De Fabel van de illegaal 43, januari/februari 2001

Auteur: Comité "Indië-monument wordt Anti-Slavernij Monument"


Actiegroep begint met demontage Indië-monument

Op 6 december 2000 heeft het comité "Indië-monument wordt Anti-Slavernij Monument" een begin gemaakt met de demontage van het Leidse pro-koloniale Indië-monument. Volgens J.W. Werter van de Leidse stichting Indië-monument weten de actievoerders niet wat de politionele acties inhielden. "Wij zijn er nooit naar toe gegaan om het kolonialisme te herstellen. Integendeel. Ik vind dat elk volk recht heeft op vrijheid. De vrijheid onthouden aan een volk is slecht, maar de vrijheid geven aan een volk dat het nog niet aan kan, is misdadig", aldus Werter.1 Zijn gedenkteken werd al 2 keer eerder aangepakt. Twee dagen voor de onthulling gooide actiegroep Merdeka de beeldjes van het monument in het water2 en later werd het monument met bloedrode verf overgoten door het comité "Stop eerbetoon aan kolonialisme"3. De volledige persverklaring van de recente actie.

In de vroege uurtjes van 6 december 2000 hebben leden van het comité "Indië-monument wordt Anti-Slavernij Monument" een begin gemaakt met de afbraak van het omstreden pro-koloniale Leidse Indië-monument nabij molen De Put. De eerste van de 3 soldatenbeeldjes is verwijderd. De andere zullen spoedig volgen. Daarna zullen 3 nieuwe beeldjes op de sokkel geplaatst worden, van Present, Mentor en Kodyo. Dat waren Surinaamse slaven die in 1832 aan hun Nederlandse slavenhouders wisten te ontsnappen. Ze ontdekten dat ze helaas in de van slavernij doordrenkte Nederlandse kolonie geen kant op konden. Daarom stichtten ze in hun strijd tegen de slavernij een grote brand in Paramaribo. De 3 vielen daarop in handen van het barbaarse Nederlandse koloniale regime en werden bij wijze van voorbeeld levend verbrand! De slavenhouderij in de ons omringende landen liep toen al op zijn eind. De slavenhandel was nota bene al 25 jaar verboden en nog geen 2 jaar na de dood van de 3 Surinaamse helden schafte Engeland de slavernij af. Nederlandse slaven moesten daar nog 31 jaar op wachten! Met de ombouw van het monument tot anti-slavernij monument wil het comité het verzet tegen het kolonialisme en de slavernij eren en niet langer de kolonialisten.

Geen lieverdjes

Helaas is nog lang niet iedereen in dit land ervan overtuigd dat kolonialisme verwerpelijk is. Dat bleek dit voorjaar. Premier Kok opperde het idee om bij een volgend bezoek aan Indonesië spijt te betuigen over de koloniale oorlogen. Dat stuitte op grote weerstand van oud-militairen. Nederland zou volgens hen destijds verantwoordelijk zijn geweest voor Indonesië en het leger zou daarom de plicht hebben gehad om militair op te treden tegen de Indonesische vrijheidsstrijders, om er Orde en Vrede (zie ook het opschrift op het Leidse Indië-monument) te brengen. Want die Indonesiërs waren geen lieverdjes, aldus mevrouw Spoor-Dijkema, de weduwe van generaal Spoor. Het Nederlandse oorlogsgeweld zou bovendien democratisch zijn geweest, want parlementair afgezegeld, zo stelt men. Hé, Spoor-Dijkema, weet je wie geen lieverdje was? Je eigen man, die met zijn bezettingsleger tienduizenden Indonesiërs uitmoordde.

