De Peueraar 29, januari 1993

Auteur: Eric Krebbers


(Reactie)

Veganisme: een eeuwenoude mode

Voor het juli/augustus-nummer van De Peueraar schreef ik een artikel genaamd "Mensenstrijd: gedachten over veganisme". Daarin zette ik uiteen dat volgens mij het patriarchaat gelijksoortige argumenten geeft ter rechtvaardiging van de onderdrukking van vrouwen; zwarte mensen en dieren. "Veganisme en vitamientjes" was de titel van een stuk dat De Peueraar daarop plaatste in het oktober-nummer. Het gaf een indruk van de ideeën die er bestaan of veganisme nu gezond is of niet (voor mensen). In een prettige stijl passeerden voor- en tegenstanders de revue. Helaas werd "gezond" door alle aangehaalde mensen gezien als individueel gezond, en draaide het hele artikel om de vraag: kom je als mens geen vitaminen en dergelijke tekort als je puur plantaardig eet? Wat mij betreft werden in dat artikel de belangrijkste factoren die de gezondheid bepalen vergeten. De maatschappelijke en natuurlijke omstandigheden zijn van een minstens even groot gewicht als de individuele voeding. Onderzoeken naar allerlei ziekten tonen dat aan. Mijn vraag is dan ook: kan je gezond leven in een omgeving die steeds ongezonder wordt? Het verslechteren van onze leefomgeving heeft voor een niet onbelangnjk deel te maken met het eten van dieren door de mens. De veehouderij slurpt enorme hoeveelheden energie op die door centrales geleverd moet worden, ze verzuurt het milieu en draagt zorg voor de ontbossing van de aarde. Hebben de verzuring en het broeikas-effect dan geen invloed op onze gezondheid? Kortom, ik denk dat het begrip "individuele gezondheid" niet toereikend is om te gebruiken bij het beoordelen van het veganisme.

In het november-nummer presenteerde Han de Vogelman uitgebreid zijn kritiek op mijn ideeën, waarna Rymke in december daar haar mening tegenover zette. In deze reactie wil ik ingaan op de argumenten van de Vogelman voor zover Rymke dat al niet gedaan heeft. Met haar stukje ben ik het trouwens helemaal eens.

"De wat sikkeneurige toon" die Han aanslaat, zoals Rymke volgens mij terecht opmerkt, valt reuze mee. In het verleden waren vegetarische en veganistische ideeën vaak het onderwerp van spot, hoon, humor, en doodzwijgen. Het pleit voor Han dat hij bereid is de discussie aan te gaan. Dat waardeer ik heel erg, zelfs al vervalt hij af en toe in regelrechte scheldpartijen, zoals wanneer hij mij beschuldigt van "arrogante retoriek". Ook vindt hij het vreemd genoeg noodzakelijk mij en mijn mede-veganisten in het denigrerende hokje te stoppen van mensen die het "aureool van 'de' uiterste consequentie, 'het' ultieme verzet" nastreven. Precies zoals alle radicaal-linkse en revolutionaire mensen worden afgedaan door rechts en gevestigd links. Las ik ditzelfde "vorm"-argument niet ook eens in een Volkskrant-commentaar op een RARA-aanslag? Het blijft raar om te zien dat mensen beoordeeld worden op het feit dat ze ver van je afstaan in het politieke spectrum in plaats van op hun argumenten. Mijn ideeën worden verder door Han bestempeld tot "lifestyle" en "mode". Op dat laatste wil ik hier wel even ingaan. Vegetarisme en veganisme zijn geen modegril. Het is vanzelfsprekend in het belang van allen die dieren willen blijven gebruiken voor hun eigen belang verzet daartegen af te schilderen als "mode". In werkelijkheid zijn vegetarische en veganistische ideeën al vreselijk oud. Het vergt enige moeite om oude stromingen en ideeën op dit gebied te achterhalen aangezien ze de geschiedenis uitgeschreven zijn of als onbelangrijke en vreemde afwijkingen bekeken worden van verder "serieuze" denkers. Moeite die je als dierengebruiker en -eter niet zal doen, dat begrijp ik best. Wie die moeite wel doet ontdekt dat bijvoorbeeld Pythagoras een vegetariër was, en met hem vele oude Grieken, dat vele andere culturen in andere tijden er dat soort ideeën op na hielden. Je ontdekt dat diverse 'ketterse religieuze stromingen' in de middeleeuwen die zich verzetten tegen de hiërarchie van de kerk geen dieren wensten te gebruiken. Je ontdekt dat men vegetariërs en veganisten tot aan 1847 in het westen Pythagoreanen noemde en dat ze toen zelf besloten tot de naam "vegetariër". Je ontdekt dat reeksen vrouwenstrijdsters de afgelopen 2,3 eeuwen (van Mary Shelly tot aan Alice Walker en de pas overleden Audre Lorde) er vegetarische ideeen op na hielden en dat dat ook geldt, zij het in mindere mate, voor linkse mannen.

