Azc Katwijk: wegpestcentrum voor afgewezen vluchtelingengezinnen met minderjarige kinderen

Wegpestcentrum Katwijk.
Sinds augustus 2011 kent Nederland twee asielzoekerscentra (azc) waar afgewezen gezinnen met minderjarige kinderen verblijven. Deze centra, die net als de andere beheerd worden door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA), zijn gevestigd in Katwijk en in Gilze Rijen. Hun oprichting is het directe gevolg van een uitspraak die de rechter op 11 januari 2011 deed.

Volgens die uitspraak mogen afgewezen gezinnen met minderjarige kinderen niet op straat worden gezet en niet van elkaar worden gescheiden. De minister van Asiel en Immigratie Gerd Leers was aanvankelijk van plan om minderjarige kinderen van afgewezen vluchtelingen van hun ouders te scheiden en hen in een pleeggezin of zorginstelling onder te brengen. Formeel waren dan immers de rechten van het kind gerespecteerd, al werd het gezin dus zonder enige scrupule uit elkaar getrokken. Nu dit niet mag, stelt de minister in een brief aan de Tweede Kamer huichelachtig en cynisch tegelijk dat de gezinsband “uiteraard, conform het arrest” wordt gerespecteerd. Hoe cynisch dat is, blijkt wel uit het feit dat de minister bij de Hoge Raad tegen de uitspraak in cassatie gaat.

Het op straat zetten blijft voor andere afgewezen vluchtelingen overigens de gangbare praktijk. Een praktijk die de afgelopen jaren ook in de winter gewoon doorgang vond. De vluchtelingen moeten volgens de minister niet de indruk krijgen dat ze in de winter niet op straat gegooid kunnen worden. Op het azc voert het COA ook ’s winters zogenaamde exitgesprekken. Zo wordt de angst onder vluchtelingen om op straat gegooid te worden door de overheid misbruikt om hen te bewegen ‘vrijwillig’ het land te verlaten. Afgewezen vluchtelingen, door het COA ook wel aangeduid als “ontruimbaar”, worden daarbij bewust in onzekerheid gehouden of ze in het azc mogen blijven. Uit angst voor aanhouding door de vreemdelingenpolitie verlaten veel vluchtelingen bovendien zelf het azc en komen ze zo dus op straat terecht.

Wegpesten

Minister Leers wil in de toekomst ook gezinnen met minderjarige kinderen weer op een dergelijke wijze op straat kunnen zetten. Het door hem ingestelde cassatieberoep zal echter naar verwachting nog lang lopen, zodat de minister zich wel gedwongen zag om in opvang voor de afgewezen gezinnen te blijven voorzien. Leers heeft er echter voor gekozen om dat te doen in twee speciale centra die volledig zijn gericht op het wegpesten van de vluchtelingen. In de brief aan de Tweede Kamer valt te lezen: “Het geboden onderdak zal volledig ten dienste staan van het voorbereiden en uiteindelijk het bewerkstelligen van het vertrek.” De voorzieningen op de centra zijn sober: onderdak, eten, dagelijkse verzorging, en een basisschool voor de jongere kinderen. Er is een beperkte bewegingsvrijheid voor de bewoners: ze mogen Katwijk niet verlaten en moeten zich elke dag om 12:15 uur melden.

In de brief noemt Leers verder het zo spoedig mogelijke vertrek van afgewezen gezinnen “cruciaal” en een “prioriteit”. Enerzijds duidelijk een signaal van de minister aan de PVV dat hij er serieus werk van maakt om zoveel mogelijk mensen uit te zetten. Anderzijds een logisch gevolg van de uitspraak van de rechter. Ze mogen immers niet meer op straat worden gezet, en aangezien veel gezinnen jonge kinderen hebben, zit Leers dus in theorie nog jaren aan hen vast. De afgewezen gezinnen worden daarom speciaal bij elkaar gezet om hun vertrek “intensief te faciliteren” door de IOM en de Dienst Terugkeer en Vertrek. De sobere omstandigheden worden daarbij duidelijk ingezet om het vertrek te bespoedigen. Door het voor de vluchtelingen zo onaangenaam en uitzichtloos mogelijk te maken, wordt voortdurend de boodschap uitgestraald dat ze hun biezen moeten pakken. Deze boodschap wordt er verder ingehamerd door de verplichte wekelijkse gesprekken met de Dienst Terugkeer en Vertrek waarin op hun vertrek wordt aangedrongen.

