De Fabel van de illegaal 57, maart/april 2003

Auteur: Gerrit de Wit


De baarmoeders van extreem-rechts

Bij extreem-rechtse partijen denkt men het eerst aan racisme. Maar ze zijn meestal ook vrouwonvriendelijk en anti-feministisch. Ze keren zich tegen het vermeende verval van traditionele normen en waarden. Zulke partijen hebben uitgewerkte gezins- en bevolkingspolitieke visies waarin de traditionele familie geïdealiseerd wordt. "Onschuld" en "zuiverheid" zijn voor hen kernbegrippen, en de huiselijke haard staat daarbij symbool voor sociale harmonie. Onlangs publiceerde de Gentse universiteit het rapport "Vrouwbeelden in het Vlaams Blok".

Het getalsmatig in stand houden van het eigen volk is voor de nationalisten van het Vlaams Blok van cruciaal belang. Partijleider Filip Dewinter schreef in 1989 in zijn boek "Eigen volk eerst" dat één op de zeven kinderen waarvoor in België kinderbijslag betaald wordt, een migrant is. Volgens hem wordt "onze bevolking langzaam maar zeker overrompeld, overspoeld en geïslamiseerd" doordat migrantenechtparen meer kinderen op de wereld zouden zetten. Daarom is voor het Blok de eerste en belangrijkste taak van de vrouw het baren en Vlaamsgezind opvoeden van kinderen. Tot halverwege jaren 80 was de partij zeer expliciet in zijn anti-feministische opvattingen. "Wij verzetten ons tegen de domme gelijkschakeling van man en vrouw. Wij geloven nog in de moeder, die liefhebbende vrouw en echtgenote, die heerlijke minnares, die fantastische kokkin, die huisvlijt paart aan offerzin in de belangrijkste aller taken: kinderen baren en opvoeden!".

Kindercheque

Volgens het Blok wordt de Vlaamse bevolking met uitsterven bedreigd omdat steeds meer vrouwen buitenshuis gaan werken. Daardoor zouden ze minder kinderen nemen en minder tijd voor de opvoeding hebben. De partij is voorstander van een aantal politieke en financiële maatregelen om de vrouw weer achter het aanrecht te krijgen en om jonge gezinnen te stimuleren meer kinderen te nemen. Zo pleit men voor het opnieuw invoeren van geboortepremies. Naar het voorbeeld van de Oostenrijkse FPÖ-voorman Jörg Haider werd bij de verkiezingen van 2000 het idee van een "kindercheque" gelanceerd: een premie van 30.000 Belgische frank bij de geboorte van een kind waarvan tenminste één van de ouders de Belgische nationaliteit heeft. Migranten zouden daarvan uitgesloten moeten worden.

Sinds hun "gezinscongres" van 1991 pleiten Vlaams Blokkers vaak voor flinke belastingvermindering voor grote gezinnen. Verder zouden kinderrijke Vlaamse gezinnen voorrang moeten krijgen bij het toekennen van goedkope huurwoningen en hypotheken. Het Blok vraagt ook om een opvoedersloon voor thuiswerkende moeders, dat hoger is naarmate de vrouw meer kinderen gebaard heeft. Onder druk van het verwijt vrouwonvriendelijk te zijn heeft de partij zich de laatste jaren minder expliciet uitgelaten. Zo spreekt men tegenwoordig liever over een opvoedersloon voor "de thuiswerkende ouder" in plaats van "de thuiswerkende moeder".

Het krijgen van blanke kinderen is in de ogen van het Blok "een bijdrage leveren aan de wezenlijke organische structuur van een volk". Men vindt dat die bijdrage bij verkiezingen vertaald zou moeten worden in een extra stem per minderjarig kind. De moeder zou een extra stem voor het eerste kind moeten krijgen, de vader voor het tweede, enzovoorts. In 1994 kwam de partij met een wetsvoorstel om vaders voor hun minderjarige zonen te laten stemmen en moeders voor hun minderjarige dochters. Met betrekking tot de arbeidsmarkt is het Blok faliekant tegen positieve discriminatie voor vrouwen. Dat zou namelijk "onrechtvaardig tegenover mannen" zijn en in strijd met de mensenrechten.

