De Fabel van de illegaal 35, juli/augustus 1999

Auteur: Gerrit de Wit


(Boekrecensie)

Amsterdamse politie in oorlogstijd

In "Dienaren van het gezag" beschrijft Guus Meershoek hoe het Amsterdamse politiekorps tijdens de Duitse bezetting een zeer belangrijk aandeel heeft gehad in de deportatie van joden. Onder leiding van de Duitsgezinde hoofdcommissaris Tulp kreeg het korps een sleutelrol bij de afvoer van joden richting doorgangs- en vernietigingskampen. Veel agenten waren lid van de NSB. Met zijn charisma, en de dreiging van ontslag of overplaatsing, wist Tulp ook onwillig personeel over de streep te trekken. Slechts een enkele inspecteur weigerde de hem opgelegde taak.

Meershoek laat zien dat de politie sinds het Jordaanoproer van 1934 sterk werd gemoderniseerd en gedisciplineerd. Dat ging gepaard met een sterke centralisering. De politie werd de enige ordehandhaver in de stad. Tijdens de bezetting kreeg het Duitse bestuur zo de beschikking over een bijzonder efficiënt politieapparaat. De goed georganiseerde politieke recherche joeg tientallen verzetsstrijders welbewust de dood in. De professionalisering verklaart volgens Meershoek waarom in Nederland de bestrijding van het verzet en de vervolging van de joden zo effectief waren. De naoorlogse elite had evengoed behoefte aan een effectief politieapparaat. Daarom mocht de politie de zuiveringen in eigen hand houden. Door de halfhartigheid mochten veel collaborateurs blijven zitten.

De gedachten van veel lezers zullen onwillekeurig nu en dan afdwalen naar de huidige tijd. Het toenmalige plichtsgetrouwe optreden van de politie doet in veel opzichten toch wel erg sterk denken aan het gemak waarmee de politie tegenwoordig de politiek van razzia's, opsluiting en uitzetting uitvoert.

Dienaren van het gezag, Guus Meershoek. Uitgeverij: Van Gennep, ƒ 49,90. ISBN: 9055152234.

Terug