6. ECONOMISCHE BETREKKINGEN MET IRAN

Sinds de Islamitische Revolutie zijn vele dissidenten in ballingschap vermoord, maar tot nu toe kijkt Europa de andere kant uit om de handelscontacten met Iran niet in gevaar te brengen. Vooral Duitsland en Frankrijk hebben grote belangen in Iran, aldus het dagblad Trouw.38 In plaats van het uitzetten en illegaal verklaren van Iraanse asielzoekers dient het terroristische regime van Iran niet meer gesteund te worden of met verhullende termen worden beschreven. Dat is de beste manier om de oplossing van het vluchtelingenvraagstuk dichterbij te brengen, zonder de asielzoekers de dupe te laten worden. Er is zowel de Europese lidstaten als het Iraanse regime veel aan gelegen om tot een soort overeenkomst met elkaar te komen om wederzijdse handelsbelangen niet te schaden. Met de Amerikaanse oproep voor een isolatie van Iran, ook op economisch gebied, is Iran zich terdege bewust van het feit dat het andere handelspartners te vriend moeten houden. Ook de Europese Unie heeft uit welbegrepen eigenbelang in 1995 besloten een "kritische dialoog" met het Iraanse regime aan te gaan in plaats van de handelsboycot van de Verenigde Staten na te volgen. Zo wordt de schijn gewekt dat aan beide kanten gewerkt wordt aan het wegwerken van de oprispingen van het Ayatollah-regime in Iran. We zullen moeten afwachten wat de gevolgen op lange termijn van de Mykonos-affaire zullen zijn.

Italië, Duitsland en Frankrijk hebben enorme economische belangen in Iran. "Al jaren bewijst de Duitse regering, samen met het bedrijfsleven, dat de "kritische dialoog" met Iran vooral bestaat uit het zoeken van afzetmarkten".39 Nederland is met 171.000 vaten olie per dag de op een na grootste afnemer van Iraanse olie en exporteert voor zo'n 430 miljoen gulden per jaar naar Iran. Jarenlang heeft de Nederlandse regering het Iraanse regime veroordeeld als dictatuur van godsdienstwaanzinnigen. Dit jaar nog heeft zij samen met andere Europese landen bij de VN een resolutie ingediend om ernstige afkeuring uit te spreken over de schending van mensenrechten in Iran. Niettemin importeerde Nederland in 1995 voor 1,2 miljard gulden uit Iran (1,1 miljard gulden aan olie) en bedroeg de export naar dat land 473 miljoen gulden. De Nederlandse regering lijkt met twee tongen te spreken.

In 1993 was het totale handelsvolume tussen Iran en de Europese lidstaten 5,6 miljard ECU (11,6 miljard gulden). De uitvoer van Iran bestond voor 4,7 miljard uit aardolieprodukten. Exportprodukten van de Europese Unie zijn voornamelijk industri‰le goederen en transportmiddelen. In 1994 had Iran een handelsoverschot van 1,7 miljard dollar. "Tegen bovenstaande achtergrond en met de wetenschap dat Europese ondernemingen als Daimler-Benz, Peugeot, Total (in 1996 tekende Total een contract van 600 miljoen dollar) en Rover investeringen in Iran hebben, is het weinig verwonderlijk dat een aantal lidstaten van de EU weinig voelt voor strafmaatregelen tegen Iran en dat de Unie zich als geheel gekeerd heeft tegen het Amerikaanse voornemen boycotmaatregelen te nemen tegen buitenlandse ondernemingen die in Iran investeren (...) Tot dusverre heeft de Nederlandse regering het bedrijfsleven volledig vrij gelaten handel met Iran te drijven. Er zijn zelfs ondernemingen die rechtstreeks aan het Iraanse militaire apparaat leveren. Sommige van de geëxporteerde goederen vallen onder de categorie 'dual use' goederen. Dit betekent dat ze zowel voor civiele als militaire doeleinden gebruikt kunnen worden. De export naar Iran (voornamelijk landbouwgoederen, chemische en farmaceutische produkten) bedroeg 288 miljoen gulden in 1994, de import (95% olie) 1,8 miljard. Een aantal bedrijven, zoals de banken Mees Pierson, ING Postbank, de Rabo-bank en de multinationals KLM, Philips en Shell hebben een vestiging of vertegenwoordiging in Teheran. Het ministerie van Financiën stelt zich garant voor de herverzekering van kredieten van bedrijven. Oude bilaterale verdragen zijn nooit opgezegd zoals het vriendschapsverdrag tussen Nederland en Perzië uit 1931 dat spreekt van de "onschendbare vrede en oprechte en voortdurende vriendschap tussen landen en onderdanen."

Ook Flinterman, hoogleraar staats- en internationaal recht zei in 1995 over het ambtsbericht: "Misschien speelt onze handelsrelatie met Iran ook een rol. Tot twee jaar geleden was Iran onze op een na grootste handelspartner in het Midden-Oosten. We exporteerden voor 800 miljoen gulden naar Iran. Door de economische problemen in Iran zakte de export tot de helft. Iran zorgt voor onze olie. We betalen 1,7 miljard gulden per jaar aan Iran."

Het Europees Parlement heeft zich in tientallen resoluties vernietigend uitgesproken over de systematische schendingen van mensenrechten door Iran, de moord op dissidenten en de Rushdie-kwestie. 15 ministers van Buitenlandse Zaken van de Europese Unie hebben na afloop van hun bijeenkomst op 25 november 1996 in Brussel verklaard dat de Iraanse regering moet stoppen met het bedreigen van de Duitse aan-klager Bruno Jost, die optrad in het Mykonos-proces te Berlijn. Deze had namelijk in het openbaar gezegd dat president Rafshanjani en geestelijk leider Khamenie direct verantwoordelijk zijn voor de Mykonosaffaire. Desondanks bevestigde de Iraanse minister Velayati van Binnenlandse Zaken de fatwa en zei zich niets van de Europese politiek aan te trekken. Dit ontlokte de Labour Europarlementarier Glenys Kinnock de hartekreet: "Jullie kritische dialoog is niets anders dan een monoloog."40 De Europese commissie deelde in mei 1995 mee dat het de bedoeling was "alle communicatielijnen open te houden met een land dat een belangrijke handelspartner was en een belangrijke macht in de regio". We zijn benieuwd hoe lang Europa geschokt zal zijn door de Mykonos-affaire. Na de uitspraak van een Berlijnse rechter in de Mykonos-affaire is eens temeer aangetoond dat de Islamitische Republiek een terroristische staat is. Discussies over verbetering van de mensenrechten in Iran zoals in ambtsberichten wordt beweerd en discussies over monitoring van teruggestuurde vluchtelingen zijn hierdoor achterhaald. Ook Vluchtelingenwerk heeft een beroep gedaan op staatssecretaris Schmitz om vluchtelingen niet langer uit te zetten naar Iran. Het oude ambtsbericht moet in de prullenbak.

Stop de uitzetting van vluchtelingen naar Iran!


Verder naar de bijlagen
Terug