Bedriegers van de Hoge Raad stemmen in met onrechtmatige aanpak anti-kernwapenactivisten

Kernwapens
De klacht die een aantal veroordeelde anti-kernwapenactivisten, waaronder een lid van Doorbraak, bij de procureur-generaal van de Hoge Raad hebben inge­diend tegen een advocaat-generaal van zijn parket, loopt nog. Maar op 13 maart heeft de raad al wel een uitspraak gedaan in de zaak tegen de activisten. Zonder enige inhoudelijke reactie heeft men hun cassatieberoep deels niet-ontvankelijk verklaard, deels verworpen. De raad heeft zo opnieuw gekozen voor klinkklaar bedrog. De activisten wacht tot zestig uur taakstraf of dertig dagen zitten.

Hun advocaat Meindert Stelling verzond vandaag een persbericht waarin hij de leden van de raad voor “bedriegers” uitmaakt. Ook noemt hij hen bij naam. Hier de integrale tekst van dat bericht:

“Op dinsdag 13 maart 2012 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in de zaak tegen anti-kernwapenactivis­ten die op 6 augustus 2005 de vliegbasis Volkel binnendrongen en daar protesteerden tegen kernwapens. Het was toen 60 jaar geleden dat Hiroshima door een atoombom werd vernietigd. De activisten werden aan­gehouden en strafrechtelijk vervolgd omdat zij gaten in het hekwerk van de vliegbasis hadden geknipt en zich op verboden terrein hadden bevonden.

De activisten werden verdedigd op grond van de misdadigheid van gebruik van atoombommen tegen doelen in of in de nabijheid van steden of dorpen. Dergelijk geweldsgebruik is strijdig met het internationaal humani­tair recht. Er zal dan sprake zijn van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, in voorkomend geval zelfs van regelrechte genocide. De voorbereidingen voor het plegen van dergelijke ernstige misdrijven vormen als zodanig reeds misdaden.

De behandeling van de strafzaak tegen de activisten door het gerechtshof te Den Bosch was verre van vlek­keloos. De raadslieden kwamen niet verder dan het pleidooi om het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren. Het hof verbood de raadslieden om te spreken over ‘collaboratie van leden van de rechterlijke macht met de systeem-misdadige voorbereidingen voor nucleaire massamoord van genocidale omvang’. Het bezwaar van de raadslieden tegen dat verbod werd afgewezen. Dit hoewel dat verbod een beperking was van de vrijheid van verdediging en de vrijheid van meningsuiting, waarvoor geen rechtsgrond bestond. Toen de raadslieden zeiden dat het hof die mensenrechten frontaal had aangevallen, ontnam het hof hen het woord. Het hof wilde de reden daarvoor niet aangeven. Daarop werd de voorzitter van het hof gewraakt, maar in strijd met de wet werd die wraking genegeerd. Het hof liet de raadslieden zelfs door de parketpolitie uit de rechtszaal zetten. Vervolgens werden de anti-kernwapenactivisten nog dezelfde dag veroordeeld. Daarbij baseerde het hof zich op de leugen dat de raadslieden zouden hebben gesproken over misdadigheid van het enkele bezit van kernwapens. Die juridische onzin hadden de raadslieden dus niet gebezigd.

De Hoge Raad heeft zich in zijn uitspraak van 13 maart onverkort achter dit bedrog van het gerechtshof ge­steld. De Hoge Raad hield bovendien vast aan de zienswijze dat genocide onder omstandigheden gerecht­vaardigd kon zijn. Ook handhaafde hij het standpunt dat de geweldsbeperkende bepalingen van het interna­tionaal humanitair recht niet onder alle omstandigheden behoefden te worden gerespecteerd. Een zienswijze die bekend staat onder het motto Kriegsräson geht vor Kriegsmanier en die na de Tweede Wereldoorlog door de gehele internationale gemeenschap is afgewezen.

De Hoge Raad is met geen woord ingegaan op de schendingen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Zodoende werd stilzwijgend ingestemd met de mensenrechtenschendingen door het hof te Den Bosch. Het recht op een eerlijke behandeling van de zaak werd geschonden, door het recht op verdedi­ging aan de activisten te ontnemen en de vrijheid van meningsuiting van hun raadslieden te beperken. Het recht op behandeling door een onpartijdige rechter werd geschonden, door het verzoek tot wraking volledig te negeren. Het recht van de activisten op rechtsbijstand door raadslieden naar eigen keuze werd geschon­den, door de raadslieden uit de rechtszaal te zetten. Maar de Hoge Raad keurde dit allemaal goed. Uiteraard motiveerde de Hoge Raad in het geheel niet. De bedriegers die de verantwoordelijkheid voor deze aanval op de rechtsstaat op zich namen, waren de raadsheren De Savornin Lohman, Balkema en De Hullu.” Tot zover het persbericht.

De actievoerders en hun advocaat beraden zich over verdere acties.

Gonnus Doeven