Voorraadbeheer

In oktober kwam het azc Katwijk negatief in het landelijke nieuws. Huisarts Jet Hueting, die er samen met huisarts Irene van Rijn spreekuur houdt, noemde de behandeling van de vluchtelingen “ronduit inhumaan”. Ze hekelde op het NOS Nieuws de zo sober mogelijke opvang en het feit dat aan volwassenen alleen medische noodhulp mag worden verstrekt. Voor fysiotherapie komen de bewoners niet in aanmerking. Ook stuit het de artsen tegen de borst dat er bij het COA in verband met het verplaatsen van vluchtelingen over “voorraadbeheerplannen” wordt gesproken. De “voorraadbeheerplannen” voor de zomer van 2011 hielden in dat binnen een maand tijd 400 vluchtelingen werden “uitgeplaatst”. Daarvoor in de plaats kwamen de afgewezen gezinnen terug: in totaal 670 mensen. De abrupte overgang van een algemeen asielzoekerscentrum voor afgewezen vluchtelingen naar een zogenaamde gezins opvang locatie (gol) leidde tot verschillende problemen en wantoestanden. Door de slechte overdracht van gegevens over medische en psychische problemen werd de gezondheid van de vertrekkende en nieuwe vluchtelingen in gevaar gebracht. De bewoners kregen slechts enkele dagen van tevoren bericht over hun verplaatsing, waarna hun bezittingen voor vervoer simpelweg in vuilniszakken werden gepropt. In het journaal werd ook melding gemaakt van de puinhoop op het terrein: gebroken glas en vuil stapelden zich op. De uitzichtloze, sobere omstandigheden en de in hun ogen ondermaatse zorg deden de huisartsen beslissen om het contract met zorgverzekeraar Menzis en het COA per 1 januari 2012 op te zeggen. Daarmee wilden ze een signaal afgeven dat het zo niet langer kon.

Ook Menzis beklaagde zich over het te laat informeren over de veranderingen door het COA, waardoor ze de continuïteit van de zorg niet konden garanderen en bovendien mogelijk te maken zouden krijgen met negatieve publiciteit en imagoschade. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) sprak zijn zorg uit, gewaarschuwd door de huisartsen van de Zorgcoöperatie Katwijk en GGD Duin- en Bollenstreek, maar ondernam verder niets. Goede zorg is volgens de inspectie de verantwoordelijkheid van Menzis en het COA. En het COA? Die verwees naar Leers, die echter zijn handen in onschuld waste en naar het COA terugverwees. Daarop besloot het COA tenslotte maar om met een andere zorgverzekeraar in zee te gaan om van het gezeur af te zijn.

Bezoekje

Het azc is gelegen in het niemandsland tussen Katwijk en Wassenaar bij de voormalige vliegbasis Valkenburg. Als ik het ruim drie weken na de commotie in de landelijke pers bezoek, is er van de rotzooi op het terrein niet veel meer te zien. Buiten op straat is het tamelijk verlaten. Hier en daar slenteren wat jongeren rond. De meeste kinderen lopen of spelen buiten het terrein zelf. Ik groet af en toe wat mensen. Ze kijken een beetje vreemd op, want er komt verder natuurlijk vrijwel nooit iemand op het afgelegen centrum. Ik loop ongehinderd door de bewaking een van de gebouwen binnen, ga de trap op en maak wat foto’s. Dan gaat er opeens een alarm af. Even later komt er een medewerker de trap op gestormd. Ik ga er vanuit dat mijn bezoek hier eindigt. Maar het blijkt een brandalarm, en het geschrokken gezicht van de medewerker suggereert dat hij het alarm serieus neemt. Het is gelukkig loos alarm en ik vervolg mijn weg. Ik maak buiten nog een kort praatje en schiet wat foto’s. Ik omzeil de bewaking weer om vervolgens weer buiten het terrein nog wat foto’s van de voorkant te maken.

Wegpestcentrum Katwijk.
Terwijl ik daarmee bezig ben, komt een van de bewakers alsnog verhaal halen. Hij beklaagt zich over de negatieve publiciteit van de afgelopen weken. Dat die aandacht heeft geleid tot nervositeit bij de medewerkers, blijkt later ook als ik een van hen aan de lijn heb voor informatie over de azc-school. Veel krijg ik niet van hem los, maar uit een artikel in het Noord Hollands Dagblad blijkt dat er wel het een en ander mis kan zijn met het onderwijs. Daarin klaagt een meisje over de geringe hoeveelheid les die ze kreeg en over de gespannen sfeer die er heerst op de school.

Ik loop weer terug naar de lange weg tussen Katwijk en Wassenaar. Bij de bushalte zie ik een groepje jongeren van het azc op de fiets richting Katwijk vertrekken. Ze gaan niet naar school, want veel middelbare scholen in Katwijk willen de afgewezen jongeren niet meer aannemen omdat ze toch niet lang zouden kunnen blijven. Na een tijdje komt er een vrouw met een klein kind vanaf het azc aangewandeld. Ze is uit Burundi afkomstig en blijkt alleenstaand. Ze woont al vijf jaar in Nederland en spreekt goed Nederlands. Ze vertelt me dat ze in Rotterdam en Tilburg heeft gewoond en met succes een inburgeringscursus heeft gevolgd. Ze had zich helemaal ingesteld op een leven in Nederland, totdat ze door de vreemdelingenpolitie werd opgepakt. Nu ziet ze geen toekomst meer. Terug naar Burundi waar ze niemand kent, is geen optie. Dat het daar veilig zou zijn, kan alleen maar gezegd worden door mensen die zelf geen oorlog hebben meegemaakt en niet weten waar ze het over hebben. Het verdriet en onbegrip over de houding van de Nederlandse overheid is tastbaar. “Maar ja”, zegt ze tenslotte gelaten, “zo is Nederland”.

Jacob Visser