Abortus

Het Blok is in principe tegen het gebruik van pil en condoom door gehuwde stellen. Maar om jongere partijleden niet van zich te vervreemden, worden die voorbehoedsmiddelen tegenwoordig wel geaccepteerd als gehuwden "de volksplicht" tot het krijgen van kinderen willen uitstellen tot een "beter passend moment". De morning-afterpil en het spiraaltje blijven evenwel niet toegelaten, omdat het abortieve middelen zouden zijn. Aan ongewild kinderloze echtparen stelt de partij adoptie als alternatief voor. De beste optie zou "een adoptiekind uit het eigen volk" zijn. In tegenstelling tot alleenstaande vrouwen of lesbiennes mogen echtparen medische toepassingen als in-vitrofertilisatie gebruiken, op voorwaarde dat alleen met het eigen genetisch materiaal gewerkt wordt.

Het Vlaams Blok is tegen abortus. De partij ziet het baren van kinderen als "een volksplicht" en abortus zou zodoende "volksverraad" zijn. Pro-choice activisten zijn volgens het Blok niet meer dan "dwaze vrouwen die "baas in eigen buik" gillen". Ook zwangerschap na verkrachting is volgens het Blok geen reden voor abortus. De partij wil zowel de vrouw die voor abortus kiest als de uitvoerende arts zwaar straffen door hen bijvoorbeeld voorgoed de politieke rechten af te nemen. De arts zou niet gestraft worden wegens medische beroepsfouten, maar wegens schending van zijn "volksplicht". Het Blok weigert elk verdrag of handvest voor "kinderrechten" te ondertekenen zolang die geen rechten voor het "ongeboren leven" omvatten.

Ook de opvoeding van kinderen is volgens het Vlaams Blok "een volksplicht". Het gezin zou "het eerste natuurlijke opvoedingsmilieu" zijn en daarom een klimaat moeten scheppen waarbij kinderen hun eigen identiteit kunnen ontwikkelen. In 1991 noemde de partij ouders "de uitgelezen bemiddelaars van cultuur en idealen". Die rol zou niet vervuld kunnen worden door school of overheid. Het Blok wantrouwt het huidige onderwijs wegens het vermeende linkse klimaat daar. In 1985 verklaarde men daarover: "In naam van de emancipatie laten wij onze moeders - de sleutelfiguren van ons volksbehoud! - uit onze huizen slepen en leveren wij onze kinderen uit aan oncontroleerbare juffertjes, die geleerd hebben onze kinderen te dwingen een andersrassig kind als "gelijk" te erkennen".

Reetkevers

Het Vlaams Blok maakt alternatieve samenlevingsvormen belachelijk en ziet die als een afbreuk van de traditionele waarden en als discriminatie van het traditionele gezin. Men is tegen het institutionaliseren van het homohuwelijk omdat homoseksuelen geen "bijdrage leveren aan de volksgemeenschap via de vruchtbaarheid". Het Blok is radicaal tegen adoptie en het gebruik van medische middelen om homoseksuele stellen aan kinderen te helpen. Over actievoerende homoseksuelen schreef een vooraanstaand partijlid in 1985: "Alles bij elkaar vormen die viespeuken een stinkend zootje linkse reetkevers. Dergelijke viezeriken komen onze kinderen bevuilen aan de scholen met hun smerige pamfletten." Het Blok keert zich ook tegen ongehuwd samenwonen, wooncommunes, buitenechtelijke kinderen en kinderloze huwelijken. Men spreekt hierover de laatste jaren echter wel steeds meer in verhullende bewoordingen.

Met alle gezinspolitieke voorstellen wil het Blok uiteindelijk de Vlaamse natie 'in ere herstellen'. Huwelijken tussen Vlamingen en vreemdelingen passen niet in dat plaatje. "Immers, in een gemengd huwelijk wordt het kind met tegengestelde cultuurpatronen geconfronteerd. Zo leert het afstand nemen van de eigen cultuur. Zo'n kind wordt nooit een nationalist", aldus het Blok in 1985. Met zijn gezinspolitiek wil de partij gezinsvorming onder migranten juist tegenwerken. In een 70-puntenprogramma pleitte het Blok ervoor om alle migranten die sinds 1974 via gezinshereniging naar België zijn gekomen, terug te sturen naar het land van herkomst. Het Blok wil dat elk "volk" zijn eigen territorium bewoont en dat Vlaanderen een "raszuivere" populatie krijgt.

