Comité Nederlandse Ereschulden doet aangifte tegen gebruik van racistische term “Bersiap” door het Rijksmuseum

Yayasan Komite Utang Kehormatan Beladan. Stichting Comite Nederlandse Ereschulden.

Afgelopen vrijdag heeft stichting Comité Nederlandse Ereschulden (stichting KUKB) aangifte gedaan tegen het Amsterdamse Rijksmuseum, museumdirecteur Taco Dibbits en curator Harm Stevens. Dibbits en Stevens zijn verantwoordelijk voor de tentoonstelling “Revolusi! Indonesië onafhankelijk”, die in het Rijksmuseum te zien is vanaf 11 februari. De aangifte richt zich tegen het gebruik van de racistische en koloniale term “Bersiap-periode”, waar de Nederlandse kolonisatoren en hun achterban de opstand van de Indonesiërs tegen de dreigende rekolonisatie van hun land net na de Tweede Wereldoorlog altijd mee hebben aangeduid.

“De standpunten van directeur Dibbits en curator Stevens vallen onder discriminatie en groepsbelediging”, aldus KUKB in een persbericht erover. “Voorafgaand aan deze aangifte is er heel wat gebeurd waardoor stichting KUKB zich nu genoodzaakt voelt om aangifte te doen tegen bovengenoemde partijen. Op 10 januari werd in het NRC een opiniestuk gepubliceerd dat geschreven is door de Indonesische gastcurator Bonnie Triyana, die meewerkt aan de tentoonstelling die in februari opent. In zijn artikel kaart hij het racistische aan van de term ‘Bersiap’ en maakt hij bekend dat het Rijksmuseum om die reden de term niet meer zal gebruiken. De heer Triyana legt duidelijk uit waarom de term ‘Bersiap’ racistisch is en waarom het beledigend is voor Indonesiërs als groep. Een dag later, op dinsdag 11 januari, besluit de organisatie Federatie Indische Nederlanders (FIN) aangifte te doen tegen het Rijksmuseum omdat zij uit het stuk van Bonnie Triyana hadden begrepen dat het museum de term ‘Bersiap’ niet langer zou gebruiken. Echter, nadat curator Stevens en directeur Dibbits op 14 januari via de media naar buiten brachten dat het Rijksmuseum de term toch gewoon zou blijven gebruiken (ondanks de uiteenzetting van hun Indonesische collega in NRC) heeft het FIN uiteindelijk de aangifte tegen het Rijksmuseum ingetrokken. Wat overbleef was hun aangifte tegen de Indonesische curator Bonnie Triyana. Nu het Rijksmuseum en directeur Dibbits en curator Stevens het standpunt en de uitleg van de Indonesische Bonnie Triyana naast zich neerleggen, ziet stichting KUKB zich genoodzaakt om aangifte te doen.”

KUKB maakt duidelijk dat Dibbits en Stevens hun Indonesische collega Triyana als een baksteen hebben laten vallen. “De directeur en curator hebben kennisgenomen van het opiniestuk van hun Indonesische collega. Hierdoor zijn zij er dus van op de hoogte dat het Rijksmuseum discrimineert en Indonesiërs als groep beledigt. Er is geen sprake van onwetendheid meer. Er is dus sprake van een opzettelijke actie met racisme (discriminatie) en groepsbelediging als resultaat.”

Kolonialisme is illegale bezetting

KUKB somt een aantal redenen op waarom de term “Bersiap” discrimineert en Indonesiërs als groep beledigt.

– “De term heeft een stigmatiserende uitwerking omdat deze suggereert dat Indonesiërs ‘beestachtige wilden’ zijn.”

– “De term wordt gebruikt om het kolonialisme te legitimeren door te praten in de trant van: waar twee vechten, hebben twee schuld. Kolonialisme is een illegale bezetting van andermans land en daarom een fundamentele ontkenning van de mensenrechten zoals beschreven in de VN General Assembly resolutie 1514 (XV). Het woord ‘Bersiap’ wist koloniale machtsverhoudingen uit door te doen alsof het om twee gelijke machten gaat en negeert daarmee deze VN-resolutie.”

