiten bij de huidige hang naar de luxe en het gemak van de auto. Ze stelden bijvoorbeeld voor om huizen groter te maken, zodat er studeer- en hobbykamers bij kunnen komen. Dit zou autorijden tegengaan, aldus Maarten en Frans, omdat meer ruimte in je huis zou zorgen voor meer privacy en status. De drang naar privacy en status zou dan minder in de auto gezocht worden. Lidie Bossen en Margje Vlasveld schreven een reactie op dat artikel. Hieronder volgt eerst de reactie van Lidie. Daarna de reactie van Margje.

Samengevat zeiden Frans en Maarten vorige keer in de Peueraar: we moeten zo doordacht mogelijk een goed alternatief bieden voor de auto, denkend aan zijn praktische en psychologische funkties, aan onverwachte verbanden en financiële prikkels.

Daar ben ik het grotendeels mee eens, maar ik vind het geen wet van Meden en Perzen om altijd te moeten doen wat de consument, de kiezer, het verwende kind, de (auto-)verslaafde wil. Dit leidt namelijk tot verder opgejaagde productie en consumptie en dus ook tot banen waarvoor het loon in feite smartengeld is vanwege de onderlinge geldingsdrang en disloyaliteit, haast en weinig oog voor het idee dat een mens zijn werk graag goed of mooi, met hart en ziel wil doen. In dit soort situaties is de auto het enige terrein waar jij degene bent die aan het stuur zit en kan tonen wie je bent, beledigende snelheidsbeperkingen ten spijt. Brrrrm!

Verder opgejaagde productie en consumptie betekent nog meer teveel vragen van het milieu, dat er gewoon niet op gebouwd is als één element erin (de mens) oneindige behoeftebevrediging voor zichzelf opeist. Alleen al hierom zijn we verplicht ons te beperken in wat we willen, namelijk tot wat we echt willen, vrij en onverslaafd, met meer aandacht voor de kwaliteit dan kwantiteit, in de trant van:

Minder direct dan slagbomen, laten stervende bossen zien dat de belasting van het milieu al te ver is gegaan. Niet iedere boom staat er slecht bij, dus politici en andere groeiverslaafden roepen opgelucht "het valt wel mee". Maar het valt tegen onszelf uit als we nu nog steeds onvoldoende grenzen stellen aan menselijke milieubelasting:

beide om de kurk waar we op drijven niet te blijven verzwakken en extra te belasten tegelijk.

Het beperken van het geauto in concreto in Leiden stelt de planologische groengroep (groep van Voetgangersvereniging en Milieudefensie) zich ongeveer zo voor:

En ondertussen probeer je ook qua ruimtelijke ordening de vervoersbehoefte zo klein mogelijk te houden of te verkleinen, wat rijmt met het door ons bepleite beleid, namelijk: om het verstedelijkingsproces te stoppen, zodat deze omgeving ook in de toekomst leefbaar is en we dus niet over een tijdje allemaal urgent woningzoekende milieurampnomaden zijn geworden.

"Consuminderen" op persoonlijk tot en met politiek nivo is de enige manier voor ons allemaal om zo lang mogelijk te leven.


En dan nu de reactie van Margje Vlasveld.

De door Frans en Maarten genoemde alternatieven voor het terugdringen van autogebruik hebben weinig betrekking op de genoemde functies. De schrijvers zijn afkerig van visuele vervuiling wat auto's betreft, maar willen aan de andere kant de "schoonheidscommissies" afschaffen en hebben geen moeite met allerhande uitbouwsels aan woningen.

Auto's nemen veel ruimte in (wegen en parkeerplaatsen). Dit gaat ten koste van het groen. De schrijvers willen bomen planten op parkeerplaatsen, maar ook de huizen groter maken! Waar komt die ruimte vandaan? Frans en Maarten spreken ook van radicale economische hervormingen die nodig zijn. Helaas spreken ze niet over welke hervormingen bedoeld worden.

De auto duurder maken zou niet helpen in verband met status verhogende waarde volgens Maarten en Frans. Dit is in tegenspraak met wat de schrijvers willen, namelijk een publieke afwijzing van de auto, een soort mentaliteitsverandering. De strengere normen voor auto's die door Maarten en Frans geschetst worden zijn ook weinig realistisch. We moeten naar een andere economie en daarvoor moet het belastingstelsel geëcologiseerd worden.

Terug