Werklozen zingen papierprikkerslied op Utrechtse raadsbijeenkomst

Profielfoto van Utrechtse Kliëntenraad op Twitter.
Profielfoto van Utrechtse Kliëntenraad op Twitter.

Op dinsdag 25 juni vond in Utrecht “een raadsinformatieavond” plaats over verplicht onbetaald werken voor bijstandsgerechtigden. De Utrechtse Kliëntenraad had werklozen opgeroepen om op die avond hun stem te laten horen tegen de dwangarbeid die de gemeente Utrecht nu al oplegt en die men na verandering van de reïntegratieverordening binnenkort ook nog dreigt uit te breiden. Onder de 35 aanwezigen bleken er 25 tegenstander van de gemeentelijke plannen te zijn, waaronder ook een Doorbraak-activist.

De Kliëntenraad had met actiemateriaal voor een strijdbare sfeer in het Utrechtse stadhuis gezorgd. Tien tegenstanders van dwangarbeid droegen borden met de leus “Met een werkloze mag je niet doen wat je wilt”, wat misschien verwees naar een krantenartikel van enige tijd geleden met de kop “Met een werkloze mag je doen wat je wilt”. Voorafgaand aan de bijeenkomst had de Kliëntenraad een pittige brief naar de gemeenteraad gestuurd, vol kritiek op dwangarbeid. Het Utrechtse College van B&W heeft de gemeenteraad laten weten van plan te zijn om bijstandsgerechtigden voortaan “ongelimiteerd” in te zetten “in het publieke domein”. De Kliëntenraad “is bang dat een groot deel van haar achterban straks uitzichtloze, als ‘voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling’ ingerichte, werktrajecten in moet om ‘onder speciale begeleiding’ op ‘speciaal gecreëerde functies’ te ‘wennen aan aspecten die samenhangen met het verrichten van betaalde arbeid’. Wij denken dat het zo zal gaan omdat betaald werk zo schaars is tegenwoordig. Zo schaars zelfs dat de werkloosheid vandaag de dag in zo’n rap tempo oploopt dat het College het aantal aanvragen van een bijstandsuitkering niet meer tijdig weet af te handelen.”

De Kliëntenraad ziet dwangarbeid overal oprukken, zo blijkt ook uit de brief. “Tijdens gesprekken met mensen die nu al op basis van een participatiecontract zes maanden lang papier prikken en vuilnisbakken legen in de parken, vergeleken de papierprikkers hun ‘werk voor de uitkering’ met ‘de taakstraf’. Taakgestraften zijn beter af, zeggen de papierprikkers. Want een taakstraf duurt minder lang. Het werkzoekende volk voelt zich dus gestraft en genadeloos aan het werk gezet. De knoet gaat er over. Ze krijgen een trap onder de kont. Hup, aan het werk. Kan dat zomaar? Wil de gemeenteraad dit? Aan scholing wordt geen tijd meer verspild. Vacatures krijgen de papierprikkers niet aangeboden. Arbobeleid ontbreekt. Hulp bij solliciteren is niet meer aan de orde. In geval van beslag op de uitkering is er geen bedrijfsmaatschappelijk werk dat de papierprikkers bijstaat. Het meest linkse College van Nederland haalt rechts over rechts in en drijft werkzoekenden van de vluchtstrook af. Armoe troef.”

Jumbo

Een van de sprekers tijdens de bijeenkomst, een unitmanager van de afdeling Werk en Inkomen van de gemeente Utrecht, maakte bekend dat de gemeente in de toekomst meer groepsgericht wil gaan werken. Daarbij zou de nadruk niet meer liggen op de individuele bijstandsgerechtigde, maar op de categorie waartoe hij behoort. Dat beleid lijkt op gespannen voet te staan met het maatwerk dat men beweert te willen leveren voor elke werkloze afzonderlijk. Maar de bijstandsgerechtigden in het publiek kregen geen kans om hierover lastige vragen te stellen. De manager benadrukte ook nog dat de gemeente altijd binnen de wet zal opereren. Een opvallende uitspraak, want het zou toch voor zich moeten spreken dat de overheid zich aan haar eigen regels houdt. Blijkbaar gebeurt dat op het gebied van de bijstand lang niet altijd en voelde ze zich geroepen om de werklozen in de zaal gerust te stellen. De rechter heeft in de zaak van een Vlissingse dwangarbeider duidelijke grenzen gesteld aan het verplicht onbetaald werken. Een dwangarbeidafspraak van 32 uur per week voor een jaar lang is volgens de rechter niet toegestaan. De gemeente Utrecht heeft echter het voornemen om werklozen twee tot vier jaar dwangarbeid op te leggen. De sussende woorden van de manager lijken dan ook vooral bedoeld om de bijstandsgerechtigden een rad voor de ogen te draaien.

