ILO-verdrag erkent huishoudelijk werkers als volwaardige arbeiders

ILO-logo.
Gisteren hebben vertegenwoordigers van overheden, arbeiders en bazen tijdens de jaarlijkse conferentie van de International Labour Organization (ILO) de Conventie over huishoudelijk werkers aangenomen. Dat verdrag bepaalt dat de naar schatting 50 tot 100 miljoen domestic workers ter wereld dezelfde basisrechten en arbeidsvoorwaarden hebben als andere arbeiders. Vakbondsactivisten en huishoudelijk werkers spreken van “een overwinning” en “een historische doorbraak”.

Internationaal en ook in Nederland is al langer een campagne gaande voor verbetering van de positie van domestic workers, voor het merendeel vrouwen en migranten, vaak zonder verblijfsrecht. Huishoudelijk werk verdient erkenning, net als ander goed werk, stelt FNV Bondgenoten, die met behulp van een organizer de strijd van huishoudelijk werkers ondersteunt. De vakbond heeft meegeschreven aan de verdragstekst. Op de conferentie in Genève was de bond onder meer vertegenwoordigd door twee huishoudelijk werkers, Yasmine Soraya en Grace Escano, kaderleden van de vakbond en actief binnen zelforganisaties van huishoudelijk werkers. “Wij zijn zo gelukkig met dit verdrag, het geeft ons de erkenning waar we recht op hebben”, aldus Soraya. Het verdrag erkent huishoudelijk werkers als volwaardige arbeiders die dezelfde rechten als andere arbeiders hebben. Huishoudelijke arbeid in de informele economie, zonder bescherming, arbeidsrechten en sociale zekerheid, dient volgens het verdrag tot het verleden te gaan behoren.

Hoewel het verdrag een flinke stap voorwaarts is, ligt er voor huishoudelijk werkers in Nederland nog steeds een grote hindernis: het rijkeluiskabinet Bruin I. Staatssecretaris Paul de Krom van Sociale Zaken heeft meteen al aangegeven dat hij het verdrag niet wenst te ratificeren. Pas als staten het verdrag ondertekenen, worden ze verplicht om zich eraan te houden. Zo lang Nederland het verdrag weigert te ondertekenen, blijven huishoudelijk werkers arbeiders die meer dan gemiddeld bloot staan aan uitbuiting en rechteloosheid.

In een toespraak tijdens de ILO-conferentie keerde De Krom zich tegen “de veel te gedetailleerde uitleg” die de ILO zou geven aan verdragen over arbeidsrechten en sociale rechtvaardigheid. Afspraken over arbeidsrechten moeten volgens hem niet worden “dichtgetimmerd”. Sommige ILO-verdragen stammen uit de jaren 60 en zouden volgens de staatssecretaris niet meer aansluiten bij de huidige tijd. Hij eiste de vrijheid voor zijn regering op om te kunnen inspelen op “de specifieke omstandigheden van de eigen arbeidsmarkt”. Oftewel: hij zit niet te wachten op pottenkijkers, lastpakken en dwarsliggers bij het streven van zijn kabinet naar verdere afbraak van arbeidsrechten en sociale zekerheid. Het zal nog een flinke klus worden voor FNV Bondgenoten en de huishoudelijker werkers om bij het meest rechtse kabinet ooit ondertekening van het ILO-verdrag af te dwingen en huishoudelijk werkers in de Nederlandse regelgeving als volwaardige arbeiders erkend te krijgen. Bruin I vertegenwoordigt vanzelfsprekend het geld en de maatschappelijke bovenlaag. Die welgestelden laten zich hun goedkope en flexibele schoonmakers en kinderoppassen niet makkelijk afnemen.

Harry Westerink