Je ontdekt dat de ideeën achter het veganisme/vegetarisme en de strategieën om diergebruik uit te bannen voortdurend aan verandering onderhevig zijn. Je ontdekt dat gezondheid vaak een rol speelde en ook het gevoel van vrouwen tot een stuk vlees, een dood ding, terug gebracht te worden door de mannenmacht, en dat vrouwen daarom vaak willen spreken van "moord" en het "eten van lijken" in plaats van "vleeseten". Het feit dat het "vlees" ooit een levend dier met eigenheid was wordt daarmee boven tafel gehaald, iets waaraan vrouwen ook behoefte hebben (die zich teruggebracht voelen tot een klomp vlees, aldus de vrouwen van diverse stromingen). Je ontdekt dat in Plato's "Republika" hij Sokrates laat zeggen dat de vleesproductie grote hoeveelheden land vereist en dat dat betekent dat we land van de buren moeten nemen en dat dat tot oorlog zal leiden. Je ontdekt dat de dichter Percy Shelly aan het begin van de 19e eeuw hetzelfde dacht: "De monopoliserende vleeseter zou met het vegetarisme niet langer zijn gezondheid op het spel zetten door per maaltijd een are land leeg te eten... de meest vruchtbare districten van de bewoonbare wereld zijn nu gecultiveerd door de mens voor dieren, ten koste van een onbecijferbare verspilling van voedsel."

Je ontdekt dat een stroming van feministische vegetariërs in zagen dat het juist weer de vrouwelijke dieren zijn die het meest gebruikt worden, en wel vanwege hun biologische functies van melk "geven" en eieren leggen, en die dan ook principieel spraken van gefeminiseerd voedsel in plaats van het in die tijd (eind vorige eeuw) bij vegetariërs gebruikelijke "verdierlijkt" voedsel. Je ontdekt dat het medeleven met niet-menselijke schepselen vaak een rol speelde, maar ook bijvoorbeeld de overeenkomst tussen de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog en het slachthuis. Kortom, je ontdekt dat het veganisme en vegetarisme in ieder geval een "mode" waren die veel mensen in de geschiedenis heeft aangesproken.

De oude Griek Plutarchus antwoordde op de vraag waarom Pythagoras geen vlees at dat: "Je beter had kunnen vragen, vind ik, wie er begon met die praktijk van het vlees-eten, dan wie er recentelijk mee gestopt is." Daarmee kom ik tot de kern van de zaak: de moraal. Rymke wees daar al op. Han ook. Hij heeft gelijk als hij stelt dat een moraal niet te bewijzen is, dat er op dat gebied eerder sprake is van een keuze. Ik kies ervoor niet mee te werken aan en te strijden tegen het opsluiten, uitbuiten en vermoorden van dieren. Vooral omdat ik met Rymke het idee heb dat dieren dat niet prettig vinden. Daarnaast omdat ik weinig zin heb actief bij te dragen aan de vernietiging van mezelf door middel van de verzuring van het milieu enzovoorts.

Han pleit voor het vermoorden van dieren ofschoon hij graag de scherpe kantjes ervan verwijderd ziet. Ik doel dan op de bio-industrie, waar hij op tegen is. Hij moet wel want hij wil graag zijn lijkje, zijn kippe-embriootje en zijn moedermelk (ofschoon ik vermoed dat hij daar al veel te oud voor is en het niet meer nodig heeft).