Het Blok is niet erg happig op emancipatie, maar gebruikt het vermeende gebrek aan emancipatie bij allochtone vrouwen wel als een politiek wapen tegen de aanwezigheid van islamitische migranten. In een verkiezingsbrochure van 2000 benadrukte het Blok dat de islam geen gelijkberechting van de vrouw kent, wat men graag sterk aandikt. Daarom zouden moslims nooit in de Vlaamse samenleving kunnen integreren. Moslims zouden geweerd dienen te worden.

Dictator

Het Blok kan het zich tegenwoordig moeilijker permitteren om over vrouwen te schrijven zoals men dat vroeger deed. De jongere generatie Blokkers vinden tweeverdieners heel normaal. "De emancipatie van de vrouw betekent voor ons dat een vrouw alle kansen moet krijgen om een bepaalde job of functie te kunnen uitoefenen. Het betekent echter niet dat in elk hokje van onze maatschappij precies evenveel vrouwen als mannen moeten zitten", meent het Blok. Emancipatorische vrouwenbewegingen blijven echter ook voor de tweede generatie Blokkers een bron van ergernis. Mikpunt bij uitstek vormen de jaarlijkse vrouwendagen in Vlaanderen. "Was de eerste feministische golf er een van "gelijke rechten", de tweede moest er een worden van "gelijke kansen". De laatste jaren, hoe zou het ook anders kunnen, maken ook de strijd tegen extreem-rechts, gelijke kansen voor gastarbeidersvrouwen (stemrecht) en niet te vergeten, het stimuleren van lesbianisme deel uit van de denkwereld van de nieuwe feministen", schampert het Blok.

Ondanks de vrouwonvriendelijke opvattingen krijgt de partij ongeveer evenveel stemmen van vrouwen als van mannen. Kiezers blijken meestal niet op het Blok te stemmen vanwege het gezinsbeleid of het standpunt over abortus, maar vooral vanwege migranten en "veiligheid". De meeste Blok-stemmers weten niets van de partij-ideologie over vrouwen. In de partij zelf zijn tegenwoordig iets meer vrouwen op prominente plekken actief, hoewel dat een minderheid blijft. De bekendste is Alexandra Colen, die in 1995 in de Kamer kwam. Zij werd voor de partij actief juist vanwege het gezinsprogramma, en lijkt het ultra-traditionalistische katholieke kiespubliek naar het Blok te kunnen trekken. Colen kwam eens hard in aanvaring met Dewinter, waarbij hij haar "een puriteinse trut" noemde naar aanleiding van haar reactie op naakt in de reclame. Colen noemde Dewinter daarop "een fascistische dictator".

Het Blok wordt vaak in de traditie van het nationaal-socialisme geplaatst, dat eveneens een sterke moederschapscultus kende. In de periode tussen de Wereldoorlogen werd echter niet alleen in Duitsland een gezinspolitiek gevoerd. De Fransen gaven moeders met veel kinderen een medaille. Engelse wetgevers discussieerden over gezinssubsidies en gaven een belastingvoordeel aan gezinnen met veel kinderen. In Italië riep Mussolini op tot "een strijd voor het geboortecijfer". In de Sovjet-Unie zette Stalin flink het mes in de vrouwenrechten die in de jaren 20 waren verworven en vaardigde hij anti-abortuswetten uit. En in Nederland discussieerden medici en politici volop over sterilisaties van arme en zwakzinnige vrouwen. Overal wilden politici strengere sancties invoeren tegen geboorteregeling en abortus. Gezins- en bevolkingspolitiek is dus niet per se fascistisch, maar dient veeleer in een nationalistische context gezien te worden.

"Vrouwbeelden in het Vlaams Blok", Veerle Vanden Daelen. Uitgeverij: RUG-centrum voor Genderstudies.

Terug