De Peueraar 52, december 1994

Auteur: Jeroen van Schie en De Invalshoek


(ingezonden)

Pluche of marge

Hieronder zet Jeroen van Schie namens politiek informatiecentrum De Invalshoek en dit blad de discussie met GroenLinks Leiden voort.

"Pluche of marge", binnen- en buitenparlementair links met elkaar in discussie in buurthuis Pancrat. Hoe oneens men het op de avond zelf af en toe was, zo gelijkgestemd zijn de verslagen die na afloop in de bladen "Zout in de Pap" en "De Peueraar" verschenen. De avond was een mislukking. Voor de pauze ging het nog wel, ieder onderschreef op zijn of haar manier de stelling dat parlementair en buiten-parlementair links vanwege hun onmacht tot elkaar veroordeeld zijn.

Na de pauze bleek echter duidelijk dat "tot elkaar veroordeeld zijn" een nogal negatieve en niet voldoende basis is voor samenwerking. Zeker na een ruim vier jaar durend conflict, waarbij de één met z'n 'ellenlange kritieken' op de 'ellenlange tenen' van de ander heeft getrapt, is er meer nodig dan een objectieve noodzaak en goede intenties alleen. Een discussie die tot nieuwe verhoudingen had moeten leiden escaleerde toen het 'oude zeer' werd opgerakeld. Leidde "Pluche of marge" tot een nieuwe impasse? Als we het artikel van Gerard J. Telkamp in "Zout in de Pap" 27 mogen geloven wel. Volgens zijn schrijven was de discussie-avond eigenlijk niet nodig geweest. Hij trok zijn conclusies al na het lezen van de leesmap met achtergrondartikelen. Zijn conclusie luidde dat "de gedachtengang van De Invalshoek gekenmerkt wordt door een combinatie van de meest negatieve en contraproductieve elementen van de sektarische bloedgroepen die in GroenLinks zijn samengekomen". Hij wil nog wel samenwerken op deelterreinen, maar optrekken binnen een gezamenlijk ideologisch "links perspectief" vindt hij wat te veel van het goede. Dat doe je niet met een "linksige sekte".

Tot zover de stand van zaken in de discussie die zonder nieuwe impulsen inderdaad op een impasse zal uitlopen. Jammer is in ieder geval dat Gerard J. Telkamp niet aangeeft op welke deelterreinen en op welke manieren hij mogelijkheden tot samenwerking ziet. Dat had aan zijn eendimensionale en karikaturale kritiek op De Invalshoek een meerwaarde kunnen verlenen. We dagen hem uit om dat alsnog te doen.

Inzicht in de sekte

De Invalshoek en De Peueraar kun je typeren als politieke groepen links van GroenLinks, voortgekomen uit de autonome actiebewegingen van de jaren tachtig. De afgelopen jaren hebben we een klein deel van onze tijd besteed aan het bekritiseren van GroenLinks. Simpelweg omdat we vonden dat we wel wat meer mochten verwachten van een partij die zich links van de sociaal-democratie positioneert. Het grootste deel van onze tijd hebben we vooral besteed aan pogingen om samenwerkingsverbanden op te bouwen, met name op het terrein van de anti-racistische strijd. En we hebben basis-voorzieningen gecreëerd voor buitenparlementaire linkse groepen.

Bij de oprichting al, zowel van De Invalshoek als De Peueraar, constateerden we dat links versplinterd en verdeeld was. Onze activiteiten richtten zich dan ook op het samenbrengen van verschillende groepen, zowel in één pand als in allerlei platforms. Tegelijkertijd manifesteerden we ons als radicaal-linkse groepen. Steeds weer hebben we geprobeerd om de noodzaak van het opbouwen van een linkse tegenmacht op de agenda te krijgen. Die tegenmacht is nodig om fundamentele veranderingen te bewerkstelligen. We probeerden dat zowel in onze samenwerkingsverbanden als bij lossere contacten (zoals met GroenLinks). Het is ons duidelijk dat we daarin niet geslaagd zijn, dat radicaal-linkse politiek in de marge verkeert. Dat we met ons verhaal geen aansluiting bij anderen hebben kunnen vinden. En dat dus het simpelweg doorgaan op de ingeslagen weg zinloos is. Je kunt stellen dat we zoekende zijn naar nieuwe vormen en gedachten.

De noodzaak daarvoor komt niet alleen voort uit onze falende praktijk van de laatste jaren. In het algemeen kun je stellen dat de crisis van links groot is. We constateren een 'verelendung' maar hebben nooit geloofd dat daar enig perspectief in valt te ontdekken, integendeel. Ook het ontbreken van enige 'verbeelding' over een betere samenleving en de mogelijkheden om dat te bewerkstelligen, doen ons het ergste vrezen. Het ontbreken van een ideologisch en praktisch perspectief, heeft links lamgeslagen en verwarring gezaaid. GroenLinkser Gerard J. Telkamp, die hoopt dat het kapitalistische hart wat sneller zal gaan kloppen in onze sleutelstad, is een goed voorbeeld van die verwarring. Maar ook bij ons liggen er vragen op tafel: wat moet de komende jaren de inzet van links zijn? Misschien mogen we al blij zijn als een progressieve en humanitaire oppositie de rechtse afbraak een halt toe kan roepen. En zo ja, hoe kunnen we daar als radicaal-linkse groepen aan bijdragen?

