#MeToo: woorden, herdefiniëring, bevrijding

Vrouwenstrijd
Vrouwenstrijd.

Dit artikel is persoonlijk, en politiek. Het is geen #MeToo verhaal in de letterlijke zin. Ik beschrijf geen eigen ervaringen met seksueel geweld. Dit artikel is ook niet geschreven om te analyseren waar de #MeToo beweging (nog) tekort schiet. Dit artikel is geschreven omdat die beweging het afgelopen jaar superrelevant is geweest voor zoveel mensen. Collectief en individueel. Voor diegenen die zelf dit soort nare dingen hebben meegemaakt en voor hen die ervoor openstonden om ervan te leren. Voor vrouwen en mannen. Voor mij.

Ik schrijf dit artikel voornamelijk in de “wij”-vorm, want het gaat niet alleen om mijn ervaringen. #MeToo gaat om de constatering dat er zo ontzettend veel vrouwen zijn die dit soort dingen hebben meegemaakt. De cijfers over seksueel geweld bevestigen dit al deels, maar cijfers zijn koud en verafstaand als je dit soort dingen zelf meemaakt. Je voelt je vaak alleen. De #MeToo beweging probeert een einde te maken aan de isolatie van vrouwen die seksueel geweld meemaken. Daarom schrijf ik “wij”. Want wij zijn niet alleen. Het hoeft niet te gaan over mijn specifieke ervaringen. Maar de beweging kan niet bestaan zonder al die vrouwen die wel specifiek en soms zelfs gedetailleerd hebben verteld wat hen is overkomen. Hen dank ik, omdat ze voor zoveel andere vrouwen de weg hebben vrijgemaakt, en in sommige gevallen hun getuigenissen tot daadwerkelijke veranderingen hebben geleid.

Het is ongelofelijk hoeveel kracht het kan geven als er mensen zijn die openlijk verhalen delen die je vanuit je eigen leven herkent. De moed van al die vrouwen straalt ook een beetje af op die vrouwen die (nog) niet kunnen of willen praten over wat hen is overkomen. En het zet soms in gang dat je je eigen herinneringen hervindt.

#MeToo verhalen komen in alle soorten en maten, al beperken* ze zich wel tot grofweg de werkvloer, de straat en het uitgaansleven. Van enkele ongewenste aanrakingen tot verkrachtingen, tot verhalen over machtsmisbruik of extra fysiek geweld om het seksueel geweld af te dwingen. Veel vrouwen zijn hierover gaan nadenken, en zo ook ik. Sommigen van ons gingen ook delen. En dat zwol aan tot een stroom van nog meer verhalen. Want door #MeToo werden de gebeurtenissen in onze eigen levens opeens in het licht gezet van al die andere levens. Onze ervaringen werden plots gedeeld door al die andere vrouwen. Als zij hun vergelijkbare ervaringen als aanranding en verkrachting konden duiden, dan is wat ons is overkomen dat ook. In sommige van onze levens vond een verschuiving plaats. Herinneringen die we altijd hadden weggestopt, kwamen met volle kracht boven, en lieten zich niet meer naar beneden duwen. Nare ervaringen die we hadden weggemoffeld om nooit meer aan te denken, in een laatje in ons hoofd gestopt met een onduidelijk label, drongen zich aan ons op. En we konden niet anders dan de gebeurtenissen herdefiniëren als een misdaad tegen onze lichamelijke integriteit, een misdaad tegen de essentie van onszelf, en als een misdaad tegen ons als vrouwen. We konden onze ervaringen eindelijk op waarde schatten, zodat we konden beginnen met onderzoeken hoeveel schade ze hebben veroorzaakt. Sommigen van ons moesten het uitroepen, niet van vreugde, of “zoete wraak” (zoals wordt beweerd door tegenstanders van #MeToo), maar uit pure noodzaak. Een veer die diep in ons binnenste was verborgen strekte zich opeens met volle kracht uit in de ruimte die door #MeToo was gecreëerd. Ik, we, konden het niet meer negeren. Velen konden niet meer zwijgen, soms na vele jaren.

Putdeksel

Want velen van ons hebben zolang gezwegen, en nog steeds zwijgen velen van ons. Ik ken zoveel vrouwen die seksueel geweld hebben meegemaakt. (Ik ken ook een paar mannen.) Maar ik ken vrijwel geen vrouwen die hier aangifte van hebben gedaan. Dat lijkt misschien met elkaar in tegenstelling, maar is het niet. Het is niet omdat het “niet echt zo erg was”. Het is niet omdat “het niet echt is gebeurd”. Het viel niet mee. Het was wel afschuwelijk. We maken het niet groter dan het is. Als de weinige aangiftes iets aangeven, is het wel dat het juist vaak zo erg was dat we er niet over konden nadenken of praten. We begroeven de gebeurtenissen, we probeerden ze te bagatelliseren. Dat wil niet zeggen dat er geen schade is, alleen is het veel moeilijker om die te erkennen en benoemen.

