De Fabel van de illegaal 73, najaar 2005

Auteur: Harry Westerink


Opsluiten slachtoffers vrouwenhandel geen probleem?

De politie pakt regelmatig prostituees zonder verblijfsvergunning op. Vaak zijn de vrouwen slachtoffer van vrouwenhandel. Toch worden ze opgesloten omdat ze illegaal zijn. Het initiatief tegen mensenhandel Bonded Labour in the Netherlands (BLinN) zegt weliswaar daar moeite mee te hebben, maar wil toch migratiebeheersingsorganisatie IOM op de gevangen vrouwen afsturen om hen te bewegen tot "vrijwillige" terugkeer.

Als slachtoffers van vrouwenhandel aangifte doen tegen hun handelaren, dan krijgen ze voor de duur van de rechtszaak een verblijfsvergunning. Na afloop daarvan hebben ze geen recht meer op deze "B9-status" en moeten ze Nederland verlaten. Ze kunnen weliswaar een verblijfsvergunning wegens humanitaire redenen aanvragen, maar dan moeten ze wel kunnen aantonen dat terugkeer niet mogelijk is. In de praktijk is dat erg lastig en het lukt vrouwen dan ook zelden om zo'n verblijfsvergunning te krijgen. Omdat ze vaak ontzettend bang en afhankelijk zijn van hun handelaren, durven veel slachtoffers geen aangifte te doen en ook niet terug te keren. Zo blijven ze illegaal en lopen ze voortdurend het risico te worden opgepakt en opgesloten.

De Keileweg in Rotterdam was tot voor kort werkterrein van illegale prostituees (Foto: Pauline Krebbers)
Het nieuwe BlinN-rapport "Dan moeten ze hun mond maar open doen!" behandelt eerst de grootschalige razzia's waarbij prostituees worden opgepakt. De politie blijkt niet na te gaan of er slachtoffers van vrouwenhandel tussen zitten. Men heeft geen zin en tijd om verhalen over vrouwenhandel boven tafel te krijgen en is er slechts op uit om zoveel mogelijk illegalen zo snel mogelijk richting uitzetgevangenis te sturen. Ook daar wordt vrouwenhandel niet aangekaart. Bajessen zijn uiteraard volstrekt ongeschikte plekken om je hart uit te storten. Als de vrouwen hun mond niet op tijd open doen, dan is dat hun eigen schuld, zo vinden de bewakers. Die weten bijna niets van vrouwenhandel en hebben enkel tot taak om de uitzetmachine zo soepel mogelijk te laten draaien.

Justitie heeft sowieso weinig oog voor vrouwenhandel of seksueel geweld. Dat geldt bijvoorbeeld ook tijdens de asielprocedure voor vluchtelingen. Daar blijkt de supersnelle 48-uursprocedure (1) veel te kort om tot aangifte van mensenhandel te komen.

Aanbodgestuurde uitzetting

Het herstel van de keuzevrijheid van de vrouwen moet voorop staan. De behoeften en wensen van de vrouwen moeten worden gerespecteerd en ze moeten zelf hun toekomst kunnen bepalen, zo schrijft BLinN. Maar geheel in tegenspraak daarmee ontbreekt in het rapport de stem van de slachtoffers vrijwel volledig. Aan bod komen bijna uitsluitend meningen van politie, gevangenispersoneel, IND-ambtenaren en IOM-medewerkers. Van de in totaal 26 interviews is er slechts één gehouden met een slachtoffer van vrouwenhandel. Met de zelforganisatie van slachtoffers van vrouwenhandel Atalantas (2) is blijkbaar helemaal niet overlegd, want die wordt in het rapport nergens genoemd. Het hoeft niet te verbazen dat het rapport ondanks de mooie woorden met de wensen van de vrouwen zelf veel te weinig rekening houdt.

In het rapport wordt nagegaan hoe "vrijwillige" terugkeer via de IOM het effectiefst geregeld kan worden. Maar na terugkeer in eigen land kunnen de vrouwen te maken krijgen met stigmatisering, gezichtsverlies en problemen met de autoriteiten. Vooral vrouwen die aangifte hebben gedaan tegen hun handelaren, vrezen represailles tegen henzelf en hun familie. Atalantas pleit er daarom ook voor om "vrijwillige" terugkeer alleen aan de orde te laten komen als vrouwen er zelf over beginnen. En wie een verblijfsvergunning wil, moet die kunnen krijgen.

In het BlinN-rapport zal men tevergeefs zoeken naar de harde eis om geen slachtoffers van vrouwenhandel meer op te sluiten. Men maakt zich vooral zorgen over de manier van deporteren. Dat zou zo humaan en "vrijwillig" mogelijk moeten plaatsvinden.

Dicht op de huid

"Vrijwillige" terugkeer via de IOM gebeurt tot nu toe vooral op eigen verzoek van illegaal gemaakte migranten en vluchtelingen die zich door de keiharde maatschappelijke uitsluiting gedwongen zien om te vertrekken. De overheid wil de rol van de IOM bij de deportatiemachine echter verder uitbreiden. Onlangs kwam de werkgroep "Ketenbreed werkproces vreemdelingenbewaring" met een voorstel voor een intensievere en meer "aanbodgestuurde" opstelling van de IOM. Die zou ongevraagd alle "vreemdelingen" in uitzetgevangenissen moeten gaan "informeren" over "vrijwillige" terugkeer. Door hen dichter op de huid te kruipen hoopt de overheid meer druk te kunnen uitoefenen op deze mensen die toch al onzeker zijn over hun toekomst. Zo wil men de uitzettingen sneller en goedkoper laten verlopen.

BLinN steunt dit voorstel, hoewel het er de IOM slechts om gaat de vrouwen zo geruisloos mogelijk het land uit te werken. Bij de IOM maakt men zich er niet druk om dat velen na "vrijwillige" terugkeer door armoede en vrouwenonderdrukking opnieuw in de prostitutie belanden. Sterker nog, de IOM heeft prostitutie zelfs genoemd als een van de mogelijke beroepen voor vrouwen na "vrijwillige" terugkeer.(3)

BlinN zegt voor "vrijwillige" terugkeer via de IOM te pleiten, omdat de vrouwen dan minder problemen zouden krijgen met de autoriteiten in hun eigen land. Die zouden dan niet te weten komen dat ze hier gevangen hebben gezeten. Ze zouden dan niet het stempel van crimineel opgedrukt krijgen. Maar om dat te voorkomen zou BlinN in het rapport beter kunnen aanbevelen om de vrouwen überhaupt niet in gevangenissen op te sluiten.

Noten

Terug