Leers bestrijdt mensenhandel om migratie beter te kunnen beheersen

Mensenhandel.
Volgens minister Gerd Leers van Immigratie en Asiel maken flink wat migranten misbruik van de verblijfsregeling voor slachtoffers van mensenhandel. Hij geeft openlijk toe dat hij dat niet kan onderbouwen, maar neemt toch alvast maatregelen om de uit zijn duim gezogen fraude tegen te gaan. Organisaties die opkomen voor de belangen van slachtoffers van mensenhandel, vegen er in een protestbrief de vloer mee aan.

Mensenhandel hangt nauw samen met het migratiebeleid. Hoe strenger dat beleid, hoe moeilijker het wordt om te migreren naar de rijkere delen van de wereld en hoe lastiger het is om hier te overleven zonder verblijfsrecht. Daardoor krijgen mensenhandelaren steeds meer kansen om arme en uitgesloten mensen te misleiden met leugens over een toekomst vol geluk en weelde. Een keihard migratiebeleid bevordert dus mensenhandel. Al jarenlang stelt de overheid dat de aanpak van mensenhandel hoge prioriteit heeft. Het draait daarbij om het strafrechtelijk vervolgen van mensenhandelaren en het uitzetten van mensen zonder verblijfsrecht, en zeker niet om het beschermen van de slachtoffers van mensenhandel. Bestrijding van mensenhandel wordt vooral ingezet als middel om migratiestromen beter te kunnen beheersen en ongewenste migranten zoveel mogelijk terug te kunnen sturen. Dat geldt ook voor de nieuwe maatregelen van Leers, die het moeilijker maken voor slachtoffers van mensenhandel om aangifte te doen en om bescherming tegen gewetenloze mensenhandelaren te krijgen.

De minister roept dat de overheid het belang van de slachtoffers van mensenhandel voorop stelt. Maar daar klopt dus niets van. Twaalf organisaties, waaronder FairWork, CoMensha en Defence for Children, zeggen dat Leers dat belang juist “achterstelt”. Ook keren ze zich tegen zijn suggestie dat het Nederlandse beleid tegen mensenhandel zo “genereus” is dat migranten er gemakkelijk misbruik van kunnen maken. Daarbij diste hij ook weer de leugenachtige mythe op van “de aanzuigende werking”. Omdat de overheid de deuren voor slachtoffers van mensenhandel zogenaamd wagenwijd openzet, zouden veel migranten naar Nederland komen en ten onrechte een beroep doen op de verblijfsregeling voor die slachtoffers.

Maar in feite heeft Nederland juist een beroerde reputatie op het gebied van bestrijding van mensenhandel. Het beleid voldoet weliswaar aan de minimumbepalingen van internationale verdragen, maar meer ook niet. Leers wekt de indruk dat het nakomen van die verdragen, waartoe Nederland simpelweg is verplicht, een staaltje naïeve ruimhartigheid zou zijn waar veel “frauderende vreemdelingen” van zouden profiteren. Zo beschouwd zou het voeren van een wat minder vijandig migratiebeleid al te ver gaan, omdat het gevaar van grootschalig misbruik ervan altijd op de loer zou liggen.

“Met enige regelmaat duikt het beeld op als zouden slachtoffers aangifte doen alleen om een verblijfsvergunning te krijgen”, aldus de organisaties. “Dat geldt in het bijzonder wanneer de advocaten van mensenhandelaren geloofd moeten worden. Nadrukkelijk geldt dat uit onderzoek door het Bureau Nationaal Rapporteur Mensenhandel noch uit onderzoek gedaan door het Openbaar Ministerie van misbruik is gebleken.” Sterker nog, de Nationaal Rapporteur Mensenhandel meldde onlangs in een praatje dat ook zij zich er zorgen over maakt “dat geluiden over misbruik van de regeling steeds meer de boventoon gaan voeren. Het drastisch inperken van de rechten van slachtoffers vind ik daarbij een slechte ontwikkeling. Deze rechten dienen immers een tweeledig doel: de opsporing en vervolging van daders én de bescherming van slachtoffers. Het inperken van de rechten van álle buitenlandse slachtoffers kan niet anders dan contraproductief zijn voor een effectieve opsporing en vervolging.”

Volgens de organisaties versterkt de minister al bestaande vooroordelen door het signaal af te geven dat misbruik van de verblijfsregeling een groot probleem zou zijn. De slachtoffers, veelal zonder verblijfsrecht, hebben toch al zo’n moeite en zijn toch al zo bang om aangifte tegen hun handelaren te doen. De misselijkmakende Leers gooit daar nog een extra schep bovenop.

Harry Westerink