Het is geen makkelijk proces, dat herdefiniëren. Natuurlijk is daar de opluchting van het vinden van woorden om te beschrijven wat je is overkomen, de herkenning in anderen, de erkenning van je eigen verhaal. Ik schrijf “opluchting”, omdat het soms letterlijk zo voelde voor sommigen van ons. Het was net alsof een zwaar putdeksel dat al die tijd op die herinneringen had gelegen, er vanaf werd afgehaald, en opeens kregen we letterlijk meer lucht, onze longen openden zich verder en wijder dan daarvoor.

Maar die ruimte die we krijgen, moet telkens zwaar bevochten worden. Ook in onszelf. Zwijgen was lange tijd een overlevingsstrategie. Wie wel eens aangifte heeft gedaan, of het van dichtbij heeft meegemaakt bij een vriendin, weet hoe verschrikkelijk het kan zijn om doorgezaagd te worden over de meest nare gebeurtenis(sen) uit je leven, door een volstrekt vreemde, die tegenover je zit met het idee dat je wel eens zou kunnen liegen. En daarna de herinnering te moeten herleven, elke fase van de strafprocedure tegen de dader opnieuw. Wie dat weet, snapt waarom zoveel vrouwen geen aangifte doen. Velen van ons zwijgen daarnaast ook tegen onze naasten. Uit schaamte dat dit ons is overkomen. Uit angst voor wat er over ons heen zou komen als we onze mond wel open zouden doen. Ongeloof, victimblaming, kwaadheid van anderen over het verstoren van de algemene goede gemoedsrust, en zelfs (bedreigingen van) herhaald seksueel geweld. We hebben het allemaal zien gebeuren bij die moedige vrouwen die nu weigeren nog langer stil te blijven, en velen van ons herkenden dit van eerder, toen vrouwen in onze eigen omgeving het waagden om iets te zeggen over de seksuele intimidatie en het geweld dat onze levens teistert. Sommigen van ons hebben dit zelf ook aan den lijve ondervonden. Dit soort reacties maakt ons monddood. En dat terwijl het geweld op zichzelf al het effect heeft om ons monddood te maken.

Kloof

Seksueel geweld is slopend omdat het een directe aanval is op het zelf, op onze eigenwaarde, en op ons vermogen om ruimte te claimen om voor onszelf op te komen. Als er op die manier over jouw grenzen heen wordt gegaan, zeker als dat grof gebeurt, of gewoon heel vaak, als je heel jong bent, of als het gebeurt door iemand die je altijd vertrouwde, dan is het moeilijk om te blijven geloven in jezelf, in je eigen kracht. Om jezelf genoeg waard te vinden om hulp te zoeken en je mond open te doen. Maar er niet over praten, het niet erkennen, zorgt ervoor dat de herinnering gaat invreten. En dat zwijgen loslaten gaat niet zomaar. In de periode van iets meer dan een jaar, in de tijd dat allerlei mensen MeToo-moe werden, hebben sommigen van ons nog maar net onze ervaringen voor onszelf op een rij gezet. Het is een moeizaam proces. Het is ploegen door troebel water in het riool van onze gedachten. Daar waar je nooit meer wilde komen met je gedachten, moet je nu naartoe. Het kost ongelofelijk veel energie.

Toen #MeToo viral ging, voelden vele vrouwen zich aan de ene kant gesterkt en gesteund door die internationale vrouwenbeweging. Zo ook ik. Maar we voelden ons tegelijkertijd ook meer alleen dan daarvoor, nu we die vreselijke ervaringen ook bij onszelf vaststelden. Er was een moment waarop ik opeens besefte dat mijn beste vrienden en kameraden dat níet is overkomen, dat zij níet voortdurend alert zijn op straat, dat zij níet voortdurend checks inbouwen om te testen of iemand te vertrouwen is. Zij staan er zelf emotioneel ver vanaf. Natuurlijk wist ik dat al wel. Maar er is verschil tussen iets “weten” en iets opeens ten volle doorvoelen. Ik wilde niet anders zijn dan mijn mannelijke vrienden en kameraden. Ik wilde neutraal zijn, hetzelfde, one of the guys. Maar ik voelde een kloof die ik niet wilde voelen, die ik niet eerder zo voelde (al was die er wel).

