De Peueraar 37, september 1993

Auteur: Mo


(ingezonden)

Seksueel geweld

Onderstaand stuk ontvingen we van Mo.

Dit stuk gaat over seksueel geweld. Aan de hand van een recente ervaring, mijn persoonlijk verhaal, zal ik proberen het een en ander uit te rafelen. Omdat er genoeg mensen bij het horen van zo'n verhaal zijn denken dat het om een uitzondering gaat.

Het was een gezellig avondje uit, ik ging naar huis, een vriend zou later komen. Omdat ik moe was ging ik slapen. Hij was er nog niet, dus ik liet de deur open. Ik werd even half wakker en zag hem zich uitkleden. Ik sliep verder en werd weer wakker omdat hij me aan het neuken was. Hij was me hard aan het neuken, het deed pijn. Ik deed niets, bleef op mijn rug liggen en draaide mijn hoofd van het gebeuren af. Tot ik me bedacht dat het beter was een condoom te gebruiken, ik ging er een pakken. Of het daarna nog doorging weet ik niet meer.

De volgende ochtend deed mijn kut nog steeds pijn, ik vroeg hem te kijken. Eigenlijk durfde hij niet, maar hij deed het na aandringen toch, en zei dat ik blauw/beurs was. We zijn samen iets gaan drinken bij Meneer Jansen. Bij het afscheid zei ik dat ik dit nooit meer wilde. Het duurde ongeveer een week voor ik me realiseerde dat ik was verkracht, door een vriend.

Twee weken na de verkrachting ging ik met wat vriendendinnen naar het LVC, ik wist dat hij er zou zijn. Ik zag hem en werd misselijk, kon niet geloven dat hij het was die dat gedaan had.

Een van mijn vrienden heeft gevraagd of hij mee wilde gaan en heeft hem mijn ervaring verteld. Zijn reaktie was dat hij wel wist waar ik het over had, maar dat hij het niet zo zou noemen. Dat ik niet moest denken dat hij niet meer in het LVC zou komen en dat hij er met mij over wilde praten. Praten wilde ik niet, zeker niet in dat stadium, ook al vond ik zijn reactie niet helemaal hopeloos. Hij had in ieder geval gezegd dat hij wist waar ik het over had.

Na mijn vakantie lag er een brief. Ik was verbijsterd. Hij was naar de politie gegaan om een aanklacht tot laster in te dienen, maar had daar na een gesprek met de Zedenpolitie toch van afgezien. Hij begreep nu dat ik hem hiervan beschuldigde vanwege mijn incestverleden. Ik had hem publiekelijk aan de schandpaal genageld. Hij wilde er met mij persoonlijk over praten, zodat ik hem ook persoonlijk kon beschuldigen. Zodat ik me misschien ook weer het gesprek kan herinneren voordat we vrijden. Maar hij vraagt zich af of ik wel wil praten met een brute verkrachter.

Tot zover het verhaal van een verkrachting, mijn verhaal, maar het had net zo goed elk ander verkrachtingsverhaal kunnen zijn, omdat het niet zozeer om de feiten gaat alswel om de mechanismen die er binnen werken. Welk verhaal dan ook, ze zullen elke keer op hetzelfde neerkomen.

Dit verhaal wil ik gebruiken als leidraad voor het blootleggen van deze mechanismen. Ik zal het daarbij ook over incest hebben. Dat kan verwarrend werken, maar dat is het ook. En ik met mijn incestverleden en deze verkrachtingservaring kan deze twee niet (meer) los van elkaar zien.

Overlevingsstrategie

Dat mijn verkrachter schrijft over het verband tussen de beschuldiging en mijn incestverleden is niet gek, alleen is zijn interpretatie niet helemaal in orde.

Voor mij is de vraag belangrijk "waarom heb ik niets gedaan op dat moment?". Voor mij is het antwoord dan ook simpel. Ik reageerde op dezelfde manier als wanneer mijn vader incest met mij pleegde, "hier wil ik niet bij zijn, dit wil ik niet meemaken", de overlevingsstrategie. Bij mijn vader was er niet veel mogelijkheid tot verzet, in dit geval toch wel, maar zo heb ik mijzelf dat geleerd. En dan nog, hoeveel vrouwen zonder incestverleden reageren net zo. Omdat ze denken dat het zo hoort, omdat ze denken dat mannen nu eenmaal zo zijn, omdat ze seksualiteit als ruilmiddel zien, enzovoorts., enzovoorts.

Waarom heb ik dan toch niets gedaan, terwijl ik al dagen wist dat ik geen sex wilde, niet meer. Ik was juist erg veel bezig met seksualiteit, met waarom ik met zoveel mensen sex had, terwijl ik dat helemaal niet bleek te willen, al jaren. Ik was erachter gekomen dat ik op zoek was naar liefde/genegenheid. En dat dacht ik te vinden in sex, of ik kende geen andere manier om dat te krijgen. Maar ik bleek het in sex alleen niet te kunnen vinden. En had dus besloten geen sex meer te hebben tot ik wist waar of hoe ik dat wel kon krijgen. Ik heb tenslotte niets anders geleerd met mijn incestverleden. Door het leven gaan als de dochter, van verleidster tot hoer!

Kortom, zijn reactie is een dubbele ontkenning. Eén: de verkrachting heeft niet plaatsgevonden, en twee: ik verzin het maar, er is namelijk iets niet meer helemaal in orde in mijn hoofd. Door mijn incestverleden.

