De Fabel van de illegaal 93/94, zomer 2008

Auteur: Harry Westerink


De vuilnisbelt van de IND

“Geen vuiltje aan de lucht”, zo wuifde IND-hoofddirecteur Peter Veld in 2007 interne kritiek binnen de IND over de eigen bedrijfscultuur achteloos weg. Advocaat Pieter Bogaers (1) heeft die uitspraak overgenomen als titel voor een bundeling van een aantal van zijn toespraken en andere stukken. De IND blijkt een enorme luchtverontreiniging te veroorzaken.


Pieter Bogaers
Door wetgeving en uitvoeringspraktijk heeft de Nederlandse overheid het Vluchtelingenverdrag vernietigd, zegt Bogaers, die de IND en de verantwoordelijke ministers al jarenlang op de huid zit. Hij vindt dat “de IND alleen uitgeprocedeerden produceert”. Het is “een illusie” om te menen dat “de problematiek van ten onrechte uitgeprocedeerden” is opgelost door de pardonregeling. Want de IND wijst elk uur nieuwe vluchtelingen af en vormt dag in dag uit “weer een stuwmeer aan uitgeprocedeerden”. Om de verschrikkelijke gevolgen van dit bikkelhard doordenderende beleid enigszins te kunnen corrigeren is volgens Bogaers over enige jaren opnieuw een generaal pardon noodzakelijk. Maar beter zou het zijn als het beleid nu al fundamenteel zou worden veranderd, zodat vluchtelingen in Nederland eindelijk weer bescherming wordt geboden tegen vervolging in hun land van herkomst. “Of het nu gaat om de methode van horen in asielzaken, taalanalyse, leeftijdsonderzoek, het inwinnen van informatie bij het ministerie van Buitenlandse Zaken (algemene en individuele ambtsberichten), alles - werkelijk alles - wat de IND te berde brengt, is ongeloofwaardig te achten en op drijfzand gebaseerd. Er is sprake van papieren killing fields in dit land.”

De advocaat heeft ook zware kritiek op de Raad van State. De hoogste beroepsrechter laat “geen ruimte meer aan rechtbanken om een onafhankelijk rechterlijk oordeel te vellen over de rechtmatigheid van de besluiten van de minister”. De Raad van State “heeft daarmee de rechtspraak in Nederland gelijkgeschakeld aan het bestuur. Hierdoor is er geen sprake meer van correctie door de rechterlijke macht van het optreden van de minister en de IND. Asielzoekenden zijn vogelvrij. Door deze gelijkschakeling van de rechter aan het bestuur is Nederland in vreemdelingrechtelijk opzicht de kenmerken gaan vertonen van een dictatuur, waaraan geen ontsnapping mogelijk is.”

Tegenmacht

In 2007 sprak Bogaers uitvoerig met een IND-medewerkster die een boekje open deed over de dienst. “De bedrijfscultuur binnen de IND is alleen gericht op afwijzen”, vertelde ze. “Je wordt afgerekend op kwantiteit en niet op kwaliteit. Iemand als ongeloofwaardig afdoen is veel gemakkelijker dan om je in het dossier te storten en na te gaan of het allemaal wel klopt, want dat kost veel meer tijd. Binnen de IND moet je zoveel zaken per tijdseenheid afdoen. Ik heb altijd geweigerd aan dat soort criteria te voldoen. Daarom bleef ik op mijn plaats zitten en maakte ik geen promotie.” Volgens de medewerkster verkwanselt het IND-personeel “onze rechtsstaat”. Ze is inmiddels door de IND-leiding ontslagen na een speurtocht binnen de dienst wie tegenover een krant uit de school was geklapt met dit soort kritiek.

Bogaers klaagt verder de gang van zaken aan op de aanmeldcentra waar vluchtelingen asiel aanvragen en worden verhoord. Hij spreekt van “een jachtige ongeïnteresseerde bejeging” van de vluchtelingen door het IND-personeel “in een situatie van feitelijke onvrijheid of dwangcommunicatie. De meeste asielzoekenden voelen zich niet met respect bejegend, laat staan dat zij in een situatie van vertrouwen worden gebracht om vrijuit te spreken. Dit gecombineerd met een methode van de IND die er toch al niet op is gericht om te begrijpen wie die ander is, maakt het bitter tot de conclusie te moeten komen dat al het werk van de IND per definitie overnieuw moet worden gedaan.”

VluchtelingenWerk en de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken stelden enige tijd geleden voor om de asielprocedure te versnellen.(2) Dat soort technische veranderingen biedt volgens Bogaers nauwelijks een oplossing, omdat het vluchtelingenbeleid inhoudelijk dan hetzelfde blijft, dat wil zeggen: net zo beroerd. Hij roept VluchtelingenWerk op tot daadkracht en strijdbaarheid. “Neem de vrijheid om ook een andere advocaat te zoeken, wanneer men de zekerheid heeft dat een advocaat zijn werk niet doet. Publiceer ook over ervaringen met het reilen en zeilen van het Nederlandse asielrecht in de praktijk. Het aardig zijn voor elkaar levert in dit verband niets op.” Volgens hem kan VluchtelingenWerk bijdragen aan de vorming van een tegenmacht tegen de IND “die een staat-in-de-staat vormt”. “Blijf vechten voor concrete individuen, die vermalen worden door de Nederlandse bureaucratie.” Helaas stelt VluchtelingenWerk de terugkeerplicht van afgewezen vluchtelingen steeds meer centraal, in plaats van de strijd voor verblijfsrecht.(3)

Noten

Terug