Twee moralen tegenover elkaar dus, precies zoals Han al schetste. Merkwaardig dat hij dan toch schrijft dat hij het veganisme niet serieus kan nemen vanwege de gehanteerde strategieën (door hem gemakshalve teruggebracht tot bewust consumeren). Zou hij dan plots wel veganist worden als er eenmaal een brede goed georganiseerde beweging bestond met duidelijke perspectieven en strategiën en met een machtsopbouw waarmee mensen als hij gedwongen konden worden met hun handen van de andere dieren af te blijven? Maar goed, mijn artikel van de zomer was in eerste instantie bedoeld voor vegetariërs en veganisten om er achter te komen wat de verschillen zijn tussen deze twee vrijwel gelijke stromingen. Ik voel er niet veel voor mijn strategieën te gaan uitleggen en verdedigen tegenover iemand die een tegenovergesteld doel heeft: het gebruiken van dieren. Net zoals de anti-racistische beweging haar plannen niet bediscussieert met racisten, dat lijkt me duidelijk.

Voorts citeert de Vogelman Europarlementariër Herman Verbeek over de machtsstructuren die boeren dwingt een bio-industrie op te zetten. Hij vindt het onterecht dat ik gesuggereerd zou hebben dat "boeren allemaal klootzakken van dierengebruikers zijn" (zijn woorden, niet de mijne). Ik sta helemaal achter de citaten van Verbeek en vind ook dat er iets aan die kapitalistische druk op de boeren gedaan moet worden.

Maar ook zonder bio-industrie moet je ter verkrijging van dierenlijken en gefeminiseerde proteïnen als melk en eieren nog dieren doden en opsluiten. Natuurlijk zullen dan de omstandigheden voor de dieren verbeteren, maar ook de "bewuste" of de "vrijgevochten" boer blijft in principe een cipier en slavendrijver. Net als bijna iedereen in onze samenleving zijn ook zij gesocialiseerd met het idee dat de mens over het leven van dieren mag beschikken. Ik geloof best dat zij trachten hun dieren "diervriendelijk" te doden, maar vind dat uiteindelijk toch zoiets als een machtsbeluste man die er trots op is dat ie z'n vrouw niet slaat, of een slavenhouder die meent dat ie goed is voor z'n bezit. Vanzelfsprekend is Han het hier niet mee eens, en zal dit wel arrogante retoriek vinden. Jammer.

Han beweert dat het patriarchale vertoog over de mens die zich boven de natuur plaatst pas is opgekomen rond de achttiende en negentiende eeuw. Dat klopt niet. Al in de eerste geschriften die vrouwenonderdrukking promoten wordt de vrouw bij de dieren en de natuur ingedeeld. Teksten van duizenden jaren geleden uit het Midden-Oosten spreken over de vrouw als een (seksueel) dier dat de man wil verleiden. De man die zijn eigen dierlijkheid, zijn lichaam tracht te overstijgen en een sterke menselijke geest ontwikkelt. De vrouw dreigt deze goddelijke vonk met haar dierlijke lichamelijkheid neer te halen en dient daarom net zoals de andere dieren goed beheerst te worden. Er zijn onderzoekers die beweren dat de onderdrukking van het dier en de vrouw gelijktijdig ontwikkeld werden. Dat was tevens het begin van de patriarchale ideologie volgens hen.

De patriarchale onderdrukking van de dieren begon in elk geval dus net als die van de vrouw lang voor het kapitalisme en niet bij de aanvang van het kapitalisme (en de bio-industrie) zoals Han ons zo graag wil laten g eloven.

Han besteedt net als ik een flink deel van zijn reactie aan het patriarchaat. Ik stelde in juli dat: "maar al te veel mensen menen dat het okee is om dieren te gebruiken. Zij vinden bewust of onbewust dat de mens inderdaad boven de natuur en de dieren staat. Die denkwijze wordt wel het patriarchaat genoemd en gaat ervan uit dat er een scheiding bestaat tussen de mens en de natuur. De mens zou zich uit de natuur ontwikkeld hebben tot een intelligent wezen dat gerechtigd is die natuur te beheersen. Overigens hebben zich volgens deze denkwijze niet alle mensen zich evengoed ontworsteld aan de natuur. Met name vrouwen en zwarte mensen zijn wat achtergebleven en staan dan ook veel dichter bij de dieren." (Onderstreping heb ik later toegevoegd.)

