De Fabel van de illegaal 60/61, najaar 2003

Auteur: Eric Krebbers en Roel Nagel


Anti-fascisme ter discussie

Hoe kan het anti-fascisme verder na Fortuyn? Is verbreding nog mogelijk wanneer van regeringswege plannen worden gemaakt waar de Centrum Democraten destijds nauwelijks van durfden te dromen? Dit soort vragen werd aangestipt in een aantal recent verschenen discussiestukken over anti-fascisme.

Op 8 maart 2003 wist de Anti-Fascistische Actie (AFA) via een blokkade te verhinderen dat neo-nazi's van de NVU zouden demonstreren in Apeldoorn. Slechts een handjevol nazi's dook op in de stad, en werd vervolgens opgejaagd door de antifa's.1 Naar aanleiding daarvan schreef voormalig AFA-organisator Paul Kraaijer een kritisch artikel in actieblad Ravage over de politieke koers van AFA.2 "Dit gedrag door tegenstanders van fascisten leidt al snel tot het onafwendbare publieke beeld dat de antifa's zélf dubieuze methoden gebruiken om tegenstanders uit te schakelen", meent Kraaijer. "Het inslaan van de radicalere weg, zoals in Apeldoorn, breekt bijzonder veel opgebouwd krediet af bij andere anti-racisme en -fascisme organisaties. De AFA lijkt weer ineen te schrompelen tot een klein, krampachtig, gesloten, afstotend, (be-)dreigend en intimiderend zwart antifa-blokje. En dat terwijl in het verleden binnen de AFA hard is gewerkt aan verbreding van haar potentiële achterban door af te stappen van al te confronterende acties en uiterlijkheden." Kraaijer riep op om anti-fascisme tot "een serieus, breed ondersteund, politiek doel" te maken.

Kraaijer vat verbreding begrijpelijkerwijs op als een structurele en continue organisatorische activiteit. Bij AFA lijkt men echter meer van actie naar actie te leven, en lijkt men verbreding daardoor ten onrechte aan te zien voor iets dat men bij tijd en wijle kan oppakken, als het nodig is voor een actie. "Sommige acties van AFA lenen zich nu eenmaal niet voor een grote, open mobilisatie", reageerde Jeroen Bosch van AFA op de website van Alert!, het "anti-fascistische vakblad".3 "Verbreding, waar Kraaijer zo zegt naar te streven, is een middel, geen doel. Soms lukt het, soms hoeft het niet." Aan voorlichting doet AFA wel, maar volgens Bosch is "anti-fascisme als breed ondersteund, politiek doel onmogelijk in de huidige situatie in Nederland". Daar zou Bosch wel eens gelijk in kunnen hebben. "Als het beleid waar bijvoorbeeld de Centrum Democraten voor stonden in de jaren 90, nu wordt uitgevoerd in de vorm van een superstreng vreemdelingenbeleid, een preventief fouilleerbeleid waar ze bij extreem-rechts alleen van kunnen dromen, een algehele identificatieplicht, de greep van de overheid op haar burgers (en op de door haar ongewenste burgers of ongewenste gedragingen) zo enorm toeneemt, dan is het onzinnig om mensen te moeten gaan overtuigen dat fascistische groepen als de NVU een bedreiging voor de samenleving zijn. Dat zijn ze, maar in beperkte mate", concludeert Bosch terecht aan het einde van zijn reactie. Maar eigenlijk begint de discussie daarmee pas. Want als de rechtse opvattingen en praktijken tot diep in het centrum van de maatschappij en de macht zijn doorgedrongen, waarom zou men dan als linkse activist nog prioriteit blijven geven aan de strijd tegen marginale groeperingen die slechts een beperkt gevaar vormen? Simpel gesteld: waarom juist actievoeren tegen de NVU en niet tegen de regering?

Spanningsveld

Op dit soort belangrijke vragen ging Grenzeloos-redacteur Koen Haegens onlangs in toen hij zijn artikel "De oorlog die nooit ophoudt" schreef.4 Hij stelde dat sommige anarchistische en communistische stromingen vroeger wel eens de neiging vertoonden om "kapitalisten en fascisten op één hoop te gooien". Omdat de burgerlijke samenleving in die redenering ook fascistisch was, zou een apart anti-fascisme overbodig zijn. Het omgekeerde komt ook voor. Dan projecteert links alles dat extreem-rechts is op de kale neo-nazi, en wordt "de mogelijkheid uitgesloten, dat gewone burgers - of erger, wij zelf - bepaalde waarden hebben geïncorporeerd, zoals racisme, antisemitisme of (hetero)seksisme". Volgens Haegens moet "een anti-fascistische beweging zich bewust zijn van dit spanningsveld, en hier voorzichtig in manoeuvreren. Enerzijds dreigt een paranoïde beeld van 'wij tegen alle anderen', anderzijds een weinig productief aanhollen achter een meute gemarginaliseerde neo-nazi's. Helaas lijkt het evenwicht zoek te zijn, en concentreert men zich vrijwel uitsluitend op de laatste groep." Voor wat betreft acties heeft Haegens gelijk. Qua publicaties echter niet. Alert! besteedt wel degelijk aandacht aan bijvoorbeeld de LPF, het vluchtelingenbeleid en esoterisch racisme.

