De Peueraar 40, december 1993

Auteur: Mo


(ingezonden)

Brief van Mo

Hieronder volgt de schriftelijke uitleg van Mo in verband met de genoemde tekening.

Met dit ingezonden stuk wil ik in de eerste plaats een aanvulling geven op de tekening die ik gemaakt heb als reactie op het stuk van Lieke. De tekening was voor bij het stuk van Kitty bedoeld. Daar verwijs ik dus nu alvast naar. Ik zal niet ingaan op de reden van het niet plaatsen van mijn tekening.

In het tweede (en derde) gedeelte ga ik dieper in op Liekes stuk. En zal ik dit bekritiseren. Het derde gedeelte is een aanval op het patriarchaat, een aanval op traditionele denkwijzen en een aanval op het conventionele feminisme. De reden van het schrijven van mijn verkrachtingsverhaal in De Peueraar is niet alleen een (feministische) tactiek naar de dader toe geweest. Het was mijn bedoeling een constructieve discussie te ontketenen, mensen bewust te maken, een poging ertoe bij te dragen verkrachtingen en andere machtsongelijkheid tot het verleden te laten behoren. Ik heb er tot nu toe veel van geleerd. Ik hoop anderen ook.

De tekening

De tekening is een weergave van mijn gevoel. Ik voel me samen met mijn strijdbaarheid onder het tapijt geveegd. Terwijl ik in de weegschaal had kunnen zitten.

Lieke wil in haar stuk objectief blijven, twee waarheden laten bestaan. Je voelt je verkracht, dan ben je dat ook, maar hij heeft het niet gedaan. Velen zullen met dit standpunt rustig verder kunnen leven. De dader kan ook rustig verder leven, hij heeft het tenslotte niet gedaan. Maar ik niet. Ik kan hier niet mee verder leven. Er wordt, zonder dat het direct wordt uitgesproken, gesuggereerd dat ik lieg. (Wil je dus twee waarheden laten bestaan, onder het mom van de waarheid bestaat niet, dan kies je de kant van de man. Objectiviteit is onmogelijk in het geval van verkrachting.)

De objectiviteit die Lieke in haar stuk op een schijnbaar genuanceerde manier neerzet, behoedt haar ervoor letterlijk te zeggen dat ik lieg. Wat ze in kraakkroeg Bar en Boos wel tot twee keer toe deed. En zo is er een tweekamp ontstaan. Geen tweekamp zoals je zou verwachten. Mensen die kiezen voor het slachtoffer, en mensen die kiezen voor de dader. De strijd speelt zich af tussen (twee) vrouwen. Maar waar is hij, de dader? Wordt zijn gedrag nog ter discussie gesteld? Worden hem nog vragen gesteld? Hij ligt heerlijk onderuit gezakt in de weegschaal en heeft wat mij betreft, volgens Lieke de waarheid in pacht.

Kortom, over mijn tekening: wil je net als Lieke de waarheid in het midden laten, dan maak je toch een keuze. Namelijk: hij heeft het niet gedaan. Zij liegt. Daarmee ondermijn je mijn strijdbaarheid en laat je de dader ongeschonden/onaangeraakt.

Slachtoffer/dader

In het voorgaande stukje heb ik, ondanks dat ik het een vreselijk woord vind, meerdere malen het woord slachtoffer gebruikt. Het woord slachtoffer heeft voor mij een zeer passieve gevoelswaarde. Het arme zieltje dat er niets aan kon doen. Dat wil ik suggereren. Ik had zoveel kunnen doen. Van de deur niet open laten tot hem bij voorbaat al neerknuppelen. Ja, misschien had ik het zelfs kunnen voorkomen. Ook ik ben niet 100% okee. (zie Dwarsligger in Peueraar 39). Maar zolang mijn strijdbaarheid (op deze manier) ondermijnd wordt kan ik niet anders dan van slachtoffer spreken. Dat wil niet zeggen dat wanneer het slachtoffer zijn op de achtergrond komt te staan, ook het daderschap vermindert. De dader blijft in mijn ogen dader, zeker zolang hij blijft ontkennen. Daarmee wil ik niet zeggen dat hij helemaal niet okee is. Hij zou wel iets meer okee kunnen zijn. (Hier kom ik later op terug.)

Tot nu toe gebruik ik vaak het woord dader. Ook daar ben ik niet blij mee. Ondanks mijn genuanceerdheid heb ik veel pijn en verdriet en ben ik erg kwaad. En wat doe ik, ik blijf hem beschermen. Zo voel ik dat. Ik bescherm hem door hem dader te blijven noemen in plaats van zijn naam te noemen. Zijn positie wordt ook nog eens door Lieke beschermd. Maar zij noemt net als Kitty en ik wel haar naam. Daar komt nog bij dat ik kwaad ben over het feit dat ik na dit alles het gevoel heb, dat ik beter mijn mond maar had kunnen houden. Mijn mond houden had kunnen betekenen dat ik anderen met verkrachtingservaringen niet had kunnen steunen, zoals bijvoorbeeld het stuk van Petra (Peueraar 29) voor mij een steun betekende. Mijn mond houden zou bescherming van hem betekenen. Ik ben het zat. Het is A. De straf op zwijgen is namelijk levenslang, zwijgen...alleen voor zijn veiligheid.

