De Peueraar 52, december 1994

Auteur: Harry Westerink en Gerrit de Wit


Meer bromsnorren op straat

Meer politie op straat om meer burgers in de gaten te kunnen houden. Het aantal beroepstoezichthouders neemt dramatisch toe. Surveillanten, stadswachten, burgerwachten, er lijkt geen einde te komen aan het toezicht op straat. Ook in Leiden niet.

In september 1994 bracht de politie Hollands Midden een notitie uit over meer politietoezicht op straat. Meer 'blauw' op straat is in bestuurlijke en politiekringen al jaren een hartenwens. Het verhaal gaat dat 'de' burger zich steeds onveiliger gaat voelen. Het landelijke en plaatselijke beleid is er op gericht om deze onveiligheidsgevoelens te verminderen. Ook in de Leidse politiek is veiligheid een hot item. In Peueraar 43 hebben we vraagtekens gezet bij de waarde van de geruchten en onderzoeken over toenemende onveiligheid. Tegen die achtergrond willen we ingaan op enkele actuele ontwikkelingen rond de uitbreiding van toezicht op straat bij de politie Hollands Midden. Hieronder valt ook het district Leiden-Voorschoten.

In de notitie over politietoezicht op straat wordt aangegeven dat "een belangrijk deel van de mogelijk toekomstige uitbreiding zal worden bestemd voor de toezichtfunctie. Bij die functie gaat het vooral om zichtbare aanwezigheid en publiekscontacten. Een probleemgerichte, pro-actieve aanpak impliceert hierbij dat vooral aandacht moet worden geschonken aan gebieden waar het onveiligheidsgevoel positief kan worden beïnvloed en waar kleine veel voorkomende criminaliteit kan worden teruggedrongen." Leidse gemeenteraadsleden onderschrijven de noodzaak van meer 'blauw' op straat. Raadslid Egels (D'66) ziet graag een "hoger Bromsnorgehalte" op straat. Diverse raadsleden benadrukken dat het veel te lang geleden is dat zij zijn gecontroleerd op het branden van het achterlicht van hun fiets. Dat is koren op de molen van de leiding van de politie. Die klaagt er altijd over dat er te weinig geld en menskracht beschikbaar is voor toezichthoudende taken. Daardoor zou de politie er minder goed aan toekomen om op te treden tegen 'afwijkenden', zoals junks, daklozen, rondhangende jongeren, illegalen, en andere 'onmaatschappelijken'. Deze probleemgroepen vergroten de onveiligheidsgevoelens bij 'de' burger, aldus de politie.

Van politiesurveillant en parkeerpolitie...

Meer toezicht dus. Als het aan het korps Hollands Midden ligt, dan gebeurt dat met behulp van 5 (betrekkelijk) nieuwe verschijningsvormen: de politiesurveillant, de parkeerpolitie, de stads-, dorps- en wijkwacht, de toezichthouder en de vrijwillige politie. Kenmerkend voor deze nieuwe banen is dat het gaat om geflexibiliseerd werk (verkorte opleiding, slechtere arbeidsvoorwaarden, lagere lonen). Ook de politie heeft te kampen met gebrek aan geld, vooral omdat het als een noodzaak wordt ervaren om de politiekorpsen uit te breiden. Dat moet dan zo goedkoop mogelijk.

De politiesurveillant ziet eruit als een 'echte' politieman/vrouw, maar heeft beperkte bevoegdheden en is bovendien niet met een vuurwapen bewapend. Omdat de surveillanten minder verdienen, kan voor hetzelfde budget meer 'blauw' op straat worden gebracht. De leiding van Hollands Midden wil in Den Haag geld uit werkgelegenheidspotten gaan lospeuteren. Met het verkooppraatje "scheppen van meer banen" probeert men de dreigende tekorten op te vangen.

In Hollands Midden is gekozen voor de "blauwe" parkeerpolitie. De "blauwe" variant is nauw verbonden met de politie, in tegenstelling tot de "gele" variant. Die heeft organisatorische banden met de gemeente en staat volstrekt los van de politie. Of het nu om de "gele" of de "blauwe" variant gaat, het ligt voor de hand om te veronderstellen dat de parkeerpolitie de toezichthoudende taken gaat uitbreiden. Wel verwachten we dat dat eerder zal gebeuren bij de "blauwe" dan bij de "gele" variant. Vanwege de nauwe banden met de reguliere politie heeft die extra mogelijkheden om de "blauwen" taken toe te bedelen waarvoor de rest van het korps te weinig tijd en menskracht heeft.

