Iraakse vluchtelingen beginnen tentenkamp in Ter Apel

Het tentenkamp.
Gisteren is een groep van 65 afgewezen vluchtelingen uit Irak uit protest een tentenkamp begonnen in Ter Apel, in navolging van eerdere acties van de strijdbare zelforganisatie Vluchtelingen Op Straat (VOS). Volgens de Irakezen stelt de Nederlandse overheid hen voor de onmogelijke keuze tussen dood na deportatie of een leven op straat in Nederland.

In november en december vorig jaar bivakkeerden Somalische vluchtelingen in een tentenkamp voor de deur van het asielzoekerscentrum in Ter Apel, uit protest tegen het op straat zetten van vluchtelingen. Eerder demonstreerden dakloze vluchtelingen al in Utrecht en Den Haag tegen het uitsluitings- en uitzettingsbeleid. Nu maken vele tientallen Irakezen een vuist en proberen ze samen sterk te staan. Een moedige poging om opnieuw het keiharde migratiebeleid te trotseren, die net als de eerdere protesten van VOS veel respect en ondersteuning verdient.

Het tentenkamp.
“We zijn allemaal op straat gezet, vanuit verschillende plekken: gevangenissen voor mensen zonder papieren, opvangcentra of woningen”, vertelt de Iraakse vluchteling Hadi Abu Sanad. “Sommigen van ons, ik schat tien mensen, hadden eerder een tijdelijke verblijfsvergunning en zelfs een huis. Maar nu niet meer. Ze zeggen dat het nu veilig is in Irak. Maar wij vinden het daar niet veilig.” De vluchtelingen komen allen uit Centraal-Irak. Het lukt de overheid sinds kort niet meer om hen te deporteren, omdat de Iraakse autoriteiten daar geen toestemming voor geven. Als de vluchtelingen zich gedwongen zien om mee te werken aan ‘vrijwillige terugkeer’, dan krijgen ze tot hun vertrek wel onderdak. Maar dat weigeren de Irakezen, want ze willen dat de overheid opnieuw naar hun asielverzoek gaat kijken.

Het tentenkamp.
Meer dan de helft van de groep werd op 20 april op straat gegooid na opsluiting in het detentiecentrum Rotterdam. Volgens een recente uitspraak van de Raad van State mogen de Irakezen niet langer meer van hun vrijheid worden beroofd, omdat er “geen zicht op uitzetting” is. Onlangs moest minister Gerd Leers tandenknarsend toegeven dat ook deportatie van Somalische vluchtelingen niet lukt. Omdat de Irakezen geen opvang hebben gekregen, zijn ze overgegaan tot actie. “Het is regenachtig weer, maar niet koud. We blijven hier tot onze eisen ingewilligd zijn”, aldus Sanad. “Ieder van ons heeft eigen problemen, maar voor ons allemaal geldt dat bewijzen voor ons vluchtverhaal niet worden erkend. Tegen iedereen wordt gezegd: ‘We geloven je niet’. Net als voor de Somaliërs, geldt voor de Irakezen dat ze in andere EU-landen veel meer kans op asiel hebben. Maar omdat ze eenmaal in Nederland zijn geweest, mogen ze in andere EU-landen geen asiel meer vragen. Daarom eisen we een kans om naar een ander land te gaan, zonder dat we direct naar Nederland worden teruggestuurd, zoals nu gebeurt.” Sanad heeft vanzelfsprekend geen vertrouwen in het Nederlandse migratiebeleid. “Ze kunnen het asielzoekerscentrum Ter Apel beter sluiten, als ze mensen toch na een paar maanden op straat zetten. Als je geen vluchtelingen wilt, laat hen dan ook geen nepprocedure doorlopen. Neem dan niet hun vingerafdrukken, zodat ze nergens anders in de EU meer asiel kunnen vragen.”

De ingang van het centrum.
Vannacht hebben 70 vluchtelingen in 3 tenten overnacht. Door de harde regen hebben ze het zwaar. “We hebben wel regenjassen van iemand gekregen, maar we hebben nog tenten, matjes, zeil en dekens nodig.” Nog zo’n 30 Irakezen en tientallen Somaliërs zouden op weg zijn om het tentenkamp te versterken. De gemeente Ter Apel heeft inmiddels stiekem “verboden toegang”-bordjes rond het kamp gezet. De vluchtelingen vrezen arrestatie en ontruiming van het kamp. Daarom vragen ze Nederlanders en mensen met een verblijfsvergunning om hen te komen helpen en mogelijk te beschermen tegen de dreigende arrestatie.

Harry Westerink