De Peueraar 37, september 1993
Auteur: Amari
Reactie op De Peueraar en Petra
Onderstaande reactie ontvingen we van Amari.
In Peueraar 35/36 kwam ik in de rubriek 'ingezonden' twee reacties tegen die mij een zeer onprettig gevoel gaven.
Het eerste geval is de reactie van de Peueraar-redactie op de brief van "Jeroen die zelf zijn aardappels schilt" (Peueraar 34)
Ik ben het ook niet eens met Jeroens standpunt dat er geen rolverschillen tussen de seksen zouden zijn. Maar het is wel duidelijk dat er bij seksueel geweld ook andere machtsverhoudingen komen kijken (bijvoorbeeld: kind-volwassene). Waarom wordt dit door De Peueraar zo grof aan de kant geschoven? In een stuk dat zo bol staat van de aannames ("blijkbaar leest Jeroen...", "We hebben het idee dat Jeroen...") was een minder pretentieuze toon op z'n plaats geweest. Ik denk niet dat De Peueraar echt een discussie op gang zal brengen als elke afwijkende mening als een fóute mening wordt bestempeld. Want zo komt de reactie van de redactie op mij over. Er worden ook een aantal dingen in de reactie genoemd waar ik me wel in kan vinden. Maar pas na vijf keer lezen kon ik die los zien van de vervelende bijsmaak die ik bij de reactie als geheel kreeg. En dat kan toch niet bedoeling zijn geweest.
Ten tweede wil ik reageren op het 'ingezonden' artikel van Petra: "Waar hou jij je zoal mee bezig." Hier kan ik kort over zijn.
Ten eerste vind ik dat ik geen verantwoording verschuldigd ben over waar ik me wel en niet mee bezig hou. Des te belangrijker vind ik het dat ik dit aan mezelf kan verantwoorden.
Ten tweede kijkt ze alleen naar wat mensen in de radicaal-linkse 'scene' binnen die 'scene' doen. Alles wat mensen buiten die 'scene' doen en waar Petra niet bij betrokken is, telt blijkbaar niet mee.
Tenslotte denk ik dat het presenteren van De Invalshoek als enige juiste politiek correcte weg niet echt mensen zal aantrekken, integendeel.
Ik vraag me overigens af of ik me nu wel of niet aangesproken had moeten voelen?