In het voorjaar van 1992 is men al van start gegaan met een uitbreiding van de bevoegdheden. De parkeerpolitie ging zich voortaan niet alleen bezighouden met verkeerd geparkeerde auto's, maar begon ook bonnen uit te delen voor andere verkeersovertredingen. Hoe ver dat strekt, hoe actief de parkeerpolitie zich opstelt, is verre van duidelijk. Volgens hoofd H. Gelderman van de parkeerpolitie is er geen sprake van georganiseerd controleren op andere dan parkeerovertredingen. "Ze moe-ten er echt tegenaan lopen". Dat laat een hoop ruimte over voor een vrije interpretatie van de functie, en biedt het perspectief om de bevoegdheden stilletjes aan op te rekken.

...naar stads-, dorps-, wijk- en burgerwachten...

Een ander experiment dat meer en meer gewoonte dreigt te worden betreft het fenomeen van de stads-, dorps- en wijkwachten. Stadswachten zijn geüniformeerd en dragen in de meeste gevallen enige vorm van bewapening, zoals wapenstok en handboeien. Stadswachten hebben geen bevoegdheden. Uit de eerder genoemde notitie blijkt dat de politie Hollands Midden de stadswachten graag wil integreren in de eigen organisatie. Nu staan stadswachten nog los van het politiekorps. De doelstelling, het verminderen van de onveiligheidsgevoelens, komt sterk overeen met die van de politiesurveillanten. Daarom wil de politie Hollands Midden de stadswachten 'upgraden' tot politiesurveillanten. Dat betekent ook een 'upgrading' van de bevoegdheden en van de mogelijkheden om 'de' burger intensiever in de gaten te houden. Deze inlijving bij de politie heeft een nadeel voor de zo heilige werkgelegenheid. Stadswachten zijn mede in het leven geroepen om extra banen te scheppen voor de onderkant van de samenleving, bijvoorbeeld in het kader van de banenpool-regeling. Deze doelstelling gaat verloren, als de stadswachten opgewaardeerd worden tot een - weliswaar laagbetaalde - politie-ambtenaar. Want de langdurig werklozen, voorbestemd voor de banenpool, komen dan niet meer in aanmerking voor de banen.

...en toezichthouders en vrijwillige politie

In de onlangs verschenen nota "Leiden uit last", die handelt over het eigen veiligheidsbeleid van de gemeente Leiden, heeft het College van B&W aangekondigd om zogenaamde toezichthouders openbare ruimte aan te stellen. In de lange rij van mensen die toezicht houden op andere mensen heeft zich weer een nieuwe categorie aangediend. Het is de bedoeling om de toezichthouders te rekruteren onder jongeren die deel uitmaken van een probleemgroep. Het College denkt hierbij aan jeugdige schoolverlaters die zich vervelen en op straat rondhangen. Die jongeren kunnen beter ingezet worden om andere jongeren te controleren, zo vindt men.

Het sluitstuk van de toezichthouders wordt gevormd door de vrijwillige politie. De burgemeesters van de 35 gemeenten die vallen onder het korps Hollands Midden hebben gepleit voor de instelling van een soort burgerwachten, burgers die optreden als politie-agenten. Ze krijgen daarvoor een kleine financiële vergoeding. De politie staat te juichen om deze ontwikkeling. De le-ding van Hollands Midden is van mening dat "de relatie samenleving - politie door het hebben van vrijwilligers wordt geïntensiveerd". Dat zal best, maar het is de vraag of we daar blij mee moeten zijn.

Aparte vermelding verdient nog het toezicht op vreemdelingen. Korpschef Van Hulst van Hollands Midden heeft bekendgemaakt dat de politie Hollands Midden met de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie heeft afgesproken "om het aantal verwijderingen van vreemdelingen te verhogen". We nemen aan dat de korpschef doelt op 'illegalen'. Voor de Leidse regio betekent dit dat het aantal deportaties van 'illegalen' in 1995 wordt opgeschroefd van 300 naar ongeveer 550. Bijna een verdubbeling, die in het district Leiden-Voorschoten gepaard gaat met bijna een verdubbeling van de (politie)menskracht die ingezet wordt om de deportaties te realiseren. De politie in de Leidse regio heeft steeds beweerd geen actief opsporingsbeleid met betrekking tot 'illegalen' te voeren. Gezien bovenstaande afspraak moeten die beweringen met een flinke korrel zout worden genomen.

Het zal duidelijk zijn geworden dat het politietoezicht op straat wordt geïntensiveerd. Meer 'blauw' op straat hoeft niet logischerwijs te leiden tot een afname van de subjectieve beleving van onveiligheid. Door de aanwezigheid van meer bromsnorren op straat kunnen mensen zich juist onveiliger gaan voelen. Niet alleen omdat ze zelf wat te vrezen hebben van de politie, maar ook omdat ze menen dat meer politie op straat automatisch inhoudt dat er meer criminaliteit is. Men zegt: "Er moet iets aan de hand zijn, want er is veel politie op straat". Maar dat er iets aan de hand is, zou dat juist niet het feit kunnen zijn dat er veel politie op straat is? Zou dat niet kunnen betekenen dat het in de gaten houden van 'de' burger in ontoelaatbare mate toeneemt?

Terug