Nieuwe arbeidsinspectiedienst gaat ook werklozen in de gaten houden

Als het aan ons ligt, wordt dit werk illegaal.

Met de komst van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in 2012 krijgt het kabinet Bruin I een gevaarlijk wapen in handen om de repressie tegen arbeiders zonder verblijfsrecht en tegen uitkeringsgerechtigden te verhogen. De nieuwe inspectiedienst is een samenvoeging van de Arbeidsinspectie, de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst en de Inspectie Werk en Inkomen.

In een jaarplan heeft de dienst alvast op een rijtje gezet wat en waar men in 2012 zoal wil inspecteren. Men verklaart een “oog- en oorfunctie” te hebben voor het kabinet. Wie aan de onderkant van de samenleving zit en tot zich laat doordringen welke doelgroepen de Inspectie SZW in het vizier heeft, moet al snel de schrik om het hart slaan. Zo wil de dienst de bestaande jacht op arbeiders zonder verblijfsrecht verder opvoeren, waarbij “controles” in de land- en tuinbouw, de bouw, de schoonmaak, de detailhandel en bij autobedrijven prioriteit krijgen. Omdat minister Henk Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het aantal werkvergunningen in de land- en tuinbouw wil terugdringen, gaan de inspecteurs in die sectoren meer razzia’s uitvoeren. “Dit om te voorkomen dat werkgevers vacatures opvullen door illegale arbeid”, aldus het jaarplan. Kamp wil namelijk eerst de “eigen” werklozen zoveel mogelijk dwingen om dit soort zeer zwaar en uiterst slecht betaald werk op te knappen. Het verhogen van de boetes voor bazen die illegale arbeiders in dienst hebben, is een van de middelen waarmee Bruin I die arbeiders wil uitroken. Sectoren waar buitenlandse studenten, stagiairs en kennismigranten werken, vormen een ander onderzoeksterrein van de Inspectie SZW.

Boodschap

Meer nog dan de repressie tegen arbeiders zonder papieren valt in het jaarplan op hoezeer de Inspectie SZW als een waak- en speurhond de uitkeringsgerechtigden in de gaten gaat houden, en gaat onderzoeken of ze wel voldoende de arbeidsmarkt worden opgejaagd. De inspecteurs hebben tot taak om te onderzoeken hoe het arbeidsreserveleger wordt gedrild en klaargestoomd voor de heilige loonarbeid. Bruin I streeft ernaar om “het arbeidspotentieel van mensen met een uitkering zoveel mogelijk te benutten”. Volgens het kabinet moet de arbeidsproductiviteit drastisch omhoog, ook van zieken en gehandicapten.

Iedereen moet een bijdrage leveren aan de winstgevendheid van de BV Nederland. “Mensen moeten zichzelf niet te snel ‘afschrijven’”, waarschuwt de inspectiedienst. Ze zijn zelf verantwoordelijk voor hun middelen van bestaan en voor het vinden en behouden van werk, laat het jaarplan weten. Werkzoekenden zouden dan ook meer moeten aanleren om hun eigen manager te worden. Ze zouden aan “zelfregie” moeten doen. Alleen “wie niet op eigen kracht aan het werk kan, krijgt hulp bij reïntegratie, voor zover het budget dat toelaat. Het reïntegreren van cliënten die dat op eigen kracht ook hadden gekund, is verspilling van overheidsgeld.” Dat reïntegreren blijkt ook nog van karakter te veranderen, zo valt in het jaarplan te lezen. Het wordt voortaan “werkgeversgericht”. Niet langer staan de “competenties van cliënten” centraal, maar de “personeelsbehoeften van werkgevers”. De arbeiders moeten dus nog meer naar de pijpen van de bazen gaan dansen. De ideologische boodschap aan de werklozen is duidelijk: zoek het zelf maar uit, verkoop jezelf als een product, werk met je ellebogen, en beschouw je medemens als een concurrent die uit de weg moet worden geruimd. Wie daar niet aan kan of wil voldoen, loopt een verhoogd risico om geen uitkering meer te krijgen, als straf voor zijn gebrek aan “arbeidsvermogen”.

Het beleid van Bruin I is erop gericht om het verschil tussen inkomen uit een uitkering en inkomen uit een baan te vergroten. Dat wil zeggen: men wil de uitkeringen verlagen en de armen nog armer maken. De Inspectie SZW moet daarbij nagaan of uitkeringsgerechtigden wel voldoende “een prikkel” hebben “ervaren” die hen ertoe aanzet om betaald te gaan werken. Met andere woorden: het kabinet wil graag van de inspecteurs vernemen of uitkeringsgerechtigden door de beleidsmaatregelen inmiddels zodanig zijn uitgekleed dat ze zich gedwongen voelen om ook saai, vuil, zwaar en laagbetaald werk te gaan doen. Is dat in de ogen van de dienst onvoldoende het geval, dan staat Bruin I klaar met nieuwe “prikkels” om “het aanwezige arbeidspotentieel” van de werklozen nog beter te kunnen “benutten”.

Harry Westerink