Bruin I geeft “niet-verwesterde” Afghaanse meiden een enkeltje richting vrouwenonderdrukking

De burka is volgens Bruin I prima geschikt voor "niet-verwesterde" meisjes.
Sinds minister Gerd Leers van Immigratie en Asiel een beleidswijziging heeft voorgesteld, mogen sommige “verwesterde” Afghaanse meisjes die eerder door de IND werden afgewezen toch in Nederland blijven. Ze moeten dan wel tenminste 10 jaar oud zijn, en 8 jaar in Nederland hebben gewoond. De 14-jarige Sahar Hibrahim Ghel kreeg zo uiteindelijk toch een verblijfsvergunning. Maar dat geluk hebben dus niet alle Afghaanse meiden.

In januari beweerde Leers nog over Sahar dat haar “omstandigheden niet uniek genoeg zijn”. De minister ging in hoger beroep nadat een Bossche rechter de familie verblijfsrecht wilde geven. “Het is toch te gek voor woorden dat iemand hier 10 jaar kan procederen, herhaalde malen een vergunning geweigerd krijgt, en omdat iemand hier dan al heel lang zit, toch niet terug kan omdat ze anders haar persoonlijkheid verloochent”, aldus de CDA-er begin dit jaar. Nadat bekend werd dat de asielprocedure van haar familie zo lang duurde doordat de overheid zelf heel veel tijd nam om een beslissing te nemen, benadrukte Leers dat “je iemand niet kunt afstraffen, alleen omdat die in beroep gaat”. En na een “thematisch ambtsbericht” over de risico’s voor schoolgaande meisjes in Afghanistan, in het bijzonder meisjes met een “verwesterde levensstijl”, heeft de bewindsman aangekondigd dat die in sommige gevallen toch mogen blijven.

Schoolgaande meisjes lopen extra kans om slachtoffer te worden van een aanslag door de Taliban of een andere fundamentalistische groep die tegen onderwijs aan meisjes is. “Terwijl ongeveer 19 procent van alle scholen aparte meisjesscholen zijn, is 40 procent van de aanvallen op scholen gericht op meisjesscholen”, aldus het ambtsbericht. Behalve veiligheidsrisico’s lopen schoolgaande meisjes ook een groot risico op voortijdige schooluitval. “De belangrijkste oorzaken zijn armoede, het ontbreken van vrouwelijke leerkrachten, sociale druk van de gemeenschap en gedwongen en vroege huwelijken.” Meisjes die lang in het westen hebben gewoond, lopen extra risico’s. “Zelfs als ze zich uiterlijk aanpassen, zullen ze gezien worden als een buitenstaander.” Het rapport spreekt van “een grote psychosociale druk” die op de meisjes komt te liggen door “de noodzaak tot aanpassing, hun geïsoleerde positie en de inferieure status van vrouwen en meisjes in Afghanistan”.

Aanpassen

De strijd rond “de zaak Sahar” heeft zo niet alleen geleid tot een verblijfsvergunning voor het gezin Hibrahim Ghel, maar ook tot meer kansen voor een heleboel andere jonge vluchtelingen en hun ouders en broertjes. Dat laat zien hoe de campagne van en voor een individu collectief effect kan hebben, ondanks beweringen van bepaalde politici dat het zo niet werkt. Maar er is natuurlijk ook een heleboel aan te merken op het beleidsvoorstel.

Bijvoorbeeld: hoe moeten meisjes de regering dan overtuigen dat juist zij mogen blijven? In de media leek het soms wel een soort miss Afghanistan-verkiezing, waarbij meisjes “een soort X-factor aan westers talent” aan het kabinet moesten laten zien. Overigens heeft Leers de omstreden “verwestering” inmiddels laten vallen als zelfstandig criterium, maar hij laat het nog wel meetellen in zijn beoordeling. De Tweede Kamer vond het namelijk te vaag. Merkwaardig blijft dat Bruin I dus erkent dat er een gigantische vrouwenonderdrukking heerst in Afghanistan, maar er geen probleem in ziet om daar toch meiden heen te sturen, zo lang ze volgens Leers maar onvoldoende “verwesterd” zijn.

