Jordanië: novemberopstand

Protesten in Jodanië.

Jordanië beleefde vorige week een reeks heftige demonstraties , tegen prijsstijgingen en tegen het koninklijke bewind dat die prijsstijgingen oplegde. Er wordt al gesproken van een novemberopstand. Betogingen, rellen en stakingen maakten deel uit van die opstand. Het is momenteel weer rustiger, althans, berichten over hevige demonstraties zijn er eventjes niet. Een herleving van het protest lijkt echter een kwestie van tijd.

Het begon toen maandag 12 november de brandstofprijzen omhoog gegooid werden. Dat had gevolgen: een prijsverhoging van 28 procent in het openbaar vervoer; kerosine om je huis mee te verwarmen werd 14 procent duurder, olie om op te koken – iets waar juist arme mensen gebruik van maken – zelfs 58 procent. De regering wilde op deze manier een verlies van vijf miljard dollar op haar energierekening oplossen. Ze verwees naar de onderbreking van gasleveranties vanuit Egypte aan Jordanië, vanwege aanslagen in Sinai, en naar een begrotingstekort van drie miljard dollar.

Maar de arme Jordaniërs werden nu geconfronteerd met hun eigen begrotingstekort. Ze gingen de straat op, vrijwel direct. Demonstraties in dertien steden, waaronder de hoofdstad Amman. “Revolutie, revolutie, het is een volksrevolutie”, riepen mensen vlakbij het ministerie van Binnenlandse Zaken, op het plein in de hoofdstad waar tweeduizend demonstranten bijeen waren. Mensen waren boos wegens de prijsstijging, maar richtten zich met hun leuzen ook tegen het bewind zelf, tegen de koning. En dat is bijzonder.

Beatrix

Weliswaar zijn er al sinds begin 2011, als onderdeel van de als Arabische Lente bekend geworden protestgolf, betogingen in Jordanië. Nog in augustus demonstreerden vijfhonderd mensen in de hoofdstad voor meer persvrijheid. De koning wisselde nogal eens zijn premier in voor een andere, waarmee een soort schijn van gevoeligheid voor pressie hooggehouden werd: kijk, we komen aan het verlangen tot verandering tegemoet! Demonstranten riepen tot zeer kortgeleden vooral om hervormingen van het regime, niet om de omverwerping ervan. Dat is dus aan het veranderen. Angry Arab: “Wat nieuw is, dat is dat mensen eindelijk zijn gaan roepen om de val van het regime, in plaats van die malle kreet van ‘hervorming van het regime’.”

Dat regime is een monarchie, met een koninklijke familie die op goede voet staat met de Oranjes. Soort zoekt soort, nietwaar? Het bewind kent ook andere vrienden: keiharde salafisten als bijvoorbeeld Adel Almawdah uit Bahrein, die nu er protest is uitgebroken, de regimes in Saoedi-Arabië , Qatar en dergelijke oproept om de Jordaanse monarchie te steunen tegen de opstandigheid. Beatrix zij aan zij met geestverwanten van Bin Laden, ach ja, het is weer eens wat anders.

Verenigde Staten

Het land kent verkiezingen en meerdere partijen, maar het hof trekt aan de touwtjes, en kritiek op de koning kan je drie jaar gevangenisstraf kosten. Corruptie, een groeiende kloof tussen arm en rijk, hoge werkloosheid onder met name jongeren, gecombineerd met een relatief hoge onderwijsdeelname en wijd verspreide internettoegang, neo-liberale hervormingen met de bijbehorende privatisering en stagnerende lonen… veel van de bestanddelen van een sociale explosie in Egyptische of Tunesische stijl waren aanwezig. Dat het er nog niet van kwam, zou volgens Pete Moore in Middle East Research Project (MERIP), die bovenstaande factoren opsomt, deels gelegen kunnen hebben aan het ontbreken van een trigger, zoals de dood van Bouazizi in Tunesië. Ook voorbeelden elders – de positieve zoals Egypte, te lang geleden om te inspireren, recentere voorbeelden als Syrië en Bahrein toch eerder afschrikwekkend wegens het gewelddadige tumult daar – kunnen een rol gespeeld hebben.

Maar Moore noemt ook als remmende factor voor de kans op succes de grote belangen die op het spel staan voor de VS die bijvoorbeeld de plaatselijke inlichtingendienst in haar broekzak heeft en het land gebruikt als voorpost om Syrië in de gaten te houden. In dat verband is de stellingname van een functionaris van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken op een persconferentie belangwekkend: hij steunt openlijk het soort prijsstijgingen die de protesten hebben uitgelokt. The Angry Arab heeft de relevante passages uit het verslag van een persconferentie gevist. De Amerikaanse macht is inderdaad een factor, maar het kan juist ook de woede verder aanwakkeren zoals het dat elders ook deed. Precies die protesten zouden een doorbraak kunnen betekenen, al is het voor juichen wellicht nog wat vroeg.

Bevolkingsgroepen

Hoe dan ook, de protesten gingen niet zomaar weg. In de tweede nacht van protesten vielen gewapende mensen een politiebureau in Irbil aan, in het noorden van het land. Enkele agenten gewond, een gewapende burger gedood. Een ander politiebureau, in de hoofdstad, kwam ook onder vuur. Demonstranten staken een kantoor van burgerzaken in de stad Salt in brand. In Amman waren duizend betogers op de been, in de zuidelijke stad Karak tweeduizend. Daar werd geroepen: “weg, weg met jou, Abdullah”, de naam van de koning. Winkelruiten moesten er aan geloven in deze uitbarsting van woede. In totaal waren er toen al twintig overheidsgebouwen aangevallen, waaronder een woning van premier Abdullah Nusr – om wiens aftreden door betogers werd geroepen. Dat was in Salt.