Uit alles blijkt dat de oud-militairen nog steeds redeneren vanuit een volkomen koloniaal denkkader. Want hoezo democratisch, mochten de Indonesiërs dan meestemmen voor het Nederlandse parlement dat zijn goedkeuring gaf (met uitzondering van de CPN) aan de afslachting van meer dan 100.000 Indonesiërs? Bovendien stond de Nederlandse bevolking ook niet met man en vrouw achter het parlement. Het is politiek en militair Nederland in die dagen echt niet ontgaan dat er duizenden Nederlanders protesteerden tegen de politionele acties! En dan dat slappe excuus van zogenaamde verantwoordelijkheid voor Indonesië? Veteranen, veeg eindelijk eens die stront uit jullie ogen: Nederland was gewoon een ordinaire bezetter. Een bezetter die na honderden jaren tijdelijk (1942-1945) afgewisseld werd door de Japanse bezetter. Maar van de oud-militairen mogen de 2 bezettingen niet vergeleken worden. Nederlandse excuses achten ze niet terecht, Japanse wel.

Smeergeldprins

Om hun gemoederen wat te bedaren kwam Kok de veteranen tegemoet: de misdaden van Japanners zouden volgens hem inderdaad veel erger zijn geweest dan onze excessen. De oud-militairen hoeven trouwens niet bang te zijn, want de honderden Indië-monumenten in het land laten zien dat hun foute verleden niet werkelijk ter discussie staat. In 1988 onthulde de ex-nazi en smeergeldprins Bernhard het Nationaal Indië-monument in Roermond, dat een huichelachtig pelgrimsoord is geworden voor hen die nog steeds geloven in het goede koloniale moederland. En jaarlijks komen er nog nieuwe koloniale Indië-monumenten bij, zoals in Leiden en Utrecht. Bovendien worden nog regelmatig veteranen voor hun daden onderscheiden, zoals onlangs in Leiden toen burgemeester Postma een Indië-ganger het "draaginsigne gewonden" opspeldde.

Nee, Kok's voorgenomen excuses moeten eerder gezien worden in het licht van de buitenlandse handelsbetrekkingen. Het was zeker geen toeval dat hij zijn idee opperde op het moment dat Jorritsma met een afvaardiging van het bedrijfsleven Indonesië bezocht. En sowieso stellen de excuses niet veel voor. Toen koningin Beatrix 5 jaar geleden Indonesië bezocht, kwam ze niet verder dan het uiten van haar bijzondere droefheid over het verleden. (Waarbij ze er voor zorgde pas na 17 augustus in de ex-kolonie te arriveren, zodat ze de vijftigjarige herdenking van het uitroepen van de onafhankelijkheid niet mee hoefde te maken.) Kok ging verder dan Beatrix, zegt men, toen hij aangaf de gang van zaken van toen spijtig te vinden. Tsjonge jonge, wat een kommaneukerij over 0,0001 procent excuus meer. Zelfgenoegzame kletsmajoren zijn het.

Jubelstemming

Maar vage excuses aanbieden, zonder het probleem bij de naam te noemen, kolonialisme, dat hoort tegenwoordig bij modern leiderschap. Politieke leiders als Kok hebben als strategie om zo omzichtig mogelijk afstand te nemen van verouderde manieren van overheersing en uitbuiting. Die strategie heeft tot groot voordeel dat de huidige manieren impliciet worden gerechtvaardigd. Machthebbers geven zo de huidige wereldorde - en zichzelf - een schouderklopje. Alsof er nu geen oorlogen zijn, geen armoede, geen vervolging, geen neo-kolonialisme. Bovendien, en dat beseft Kok drommels goed, geeft het aanbieden van excuses moderne leiders de gelegenheid om zich moreel te verheffen. Hielden politici hun doelgroepen vroeger rustig met de belofte dat straks alles beter zou worden, nu neemt de geloofwaardigheid daarvan af. De liberalen hebben het einde der ideologieën afgekondigd. Nu zou de samenleving wel zo'n beetje af moeten zijn en zou iedereen zich in een staat van de grootst mogelijke voorspoed en geluk moeten bevinden. Vergeet het maar! De jubelstemming van de machthebbers staat in schril contrast met de alledaagse werkelijkheid van miljoenen mensen overal ter wereld, ook in Nederland. Dat weet de Nederlandse elite ook, en daarom is de cultuur van het excuses aanbieden als een pr-geschenk uit de hemel komen vallen.