En ondanks dat de Nederlandse overheid dus erkent dat Afghaanse vrouwen die teruggestuurd worden een grote kans lopen om onderdrukt te worden, geldt de nieuwe beleidsregel alleen voor minderjarige meisjes. Vrouwenonderdrukking is voor Bruin I op zich dus geen probleem. In een brief naar de Tweede Kamer schrijft Leers: “Er wordt verwacht dat de terugkeerder zich aanpast aan de Afghaanse samenleving om zodoende problemen te voorkomen. Een dergelijke aanpassing vraagt veel van betrokkenen, maar is niet onmogelijk.”

Mensen moeten zich van Bruin I blijkbaar koste wat het kost aanpassen aan de dominante stroming van het land waarin men woont. Ook al gaat dat ten koste van je eigen identiteit. Dat geldt dus zowel voor de vluchtelingen en migranten die mogen blijven, als voor degenen die uitgezet worden. Integratiedwang in Nederland, of aanpassing aan de dominante normen en waarden van Afghanistan, ook al keurt Bruin I die officieel af. Pas als een meisje zou kunnen aantonen dat ze zich niet kán aanpassen, dan mag ze blijven. Iets dat overigens ook best zou kunnen gelden voor anderen die niet kunnen “integreren” in andere landen?

Willekeur

Moslimhater Geert Wilders laat zich overigens nauwelijks uit over deze kwestie. Hooguit enkele tientallen meisjes zullen mogen blijven op grond van dit beleid, volgens de PVV. De meesten moeten gewoon terug. Daarom kan PVV-woordvoerder Sietse Fritsma deze regel wel “billijken”. Wilders is natuurlijk ook geen voorvechter van vrouwenrechten. Als kruisvaarder tegen de islam haalt hij onderdrukte vrouwen er hooguit bij om zijn punt te kunnen maken. De vrouwen in kwestie mogen best worden teruggestuurd. Het liefst zou hij de immigratie uit moslimlanden immers helemaal stilleggen.

In de beleidswijziging is er geen aandacht voor Afghaanse jongens. Zij hebben weliswaar een betere positie in Afghanistan, maar wil dat zeggen dat ze zich niet zullen moeten aanpassen aan de daar ongelijke verhoudingen tussen mannen en vrouwen? Zou dat hen niet net zo goed onder grote psychosociale druk plaatsen? Het lijkt er soms op alsof het kabinet er vanuit gaat dat alle Afghaanse mannen vrouwenonderdrukkers zijn. En als een jongen nu homoseksueel is, moet hij zich dan ook gewoon aanpassen? Is er ook dan niet sprake van een grote psychosociale druk waarbij hij zichzelf moet verloochenen?

Als het beleid geldt voor Afghanistan, waarom zou het dan ook niet kunnen gelden voor andere landen waar moslimfundamentalisten een grote invloed hebben op het dagelijks leven, zoals bijvoorbeeld Somalië? Volgens Leers is de situatie in Somalië echter anders en “bovendien worden daar nu geen mensen naar uitgezet, behalve naar het noorden van het land”. De oppositie in de Tweede Kamer spreekt van willekeur.

Nu kan men veel over het beleid zeggen (repressief, mensonterend, opportunistisch) maar willekeurig is het zeker niet. Het hele migratiebeleid wordt al jaren steeds verder geperfectioneerd als het gaat om het tegenhouden, afwijzen, ontmoedigen, uitsluiten, opsluiten, en uitzetten van “kansarme” migranten. Het is niet willekeurig noch toevallig dat Leers ervoor kiest om nieuw beleid te maken voor een zo klein mogelijke groep. Op de plank ligt immers ook nog steeds de al aangenomen “wortelingsmotie” van de Tweede Kamer, waarbij hij opgeroepen wordt om kinderen die langer dan 8 jaar in Nederland wonen verblijfsrecht te geven. Maar dat “generaal pardon” voor kinderen weigert Leers tot nu toe uit te voeren. Dat zou namelijk verblijfsrecht voor veel meer mensen betekenen.

Mariët van Bommel