De protesten zijn dus wijdverbreid. Ze brengen ook mensen in beweging waar Bedoeïnenstammen wonen die normaal gesproken het bewind van stevige steun voorzien. Daarbij is het van belang om te zien hoe de bevolking van Jordanië is samengesteld. Rond de zestig procent is Palestijns, net als de Palestijnen in wat nu Israël, Gaza en Westoever zijn. Die mensen hebben niet heel veel sympathie voor het bewind, hetgeen ook niet vreemd is gezien de rol die de Jordaanse staat gespeeld heeft om de Palestijnse strijd en solidariteit te dwarsbomen. Deze mensen zijn veelal arm. Een minderheid van de bevolking bestaat niet uit Palestijnen maar uit leden van genoemde soort stammen, en juist daar vindt het bewind haar sociale basis. Dat juist ook in door de stammen bevolkte gebieden protesten zijn geweest, laat het isolement en de zwakte van het bewind zien. Het is geen kwestie van bevolkingsgroep tegen bevolkingsgroep. Het is protest tegen het regime, aangedreven door woede vanwege bezuinigingsbeleid. Sociale, niet zozeer etnische, tegenstellingen domineren de motivatie. Tegelijk was er bij demonstranten wel protest tegen de op dat moment plaatsvindende Israëlische aanvallen op Gaza te horen.

Vakbonden

Enkele dagen later was de rust niet weergekeerd. Betogers in de hoofdstad riepen de intussen klassieke leus: “Het volk eist het eind van het bewind!” en “Schande, schande! De prijzen stijgen, en Abdullah gokt”. De protesten brachten mensen van vele politieke achtergronden in beweging, islamisten, marxisten, en anderen. De Moslim Broederschap riep om een “Arabische Lente met een plaatselijk aroma – veel hervormingen in het systeem terwijl we onze protesten vreedzaam houden”, aldus een woordvoerder. De stemming op straat was radicaler, en ging verder dan roepen om hervormingen; ook beperkten betogers zich dus niet tot geweldloze acties, hetgeen tegen een bepaald niet geweldloos bewind ook niet vreemd is. De Broederschap nam deel aan protesten, “maar topfunctionarissen kozen ervoor om niet deel te nemen aan de manifestatie” die op vrijdag 16 november plaatsvond. Een ultra-gematigde houding en beperkte deelname van de Broederschap: die organisatie wil duidelijk de greep niet verliezen, maar evenmin alle bruggen naar het bewind opblazen. Gelukkig zijn op straat duidelijk radicaler geluiden merkbaar. Volgens Angry Arab weerklonk tijdens protest al expliciet de roep om Jordanië om te vormen van monarchie in republiek.

En niet alleen op straat gonst het. Jordanië kent een geschiedenis van georganiseerd protest van werkende mensen, vakbondsactie en dergelijke. Ook dat stak nu de kop op. Op de tweede dag van de protesten legden maar liefst 125 duizend leraren het werk neer uit protest. Zondag hielden veertien van de vijftien landelijke vakbonden een staking van drie uur, om de koning ertoe te bewegen de prijsstijgingen terug te draaien. Dat is qua eisen nog wel geen rechtstreekse confrontatie met het regime, maar het laat wel de diepte van de weerstand in de maatschappij tegen het beleid van dat regime zien.

Marteling

Dat bewind laat zich intussen natuurlijk niet klakkeloos omverwerpen. Autoriteiten dreigden bij monde van een politiechef met een “ijzeren vuist”, en oproerpolitie was al ruimschoots actief. De politie werd zelf al belaagd, er waren binnen een paar dagen dertien gewonde agenten, zo beweerden staatsfunctionarissen althans. Veel mensen werden intussen opgepakt, de politie arresteerde honderdtwintig mensen in het hele land. Gearresteerd worden betekent in Jordanië, zoals in zoveel landen, een serieus risico op mishandeling en foltering, zoals dat betogers in eerdere protestacties overkwam. Advocaat Tahir Nasser zegt dat zijn cliënten, opgepakte actievoerders, ”geslagen, gemarteld en samen met criminele gevangen vastgehouden” werden. Ook werden volgens hem gevangenen gedwongen pillen tegen epilepsie te slikken. Dat was allemaal voor de recente opstand, maar het laat zien hoe dit bewind optreedt tegen protest dat ook maar iets buiten de gebaande wegen gaat.

Intussen zijn 89 mensen die vanwege de recente protesten zijn gearresteerd, al aangeklaagd. Anderen worden nog “ondervraagd”, en hoe dat er uit kan zien, laat zich raden. “De aangeklaagden hangt een gevangenisstraf van vijftien jaar boven het hoofd”. Het lijkt echter, gezien de wijdverbreide onrust en gezien het feit dat de protesten een lange aanloop in eerdere oppositionele activiteiten hebben, onwaarschijnlijk dat deze repressie en de bijbehorende dreigementen de orde van het regime langdurig kunnen garanderen.

Peter Storm
Maker van het weblog Ravotr