De Peueraar 42, februari 1994

Auteur: Eric Krebbers


Binnenstad Liberation Front!

Wethouder Walenkamp loopt al een jaar of wat rond met plannen om de binnenstad 'autoluw' te maken. De omzet van bedrijven in de binnenstad moet stijgen, vindt hij, en dat kan door de binnenstad aantrekkelijker te maken voor een koop- en looplustig publiek.

De ondernemers in de binnenstad rijden al een maand of wat met de pest in hun lijf rond. Vanwege Walenkamps plannen. De omzet van bedrijven in de binnenstad moet stijgen, vinden zij, en dat kan door de binnenstad aantrekkelijk te houden voor een koop- en rijlustig publiek.

De gemoederen lopen hoog op. De ondernemers verspreiden op grote schaal protest-posters tegen Walenkamp. Het conflict verdiept zich. De familie Walenkamp zélf raakt verscheurd door de twisten: de ondernemers in de familie keren zich tegen de wethouder.

Her en der duiken geluiden op van ondernemers die zich geïntimideerd voelen door collega-ondernemers. Zij kiezen de kant van Walenkamp (de wethouder, niet de zonnebankhouder of de sportartikelenverkoper die zich nadrukkelijk tégen de autoluwe binnenstad uitspraken).

Ook enkele bewoners hebben zich in de discussie gemengd. Autoverslaafden ("ik moet mijn auto voor de deur kunnen parkeren") en ouderen ("fietsen uit de binnenstad, die staan pas echt in de weg") haalden de pers. Nu heeft ook een verbond van taalkundigen en activisten zich vol overtuiging in de strijd geworpen. Zij schuimen 's nachts de straten af met de pest in hún lijf over "drogredeneringen" en "spelfouten". Zij noemen zich het Binnenstad Liberation Front (BLF!) en we ontvingen van hen de volgende persverklaring:

"In de nacht van de zeventiende op de achtiende januari hebben wij de ramen van enkele binnenstadbewoners finaal opgefleurd. De actie, die wij zeker niet zonder reden uitgevoerd hebben, is een reactie op het comité "Stichting Beestenmarkt", die overal door de stad haar posters heeft hangen. Ook hebben wij en velen met ons besloten om de winkels met de omstreden posters "Wethouder Walenkamp de stad uit in plaats van de auto" en "De binnenstad moet bruisend (?), veilig (?) en economisch gezond en dus moeten de auto's blijven", te boycotten. Wij vinden het overduidelijk dat de posters zowel spelfouten als drogredeneringen bevatten. Bovendien zijn wij het asociale gezeur van sommige binnenstadsbewoners zat. Er zijn voldoende alternatieven geboden, zoals een verbetering van het openbaar vervoer en verfijning ervan, laad- en losuren en taxi's. Deze actie was niet de eerste, maar zal zeker niet de laatste zijn. Dus stijfkopjes: tot de volgende keer maar weer!"

Tot zover de persverklaring.

Wethouder Walenkamp heeft natuurlijk geen patent op het idee autoluwe binnenstad. In Peueraar 11/12 (zomer 1991) pleitte Harry Schoch van Milieudefensie Leiden al voor een autovrije (binnen-)stad, die zich niet beperkte tot het kleine stukje van het centrum dat nu ter discussie staat. Hij richtte een 'platform voor een autovrije binnenstad' op, dat toen op Walenkamp is afgestapt. De wethouder nam het initiatief over, zij het op zijn eigen wijze. Het plan verwaterde van autovrij tot autoluw. Er kwamen plannen voor enorme parkeergarages aan de grens van het centrum. In een artikel getiteld "Autoluwe middenstand" (Peueraar 15) lieten wij al zien dat het de wethouder slechts ging om verhoging van de omzet van de middenstand, niet om het milieu.

Toch lijken de actievoerders met hun actie zo op het eerste gezicht - zonder het met zoveel woorden te schrijven - hun liefde te verklaren aan de wethouder. Ik vind in hun verklaring geen kritiek op zíjn onzalige plannen. Ik vind er noch milieukritiek op de automobiel, noch kritiek op de cityvormingsplannen ('nog meer parkeergarages erbij') in terug. Men tracht niet het originele idee van de autovrije binnenstad weer onder de aandacht te brengen. Ik vind bij herlezing zelfs geen argumenten vóór een autoluwe of autovrije binnenstad, of het moeten de twee vraagtekens tussen haakjes zijn die het BLF achter "bruisend" en "veilig" gezet heeft. Ik lees alleen dat de "stijfkopjes" voldoende alternatieven aangeboden hebben gekregen.

De liefde blijkt overigens eenzijdig. De wethouder vindt de actievoerders niet emotioneel genoeg. Hij zegt in het Leidsch Dagblad van 21 januari: "Wat de winkeliers doen met die posters kan ik nog begrijpen. Dat is emotie en moet kunnen. Maar wat nu is gebeurd is aantasting van andermans eigendommen en dus onaanvaardbaar." Hij roept op dit soort acties te staken. "Op dit soort steun zit ik absoluut niet te wachten. Dit is bijna geweld, ik heb er totaal geen begrip voor."

Ik heb er wél alle begrip voor als mensen zich met de inrichting van hun stad bemoeien. Ook als ze dat door middel van wat hardere acties doen. Toch zet ik mijn vraagtekens bij deze actie. Meer vanwege de inhoud dus. Waarom zou je een op de media gerichte actie uitvoeren om de plannen van een wethouder te steunen? Die man heeft toch beroepshalve al erg gemakkelijk toegang tot de media? En, waarom zou je überhaupt iemand steunen die de economische groei van de stad op de eerste plaats stelt?

Terug