Reacties

Niet alleen zijn reactie, ook de reacties van anderen zijn belangrijk. Zo zijn er de vrienden/kennissen die mij steunen. En zo zijn er de mensen die je niet geloven. Die de schuld bij jou leggen, de kant van de dader kiezen. Die ook de schuld bij jou legt en zo het slachtoffer van zijn eigen daad wordt, zo zielig!

Zoals de vrouw, feministe. Een vriendin van hem, van mij een kennis. Hij heeft haar zijn verhaal verteld waarin we een gesprek hadden voordat we "vrijden". Ik heb haar mijn verhaal verteld waarin geen gesprek voorkomt, maar waarin ik ontwaak terwijl ik geneukt word. Zij gelooft hem, mij niet. Tegelijkertijd zegt ze dat wanneer je je verkracht voelt je dat ook bent. Voor haar is het feitenverschil belangrijk en dat ze hem beter kent dan mij. Hoe stereotiep kun je reageren?

Volgens mij verwart ze feitenverschil met verschil in belevingswereld. Het belevingswereldverschil is er, en is zo belangrijk als het gaat om machtsverschillen! Wat de man als gewoon ervaart, ervaart de vrouw als zeer onplezierig. Wat de witte mens ervaart als gewoon, ervaart de kleurlingmens als denigrerend. Wat de mens als gewoon ervaart, ervaart het dier als beangstigend. Het belevingswereldverschil, dat elke man tot potentiële verkrachter maakt.

Goed/fout denken

Volgens mij denkt ze ook dat wanneer ze mij gelooft, dan is de verkrachting waar. Dat ze daar dan consequenties aan moet verbinden. Dan is hij toch nog de brute verkrachter, zoals hij zelf ook zegt. Dan is hij fout, en met iemand die fout is ga je niet om. En die keuze wil ze niet maken.

Wat mij betreft is het onzin. Natuurlijk is hij ook erg leuk en aardig, heeft hij zijn goede kanten. Maar dat betekent niet dat hij niet zou kunnen verkrachten. Natuurlijk zien we de verkrachter liever als een bruut iemand, of de incestpleger als geestelijk niet in orde. Maar vergeet dat maar, iedereen kan het, verkrachten! Denk ook niet dat jouw vriend een goede man is, omdat hij bijvoorbeeld zijn mond vol heeft over vrouwenstrijd en gelijkwaardigheid. Grappig genoeg had mijn verkrachter, een week voor de verkrachting, mij het boek "Tussen verleiden en verkrachten" uitgeleend. Waar hij bij vermeldde dat er maar één ding in stond dat hij op zichzelf kon betrekken.

Het taboe

Ik heb me afgevraagd waarom degene die je niet gelooft zo belangrijk is. Net zo belangrijk als degene die je steunt. Je wordt opnieuw geconfronteerd met het taboe, datgene wat je al zolang bedreigd heeft ("hier mag ik niet over praten") probeert je opnieuw de nek om te draaien. Ik doel hierbij net zo goed op het incesttaboe. Laten we het voor de duidelijkheid het taboe op seksueel geweld noemen. Dit taboe is niet hetzelfde als andere taboes. Er heerst geen taboe op seksueel geweld, dan zou het er niet zijn. Er heerst een taboe op het praten over seksueel geweld.

Jeroen

Toen ik over het taboe schreef, dacht ik aan Jeroen die schrijft in Peueraar nr. 34 dat hij in zijn jeugd verkracht is, en zich gedwongen voelde hiermee bezig te zijn, terwijl hij dat niet wilde. Daar heb je het weer, het taboe. Je hebt het gevoel dat je je moet verdedigen, voor jezelf op moet komen, terwijl jij toch het slachtoffer was.

In Peueraar nr. 35/36 tracht De Peueraar hierop te reageren, wat ze volgens mij doen is dat bevestigen wat Jeroen zegt, namelijk. "worden er behoorlijk wat stereotiepe denkbeelden uit de links-radicale kast gehaald, wat tot gevolg heeft dat men in een kringetje blijft lopen."

De Peueraar vindt Jeroen's toontje nogal zeurderig. Ik vind het toontje van de Peueraar overkomen als "jongen, je moet niet zo zeuren, je bent toch een vent, je hebt altijd nog je bevoorrechte positie". Wat volgens mij op hetzelfde neerkomt als "was dat alles?". Hoe stereotiep kun je reageren als het om verkrachting gaat. En krijgt Jeroen niet weer het taboe op seksueel geweld terug in zijn gezicht gesmeten. Het kringetje is rond.

Tot slot nog even dit. Misschien vind je dit stuk te persoonlijk, volgens mij is dat alleen maar goed, om seksueel geweld uit de abstracte sfeer te halen. En zijn het niet de persoonlijke verhalen waar het om gaat. Reageren mag. Als laatste wil ik Joel Staffeleu citeren uit De Volkskrant van 6 augustus jl. Hij weet de kern van het probleem aardig te raken.

"Elke vrouw heeft met seksueel opdringerig gedrag van mannen te maken gehad. Vraag het haar maar. De man in kwestie vindt niet dat hij echt iets verkeerd heeft gedaan. Vraag het hem maar."

En dat is het probleem

Reactie van Lieke

Terug