Ik vind Hans betoog over het patriarchaat erg moeilijk te begrijpen. Als ik het goed begrepen heb, beweert hij eerst dat ik geschreven heb dat het patriarchaat de scheiding tussen mens en natuur is. Hij zet daar dan tegenover dat het patriarchaat een machtsstelsel is en dat het de vrouwenonderdrukking tracht te rechtvaardigen. Even verderop beweert hij echter weer dat ik dat ook vind: "Het patriarchaat is tenslotte, zoals Krebbers zelf zegt, een machtsdenken." Veel wijs kan ik hier niet uit worden. Han lijkt met alle geweld een tegenstrijdigheid in mijn betoog te willen lezen en legt 'm er dan uiteindelijk maar zelf in. Ik heb gesteld dat het patriarchaat de onderdrukking tracht te rechtvaardigen van vrouwen, zwarte mensen en dieren door ze bij elkaar te denken in een hokje genaamd "natuur". Ik heb willen laten zien dat de achterliggende mechanismen en denkwijzen van de diverse onderdrukkingen veel op elkaar lijken, maar nergens op slaan, en al helemaal niets rechtvaardigen, omdat zowel mensen als dieren bestaan binnen complexe domeinen van natuur en zelf vormgegeven cultuur. Om dan te zeggen dat "Krebbers geen enkel verschil meer ziet tussen slavenhandelaars, vrouwenverkrachters en diergebruikers" vind ik wel een beetje flauw.

Net zo flauw trouwens als die passages over het identificeren met gorilla's en wilde eenden, want daar heb ik met geen woord over gerept. De scheiding tussen mens en dier wil de Vogelman niet opheffen omdat hij dan misschien als een bidsprinkhaan door het leven zou moeten... Wat een onzin. Natuurlijk moet de mens zelf keuzes maken, en werken aan de strijd tegen het patriarchaat. Wijzen op de overeenkomsten tussen mens en dier doe ik op de eerste plaats om duidelijk te maken dat dieren ook levende wezens zijn die willen blijven leven, vrij willen zijn, cultuur scheppen en pijn kennen. Opdat wij werken aan ons menszijn (onze menselijke identiteit, vandaan de titel van mijn stuk: mensenstrijd) en beseffen dat wij dieren veel leed aan doen. Onnodig leed, waarvoor Han zich afsluit, vanuit het idee, en dat zit volgens mij uiteindelijk toch achter zijn betoog, dat het natuurlijk is dat de mens andere dieren doodt. Ik haal nog een keer de oude Plutarþhus van stal: "als jullie denken vlees-eters te zijn, begin dan met het zelf doden van wat je wilt eten, maar doe het dan zelf, met je eigen natuurlijke wapens, zonder gebruik te maken van een slagersmes, een bijl of een knuppel." Plutarchus beweerde aldus in zijn "essay over vlees-eten" dat de mens tot aan de recent ontwikkelde vaardigheden werktuigen te maken en het vuur te beheersen niet toegerust was om dieren te eten. Zonder vuur om te bakken of te koken en zonder "gekromde bek, scherpe nagels en klauwen of puntige tanden" is het niet mogelijk geen vegetariër te zijn.

Nu ja, natuurlijk of niet, ik kies ervoor te proberen geen dieren te gebruiken, en velen met mij, 'want de beweging groeit "in een rap tempo" zoals Han zelf zegt. En we zijn in goed gezelschap en treden in de voetsporen van veel medestrijders voor ons!

(Veel van de informatie in deze reactie komt uit boeken als "The sexual politics of meat" van Carol J. Adams en "Huilen met de wolven" van Barbara Noske. Beide boeken bevatten een enorm rijke lijst van werken op dit gebied.)

Terug