Doorbraak 2, juni 2009

Auteur: Sandor Schmits



Honderd procent racisme

Gevangen zonder aanklacht, verdacht gemaakt, bedreigd met deportatie en een driejarig inreisverbod. Dat overkwam de Surinaamse band Naks Kaseko Loco. Oorlog tegen drugs of oorlog tegen Surinamers?
Protest tegen de honderd procent-controles op Schiphol


De band kwam op 11 april 2009 naar Nederland voor een aantal optredens. Toen ze zich meldden op Schiphol bij de marechaussee, werden ze onmiddellijk apart genomen. Toen bleek dat een ingehuurde geluidstechnicus probeerde drugs te smokkelen, werd direct iedereen van het gezelschap gearresteerd. Ook drie andere mensen die zich tegelijk met de groep bij de marechaussee meldden, werden vastgezet. Pas na een dag werden 17 van de 22 mensen vrijgelaten. Ze bleven echter wel verdachten. Iedereen moest een bodyscan ondergaan om te checken of ze bolletjes cocaïne geslikt hadden. Een vrouw uit de groep werd ook nog eens onderworpen aan een erg vernederend en intimiderend lichamelijk onderzoek.

Intimidatie

De in Suriname populaire radio-dj en showpresentator Guno Ravenberg was een van de vijf overgebleven gevangenen. Hij komt al sinds 1983 meerdere keren per jaar naar Nederland om shows van Surinaamse artiesten te presenteren en is nog nooit eerder met justitie in aanraking gekomen. Uit de scan bleek dat hij geen bolletje geslikt had, maar toch werd hij bijna twee dagen vastgehouden. Hij kwam daardoor te laat voor zijn eerste optreden.

Bandleider Jerrel Verwey kwam echter pas na 20 dagen op vrije voeten. Omdat hij niet mee wenste te werken aan de vernederende bodyscan, werd hij behandeld als een betrokkene bij de drugssmokkel. Het ministerie van Justitie wilde hem daarom terug naar Suriname deporteren. Pas nadat zijn advocaat met succes een kort geding aanspande, werd hij vrijgelaten. In eerste instantie wilde de vreemdelingenpolitie zelfs de hele band voor drie jaar ongewenst verklaren en zo uit Nederland weren.

Deze walgelijke behandeling waarbij een hele groep verdacht wordt wegens daden van een individu, is gemeengoed geworden voor Surinamers en Antillianen die naar Nederland willen reizen. In een schijnheilige poging om de invoer van cocaïne te stoppen, zijn er namelijk honderd procent-controles ingevoerd op Schiphol. Dat houdt in dat iedereen verdacht is en dus onderzocht en ondervraagd mag worden. Terwijl de cocaïne met tonnen tegelijk via de Rotterdamse haven wordt ingevoerd, is er een heel systeem opgezet tegen zwarte (ex-)Nederlanders om af en toe een paar kilo te onderscheppen.

Deze maatregelen gaan al jarenlang gepaard met een golf van racistische stemmingmakerij die gericht is tegen Surinamers, Antillianen en andere mensen uit het Caraïbisch gebied. Zo was er in 2008 ineens een hype rond een aantal leden van twee Surinaamse bands en een toneelgroep die opgepakt werden wegens drugssmokkel. Niet iedereen in die groepen smokkelde drugs, maar ze zouden wel als groep opereren. Sommige groepen zouden zelfs speciaal opgericht worden om drugs te smokkelen.

“We wilden onderzoeken wat de samenwerking is geweest”, zegt de politie over het lange vasthouden van de leden van Naks Kaseko Loco. “Flauwekul”, reageert advocaat Gerald Roethof die Ravenberg en de bandleider bijstaat. “De enige trend vormen de persberichten die de marechaussee hierover uitbrengt.” Deze ‘persberichten’ staan bol van de verdachtmakingen en worden klakkeloos overgenomen door de media. Zo wordt het stereotype van drugssmokkelende Antillianen en Surinamers keurig gecultiveerd en dient het weer als brandstof voor de volgende racistische maatregel. Terwijl het optreden van Naks Kaseko Loco in Nederland juist bedoeld was om het imago van Surinaamse muziekgroepen op te vijzelen, is hun bezoek nu onderdeel geworden van de racistische stemmingmakerij. Dit keer ging het om een bekende band en kwam het in de media, maar deze praktijken vinden dagelijks plaats terwijl bijna niemand er nog naar omkijkt.

Meer over racisme jegens Antillianen en Surinamers in:
Bolletjesslikken alibi voor hetze tegen Antillianen”, Jan Tas.
En: “Overheidsracisme jegens Antillianen”, Jan Tas.

Terug