De raamwerken van Wilders

Boekcover
Waarom komt er geen eind aan de populariteit van Geert Wilders? Hoe krijgt de populistische schreeuwlelijk het voor elkaar om de Haagse agenda te bepalen, steeds weer het nieuws te halen, en vooral: in de ogen van velen 'het debat' blijkbaar te winnen? Dat ligt aan de “frames” die Wilders hanteert, de manier waarop hij zijn uitspraken en argumentaties inbedt, aldus bestuurskundige Hans de Bruijn in zijn boekje "Geert Wilders in debat".

Wilders is een handige politicus. Handig in het spelen van het politieke spel, het spel dat hij zelf juist zegt af te keuren. Volgens De Bruijn weet Wilders hoe hij debatten wel of juist niet moet aangaan, en hoe hij zijn ideologie moet overbrengen zodat zijn tegenstanders hem niet te pakken kunnen krijgen. De crux daarbij vormen niet de specifieke punten die Wilders maakt, maar de frames waarin hij zijn steeds belachelijkere, steeds extremere uitspraken plaatst. Een frame is een raamwerk, “een bepaalde manier van kijken naar de werkelijkheid” waarin feiten wel of niet kloppen, waarin bepaalde waarden wel of niet belangrijk zijn, waarin argumenten wel of niet overtuigen.

Zolang je strak binnen je eigen frame blijft argumenteren, en dat doet Wilders, kan je het debat bijna niet verliezen. Alleen als een tegenstander tegenover jouw frame consequent een andere plaatst, dan kan je eigen verhaal kwetsbaar worden.

Straatterroristen

Wat zijn volgens De Bruijn Wilders' frames? Ten eerste gebruikt hij “het probleem en ideologie-frame”. Wilders ziet een probleem waar mensen zich druk om maken, bijvoorbeeld zijn geliefde “straatterroristen”. Vervolgens verklaart hij dat probleem aan de hand van “de ideologie van de islam”, die volgens hem aan de wortel van de problemen ligt. Als tegenstanders daar tegenin willen gaan, wordt hen óf verweten dat ze het probleem niet serieus nemen, óf dat ze de onderliggende oorzaak van het probleem negeren. Ten tweede gebruikt Wilders "de kans op het grote ongeluk". Hij maakt mensen bang door een schrikbeeld op te roepen van een toekomst waarin Nederland gedomineerd wordt door moslimfundamentalisme. Omdat er nu eenmaal op alles een theoretische kans bestaat, hoe klein die ook moge zijn, nemen veel mensen dit schrikbeeld serieus. En omdat het "een groot ongeluk" betreft, wordt de kleinheid van de kans buiten beschouwing gelaten. Mensen die er tegenin gaan, sluiten kennelijk hun ogen voor het grote gevaar.

De Bruijn beschrijft nog andere Wilders-frames waarmee hij de emoties van zijn publiek weet te raken, terwijl zijn critici steeds weer zaken “niet serieus” lijken te nemen. Zo laat hij juist door onhaalbare 'oplossingen' zien dat hij de woede en passie in zich heeft die elke tegenstander ervan per definitie mist. Ook heeft Wilders zijn Haagse tegenstanders succesvol weggezet als “de elite die de weg kwijt is”. Via dat label heeft hij zijn critici ingekaderd (“fencing” noemt De Bruijn dit), en alles wat ze tegen hem in willen brengen wordt daardoor gezien als de zoveelste bevestiging van het beeld dat hij heeft geschapen.

Solidariteit

De kunst is om niet op frames in te gaan. Je moet nooit “in de frame van de ander stappen”, want dan heb je bij voorbaat al verloren. In plaats daarvan moet je tegenover Wilders een eigen frame neerzetten. En daarbij kun je gebruik maken van een typering die De Bruijn opstelt. Waar Wilders het steeds maar over de islam heeft, kunnen tegenstanders een concurrerend verhaal neerzetten, bijvoorbeeld over de economie, waarin Wilders zich minder goed kan profileren. Als Wilders voortdurend zijn ‘standpunten’ blijft herhalen (geen immigratie, geen islam, geen hoofddoeken), dan kunnen zijn tegenstanders daar een “waarde-frame” tegenover stellen (gelijke behandeling, solidariteit). Bovendien moeten frames volgens De Bruin zowel "masculiene" als "feminiene" aspecten bevatten. Willen tegenstanders een boodschap van verdraagzamheid ("feminien") overbrengen, dan moeten ze dat inbedden in harde ("masculiene") taal. Tenslotte wil De Bruijn dat partijen Wilders' “politieke” frames counteren met “bestuurlijke” argumentatie. Zet de PVV neer als tegenpartij die alleen maar dingen roept, en probeer Wilders daardoor naar een bestuurlijke discussie toe te lokken waarin hij minder thuis is, schrijft De Bruijn.

Het zal duidelijk zijn, De Bruijn richt zijn advies vooral aan partijen die “in dezelfde electorale vijver vissen als Wilders”, zoals VVD, CDA en PvdA. Die kunnen hun verhaal niet kwijt, lopen steeds achter de krantenkoppen aan en verliezen hun zetels. Partijen die de confrontatie aangaan met Wilders, zijn volgens De Bruijn al op de juiste weg. Maar het is de vraag of zijn doelgroep iets kan met deze retorische trucjes. De partijen hebben namelijk weinig tot niets in te brengen tegen Wilders omdat ze de meeste van zijn standpunten onderschrijven of in de praktijk al tot uitvoering brengen. Wilders is niet slechts succesvol omdat hij retorisch handig is. Hij profiteert van een klimaat waarin nationalisme, egoïsme en racisme toonaangevend zijn voor het politieke debat. Het feit dat alle partijen daar al jaren in meegaan en toch een vriendelijk imago willen behouden, maakt het natuurlijk wel erg makkelijk voor iemand als Wilders om punten te scoren. Maar De Bruijn brandt zich niet aan de inhoudelijke kant van de zaak. Hij is bestuurskundige en gespecialiseerd in letterlijk waardenloze analyse. Hij neemt geen stelling, wil alleen maar spelen.

Confrontatie

Toch kunnen we twee lessen uit De Bruijns boekje trekken, ook al zijn ze niet nieuw. Links heeft namelijk wel een alternatief verhaal, een eigen frame. En dat moet altijd onder de aandacht gebracht worden. De confrontatie met mensen als Wilders kan en moet altijd worden aangegaan, maar dan niet reactief, binnen hun eigen frames, maar op een pro-actieve, strijdbare manier. Juist door de nadruk te leggen op het eigen verhaal, wordt dan ook een doorgeschoten focus op Wilders vermeden. Want 'het debat' is zeker niet gewonnen wanneer de electorale vijver besluit om toch weer even naar VVD, CDA of PvdA over te lopen. De overheersende ideologie van nationalisme en neo-liberaal eigenbelang is vertegenwoordigd bij al deze partijen, in wiens frame je ook stapt. Dat feit heeft het boekje van De Bruijn dan weer wel op een uitstekende manier duidelijk gemaakt.

“Geert Wilders in debat”, Hans de Bruijn. Uitgeverij: LEMMA, € 12,50. ISBN: 9789059315440.

Gregor Eglitz