De Fabel van de illegaal 79, najaar 2006

Auteur: Ellen de Waard


Huishoudelijk werkers willen meer steun van vakbonden

In de zomer van 2006 maakte de FNV-bond AbvaKabo bekend dat 30 huishoudelijk werkers zonder verblijfsvergunning tegelijk lid waren geworden. Na 2 maanden was dat aantal al opgelopen tot ruim 100. De vraag blijft of vakbonden voldoende de nek willen uitsteken om de positie van illegaal gemaakte arbeiders collectief te verbeteren.


De huishoudelijk werkers zonder papieren zoeken al lang maatschappelijke en politieke steun om samen tegen uitbuiting en marginalisering te kunnen vechten. Ze willen dat hun werk serieus wordt genomen omdat het specifieke vaardigheden vereist. Ook moet de overheid erkennen dat de vraag naar huishoudelijk werkers zo groot is dat migranten van buiten de EU er werkvergunningen voor zouden moeten krijgen. Dat is in Engeland immers ook gelukt met behulp van de vakbonden.

Hongerstaking

Samen met Respect, een zelforganisatie van voornamelijk Afrikaanse en Filippijnse huishoudelijk werkers, strijdt de Commission for Filipino Migrant Workers (CFMW) voor positieverbetering van deze arbeiders.(1) In 2005 heeft een aantal Rotterdamse AbvaKabo-vrouwen de situatie van de huishoudelijk werkers goed op de vakbondsagenda weten te krijgen. Na overleg met de AbvaKabo-top werden huishoudelijk werkers gestimuleerd om lid te worden. CFMW-activiste Fe Jusay organiseerde een bijeenkomst om angsten bij de illegalen weg te nemen. "Besloten werd dat ze zich via één centraal postadres mogen aanmelden, in plaats van hun privé-adres te geven. Inmiddels heeft de CNV aangegeven ook iets te willen betekenen voor de huishoudelijk werkers", aldus Jusay.

Arbeiders zonder papieren konden ook vroeger al lid worden van een vakbond. De bonden vragen hun leden alleen om contributie te betalen. Hun verblijfsstatus doet er niet toe en wordt ook niet geregistreerd. Tijdens zijn 1 mei-toespraak in 2000 riep toenmalig FNV-voorzitter Lodewijk de Waal illegale arbeiders al op om zich bij de bond aan te sluiten. Hij leek geïnspireerd door de jarenlange strijd van de "witte" illegale arbeidsmigranten die via petities, demonstraties en andere acties heel wat steun hadden verworven. De Waal was zijdelings betrokken geweest bij de hongerstaking van "witte" illegalen in 1998 in de Haagse Agneskerk.(2) Met zijn oproep brak hij een lans voor illegale arbeidsmigranten. Die moesten van hem als gewone arbeiders worden beschouwd en de bonden moesten ook hun belangen behartigen. Later ging de FNV in Den Haag een speciaal spreekuur voor illegale arbeiders draaien, op verzoek van de Vakbond Illegale Arbeiders. Deze initiatieven zijn echter een zachte dood gestorven.

De vakbondssteun aan illegale arbeiders komt in de praktijk niet verder dan individuele belangenbehartiging. Bij een arbeidsconflict zal de vakbond bijstand verlenen en waar nodig procederen voor bijvoorbeeld uitbetaling van achterstallig loon. Illegalen die het op durven nemen tegen hun baas, lopen het levensgrote risico om ontslagen te worden. Maar dat is een zaak die de bonden niet oppakken. Men stelt zich steeds formeel op het standpunt dat bonden rond verblijfspapieren niets kunnen betekenen. Alle illegale arbeiders, ook de huishoudelijk werkers, staan dan ook voortdurend bloot aan uitbuiting en rechteloosheid. Ze worden niet doorbetaald bij ziekte en vakantie, ze zijn niet verzekerd en ze moeten vaak het vuilste en zwaarste werk doen. Ze zullen bij arbeidsconflicten niet snel durven te onderhandelen, laat staan protesteren. Het risico om hun werk te verliezen zonder terug te kunnen vallen op een uitkering is te groot. Huishoudelijk werkers hebben nog een ander nadeel: ze werken veelal in privé-huishoudens en staan er dus letterlijk en figuurlijk alleen voor.

Manifest

Huishoudelijk werkers zonder papieren kampen met allerlei dagelijkse obstakels die hun bestaan uiterst gecompliceerd maken. Zo zijn er officieel wel bepaalde rechten waar ze aanspraak op kunnen maken, maar het lukt hen zelden om die ook te verwezenlijken. Velen durven hun kinderen bijvoorbeeld niet naar school te brengen uit angst dat informatie wordt doorgegeven worden aan de politie. Huisartsen werpen drempels op door naar identiteitsbewijzen te vragen en ziekenhuizen dwingen mensen afbetalingsregelingen te tekenen waarvan ze weten dat ze er nooit aan kunnen voldoen.

Collectieve belangenbehartiging blijkt noodzakelijk. Bij andere arbeiders regelt een CAO, een collectieve arbeidsovereenkomst, de arbeidsvoorwaarden. De huishoudelijk werkers willen dat de vakbonden ook dergelijke collectieve garanties voor illegalen gaan regelen. Jusay: "Nu is het voor de huishoudelijk werkers onduidelijk welke strategie de vakbonden willen volgen. Men zal toch een beleid moeten ontwikkelen dat daadwerkelijk bijdraagt aan collectieve positieverbetering van arbeiders zonder papieren. Er moet wel iets concreets gebeuren, anders zullen de huishoudelijk werkers zich gebruikt voelen." In Engeland streeft de organisatie No One Is Illegal (NOII) ook naar meer solidariteit van de vakbonden met illegale arbeiders. Men heeft daartoe een manifest geschreven en de bonden verzocht dat te ondertekenen. Het manifest geeft praktisch en ideologisch aan hoe steun op de werkvloer gestalte kan krijgen.(3) De Fabel is van plan om ook Nederlandse vakbonden te vragen of men dit manifest kan onderschrijven en in praktijk wil gaan brengen.

Zelforganisaties en steunorganisaties zullen de vakbonden moeten blijven aansporen om op te komen voor collectieve belangen van illegale arbeiders. De bonden zullen zich eerst intern moeten beraden op hun nogal ambivalente houding tegenover arbeidsmigratie. Progressieve kaderleden zullen de rechterkant van hun achterban ervan moeten overtuigen dat positieverbetering van hun illegale collega's uiteindelijk ten goede komt aan alle arbeiders. Samen staan ze immers het sterkst tegenover de bazen. Her en der wordt er helaas behoorlijk over gemord dat illegalen "oneerlijke concurrenten" zouden zijn en andere arbeiders werkloos zouden maken. Daarbij moet duidelijk worden gemaakt dat de Nederlandse arbeiders niet worden bedreigd door de illegale of buitenlandse arbeiders, maar door het kapitalistische systeem, dat verplicht tot winstmaximalisatie en het zo laag mogelijk houden van de loonkosten.

Noten

Terug