– “Nog los van de 350 jaar bezetting als achterliggende oorzaak van Indonesisch geweld naar (Indische) Nederlanders toe, vormden directe provocaties in 1945 nogal eens de aanleiding van geweldsuitbarstingen. Een voorbeeld hiervan is de actie van de Indo-Europese Victor Willem Ploegman, die op 19 september 1945 besloot om de Nederlandse vlag te hijsen op een hotel in Surabaya. Dit was een openlijke provocatie en ontkenning van het bestaan van de Republik Indonesia waardoor er tumult ontstond. Indonesische jongeren klommen het dak op van het hotel om de blauwe baan van de vlag te scheuren waarna zij de rood-witte vlag hesen. Ook op andere plaatsen vonden er dergelijke Nederlandse provocaties plaats die geweld uitlokten. Met de term ‘Bersiap’ wordt de indruk gewekt dat Indonesiërs zomaar uit het niets gewelddadig werden.”

– “Met de term wordt gedaan alsof het een etnische strijd was waar alleen witte Nederlanders, Indische Nederlanders, Ambonezen en Chinees-Indonesische mensen zijn vermoord. Het was geen etnische strijd, het was een strijd voor vrijheid na 350 jaar bezetting. Door te stellen dat het een etnische strijd was, worden Indonesische doden uitgewist. In diezelfde periode zijn ook vele Indonesische doden gevallen door Nederlands of buitenlands (Brits) geweld. De term is daarom etnocentrisch en wekt de indruk dat Indonesische levens er niet toe doen. Dat is racisme.”

– “Als Indonesiërs erkennen wij 17 augustus 1945 als onafhankelijkheidsdatum. Echter, Nederland houdt nog steeds vast aan 27 december 1949 als de datum dat Indonesië onafhankelijk werd. Zolang 17 augustus 1945 juridisch niet wordt erkend, is het onmogelijk om de mensen die tijdens de zogenaamde ‘Bersiap’ geweld gebruikten als ‘Indonesiërs’ aan te duiden. Op basis van de Nederlandse wet waren de zogenaamde ‘Bersiap-daders’ tot 1949 nog Nederlandse onderdanen. Met het in stand houden van het concept ‘Bersiap’ als afgebakende periode worden Indonesische doden die door Nederlands/Brits geweld zijn gevallen, ook niet erkend. Dat zij niet worden meegeteld, heeft te maken met het racistische apartheidsstelsel dat Nederland daar geïnstalleerd had. Binnen dat systeem hadden Indische Nederlanders, Ambonezen en Chinezen een hogere status dan de inheemse bevolking die denigrerend ‘inlanders’ werd genoemd. Met het vasthouden aan de ‘Bersiap’ worden Indonesiërs opnieuw buitengesloten, alsof zij nog steeds niet meetellen. Deze koloniale apartheid valt onmiskenbaar onder racisme. Dit is allemaal aan de orde wanneer de term ‘Bersiap’ wordt gebruikt. Naast dat er sprake is van discriminatie, wat een strafbaar feit is, is er ook sprake van groepsbelediging. De opinie van Bonnie Triyana in NRC staat niet op zichzelf, de meeste Indonesiërs zullen zijn stuk onderschrijven. In Indonesië is dit een algemene, gangbare mening. Kortom, tegen deze feiten wordt aangifte gedaan. De oplossing zou zijn als het Rijksmuseum ervoor kiest om de discriminerende term achterwege te laten, zoals Bonnie eerder aankondigde. Daarbij zouden zij het idee dat er in 1945/1946 een aparte periode was van uitsluitend Indonesisch geweld tegen (Indische) Nederlanders en Chinezen moeten loslaten. De aanduiding ‘Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog’ (Perang Kemerdekaan Indonesia) of de ‘Indonesische Revolutionaire Oorlog’ (Perjuangan Revolusi Indonesia) is passend en discrimineert niemand. In tegenstelling tot het gebruik van het woord ‘Bersiap’ is er dan geen sprake van het uitsluiten of beledigen van welke etniciteit dan ook.”

Harry Westerink