De manieren van overheersing en uitbuiting zijn altijd aan verandering onderhevig geweest, om zo in te kunnen spelen op de altijd voortdurende weerstand van onderop, en, niet te vergeten, de concurrentie van andere roofstaten. De Nederlandse roofstaat heeft door de eeuwen heen zijn koloniën op uiteenlopende manieren geknecht, gekneveld en geknakt. Het begon eeuwen geleden met slavernij en horigheid, waarbij Nederlandse handelaren en kolonisten medemensen behandelden als vee. In de negentiende eeuw werd in Indië het cultuurstelsel ingevoerd, dat een economische dwangbuis betekende voor miljoenen Indonesiërs. Met onder meer de Atjeh-oorlog draaiden de Nederlandse kolonisatoren de Indonesiërs militair de duimschroeven aan. En na de soevereiniteitsoverdracht in 1949 bleef het Nederlandse bedrijfsleven Indonesiërs uitzuigen via economische instituties als het IGGI en via voortdurende wapenleveranties aan het fascistische regime van Soeharto. In 1949 zadelde de Nederlandse regering Indonesië op met de totale schuldenlast van Nederlands-Indië: zo'n 6,5 miljard gulden. De sociaal-democratische patriarch Drees bracht zelfs de kosten van de politionele acties in rekening! Stel je voor dat Nederland had moeten opdraaien voor de kosten van het Duitse bezettingsleger gedurende de Tweede Wereldoorlog. Dat zou men - terecht - belachelijk vinden. Maar als het gaat om een ex-kolonie die men eeuwenlang heeft geplunderd en bestolen, liet de Nederlandse regering de bevolking van die ex-kolonie met het grootste gemak van de wereld opdraaien voor de bezettings- en oorlogskosten die aan Nederlandse kant zijn gemaakt. Ongelofelijk maar waar.

Dwangarbeid

De Nederlanders stonden erom bekend dat ze hun koloniale uitbuiting en overheersing met uiterst harde hand organiseerden, zoals bij het draconische cultuurstelsel in Indonesië. En nog steeds loopt Nederland voorop bij het moderniseren en optimaliseren van de neo-koloniale uitbuitingsverhoudingen, onder meer via de Europese eenwording en de uitbouw van de bevoegdheden van de neo-koloniale WTO.

Ook in de slavenhandel was Nederland het toonbeeld van hardheid. In Nederland was er ook geen beweging van enige betekenis tegen de slavernij, en het einde van de slavenhandel en later de slavenhouderij werd steeds min of meer door het buitenland opgelegd. De Nederlandse staat schafte de slavernij pas een generatie later af dan de ons omringende landen. Men had er geen geld voor over. Afschaffing kwam pas toen de uitbuiting van Indonesië via het cultuurstelsel voldoende had opgeleverd om de slavenhouders (niet de slaven!) schadeloos te stellen. Daarbij werden de 45.000 ex-slaven eerst nog 10 jaar verplicht tot dwangarbeid op dezelfde plantages waar ze slaven waren geweest. Vervolgens werden tienduizenden mannen, vrouwen en kinderen uit India en Java ontvoerd om als dwangarbeiders de plaatsen van de slaven in Suriname in te nemen. Deze vorm van slavernij duurde nog voort tot ver in de twintigste eeuw.

De politieke situatie in Indonesië verschilde dus van tijd tot tijd, maar de onderdrukking en uitbuiting door de Nederlanders bleef. De essentie van de machtsverhouding en de rauwe werkelijkheid van armoede en machteloosheid van de meerderheid der Indonesiërs is steeds gebleven. Het is niet voor niets dat alle ministers, presidenten en pausen die tegenwoordig hun excuses aanbieden nooit iets zeggen over de huidige manieren van het organiseren van de misstanden. Logisch, want de verhouding van overheersing en uitbuiting op zich staat wat hen betreft niet ter discussie.

