Verboden voor Iraanse Nederlanders

Protest bij kerncentrale in Borssele
Stel: je bent bakker. Maar ineens mag je geen meel meer kopen omdat je rood haar hebt. Of je bent dokter, maar je mag geen ziekenhuizen meer in, omdat je bij het strand woont. Gek? Niet echt. Sinds 1 juli 2008 mogen Iraniërs en Nederlanders met een Iraanse achtergrond bij bepaalde locaties in Nederland niet meer naar binnen en worden ze geweigerd bij meerdere universitaire opleidingen. Om deze discriminatie en stigmatisering tegen te gaan, sleept de actiegroep Iraanse Studenten de Nederlandse staat nu voor de rechter.

Kawe Bitaraf is student. Hij heeft een Iraanse achtergrond, maar niet eens een Iraans paspoort. Bitaraf is Nederlander. En net als elke andere Nederlander wil hij zelf kunnen bepalen wat hij doet met zijn leven en bijvoorbeeld kunnen kiezen welke studie hij wil doen. Maar dat mag niet. Negen masteropleidingen, waaronder delen van kernfysica, wiskunde en scheikunde, staan voor hem niet open. Want in de ogen van de Nederlandse overheid is hij loyaal aan het Iraanse regime en zou hij de kennis die hij daar op zou doen, ter beschikking kunnen stellen aan het Iraanse atoomprogramma. Behnam Taebij heeft hetzelfde probleem. Hij is promovendus aan de TU Delft. Hij doet onderzoek naar de technologische ontwikkelingen rondom kernenergie. Maar ineens mag hij bij de kernreactor in Delft niet meer naar binnen. Hem wordt de toegang geweigerd bij in totaal vijf locaties. Net als Nassar Kalantar, hoogleraar kernfysica in Groningen, die vergaderingen met collega's moet afzeggen omdat ze in gebouwen worden gehouden die hij niet meer mag betreden. Alle drie hebben ze een Iraanse achtergrond en vallen ze onder de “Sanctieregeling Iran 2007” die moet voorkomen dat Nederlandse kennis op het gebied van kernfysica kan bijdragen aan Iraanse pogingen om een nucleaire bom te maken.

  Politiestaat

Het is schandalig en absurd zoals alleen Iraniërs de vrijheid wordt ontnomen om kennis op te doen over nucleaire technologie. Beter zou de hele kerntechnologie afgeschaft kunnen worden. Nucleaire technologie is nu eenmaal onlosmakelijk verbonden met verspreiding (proliferatie) van de technologie om kernwapens te maken. Dat is op zich al een reden om kerntechnologie uit te bannen. Want die technologie, zo stelde de anti-kernenergiebeweging al in de jaren 70, brengt een politiestaat dichterbij. Immers, om de gevaarlijke technologie en nucleaire installaties tegen terrorisme te beschermen zijn zeer zware beveilingen nodig, zoals constante informatie-inwinning over mensen die mogelijk een gevaar vormen en beperkingen van vrijheid. De Iraniërs ondervinden het aan den lijve.

Willem Slaapmaat

Beeldvorming

De regeling werd van kracht in juli 2008. Hij is ontworpen door minister Maxime Verhagen van Buitenlandse Zaken in reactie op VN-resolutie 1737. Die resolutie roept landen op om voorzichtig om te gaan met gevoelige informatie rond de productie van kernwapens, om zo te voorkomen dat Iraanse onderdanen die informatie door kunnen spelen naar het Iraanse regime. Nederland is het enige land dat deze oproep gebruikt om Iraniërs en mensen met een Iraanse achtergrond systematisch uit te sluiten. Iraniërs in Nederland worden weggezet als potentiële spionnen, een mooie bijdrage aan de sowieso al ellendige beeldvorming rond vluchtelingen en migranten. Terwijl de regeling natuurlijk volstrekt onzinnig is. Want het is duidelijk dat deze regeling niet alleen stigmatiserend en discriminerend is, maar ook nog helemaal ineffectief. Mocht het Iraanse regime inderdaad zo gek zijn op Nederlandse kennis, dan zouden ze het vast ook wel voor elkaar krijgen om een student zonder officiële Iraanse achtergrond naar Nederland te sturen. Sowieso komen de meeste experts die aan het Iraanse atoomprogramma werken uit Pakistan. En dan is er nog de vraag of de CIA niet zelf per ongeluk een paar jaar geleden Iran van deze cruciale informatie heeft voorzien.

Bitaraf zegt dan ook terecht: “Deze regeling is het meest belachelijke idee waar ik ooit van heb gehoord.” Samen met Taebij en Kalantar heeft hij de Nederlandse staat gedagvaard over de regeling. In een brief aan de minister legt hun advocaat uit dat zijn cliënten “en met hen de Iraanse gemeenschap, zich gediscrimineerd en gestigmatiseerd voelen. Velen van hen zijn juist gevlucht voor het huidige regime. Nu moeten alleen zij, omdat ze Iraans zijn, een ontheffing aan laten vragen door de universiteit. Dit terwijl anderen, Noord-Koreanen, Indiërs, Pakistanen, Israëliërs, ex-veroordeelden voor terroristische activiteiten of aanhangers van het regime in Iran die niet zelf Iraans zijn, geen ontheffing hoeven aan te vragen.”

Petitie

Bitaraf en zijn collega’s begonnen al vroeg met hun campagne, nog voordat de regeling in werking trad. En ze krijgen ook steun van niet-Iraniërs, op de universiteit en daarbuiten. Een petitie werd getekend door duizenden mensen, uit Nederland, Duitsland, Frankrijk, Iran, de VS, Litouwen, Canada, en veel andere landen. Want hun strijd heeft ook een internationale dimensie. “Nederland wil zich als kennisland profileren om buitenlandse studenten aan te trekken”, zegt Bitaraf. “Maar dat stelt dus niks voor.” Ook de retoriek van mensenrechten en gelijkheid, die Nederlandse politici internationaal graag naar voren brengen, wordt door maatregelen zoals deze niet bepaald geloofwaardiger.

Het proces tegen de Nederlandse staat is nog niet begonnen, maar de positie van de actiegroep lijkt sterk. De regeling maakt duidelijk inbreuk op rechten die zijn vastgelegd in de grondwet en de gelijke behandelingswetgeving. De lijst van internationale verdragen die overtreden worden is lang. Maar dat hoeft helaas niet al te veel te betekenen. Bitaraf blijft voorzichtig: “We hebben sowieso gelijk. Nu gaat het erom gelijk te krijgen.”

Gregor Eglitz