#MeToo was vorig jaar rond deze tijd het gesprek van de dag. Het was niet fijn om bezig te zijn met in mezelf te graven, en daarbij elke dag omringd te worden door mannen (of onsolidaire vrouwen). Maar ik had nog geluk. In mijn naaste omgeving waren geen mannen die het waagden om (in mijn bijzijn) #MeToo verhalen in twijfel te trekken, koud-technisch te bespreken, of lolletjes over te maken. Ik heb ze viavia wel gehoord, die verhalen over die “zeikende wijven die nergens tegen kunnen”. De “grappen” bij het kopieerapparaat over “even een MeToo-tje doen”. Het geklaag dat er niet meer geflirt zou kunnen worden, alsof je niet kan weten wanneer dat gewenst is en wanneer niet. En je kan niet bij elke opmerking uit je slof schieten, want dan moet het twintig keer op een dag, zoals een vriendin van mij het verwoordde. Niet bij mij. Ik was omringd door vrijwel allemaal welwillende mannen die hun steun wilden uitspreken. Waarom had ik dan toch het gevoel dat het soms meer een lippendienst was dan een doorvoeld gevoel van solidariteit? Waarom was het in die dagen toch zwaar om “de enige vrouw” aanwezig te zijn? De gepaste mate van verontwaardiging werd immers geuit over het laatste schandaal? Ja, de afkeuring werd erover uitgesproken. Soms werd er in meer of minder expliciete mate gevraagd om mijn bevestiging dat men tot “de goeien” behoorde. Het eigen interne proces betreffende de kwestie werd enige malen aan mij, als vertegenwoordiger der vrouwen, voorgelegd. En dan hop, weer over naar het volgende onderwerp.

Laat ik voorop stellen, ik ben heel blij met mijn kameraden (ja, hier komt de bevestiging). Ik ben heel blij met mannen die zichzelf bevragen, en die solidariteit willen uiten, en het liefst ook nog andere mannen willen wijzen op gedragingen en uitspraken die niet door de beugel kunnen. (En dat niet alleen aan ons vrouwen over te laten.) Ik kàn het ook heel fijn vinden om daar met mannen over te praten, elkaars posities te verkennen, en zo van elkaar te kunnen leren. Maar ik kon niet zo plots omschakelen, dit onderwerp en dan weer over tot de orde van de dag. Die vreselijke verhalen beroerden mij diep binnenin, zetten dat proces van herdefiniëring in gang, en ik bleef nog minutenlang naklinken als een gong waarop werd geslagen, terwijl mijn kameraden allang weer over een volgend onderwerp doorzaagden.

Ruimte claimen

#MeToo is een beweging om niet de beleving van mannen, maar de ervaring van vrouwen centraal te zetten. En ook voor welwillende mannen is er dus nog een hoop te leren. #MeToo is het afgelopen jaar zeer krachtig geweest betreffende de doorbreking van het zwijgen over (bepaalde vormen van) seksueel geweld. Het is een voortzetting van eerdere gesprekken binnen de feministische beweging over verkrachting binnen het huwelijk, seksuele intimidatie, daterape, verkrachtingscultuur. #MeToo eist dat we als samenleving geloven dat de verhalen over seksueel geweld in principe waar zijn. Dat we niet langer bagatelliseren hoe vaak vrouwen te maken krijgen met grensoverschrijdend gedrag, en hoe schadelijk dat is. #MeToo dwingt de maatschappij om seksuele intimidatie en geweld openlijk en ondubbelzinnig af te keuren, om het te hebben over wie de ware schuldigen zijn, om te definiëren wat aanranding en verkrachting precies is, en een discussie te voeren over hoe we moeten omgaan met daders en slachtoffers.

We hebben woorden nodig om onze ervaringen te duiden. Door die duiding kunnen we onze boosheid begrijpen en omzetten in actie, voor onszelf opkomen. We moeten ruimte claimen, om te zeggen ‘dit niet meer!’. En we eisen daadwerkelijk gehoord te worden. #MeToo heeft een heleboel van ons woorden gegeven, heeft ons de moed gegeven om onze eigen nare herinneringen te erkennen als het seksuele geweld dat het feitelijk was. Dat is waar bevrijding begint.

We zijn er nog lang niet. We hebben solidariteit nodig naar diegenen die zich durven uit te spreken, om ons te wapenen tegen de tegenkrachten. We willen in solidariteit kunnen zeggen wat er ontbreekt in analyses, waar geen zicht op is, hoe verschillende onderdrukkingen op elkaar inwerken, en welke vrouwen zich niet vertegenwoordigd voelen en waarom. Verhalen alleen zijn niet genoeg. Om het seksueel geweld te doen ophouden, om een betere positie af te dwingen voor onszelf, zijn andere manieren van actievoeren ook noodzakelijk, zoals meerdere malen is gebleken. En ook daarvoor hebben we elkaar nu en in de toekomst hard nodig.

Mariët van Bommel

Noot
* Ik wil hier niet suggereren dat al het seksueel misbruik dat voorkomt wordt benoemd binnen de #MeToo beweging, dat is namelijk niet zo.