We denken in ieder geval dat er nieuwe linkse buitenparlementaire initiatieven ontwikkeld moeten worden. Initiatieven die uitgaan van wat linkse en progressieve mensen bindt. Zonder daarbij te vervallen in de 'algemene deler van de nuance'. Dat is waar we op dit moment over discussiëren en aan werken. We zoeken naar een nieuwe opzet voor een linkse stadskrant en proberen om in Leiden een lokale Derde Kamer op te starten. Daarbij hoort ook de discussie over de verhouding tussen binnen- en buitenparlementair links. Die discussie speelt gelukkig niet alleen bij de 'sekte-leden' van de Invalshoek en de Peueraar. Een aantal citaten:

"Maar van niet te onderschatten betekenis is de formulering van bepaalde issues. Dat geeft de kracht aan bewegingen. Ik zie zelf steeds meer het belang van het radicalisme van de gedachte. Dat er op het niveau van het denken heldere tegenstellingen worden gecreëerd, dat een issue helder wordt geformuleerd, dat er op een goede manier wordt gepolariseerd." GroenLinkser Jan Willem Duyvendak in het maandblad Konfrontatie 38 (november 1994).

"Van GroenLinks worden serieuze inspanningen verwacht om de bestaande politieke agenda te beinvloeden, hetzij door wijziging van de politieke vraagstelling, hetzij door nieuwe punten op de agenda te zetten. Ook verwacht men dat GroenLinks ter verwezenlijking van haar politieke doelstellingen duidelijk aanwezig is in de 'publieke sfeer': het openbare debat, sociale bewegingen, burgerinitiatieven, het maatschappelijk middenveld." Uit: GroenLinks laat het niet zo! Evaluatierapport Tweede-Kamerverkiezingen 1994.

"Er zijn tal van mogelijkheden voor samenwerking tussen buiten- en binnenparlementair links. Er moet naar een vruchtbare wisselwerking worden gezocht in discussie en debat (...) Het gaat daarbij niet alleen om samenwerking met de brede beweging, maar ook met radicale actiegroepen. Het gaat om het aandragen van alternatieven, terwijl er door buitenparlementaire bewegingen druk wordt uitgeoefend." Tom Pitstra, lid van de Eerste Kamer voor GroenLinks, voor het congres 'Paars en de radicaal-linkse (op)positie' op 10 december 1994.

"Op zich is de parlementaire politiek een arena van strijd die niet onbenut mag blijven. Parlementair links zou de politieke representant moeten zijn van de sociale strijden (...) De kern is dat een linkse doorbraak niet enkel op electoraal en institutioneel niveau kan plaatsvinden, maar dat het vooral gaat om een proces van zelforganisatie en machtsvorming van onderaf en het creeren van een sociaal blok. In een dergelijk proces is het natuurlijk mogelijk om op punten samen te werken met parlementair links." Jelle van Buuren (redactioneel medewerker van het maandblad Konfrontatie) voor hetzelfde congres als van Tom Pitstra.

Frustrerende discussies?

Op verschillende manieren wordt in bovenstaande citaten de verhouding tussen binnen- en buitenparlementair links belicht. Als buitenparlementair activisten zien wij samenwerking ongeveer zoals dat door Jelle van Buuren wordt verwoord. Als GroenLinkser zal je misschien eerder iets herkennen in de andere citaten. En als dat inderdaad zo is dan denken wij dat uit een open discussie iets vruchtbaars kan komen.

Waar het bij "Pluche of Marge" aan ontbrak was een concrete voorstelling van hoe samenwerking er uit zou kunnen zien. Daardoor kon het 'oude zeer' makkelijk de boventoon gaan voeren. Willen we dat kunnen overstijgen dan is het noodzakelijk dat we een wat positiever beeld krijgen van de mogelijkheden. Niemand zit tenslotte te wachten op frustrerende discussies waarin steeds opnieuw het vermeende eigen gelijk moet worden bewezen.

Als het er echter, met de woorden van Tom Pitstra, om kan gaan "alternatieven aan te dragen, terwijl er door buitenparlementaire bewegingen druk wordt uitgeoefend" dan denken we dat er interessante discussies mogelijk zijn. Thema's als alternatieve werkgelegenheid, milieu, anti-racisme en huisvesting lijken ons genoeg aanknopingspunten bieden.

Daarbij zal het zowel moeten gaan om een bundeling van buitenparlementair-linkse en progressieve krachten als om een wisselwerking tussen binnen- en buitenparlementair-links. Misschien dat het Leidse Derde Kamer-project daar in onze sleutelstad een initiator voor kan worden: het organiseren van grote en kleine discussiebijeenkomsten, werkgroepen die visies en alternatieven uitwerken, mensen vanuit verschillende politieke hoeken die in open discussies ideeën uitwisselen zonder een groeps- of partijstandpunt te hoeven verdedigen, strategieën ontwikkelen om druk op te voeren, affijn onze verbeelding werkt in ieder geval nog. Het Leidse Derde Kamer-project is echter nog in een te pril stadium om daar uitspraken over te kunnen doen. Ons lijkt dat echter een beter (voor)uitzicht dan dat op Fokker Space & Systems vanuit het slaapkamerraam van Gerard J. Telkamp, waar hij blijkens zijn artikel zo blij mee is.

Terug