De Fabel van de illegaal 54/55, najaar 2002

Auteur: Gerrit de Wit


Geen uitlevering van Nuriye Kesbir!

Al langer dan een jaar zit Nuriye Kesbir in een Nederlandse gevangenis opgesloten. De politieke activiste was betrokken bij de inmiddels ontbonden Koerdische nationale bevrijdingsbeweging PKK.1 Zij streed vooral voor vrouwenrechten. Toen Kesbir in september 2001 naar Nederland vluchtte om asiel aan te vragen, werd ze op verzoek van Turkije gearresteerd. Turkije vroeg om uitlevering. Ze zou begin jaren 90 betrokken zijn geweest bij aanslagen tegen Turkse militairen. Binnenkort zal de rechter beslissen over het Turkse verzoek. Bij uitlevering wacht Kesbir mogelijk folter of de dood. De Fabel stuurde een protestbrief naar de Nederlandse regering.2

Kesbir zou volgens de Turkse autoriteiten tussen 1993 en 1995 betrokken zijn geweest bij verschillende militaire PKK-operaties. Deze beschuldiging is gebaseerd op verklaringen van voormalig PKK-commandant Semdin Sakik, die in de Turkse bajes zit en in ruil voor strafvermindering bereid is om als kroongetuige op te treden. Alleen daarom al moet aan zijn verklaring sterk worden getwijfeld.

Uitleveringsproces

Op 30 augustus 2002 werd Kesbir voorgeleid voor de Amsterdamse rechtbank voor de tweede hoorzitting in het uitleveringsproces. Daarbij waren honderden sympathiserende Koerden aanwezig. Een week voor de zitting demonstreerden zo'n 2.000 Koerden in Den Haag voor "vrijheid voor Nuriye Kesbir". Een dag eerder overhandigde een delegatie Koerden zo'n 10.000 handtekeningen aan de ministeries van Buitenlandse Zaken en van Justitie. Daarin werd gewezen op de grote kans dat Kesbir bij uitlevering gemarteld zal worden en dat haar mogelijk zelfs de doodstraf wacht wegens hoogverraad.

Net als bij de eerste hoorzitting bleek ook nu weer dat de Turkse staat geen overtuigende argumenten voor uitlevering kon aandragen. Kesbirs reactie op de Turkse beschuldigingen: "Allemaal leugens. Hoe kan iemand nou meedoen aan zoveel aanslagen zonder zelf gedood te worden?". En: "In de periode waarover Turkije het in het uitleveringsverzoek heeft, ben ik alleen in het Noord-Iraakse Haftani geweest. Ik bemoeide me daar slechts met vrouwenzaken." Kesbir maakte geen geheim van haar lidmaatschap van de presidentiële raad van de PKK. "Maar ook daarin had ik enkel zitting als vertegenwoordigster van de vrouwenbeweging", zei Kesbir.3

Kesbir vermoedt dat de aanslagen van 11 september 2001 in haar nadeel hebben gewerkt. "De PKK is op de lijst van terroristische organisaties gezet. En Turkije beschouwt elk PKK-lid als een terrorist", aldus Kesbir. Ze peinst er niet over om vrijwillig terug te gaan naar Turkije. De Turkse autoriteiten zegden toe om haar alleen te vervolgen wegens haar leiderschap van een verboden organisatie. Daarop staat geen doodstraf. Maar de Amsterdamse rechtbank twijfelde ook aan die toezegging. "De feiten waarvoor Turkije uitlevering wil, maken het mogelijk dat Kesbir ook voor hoogverraad kan worden berecht", zei rechtbankpresident Blekxtoon. Hij gaf Turkije 2 maanden de tijd om een aantal zaken verder op te helderen. Tot die tijd blijft Kesbir opgesloten. Kesbir is verder in hoger beroep gegaan tegen de afwijzing van haar asielverzoek door de IND. Volgens opiniemakers en beleidsmakers zouden er nauwelijks nog "echte politieke vluchtelingen" in Nederland asiel aanvragen. En juist een vluchtelinge bij wie dat onomstotelijk vaststaat, wordt afgewezen en dreigt zelfs uitgeleverd te worden aan de staat waarvoor ze op de vlucht is.

Foltering

Amnesty International klaagt al jaren over mensenrechtenschendingen in Turkije en over de mishandeling en marteling van gevangenen. Amnesty publiceerde in oktober 2002 het rapport "Systematic torture continues in early 2002". Daarin geeft men een opsomming van meer dan 60 gevallen van mishandeling en marteling in Turkije. Amnesty concludeert dat "systematische martelingen" er aan de orde van de dag zijn en dat de autoriteiten veel rechtsregels niet naleven.

Volgens Amnesty behoren tot de meest gebruikte mishandel- en foltermethoden: elektrische schokken, het ophangen van mensen aan de armen en polsen, het met een stok slaan op de onderkant van de voeten, vuistslagen, het voor langere periode blinddoeken, seksueel geweld en doodsdreigementen. Ook mogen veel gevangenen slechts beperkt slapen, eten, drinken en gebruikmaken van de wc. Veel van de slachtoffers worden verdacht van pro-Koerdische, islamitische of linkse activiteiten. Hoewel de burgeroorlog goeddeels voorbij is, zitten duizenden politieke gevangenen nog steeds vast.

Noten

Terug