Bar en Boos

In de eerste plaats vind ik Liekes weergave van wat er in kraakkroeg Bar en Boos gebeurde zeer onvolledig. Dit draagt ertoe bij dat ik me voel afgeschilderd als hysterische, schreeuwende vrouw. Persoonlijk ben ik het met deze weergave niet eens. Ook in dit geval zullen er zeer veel verschillende meningen bestaan over wat er die avond gebeurde. Over hysterie wil ik het volgende zeggen. Hysterie werd tot lang in de 19e eeuw gezien als een typische vrouwenkwaal. Frigiditeit, anorexia en andere werden gezien als kenmerken van deze kwaal. Het woord hysterisch is afgeleid van het Griekse woord hustera en betekent baarmoeder. Deze benadering van de vrouw is natuurlijk bedoeld om haar ware problemen en de aard van haar problemen te ontkennen.

Links-radicaal feminisme

Om in het geval van seksueel geweld, links-radicaal en feminisme in één adem te noemen gaat me wat ver. Daar is de kloof te groot voor. Volgens mij heerst er binnen radicaal-links geen norm om radicaal achter de vrouw te staan. Dit jaar nog werd in (Duits) links-radicale kring een man beschuldigd van verkrachting. Hij werd door zijn vrienden met opgeheven glas en gejoel, in een bar, onthaald.

Misschien dat deze norm wel heerst binnen feministische kring. Zij hebben een heel andere achtergrond. Zij werden en worden (vaak) nog steeds niet geloofd. En daar is Liekes standpunt een voorbeeld van. Haar volgende stelling, waar twee mensen iets meemaken, zijn er altijd twee waarheden, is geheel in het voordeel van de dader. Zeker (zoals in dit geval) wanneer hij ontkent. En zo kom ik aan het punt waar Lieke (en vele andere) totaal aan voorbij zijn gegaan. De mogelijkheid voor een dader te bekennen. Zichzelf af te vragen wat hij nu eigenlijk gedaan heeft, of wat er gebeurd is. Als je je als feministe ook bekommert om de onderdrukkende positie van de man, waarom hem dan niet steunen in het proces van bekennen? In plaats van de schuld weer bij de vrouw te leggen. De man op deze manier steunen is natuurlijk erg moeilijk, daar zijn niet veel voorbeelden van. Maar het is het proberen waard. Ook gebruikt Lieke in haar stuk het feministische standpunt, altijd de vrouw steunen, op een negatieve manier. Ze weet ook dat het nog steeds nodig is de vrouw te steunen. Toch schuift ze deze theorie helemaal aan de kant. Met als gevolg dat ze de vrouw niet gelooft en de man beschermt. We zijn weer terug bij af, bij het patriarchaat.

Zwart\wit

In dit laatste stuk wil ik aantonen welke beperking zwart\wit denken ons oplegt. De wisselwerking tussen zwart\wit denken en de ontkenning van de verkrachting door de man ontrafelen. En alles wat daar mee samenhangt. Waarschijnlijk zal ik daarbij in herhalingen vervallen van het voorgaande. Daar heb ik persoonlijk geen problemen mee. Als datgene wat ik wil zeggen maar duidelijk wordt. We bevinden ons in een vicieuze cirkel en die ziet er als volgt uit:

In deze maatschappij heeft de man nog altijd een bevoorrechte positie. Wanneer een man iets beweert, doet of creëert wordt dit hoger gewaardeerd, dan wanneer een vrouw iets beweert, doet of creëert. Deze bevoorrechte positie werkt ook door in de "scene". Een man wordt beschuldigd van verkrachting en ontkent dit. Door zijn bevoorrechte positie zal hij eerder kiezen voor ontkenning. Wanneer je zwart\wit denkt zul je nu als omgeving dus een keuze moeten maken. Dit is een zeer zware keuze, je zult altijd één van twee totaal afvallen. Wanneer je de kant van de man kiest en de verkrachting ontkent, behoudt de man zijn bevoorrechte positie. Hierdoor zal hij blijven ontkennen. Het zwart\wit denken en de ontkenning houden elkaar in stand. De cirkel blijft zo in stand.

Ook de keuze die Lieke gemaakt heeft is een zwart\wit keuze. Ze wil twee waarheden laten bestaan, maar daarmee zegt ze dat ik lieg en steunt ze A. in zijn ontkenning. Met deze keuze heeft ook zij de cirkel niet kunnen doorbreken. Een andere keuze zou radicaal achter de vrouw staan kunnen zijn. Maar ook dit is een zwart\wit keuze. Je valt de dader totaal af, en houdt het zwart\wit denken in stand.

Er is alleen een verschil met de eerder genoemde keuze. Door radicaal achter de vrouw te staan kun je de bevoorrechte positie van de man doorbreken. En dat is wanneer je in de onderdrukte positie zit een voor de hand liggende eerste keuze. Zoals vele feministes voor ons ook gedaan hebben. Wanneer je een keuze zoals Lieke maakt, ga je hier totaal aan voorbij, en dat is wat bedoel met terug bij af zijn, terug bij het patriarchaat. Nadat de bevoorrechte positie van de man doorbroken is, is het dus zaak het zwart\wit denken te doorbreken. Ik wil niet zeggen dat het één na het ander volgt, dat is wel onze feministische achtergrond. Het doorbreken van de cirkel ligt in het geheel op het punt welke keuze je maakt. Die keuze zou kunnen zijn dat je aan de ene kant, achter de vrouw staat, haar in haar waarde laat. En tegelijkertijd de man te steunen door hem de mogelijkheid te geven te bekennen. Er is dus sprake van

een these (je steunt hem) > de antithese (je steunt haar)

de synthese (een betere wereld)

Terug