Schandalige blackface-boot bij Brabantse Dag-parade in Heeze

Blackface-medewerkers spelen een soort gebed
Blackface-medewerkers spelen een soort gebed.

Afgelopen zondag bij de Brabantse Dag-parade in Heeze kwam wagenbouwersgroep “Ge wit ’t oit noit nie” op de proppen met een complete blackface-boot. Tientallen witte vrijwilligers hadden zich helemaal zwart geverfd en verkleed als Afrikanen, om tijdens de optocht met speren te zwaaien en “oeleboele” te roepen.

De blackface-boot moest de “Witte Paters” verbeelden die onder andere vanuit het voormalige (in 1987 gesloopte) missiehuis Sint Charles in Boxtel naar het continent Afrika gingen om daar zieltjes voor de rooms-katholieke kerk te winnen. Om dat nog net iets beter te kunnen doen, en waar mogelijk “geen dwang of geweld” te gebruiken (aldus een woordvoerster van de wagenbouwersgroep), verdiepten de paters zich in de cultuur en taal, bouwden scholen en ziekenhuizen en zetten in op ‘diversiteit’ (betrek zwarte paters bij witte repressie) om zoveel mogelijk moslims te bekeren tot het katholicisme. Het “beschavingsoffensief” van missionarissen vormde een integraal onderdeel van de koloniale “scramble for Africa”. Hun taak was in de eerste plaats het “pacificeren” van de “inheemsen”, en de kennis die werd opgedaan over lokale taal en gewoonten was militair gezien mooi meegenomen.


(De integrale vier minuten durende video van Omroep Brabant kun je helemaal onderaan bekijken.)

“Karibu Sana” (“welkom”) riepen de blackface-deelnemers op de boot, nadat de Witte Pater-acteurs zich zo aardig onder hadden gedompeld in een Afrikaanse cultuur. De aanvankelijke ‘weerstand’ en ‘oh zo andere cultuur’ van de Afrikanen werd verbeeld door het zwaaien met speren en dreigende kreten die totaal onverstaanbaar waren. Dat gold ook voor de tekst van een “vrolijk” liedje. De vrouwen hadden Masai-achtige gezichtssieraden als een laagje over hun blackfaced gezichten heen. Ze waren blootsvoets en gekleed in kleurige doeken. De voor de “patres albi” kenmerkende witte habijten moesten de tegenstelling tussen westerse en Afrikaanse cultuur verduidelijken: de sobere kruisvarende en hardwerkende katholieken versus de kleurrijke, levendige, wilde, vrolijke Afrikanen.

Blackface met speren
Blackface met speren.

De “Witte Paters” kenmerkten zich door een racistisch paternalisme, en dat bij het naspelen van hun praktijken gebruik werd gemaakt van de door-en-door racistische traditie van blackface is niet verrassend. Kennelijk is het hele dekoloniale debat over het racisme van Zwarte Piet langs de jonge witte wagenbouwers heen gegaan en heeft niemand zich achter de oren gekrabt bij het full body blackfacen van witte vrouwen. We hebben geen zwarte vrouwen in onze groep, leek men gedacht te hebben, dus dan trekken we maar zelf een zwarte huid en cultuur aan door schmink en kleding, opgelost!?

Blackface "oeleboele" roepen
Blackface “oeleboele” roepen.

Er waren redelijk wat toeschouwers die met open mond dit racistisch vertoon voorbij zagen komen. ”Dit kan toch niet meer!”, en: “Dat doe je toch niet, zeker niet na alles rondom Zwarte Piet?!” De commentatoren van Omroep Brabant kwamen echter niet verder dan wat eurocentrisch en paternalistisch onze-neus-bloedt-ook-al-zien-we-blackface geneuzel. Het is tekenend dat geen enkele medewerker, journalist, ambtenaar of lid van de “vakjury”, helemaal niemand, openlijke kritiek heeft geleverd op de blackface-boot. De Brabantse Dag, de wagenbouwers, de theaterparade én Heeze hebben nog een hele lange anti-racistische weg te gaan.

Puk Pent

Zelf verzonnen Afrikaanse dracht bij de blackface
Zelf verzonnen Afrikaanse dracht bij de blackface.