Keti koti

De huidige politieke garde grijpt de rage van het excuses aanbieden met beide handen aan. Maar dat betekent niet dat de mensen die de vroegere manieren van overheersing en uitbuiting belichamen, en die dus uitvoerders waren van het toenmalige beleid, zoals de oud-Indië-gangers, in gevaar komen. Berechting, zoals bijvoorbeeld de ex-Stasi medewerkers overkwam, gebeurt alleen na een machtsbreuk. En die is er niet in Nederland. Kok's mogelijke excuses roepen weliswaar in kringen van veteranen grote spanningen op, maar ze kunnen gerust zijn: de liberalen en sociaal-democraten van de derde weg, die de huidige neo-koloniale verhoudingen moeten veiligstellen, zorgen goed voor de vorige generaties. Maar de politieke rol van Spoor-Dijkema en haar trawanten is natuurlijk wel uitgespeeld en dat hebben ze helaas nog niet door. De veteranen zijn geen machtsfactor meer, maar dat zijn wel de politieke leiders die met hun schijnheilige excuses over 'toen' het onrecht van 'nu' uit de geschiedenis denken te kunnen schrijven. Nou mooi niet, als het aan ons ligt!

Maar het aanbieden van excuses is niet helemaal een leeg gebaar. Het is ook een zekere tegemoetkoming aan de huidige strijd van de voormalige koloniale onderdanen uit Indonesië, Suriname en de Antillen. Die strijden hier en in de voormalige koloniën om erkenning van het koloniale onrecht. Het gaat vanzelfsprekend niet om een beweging van stoffige historici: de strijd om de interpretatie van het verleden is een strijd ter verbetering van de maatschappelijke positie in het heden, die nog steeds niet gelijkwaardig is. De strijd om anti-koloniale musea, om anti-slavernij monumenten, om anti-racistisch en anti-koloniaal onderwijs, en om de erkenning van feestdagen, zoals "Keti koti" ("Dag der verbroken ketens", de herdenking van de afschaffing van de slavernij, op 1 juli 2000 was dat 137 jaar geleden), vormen de manier van strijden tegen het neo-kolonialisme, die de slachtoffers vandaag de dag kiezen. Alleen in dit licht verworden excuses en een monument niet tot een schamel doekje voor het bloeden.

Daarom is het voor alle progressieven belangrijk om de strijd van de Surinaamse en Antilliaanse organisaties voor een anti-slavernij monument te steunen. En in een moeite door willen we een prachtig monument voor de Surinaamse vrijheidsstrijder Anton de Kom, die de slavernij zo aangrijpend aanklaagde in zijn boek "Wij slaven van Suriname". Een monument dat recht doet aan zijn strijd tegen uitbuiting, racisme en fascisme. In tegenstelling tot de honderden pro-koloniale Indië-monumenten zijn zo'n anti-slavernij monument en zo'n Anton de Kom-monument er nog niet in Nederland.

Koloniale monumenten die geen anti-kolonialisme of anti-racisme gedachte uitdragen moeten van de aardbodem worden weggevaagd, zoals het Van Heutsz-monument in Amsterdam. De houwdegen Van Heutsz richtte tijdens de Atjeh-oorlog een enorme slachting aan en dient geen dag langer nog verheerlijkt en vereeuwigd te worden met een pro-koloniaal monument. Tegen dat monument is al vanaf de oprichtingsplannen in 1928 verzet geweest. Het monument is talloze malen het doelwit geweest van anti-koloniale actievoerders. Weg ermee! Gelukkig is het Amsterdamse stadsdeel Oud-Zuid van plan om het monument om te vormen. Ons voorstel: herdenk met het monument het verzet tegen het Nederlandse kolonialisme. Beter laat dan nooit.

Leve Kodyo, Present en Mentor!

Met vriendelijke groeten,

Comité "Indië-monument wordt Anti-Slavernij Monument"

Noten

Terug