Zonder papieren: Stil in een kil land
Die vrouw was ook een gevluchte landgenoot van hem. Zij had inmiddels wel een verblijfsvergunning. We zaten weer aan tafel. En weer kon de stille man zich niet uiten. “Hij heeft veel meegemaakt”, maakte de vrouw duidelijk. “Dat begrijp ik wel. Zo was ik ook, vroeger, toen ik pas was gevlucht. Het is ook een hele schok: vluchten en dan weten dat je nooit meer zult terugkeren naar je eigen land. Ik ben al lang in Nederland, maar als ik denk aan mijn land, aan het landschap daar…” Ze begon te huilen. “Heimwee, waarschijnlijk”, flitste door mijn hoofd. Ik keek naar de man en zag dat hij zachtjes zat mee te huilen. Hij had geen woord verstaan van wat ze in het Nederlands tegen mij had gezegd. Maar hij leefde met haar mee. Hij voelde haar verdriet. Soms is taal niet zo belangrijk.
Gaandeweg het gesprek raakte ik er steeds meer van overtuigd dat de man flink was getraumatiseerd. Omdat hij zwaar was mishandeld, omdat hij in eigen land ook al jarenlang ondergedoken had gezeten, omdat alle ellende te veel voor hem was geworden. De IND-ambtenaren hadden dat vanzelfsprekend niet waargenomen of niet willen waarnemen. Een vluchteling die niet veel zegt, die kun je makkelijk afwijzen. Dan moet je niet gaan proberen om hem aan het praten te krijgen. Want wie weet: dan moet je straks misschien wel een verblijfsvergunning gaan geven. Dat wil je natuurlijk liever niet, als je bij de IND werkt. En dat wil je baas zeker niet.
De vertaalster en ik besloten om de man naar een huisarts te sturen, zodat hij kan worden doorverwezen naar een betrokken therapeut die hem aan het praten kan krijgen. Hopelijk komt dan ooit het verhaal van de man echt los, zijn hele achtergrond, met alle verschrikkingen die hij heeft meegemaakt. Misschien komt dan een tweede asielaanvraag in zicht, met nieuwe bewijzen. Hij heeft nog een lange en donkere weg te gaan, in een kil en koud land dat zoveel vluchtelingen vernedert en klein heeft gekregen.
Harry Westerink