Verder merkte de manager op dat werk moet lonen, financieel en immaterieel. Wat ze er echter niet bij vertelde, was dat dwangarbeid per definitie niet loont. Dwangarbeiders krijgen immers geen salaris, geen minimumloon en geen arbeidscontract. En ze kunnen vanzelfsprekend moeilijk eigenwaarde en relevante werkervaring opbouwen door papier te prikken of andere geestdodende en ongeschoolde arbeid te verrichten. Voor de bazen is het verplichte onbetaalde werk van gratis arbeidskrachten wel lonend. Utrechtse bazen kunnen bovendien zo’n drieduizend euro aan gemeentesubsidie opstrijken als ze een werkloze tijdelijk in dienst nemen. Hebben ze de subsidie eenmaal binnengesleept, dan kan de arbeider vervolgens weer snel ontslagen worden en opnieuw in de bijstand belanden. De manager bleek terdege op de hoogte van dat risico en merkte daarom op dat reïntegratie nooit langdurig mag worden. De wens is de vader van de gedachte, zullen we maar zeggen. De rauwe kapitalistische werkelijkheid leert echter dat velen aan de onderkant van de arbeidsmarkt heen en weer geslingerd worden tussen flexwerk, werkloos, dwangarbeid, flexwerk en weer werkloos raken. In een poging om dwangarbeiders op te beuren kondigde de manager aan dat werkende werklozen in de toekomst recht gaan krijgen op reiskostenvergoeding. Eerst zien, dan geloven. Het is al triest genoeg dat dwangarbeiders tot nu toe hun eigen reiskosten moeten betalen als ze worden verplicht om ergens onbetaald te gaan werken. Aan de Utrechtse dwangarbeidprojecten blijken ook Post.nl en de supermarktketen Jumbo deel te nemen. Als dwangarbeiders werken bij Post.nl postsorteerders en bij Jumbo vakkenvullers. Ook zijn er werklozen die in de thuiszorg dwangarbeid moeten verrichten.

Gezang

Vervolgens kwam er een dwangarbeider uit het publiek aan het woord, wat een verademing was in vergelijking met de gladde en zalvende praatjes van de hotemetoten. Hij vergeleek de huidige dwangarbeid met die in de Tweede Wereldoorlog. En hij wees op het gevaar van verdringing van betaalde banen. De voorzitster van de bijeenkomst onderbrak hem, omdat zijn verhaal te lang zou duren. Maar de hotemetoten mochten van haar wel uitvoerig het woord voeren, wat kenmerkend is voor dit soort door de overheid aangestuurde bijeenkomsten. Een van de bonzen die uitvoerig mocht spreken, was een vertegenwoordiger van het horeca-uitzendbureau UB2000, dat ook werkt met dwangarbeiders. Uit zijn betoog moest duidelijk worden dat het allemaal veel minder erg is dan de werklozen uit eigen ervaring maar al te goed weten. Hij hield een propagandaverhaal over het vele nuttige werk dat dankzij zijn organisatie in Utrecht wordt verricht, zoals het beheer van fietsenstallingen. Daarbij vermeed hij het om te benoemen dat het gaat om verplicht onbetaald werk. Als dwangarbeiders zulk belangrijk werk verrichten waar velen baat bij hebben, waarom krijgen ze dan niet minstens het minimumloon en een vast arbeidscontract?

Iemand van de Kliëntenraad wees erop dat de Centrale Raad van Beroep al in 2010 heeft geoordeeld dat verplichte arbeid verboden is, als het niet is gericht op reïntegratie en geen rekening houdt met de persoonlijke omstandigheden van de werkloze. Ook een FNV-er hield nog een praatje. Hij benadrukte dat niet de werkgever, maar de werkzoekende centraal moet staan. Ook leverde hij er kritiek op dat flexwerken de norm is geworden, en een vast contract de uitzondering. Tienduizend Utrechtse werklozen krijgen nooit een vaste baan, hooguit een leerwerkplek van twee jaar, zo betoogde hij. Zo’n plek kan nooit “additionele arbeid” worden genoemd, maar betekent in feite verdringing van betaalde banen. Daarop volgde weer een verhaal van onderop, van een werkloze die al een hele tijd in de mallemolen van de uitkeringsbureaucratie ronddraait. De aanwezige Doorbraak-activist ondersteunde zijn betoog door hard te klappen, wat ook een aantal andere werklozen deden. Toen nog een spreker van de Utrechtse Kliëntenraad een betoog wilde beginnen, zagen de werklozen hun kans schoon en zetten ze het papierprikkerslied van de Utrechtse bijstandsgerechtigden in. Doordat ze geluidsversterking hadden, kon de voorzitster hun gezang niet stopgezet krijgen. Voor deze ene keer lukte het de werklozen om de hotemetoten te overstemmen. Laten we hopen dat dat in de toekomst nog veel vaker zal gebeuren, in Utrecht en elders in het land.

Jan Schoffelaar
Harry Westerink