Wat hebben die arme bazen en bazinnen van de domestic workers het toch zwaar!

Ver onder het minumloon werken voor rijke Nederlanders
“Ze kookt, poetst, wast en doet ook nog de kinderen”, zo luidt de titel van een artikel in de gratis krant De Pers van gisteren, 26 oktober. “’Heb jij geen au pair? Ongelofelijk. Hoe doe je dat?’ Ga naar een babyshower, kinderverjaardag, zandbak of een andere jaloersmakende plek waar jonge ouders zich ophouden en het wordt al snel duidelijk: zonder au pair hoor je er niet bij. Zonder au pair is het leven eigenlijk ondraaglijk”, zo begint het stuk. Op ongegeneerde wijze wordt daarin meegedacht met de rijkere middenklasse over de bruikbaarheid van au pairs.

Veel tweeverdieners huren tegenwoordig een au pair in omdat de kinderopvang lange wachttijden kent, erg duur is en bovendien weinig flexibele openingstijden heeft. Een professionele huishoudster en oppas aan huis kost al snel tweeduizend euro per maand, terwijl men voor maar 650 euro al een au pair kan inzetten. “Het vinden van een au pair is heel eenvoudig”, aldus de krant. “Schrijf je in op websites als Easyaupair.com en je krijgt dagelijks minimaal tien mailtjes van meisjes met namen als Daisy, Cynthia en Tanya uit Zuid-Afrika, de Filippijnen of Roemenië die dolgraag jouw krijsende koters verschonen en nog graag de gang poetsen ook.”

Au pairs mogen wettelijk alleen in het kader van een cultureel uitwisselingsprogramma komen en maar 30 uur per week licht huishoudelijk werk doen. Daarnaast moeten ze kost en inwoning krijgen. De realiteit leert dat ze meestal als full-time – en vaak zelfs meer dan full-time – domestic workers worden ingezet door hun welgestelde bazen en bazinnen. Ze moeten het hele huishouden doen, inclusief wassen en koken, en vaak ook de kinderopvang. Soms komt daar ook nog de zorg voor de huisdieren bij, voor de tuin en een enkele keer zelfs voor een familielid. Meestal worden ze daar dan extra – zwart – voor bijbetaald.

In het artikel in De Pers vertellen de Amsterdamse advocaten Joris en Mara Bloem dat ze hun Filippijnse au pair Maureen wekelijks zo’n 200 euro zwart betalen voor maar liefst 50 uur werk. “Ze doet bijna het volledige huishouden. Primair de kinderen natuurlijk. Verder kookt ze en doet ze de was en de strijk”, vertellen ze schaamteloos. De bazinnen weten volgens het artikel dat het alleen kan “misgaan als de au pair gaat klagen en dat gebeurt – zeker bij meisjes uit ontwikkelingslanden – zelden tot nooit”. Maar reden tot klagen zou er niet zijn, want “iedereen is gelukkig met deze situatie”, meent mevrouw Bloem te weten.

Toch komen er in het artikel ook wel problemen aan de orde. Er worden voorbeelden gegeven van au pairs die slecht bevielen. “De taak van de ouders is dus om een goede te vinden, die graag extra werk wil doen. ‘Het is jammer dat goede au pairs al na een jaar weg moeten’, zegt Bloem. ‘Maar vaak heeft ze wel een zusje of een nichtje. Je moet dan zorgen dat hun verblijf een paar weken overlapt, dan kan de oude de nieuwe uitleggen hoe alles werkt’”, aldus het artikel.

Gelukkig staat er in een klein kadertje naast het artikel ook nog iets over de beleving en de problemen van de au pairs. Want die arme bazen en bazinnen mogen het dan o zo zwaar hebben, het is ook geen pretje om aan de andere kant van de wereld als au pair te moeten gaan werken, en sterk onderbetaald en soms zelfs regelrecht uitgebuit worden. In dat kadertje wordt niet vermeld dat een flink deel van de au pairs na afloop van hun jaarcontract illegaal in Nederland blijft, simpelweg omdat de economische situatie in hun land van herkomst vaak dermate slecht is dat hen niets anders rest dan hier op zoek te gaan naar andere gezinnen die van hun diensten gebruik willen maken. Verdere uitbuiting ligt dan op de loer. Bij gebrek aan een werkvergunning hebben ze dan geen recht meer op verzekering, nauwelijks toegang tot de gezondheidszorg , geen ziekte- en vakantiegeld en geen wettelijk minimumloon. Bovenal geldt dat zij geen respect ervaren: niet van hun bazen en bazinnen, die hen aan de ene kant niet kunnen missen en aan de andere kant als ondergeschikte behandelen. En niet van de overheid: hun werk blijft verborgen voor de buitenwereld en levert geen erkenning op. En daarom zijn buitenlandse domestic workers zich aan het verenigen, en proberen ze met hulp van FNV Bondgenoten een betere rechtspositie in Nederland te bevechten.

Ellen de Waard