Extreem-rechts wordt volgens Haegens nauwelijks inhoudelijk bestreden, maar vooral via het publiekelijk blootleggen van verbanden met traditionele neo-nazi's en de Tweede Wereldoorlog. Toen bleek dat die strategie bij Fortuyn niet opging, wist men nauwelijks te reageren en raakte de anti-fascistische beweging in een crisis. "Terug naar de inhoud dus", concludeert Haegens. "En meer aandacht voor de racistische, antisemitische en patriarchale normaliteit. Opnieuw analyses maken van rechtse bewegingen, niet enkel er op gericht om een verband te leggen met traditioneel extreem-rechts, maar bovenal om ze te begrijpen in al hun facetten. Zo'n analyse zal vanzelf mogelijke samenwerkingspartners aanwijzen, want verbreding van de anti-fascistische beweging is noodzakelijk. Niet alleen anarchisten, autonomen of communisten, ook migrantengroepen, vrouwenorganisaties en vakbonden zijn gediend bij een sterk anti-fascistisch en anti-racistisch geluid. Natuurlijk blijft het bestrijden van traditioneel extreem-rechts noodzakelijk. Niet alleen omdat deze groepen vaak een directe, fysieke bedreiging vormen voor links, ook omdat die strijd een kapstok kan zijn voor anti-fascistische bewustwording. Daarvoor is wel een verzet op basis van inhoud nodig, niet op basis van stereotypen."

Vuilnis

In een reactie op Haegens schreef Willem Bos, eveneens redacteur bij Grenzeloos, dat wat hem betreft het anti-fascisme sowieso "met de vuilnis mee" kon.5 "De parlementaire democratie biedt de bourgeoisie onder de huidige verhoudingen voldoende mogelijkheden om haar politiek door te voeren, hoe graag kaalkoppen en rechtse types van allerlei slag het ook anders willen. In die zin is er geen sprake van een fascistisch gevaar." Een direct gevaar dat extreem-rechts de macht over zal nemen is er inderdaad niet, maar Bos lijkt te redeneren dat extreem-rechts uiteindelijk niet meer is dan een verlengstuk van de bourgeoisie. In werkelijkheid hebben extreem-rechtse stromingen elk hun eigen ideologie en hun eigen politieke agenda. Bos meent ten onrechte dat strijd tegen de huidige regering volstaat om tevens extreem-rechts onschadelijk te maken. "Waar we met Balkenende 2 mee geconfronteerd worden, is een versterkt rechts offensief, dat sociale en democratische verworvenheden dreigt terug te draaien. Daar moet links zich tegen keren. Hoe beter dat lukt, hoe minder ruimte er voor rechts en uiterst rechts overblijft. Een anti-fascistisch vaandel heeft daarbij weinig zin."

"Extreem nationalisme, verheerlijking van het eigen (verbeelde) nationale verleden, racisme, vreemdelingenhaat, autoritarisme, de hang naar een sterke leider, anti-feminisme, anti-communisme, haat tegen alles dat als zwak wordt gezien, militarisme, nadruk op de mannelijkheid", het zijn allemaal elementen van extreem-rechts, zo schrijft Bos terecht. Hij erkent ook dat "elementen van de fascistische ideologie zoals seksisme, racisme en nationalisme, in de burgerlijke maatschappij rijkelijk voorhanden zijn". Maar het gaat hem te ver wanneer anti-fascisten die elementen ook bij links gaan aanwijzen en bestrijden. Dan zou er volgens Bos plots sprake zijn van een "anti-fascistische gedachtenpolitie". Kritiek op het concept van "het internationaal flitskapitaal" vindt hij daar "een karikaturaal voorbeeld" van. Bos is tevens bestuurslid van de vereniging Attac die "wereldwijde kapitaalstromen aan banden wil leggen". Het zit hem kennelijk dwars dat Attac in diverse Europese landen door anti-fascisten bekritiseerd is vanwege haar kort-door-de-bocht anti-kapitalisme dat nu eenmaal een grote structurele overeenkomst vertoont met antisemitisme.6

De Fabel van de illegaal ziet anti-fascisme nog steeds als een belangrijk onderdeel van links. Een onderdeel waarbij net als bij andere onderdelen verbreding noodzakelijk is, maar het opbouwen van een eigen radicaal-linkse kracht evenzeer. Naast het in de gaten houden en bestrijden van het 'traditionele' extreem-rechts, zou de aandacht echter best wat meer uitgebreid mogen worden naar mainstream rechtse politici en opiniemakers, en naar bijvoorbeeld conservatieven, christenfundamentalisten en libertariërs. En behalve tegen racisme, zouden anti-fascisten ook best wat meer mogen ageren tegen seksisme, nationalisme, antisemitisme en allerlei eugenetische tendensen. En dan niet alleen bij andere politieke stromingen, want de hand mag ook gerust in eigen linkse boezem gestoken worden.

Noten

Terug